Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid

Vergelijkbare documenten
Transcriptie:

Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid Rekenwerkboek voor het theorie-examen kerntaak 1 Commercieel 1 Ondernemer / Manager Dit rekenwerkboek is van de student: Klas: Telefoonnummer: E-mailadres: 1

Rekenwerkboek Kerntaak 1 Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid: Marktbenadering en marktonderzoek, Commerciële samenwerking Wat ga je doen? Je kunt je via je theorieboek en dit rekenwerkboek voorbereiden op het theorie-examen Commercieel 1 kerntaak 1. Het gaat, wat de voorbereiding betreft, om de examenonderwerpen: - Marktbenadering en marktonderzoek, - Commerciële samenwerking Resultaat De rekenvaardigheden die zich bij het ondernemingsbeleid voordoen. Het theorieboek geeft de begeleiding bij dit rekenwerkboek. Aanbevolen hulpmiddel: Rekenmachine. Aan bod komen achtereenvolgens: Marktbenadering en marktonderzoek (opgave 1 t/m 48) Opgaven Verzorgingsgebied beoordelen opgave 1 t/m 26 Opgaven Kleinschalig marktonderzoek uitvoeren opgave 27 Opgaven Conclusies trekken opgave 28 Statistieken en tabellen lezen opgave 29 t/m 37 Indexcijfers opgave 38 t/m 44 Verkoopprognoses opgave 45 t/m 48 2

Examen Marktbenadering en marktonderzoek, Commerciële samenwerking Kerntaak 1 Commercieel 1 Opgaven Marktbenadering en marktonderzoek Noteer ook altijd je berekenwijze! Opgaven Verzorgingsgebied beoordelen Opgave 1 Eugene wil een snackbar in Landmaas beginnen. In Landmaas wonen in totaal 22.000 mensen. De wijk waarin Eugene zich wil vestigen, rekent hij tot zijn vestigingsgebied. In die wijk wonen 7.300 mensen. Eugene rekent 2% van de mensen buiten het verzorgingsgebied ook tot klant. Hij schat het afvloeiingspercentage 20%. a. Bereken voor Eugene het aantal mensen dat afvloeit. b. Bereken voor Eugene het aantal mensen dat in de overige wijken van Landmaas wonen. 3

c. Bereken het aantal mensen buiten het verzorgingsgebied dat Eugene tot klant rekent. d. Bereken voor Eugene het aantal consumenten dat Eugene tot zijn verzorgingsgebied rekent. Opgave 2 Piet wil een kapperszaak "Looking Good" beginnen. In het gedeelte van de straat waar Piet zijn zaak wil vestigen, wonen in totaal 12.800 mensen. Het afvloeiingspercentage in het verzorgingsgebied schat Piet op 14%. Hij rekent op een instroom van 2.000 mensen. Piet schat dat mensen 1 per twee maanden naar de kapper gaan en daar 15 voor over hebben. a. Bereken voor Piet het totaal aantal consumenten voor het verzorgingsgebied. 4

b. