anti-pestprotocol St. Willibrordus Deurne Alle kinderen zouden zich in hun basisschoolperiode veilig moeten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan. Toch komt het wel eens voor dat kinderen gepest worden. Pesten is een probleem dat de school serieus aanpakt. Daar zijn enkele voorwaarden/uitgangspunten aan verbonden: Pesten moet als een probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: - leerlingen (gepeste kinderen, pestende kinderen en zwijgende kinderen); - leerkrachten; - ouders/verzorgers. De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Of het nu wel of niet aan de orde is. Het onderwerp pesten moet met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden afgesproken en vastgelegd. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. De school moet beschikken over een directe aanpak, als ondanks alle inspanningen pesten toch weer de kop opsteekt. Wat verstaat de school onder pesten? Om vast te stellen wat de school onder pesten verstaat, is het belangrijk dat het verschil tussen pesten en plagen bekend is. Iemand van zijn fiets aftrekken, kan plagen of pesten zijn. Het is plagen als de kinderen aan elkaar gewaagd zijn: de ene keer doet de één iets onaardigs, een volgende keer is het een ander. Het is een spelletje, niet altijd leuk, maar nooit echt bedreigend. Bovendien duurt het nooit echt lang. Door elkaar te plagen, leer je zelfs om met conflicten om te gaan. Het hoort bij het groot worden. Pesten kan beginnen als een spelletje, als iets leuks om te doen. Het gepeste kind voelt zich er echter erg ongemakkelijk bij. Het lukt hem/haar niet terug te plagen, een grapje te maken of onverschillig te blijven. Degene die gepest wordt, wordt heel erg bang en verdrietig en voelt zich hulpeloos. Vaak is er een groepje kinderen dat meedoet met de pester: ze lachen wanneer de pester iets gemeens doet, maar durven zelf niets te doen. Pesten is bedreigend en het gebeurt niet zomaar één keer, maar iedere dag weer, soms gedurende een jaar of langer. Bij pesten wordt een slachtoffer uitgezocht om op een heel bedreigende en gemene manier de baas over te spelen. De pester misbruikt zijn macht. Gebeurt het pesten steeds bij hetzelfde kind en meerdere malen per week of per dag dan is er sprake van structureel pesten: het kind heeft daar last van en er is geen sprake meer van respect voor het gepeste kind. Daarnaast is er een verschil tussen indirect en direct pesten: Indirect pesten Buitengesloten of genegeerd worden (doen alsof iemand niet bestaat). Direct pesten Uitgescholden worden vanwege het anders zijn (bijvoorbeeld kleding, uiterlijk, gedrag). Zonder reden in elkaar geslagen worden. Bedreigd worden (als je dit niet doet, dan...).
Cyberpesten De pester is anoniem Het gepeste kind is ook thuis niet meer veilig. Op regelmatige basis/structureel; uitsluiten van groepapps, bedreigen/uitschelden online, misbruik maken van iemands recht op privacy, doorsturen van foto s tegen wil (portretrecht) De verantwoordelijkheid, het gebruik van mobiele devices ligt bij de ouders school kan in overleg mediawijsheidcoach inzetten verzamelen van bewijsmateriaal/screenshots mediawijsheidlessen inzetten Oorzaken van pesten Oorzaken van pesten kunnen zijn: Een problematische thuissituatie Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt Voortdurend met elkaar de competitie aangaan Een voortdurende strijd om de macht in de klas of in de buurt Geen correctie van agressie Zelf problemen hebben Geen goed voorbeeldgedrag van volwassenen Kenmerken van de pester De pester is het kind dat met woorden of met lijfelijk geweld de baas wil zijn in de groep of bij de groep wil horen. De pester wil indruk maken. De pester weet zich soms geen houding te geven. De pester is onzeker over zichzelf, maar door stoer te doen valt dat niet zo op. De pester heeft een slachtoffer nodig om er zelf beter van te worden. Kenmerken van het gepeste kind De gepeste is het slachtoffer van de pester. Het is een kind van wie de pester zeker geen tegenstand krijgt. De pester weet dat hij/zij zelf de sterkste is. Het