Inspectierapport Het Buitenschoolse Net, Locatie Zilveren Maan (BSO) Knolgroenveld 1 5351LB Berghem Registratienummer 555482741 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Oss Datum inspectie: 04-12-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 11-12-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Bso Zilveren maan is onderdeel van Het Buitenschoolse Net, deze heeft meerdere locaties kinderopvang binnen de gemeente Oss. De bso biedt opvang aan maximaal 70 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar en bestaat uit 3 mentorgroepen met 3 vaste beroepskrachten. Tijdens de inspectie is het kindaantal echter niet hoger dan 40. Zilveren Maan is gehuisvest binnen basisschool de Fonkeling, Eerst Stroming en heeft de beschikking over 2 leefruimtes (tienerruimte en leefruimte voor de jongere kinderen). De ruimtes zijn ingericht met diverse vaste speelhoeken (o.a. bouwhoek, leefhoek, tienerhoek). De buitenspeelruimte van de basisschool wordt gebruikt. Inspectiegeschiedenis Er zijn geen relevante of zwaarwegende feiten te benoemen die relatie hebben tot deze inspectie. Jaarlijks onderzoek 4 december Er heeft een onaangekondigde inspectie plaats gevonden. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met het domein 'personeel & groepen'. Bevindingen Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. De pedagogische praktijk is tijdens de inspectie van hoge kwaliteit, met name het zorg dragen voor de ontwikkeling van de sociale competenties van kinderen. Er is op deze locatie veel aandacht voor het groepsproces, de aandacht van de kinderen op elkaar richten en samen besluiten nemen. De sfeer tussen de kinderen kinderen is positief, kinderen geven elkaar complimenten. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit domein is beoordeeld of het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de gestelde voorwaarden en/of de beroepskrachten handelen conform dit opgestelde pedagogisch plan. Er is een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel is tot stand gekomen door middel van observatie in de praktijk en door gesprekken met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en/of het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van "het pedagogisch curriculum van het jonge kind" en de 4 basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen. Observatie praktijk Tijdens deze inspectie moeten de kinderen nog komen. Een beroepskracht haalt de jongste kinderen op bij de klassen. Daarna mogen ze wel eventueel zelfstandig naar de bso lopen. Er kan deze middag niet afgesproken worden, geeft de beroepskracht aan als enkele kinderen dit vragen. Dit omdat er iets heel bijzonders is gebeurd: er zijn pakjes gebracht op de bso! De tweede beroepskracht staat voor de deur van de bso (normaal mogen de kinderen direct naar binnen maar vanwege de activiteit is vandaag de deur nog op slot). De kinderen worden hier ontvangen. Als alle kinderen voor de bso staan, volgt er uitleg. Een beroepskracht verteld dat er iets is gebeurd op de bso: er zijn allemaal pakjes gebracht maar deze zijn verstopt. De kinderen krijgen de opdracht deze pakjes te gaan zoeken. Er wordt uitgelegd dat de tieners alleen zoeken in de tienerruimte en de jongere kinderen alleen in hun ruimte. Als een cadeau is gevonden, wordt deze gelegd bij de bank in de leefruimte voor de jongste kinderen. Als de activiteit voor alle kinderen voldoende duidelijk is, wordt de deur geopend en mogen de kinderen beginnen met zoeken in de aangewezen ruimte. De kinderen vinden al snel veel pakjes. Sommige kinderen hebben er wat moeite mee maar dit wordt gezien: de beroepskrachten wijzen de kinderen nog op plekken waar nog wat pakjes liggen. Ook deze kinderen vinden daardoor een pakje. Als alle pakjes zijn gevonden, gaan alle kinderen aan tafel. Het is tijd voor drinken: er wordt gevraagd wie zou willen helpen. Diverse kinderen steken hun hand omhoog en er worden een paar kinderen gekozen die mogen helpen. Deze kinderen mogen de ranja gaan inschenken voor de kinderen. Er wordt gevraagd door de beroepskrachten en kinderen wat ze willen (rode of gele ranja of een mix). Dit wordt dan doorgeven aan de kinderen die de ranja inschenken. Enkele kinderen delen dan weer de ranja uit aan de kinderen. Ook krijgen de kinderen wat lekkers omdat het sinterklaas is: een bekertje gevuld met snoepgoed. 4 van 10
