15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Vergelijkbare documenten
16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.001T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

15.106T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.065T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.039T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

16.050Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.001T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 20 juli 2018

16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ, in de zaak T

17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist in de volgende samenstelling:

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ in de zaak T

16.037T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd

16.050Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.038T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.152Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.022T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.024T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.051T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

19.078Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 27 juni 2019

18.012T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 28 juni 2018

17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.029Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.148T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.121T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.123T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd van 13 april 2017

16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.058T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017

17.065Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.147T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.017T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.079T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.018T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

17.055Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019

16.102Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.103T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.082T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 23 december 2016

18.162T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 15 april 2019

16.144Tf Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.033Ta Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd

15.078Ta Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.039T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.076Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

17.006T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

14.002Tb Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.061T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.184T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 27 mei 2019

15.027T Uitspraak van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.152Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.047Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.076Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

16.011T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.146T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.014Ta en Tb Uitspraak van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.058Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 11 januari 2019

15.099T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.029T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.029Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

15.096T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.005T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.015T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.006T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 4 juli 2018

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.126Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 2 mei 2018

17.110T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2018

15.083Ta Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.078Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd

15.091T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.136T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.104T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ, van 7 april 2017

14.002Ta Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.005T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.128Td Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 15 augustus 2018

18.048T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 oktober 2018

Transcriptie:

15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en geoordeeld in de volgende samenstelling: mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw mr. C. van Lent, lid-jurist, mevrouw U. Hammer, lid-beroepsgenoot, mevrouw S. Ephraïm, lid-beroepsgenoot, mevrouw N. Baljet, lid-beroepsgenoot. Als secretaris is opgetreden mevrouw mr. N. Jacobs. Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de door A., hierna te noemen: klager, ingediende klacht tegen mevrouw B., hierna te noemen: beklaagde. 1 Het verloop van de procedure Op 9 november 2015 heeft het College het klachtschrift d.d. 9 november 2015 ontvangen en op 20 en op 28 januari 2016 een aanvulling daarop. Aan beklaagde is op 29 februari 2016 verweer gevraagd. Op 29 maart 2016 heeft het College het verweerschrift zonder datum ontvangen. Het College heeft beraadslaagd over de wijze van afdoen op 12 mei 2016. Het College, daartoe bevoegd op grond van artikel 19 lid 1 Tuchtreglement (Tr), heeft klager en beklaagde op 30 mei 2015 schriftelijk bericht over het voornemen om de klacht schriftelijk af te doen. Klager noch beklaagde heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Het College heeft vervolgens binnen zes weken uitspraak gedaan. Beklaagde is geregistreerd sinds 10 december 2013. 3 De feiten en het verloop van de gebeurtenissen Klager is de verwekker van R. en P. Hij heeft hen niet erkend. R. is geboren op 19 september 2009. Vanaf haar geboorte staat zij onder toezicht van Bureau Jeugdzorg O. Zij is direct na haar geboorte op grond van een daartoe strekkende machtiging uit huis geplaatst in een pleeggezin. Jeugdbescherming [ ] (verder JB [ ]) is belast met de voogdij over R. Beklaagde is sinds 13 september 2011 als jeugdbeschermer belast met de uitvoering ervan. P. is geboren op 10 augustus 2011 en is op grond van een daartoe strekkende machtiging eveneens vanaf haar geboorte uit huis geplaatst. JB [ ] is sinds 14 juni 2013 belast met de voogdij. R. en P. wonen in een perspectief biedend pleeggezin. Beslissing College van Toezicht, zaaknummer 15.087T 1