gepeste kind krijgt de klappen en voelt zich niet veilig in de groep. Het kind gaat niet graag naar school. Het kind kan last van hoofdpijn of buikpijn hebben. Het kind kan bang worden voor andere kinderen. Het kind weet niet wat het terug kan doen of terug kan zeggen en de pester weet dit. Het liefst trekt het gepeste kind zich terug. Kenmerken van de zwijgende middengroep Leerlingen die actief mee pesten, bijvoorbeeld uit angst om zelf slachtoffer te worden. Leerlingen die pesten uit berekening. Ze profiteren van de situatie en worden er beter van. Leerlingen die niet pesten, maar ook niets doen om het te stoppen. Ze voelen zich wel schuldig, maar verzetten zich niet. Leerlingen die niet door hebben wat er in de klas speelt. Leerlingen met een hoge status in de groep. Zij nemen het af en toe voor de gepeste kinderen op. Signalen die wijzen op pestgedrag Vaak alleen staan in de pauze (isoleren). Tijdens de pauze bij de surveillant in de buurt blijven. Een spel is toevallig steeds net begonnen als hij/zij erbij komt. Vaak alleen met jongere kinderen spelen. Niet naar buiten willen op school, vanwege opwachten, slaan en schoppen. Altijd een bijnaam hebben, nooit bij de eigen naam genoemd worden, vreemde geluiden (zuchten, piepen en steunen) van andere kinderen, als het betreffende kind een idee oppert. Kwam een ander kind met hetzelfde idee dan was het wel goed geweest. Veel geroddel in de groep. Andere kinderen laten zich negatief uit over familieleden van het kind. Alles van het betreffende kind is stom (kleding, haardracht, spullen enz.). Het kind wil niet meer naar school of voelt zich vaak ziek. Het kind krijgt altijd de schuld.
Er worden briefjes doorgegeven met bepaalde negatieve opmerkingen. Beledigen. Gevolgd worden. Bezittingen worden afgepakt. Uitgescholden worden. Nooit uitgenodigd worden op feestjes. Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden. De school signaleert en is daarin de professional. Het voorkomen van pestgedrag Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen. De schoolregels hangen goed zichtbaar in de school. Kinderen mogen in hun groep een eigen aanvulling geven op de vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld door en met de groep en vormen zogenaamde groepsregels. Zowel de schoolregels als groepsregels hangen duidelijk zichtbaar in de klas. De school biedt alle schoolregels tegelijk aan en zorgt voor een doorgaande lijn binnen de school. Op vrijdag in onze sociokring bespreken de kinderen met elkaar de problematiek. Uit deze gesprekken volgen groepsafspraken die op het verbeterbord worden gezet. Wanneer wij als school signaleren dat een leerling weerbaarder mag zijn, gaan we in gesprek met de ouders. Wij kunnen de leerling aanmelden voor de weerbaarheidstraining Rots en Water. Tijdens deze training leren de leerlingen vaardigheden die ze in kunnen zetten om weerbaarder te worden. Vier belangrijke regels omtrent het voorkomen van pesten: Als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken. Al vanaf de kleutergroep wordt dit de kinderen duidelijk gemaakt. Een medeleerling heeft ook de verantwoordelijkheid om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer en veiligheid in de groep. Samenwerken zonder bemoeienissen. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dat neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Bij pestproblemen zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, het geven van suggesties en het ondersteunen van de aanpak van de school. Nieuwe kinderen zijn altijd van harte welkom. Laat dat merken! Naast de duidelijke schoolregels en afspraken in de groep gebruikt de school aanvullend lesmateriaal, zoals Leefstijl en het kwaliteitenspel. Hoe wordt gehandeld bij pestgedrag? Omdat bij het pesten vijf partijen betrokken zijn, wordt een vijfsporen aanpak gebruikt. Deze aanpak bestaat uit: hulp bieden aan de pester; mobiliseren van de zwijgende middengroep (ofwel de meelopers); dossier aanleggen door de leerkrachten; informatie en adviezen geven aan ouders; hulp bieden aan het gepeste kind.
Hulp bieden aan de pester De leerkracht of de daartoe aangewezen persoon roept de pester(s) (één voor één) bij zich en voert achtereenvolgens de volgende activiteiten uit: Er wordt een gesprek gevoerd waarin duidelijk gemaakt wordt dat alle kinderen zich veilig moeten kunnen voelen op school. Er wordt een door het team te bepalen straf gegeven. De straf is afhankelijk van de leeftijd van de leerling(en), de oorzaak van het pestgedrag en de ernst daarvan. Nadat de straf is uitgevoerd, heeft de leerkracht of de daartoe aangewezen persoon opnieuw een gesprek met de pester(s) en worden er afspraken gemaakt om aan het pestgedrag een einde te maken. Er wordt een aantal probleemoplossende gesprekken gevoerd: - om achter de mogelijke oorzaak van het pestgedrag te komen. Dit kan door een hele rij met mogelijke oorzaken op te noemen en het kind te vragen welke oorzaak op hem/haar van toepassing kan zijn. Als de oorzaak bekend is, kan er iets aan gedaan worden en hoeft er soms juist niet gestraft te worden; - om het empathisch vermogen van pesters te vergroten, door ze te confronteren met videofragmenten, brieven, boeken, etc. van gepeste kinderen die vertellen over hun emoties. Pesters moeten zich dan proberen in te leven in het gepeste kind. Er kunnen in de sociokring rollenspelen gespeeld en later besproken worden. Ouders worden meegenomen in het proces. Mobiliseren van de zwijgende middengroep (ofwel de meelopers) De leerkrachten bespreken bij voorkeur wekelijks verbeterregels die in de sociokring worden afgesproken. Daarnaast is het zinvol om lesopdrachten over het onderwerp pesten te behandelen, zoals Leefstijl en losse projecten. Het bespreken van de groepsregels is een manier om erachter te komen welke regels nog veel overtreden worden en welke minder. Leerlingen verdienen dan ook een compliment als het goed gaat! Belangrijke regels voor de groepen zijn: We praten met elkaar in plaats van onder elkaar. We spelen samen met elkaar Deze regel is ingevoerd om aan de samenzwering om te zwijgen zoveel als mogelijk een einde te maken. Kom niet aan de ander als de ander dat niet wil. Deze regel is belangrijk i.v.m. lichamelijke integriteit. En al deze regels vormen de uitwerking van het woord RESPECT. Dossier aanleggen door de leerkrachten, de stappen die leerkrachten moeten volgen als ze zich zorgen maken om bepaalde leerlingen staan in het zorgsysteem Esis vermeld. Er zijn materialen te vinden in de orthotheek en eventueel kunnen er aanvullende materialen aangeschaft worden. Kinderen die voortdurend gepest worden kunnen twee verschillende reacties vertonen: passief: angstig, weinig vrienden/vriendinnen hebben, snel huilen; provocerend: angstig én agressief, irritant zijn. Hierin speelt de lichaamstaal een belangrijke rol ( Ik vind de manier waarmee jullie met mij omgaan verschrikkelijk, houd daarmee op! ). Het gepeste kind krijgt advies over hoe te reageren op het gedrag van pesters van de IBér of Schoolmaatschappelijk werker. Mocht het kind gedurende lange tijd gepest worden en daardoor niet meer weten hoe zich te gedragen, dan kan men het kind deel laten nemen aan een sociale vaardigheidstraining of andere cursussen, zoals eerder genoemd Rots en Water.
Is sprake van langdurig pesten, dan worden maatregelen voor de lange termijn genomen. Bespreken van pesters/leerlingen met gedragsproblemen met de leerlingbegeleider. Er wordt een plan van aanpak opgesteld dat met de ouders wordt besproken. De observatiekaart kan ook in dit traject gebruikt worden. De leerling met gedragsproblemen wordt ingebracht in de leerlingbesprekingen. Zo weet iedereen welke leerling het betreft en kan iedereen meedenken en mee zoeken naar mogelijke verbeteringen c.q. oplossingen. Hulp van buiten de school inschakelen, mogelijk volgt een behandeling of verwijzing. Eventueel kan gezamenlijk gekozen worden om een project op schoolniveau te organiseren. Dergelijke projecten worden gehouden in groepen waar dat echt nodig blijkt. Het onderwerp pesten blijft steeds ter sprake komen n.a.v. bijvoorbeeld een ruzie, een verhaal of situaties uit de methode en/of projecten zoals De week van het verschil.