Als een kind aangeeft iets niet te lusten oppert de beroepskracht: "Wat zou je dan kunnen doen?" Het kind antwoordt: "Ik kan het weggeven." "Ja, of ruilen!" zegt een beroepskracht. Hierop probeert het kind met andere kinderen zijn taaitaai te ruilen. Er is ondersteuning van de beroepskracht bij dit proces. Als het moment aan tafel bijna ten einde is, vraagt de beroepskracht wat te gaan doen: meteen beginnen met de cadeaus uitpakken of liever eerst naar buiten. De kinderen kiezen gezamenlijk voor eerst buitenspelen, een jongen zegt: "ik wil eerst even naar buiten want ik moet echt even los gaan." Een aantal tieners oppert dan het idee om 1 cadeau uit te pakken omdat ze denken (door de vorm) dat er en voetbal in zit, daar willen ze buiten wel mee spelen. De beroepskracht zegt: "En wat als het nu toch geen voetbal is? Wat dan?" Een van de tieners zegt dan: "Dan hebben we pech en gaan we zonder voetbal buiten spelen". De beroepskrachten vragen wat de andere kinderen van het idee vinden, de groep stemt in om dit cadeau alvast uit te pakken. Als het cadeau wat later is uitgepakt, blijkt het inderdaad een voetbal te zijn. Helaas is deze slap en kan er alsnog niet mee gespeeld worden. Na dit moment ruimen alle kinderen zelf hun beker op. Sommige kinderen hebben hun beker snoepgoed niet op, daar worden de namen van die kinderen op geschreven zodat duidelijk is van wie wat is. Ook kinderen die het snoepgoed al op hebben maar het leuk vinden om hun naam op hun beker te hebben, krijgen de naam op de lege beker. Na dit moment trekken alle kinderen de jassen aan. De tieners die toestemming hebben om zonder direct toezicht te spelen op het schoolplein, gaan alvast naar beneden. De jongere kinderen gaan met een beroepskracht naar beneden. Buiten vermaken de kinderen zich met elkaar in diverse kleine groepjes. Conclusie Op basis van de observatie is te concluderen dat de pedagogische praktijk voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (maandag 4 december: 14:00 tot 15:10 uur) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit onderdeel is onderzocht of de beroepskrachten een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG) en een passend diploma hebben. Ook is gecontroleerd of men voldoet aan de gestelde eisen wat betreft de opvang in groepen en de beroepskracht-kindratio. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten beschikken over een verklaring omtrent het gedrag (VOG) welke voldoet aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Bso Zilveren Maan heeft 3 mentorgroepen van ongeveer 8-12 kinderen per mentorgroep. Er zijn vaste beroepskrachten gekoppeld aan deze mentorgroepen. Op enkele dagen zijn er minder kinderen en daarmee ook minder mentorgroepen. De indeling van de mentorgroepen is inzichtelijk via een whiteboard welke hangt in de groep. Tijdens de inspectie zijn de mentorgroepen bij elkaar gevoegd vanwege de speciale sinterklaasactiviteit. Beroepskracht-kindratio Er is een steekproef genomen in de praktijk: er waren 18 kinderen met 2 beroepskrachten. Dit is conform de gestelde eisen (http://1ratio.nl/bkr/#/). Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (maandag 4 december: 14:00 tot 15:10 uur) Presentielijsten (week 49) Personeelsrooster (week 49) 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Het Buitenschoolse Net, Locatie Zilveren Maan Website : http://www.buitenschoolsenet.nl Aantal kindplaatsen : 70 Gegevens houder Naam houder : Het Buitenschoolse Net Adres houder : Rossinistraat 9 Postcode en plaats : 5344AK Oss Website : www.buitenschoolsenet.nl KvK nummer : 17109926 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : I Kanters Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Oss Adres : Postbus 5 Postcode en plaats : 5340BA OSS Planning Datum inspectie : 04-12-2017 Opstellen concept inspectierapport : 07-12-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 11-12-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-12-2017 Verzenden inspectierapport naar : 11-12-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 01-01-2018 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10