4 De klachten Samengevat en zakelijk weergegeven stelt klager het volgende. I. Bejegening Klager stelt dat beklaagde de communicatie afsnijdt. Als voorbeeld noemt klager onder andere de brief van 6 oktober 2015 waarmee JB [ ] klager informeert dat zij al het contact met klager verbreken. Hoewel zij schrijven dat zij hopen dat er vanuit het belang van de kinderen een goede verstandhouding ontstaat, werken zij dit, ondanks klagers positieve houding en leuke contact met de kinderen, tegen, zo stelt klager. Klager stelt voorts dat beklaagde subjectief is. Als voorbeeld verwijst klager naar de brief van JB [ ] van 24 april 2015. Beklaagde uit daarin een mening over klagers psychische gesteldheid. JB [ ] stelt daarnaast absurde en mensonterende eisen aan klager. Als voorbeeld noemt klager dat hij volgens beklaagde de kinderen toestemming moet geven om in het pleeggezin te wonen, terwijl hij niets heeft te vertellen. II. Geen rapportages noch foto s sinds het begin van de bezoekregeling Klager krijgt geen rapportage noch foto s sinds het begin van de bezoekregeling. Klager vindt dat hij eens in de drie maanden een uitgebreid verslag zou moeten ontvangen en per kind twee of drie foto s. III. Stopzetten bezoekregeling vanwege melding zedenpolitie Klager nam tijdens het bezoek van 4 maart 2015 waar dat R. reed op het been van haar pleegvader. Klager deed hierover een melding bij de zedenpolitie. De brief van 24 april 2015 waarin JB [ ] de omgangsregeling beëindigt, kwam nadat JB [ ] had ontdekt dat klager deze melding had gedaan. IV. Kindermishandeling Klagers melding aan de zedenpolitie wordt niet serieus genomen. Beklaagde liegt of doet alsof ze niets van het beenrijden van R. zag. 5 Het verweer Samengevat en zakelijk weergegeven stelt beklaagde het volgende. Beklaagde heeft, omdat het voor kinderen belangrijk is om contact met hun ouders te hebben, steeds geprobeerd om de samenwerking met klager te zoeken. Zij heeft het contact met klager zelf geïnitieerd nadat klagers contactpersoon bij het algemeen maatschappelijk werk te H. daar niet langer werkzaam was. Klager communiceerde met beklaagde en in contacten met andere medewerkers van JB [ ] regelmatig grensoverschrijdend. Klager stuurde aan beklaagde mails die zij als beledigend en respectloos ervoer. Beklaagde heeft klager meegedeeld dat zij op mails met respectloze uitlatingen niet zal reageren. Klager plaatste foto s van de kinderen en mailwisseling met de kinderen op Facebook en toonde zich niet bereid de informatie te verwijderen. Hij plaatste op Facebook informatie over beklaagde en over de pleegouders. Hierdoor schaadde hij de belangen van Beslissing College van Toezicht, zaaknummer 15.087T 2

betrokkenen. Daarom heeft JB [ ] met de brief van 24 april 2015 aan klager bericht de omgangsregeling te beëindigen. Het telefonisch contact tussen klager en beklaagde verliep daarna dusdanig problematisch dat door JB [ ] is besloten dat beklaagde uit het contact met klager zou gaan. Aan klager is bericht dat in samenspraak gezocht zou worden naar een mogelijkheid om klager te kunnen blijven informeren over zijn kinderen. Klager is op 18 juni 2015 uitgenodigd voor een gesprek daartoe op 26 augustus 2015. Klager is voor dat gesprek niet verschenen. Een volgende afspraak, gepland op 8 oktober 2015, is op 6 oktober 2015 door JB [ ] geannuleerd omdat klager op 23 september 2015 foto s van beklaagde op Facebook had gezet en had geprobeerd om privé-gegevens van beklaagde te achterhalen. Klager heeft tegen beklaagde gezegd getraumatiseerd te zijn waardoor hij contact met instanties moeilijk vindt. Beklaagde heeft klager geadviseerd om hiervoor hulp te zoeken bij een psycholoog. In de brief van 24 april 2015, waarmee klager wordt meegedeeld dat en waarom zijn omgang met de kinderen wordt beëindigd, heeft beklaagde uitgesproken dat klager niet aansluit bij de ontwikkeling van de kinderen wanneer hij verklaart dat Sinterklaas niet bestaat, terwijl de kinderen in Sinterklaas geloven. In dezelfde brief heeft beklaagde gesteld dat klager niet in staat is om aan de kinderen toe te staan om in het pleeggezin te wonen door, onder meer, de pleegouders te diskwalificeren. Beklaagde heeft met klager afgesproken dat hij geen schriftelijke informatie over de kinderen zou krijgen wanneer de bezoekregeling eenmaal zou zijn gestart. Klager zou dan door de pleegouders tijdens het omgangbezoek worden geïnformeerd of door beklaagde, na afloop van het bezoek. Klager heeft aangegeven dit een redelijke afspraak te vinden. Beklaagde heeft klager tijdens het gesprek van 14 januari 2015 uitdrukkelijk, zij het tevergeefs, uitgenodigd om zijn zorgen over het door hem vermeende seksueel misbruik van R. toe te lichten. Beklaagde heeft in het geheel geen seksualiserend gedrag waargenomen bij R. Beklaagde heeft pleegzorg op de hoogte gebracht van het vermoeden van klager. Ook dezen hebben verklaard geen signalen van seksueel misbruik bij R. of in het pleeggezin waar te nemen. Bij de risicotaxatie zijn geen bijzonderheden op dit vlak naar voren gekomen. 6 De beoordeling van de klachtonderdelen 6.1 Het College wijst er allereerst op dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund. Het gaat om een beantwoording van de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Hierbij wordt rekening gehouden met hetgeen ten tijde van het klachtwaardig handelen in de beroepsgroep als norm of standaard was aanvaard. 6.2. Het College stelt vast dat klager in klachtonderdeel I klaagt over de bejegening door beklaagde. Klager verwijst naar een brief van 6 oktober 2015 waarin JB [ ] verklaart het contact met klager te beëindigen. Klager verwijst naar een brief van 24 april 2015 waarin beklaagde een mening over klagers geestelijke toestand zou uiten. Klager is van mening dat JB [ ] absurde eisen aan klager stelt door van hem te verlangen dat hij de kinderen toestaat om in het pleeggezin te wonen. Beslissing College van Toezicht, zaaknummer 15.087T 3

Klager stuurde beklaagde mails die zij als beledigend en respectloos ervoer. Zij heeft klager meegedeeld dat zij op mails met respectloze uitlatingen niet zal reageren. Klager communiceerde ook in contacten met andere medewerkers van JB [ ] regelmatig grensoverschrijdend. Klager plaatste foto s van de kinderen en informatie over de kinderen op Facebook. Hij plaatste op Facebook informatie over beklaagde en over de pleegouders. Hierdoor schaadde hij de belangen van betrokkenen. Daarom heeft JB [ ] met de brief van 24 april 2015 aan klager bericht de omgang te beëindigen. Het telefonisch contact tussen klager en beklaagde verliep daarna dusdanig problematisch dat door JB [ ] is besloten dat beklaagde uit het contact met klager zou gaan. Aan klager is bericht dat in samenspraak gezocht zou worden naar een mogelijkheid om klager te kunnen blijven informeren over zijn kinderen. Klager is op 18 juni 2015 uitgenodigd voor een gesprek daartoe op 26 augustus 2015. Klager is voor dat gesprek niet verschenen. Een volgende afspraak, gepland op 8 oktober 2015, is op 6 oktober 2015 door JB [ ] geannuleerd omdat klager op 23 september 2015 foto s van beklaagde op Facebook had gezet en had geprobeerd om privé-gegevens van beklaagde te achterhalen. Klager heeft tegen beklaagde gezegd getraumatiseerd te zijn waardoor hij contact met instanties moeilijk vindt. Beklaagde heeft klager geadviseerd om hiervoor hulp te zoeken bij een psycholoog. In de brief van 24 april 2015, waarmee klager wordt meegedeeld dat en waarom zijn omgang met de kinderen wordt beëindigd, heeft beklaagde uitgesproken dat klager niet aansluit bij de ontwikkeling van de kinderen wanneer hij verklaart dat Sinterklaas niet bestaat, terwijl de kinderen in Sinterklaas geloven. In dezelfde brief stelt beklaagde vast dat klager niet in staat is om aan de kinderen toe te staan om in het pleeggezin te wonen door, onder meer, de pleegouders te diskwalificeren. Het College acht de door beklaagde met betrekking tot dit klachtonderdeel in het verweer Het College oordeelt dat niet gesteld kan worden dat beklaagde aldus handend in strijd met de professionele standaard heeft gehandeld. Het College beoordeelt klachtonderdeel I, nu het ook overigens geen feiten of omstandigheden ziet die het College tot een ander oordeel moeten brengen, als ongegrond. 6.3 Klager verwijt beklaagde in klachtonderdeel II dat hij sinds het begin van de bezoekregeling geen rapportages en foto s heeft ontvangen. Beklaagde heeft met klager afgesproken dat hij geen schriftelijke informatie over de kinderen zou krijgen wanneer de bezoekregeling eenmaal zou zijn gestart. Klager zou dan door de pleegouders tijdens het omgangbezoek worden geïnformeerd of door beklaagde, na afloop van het bezoek. Klager heeft aangegeven dit een redelijke afspraak te vinden. Klager plaatste foto s van de kinderen en mailcorrespondentie die hij met beklaagde voerde op internet en gaf geen gehoor aan het verzoek om deze te verwijderen. Beklaagde maakte zich toenemend zorgen over de veiligheid en de privacy van de kinderen door het handelen Beslissing College van Toezicht, zaaknummer 15.087T 4

van klager. Beklaagde heeft na intern overleg besloten om klager niet langer toe te staan om foto s van de kinderen te maken tijdens de omgangsbezoeken en om klager geen foto s van de kinderen meer toe te sturen. Het College acht de door beklaagde in het verweer met betrekking tot dit klachtonderdeel Het College oordeelt dat niet gesteld kan worden dat beklaagde aldus handelend in strijd met de professionele standaard heeft gehandeld. Het College beoordeelt klachtonderdeel II, nu het ook overigens geen feiten of omstandigheden ziet die het College tot een ander oordeel moeten brengen, als ongegrond. 6.4. Klager verwijt beklaagde in klachtonderdeel III dat de bezoekregeling is stopgezet vanwege klagers melding bij de zedenpolitie. Klager communiceerde niet alleen in contacten met beklaagde maar ook in contacten met andere medewerkers van JB [ ] regelmatig grensoverschrijdend. Klager plaatste foto s van de kinderen en informatie over hen op Facebook. Klager plaatste informatie over beklaagde en over de pleegouders op Facebook. Aldus schaadde klager de belangen van betrokkenen. Het College acht de door beklaagde in het verweer met betrekking tot dit klachtonderdeel Het College overweegt dat beklaagde in redelijkheid kon komen tot het standpunt dat klager met voormeld handelen de belangen van betrokkenen schaadde en dat zij zich in redelijkheid kon verenigen met het besluit van JB [ ] dat de omgangsregeling diende te worden stopgezet. Het College oordeelt dat niet gesteld kan worden dat beklaagde aldus handelend in strijd met de professionele standaard heeft gehandeld. Het College beoordeelt klachtonderdeel III, nu het ook overigens geen feiten of omstandigheden ziet die het College tot een ander oordeel moeten brengen, als ongegrond. 6.5. Klager verwijt beklaagde in klachtonderdeel IV kindermishandeling. Het College begrijpt klagers klacht als volgt. R. wordt mishandeld nu beklaagde het signaal dat R. in het pleeggezin seksueel wordt misbruikt niet serieus neemt. Beklaagde heeft klager tijdens het gesprek van 14 januari 2015 uitdrukkelijk, zij het Beslissing College van Toezicht, zaaknummer 15.087T 5

tevergeefs, uitgenodigd om zijn zorgen toe te lichten. Zij heeft in het geheel geen seksualiserend gedrag waargenomen bij R. Beklaagde heeft pleegzorg op de hoogte gebracht van het vermoeden van klager. Ook dezen hebben verklaard geen signalen van seksueel misbruik bij R. of in het pleeggezin waar te nemen. Bij de risicotaxatie zijn geen bijzonderheden op dit vlak naar voren gekomen. Het College acht de door beklaagde in het verweer met betrekking tot dit klachtonderdeel Het College overweegt dat beklaagde naar aanleiding van het signaal van klager zorgvuldig heeft gehandeld. Het College ziet ook overigens geen feiten of omstandigheden in het dossier die het College op dit punt tot een ander oordeel moeten brengen. Het College beoordeelt klachtonderdeel IV derhalve als ongegrond. 7 Uitspraak Dit alles overwegende komt het College van Toezicht tot de volgende uitspraak. Het College verklaart de klacht in al zijn onderdelen ongegrond. Aldus gedaan de 11 e juli 2016 door het College van Toezicht. De beslissing is verzonden op 11 juli 2016. mr. A.R.O. Mooy, voorzitter mevrouw mr. N. Jacobs, secretaris Beslissing College van Toezicht, zaaknummer 15.087T 6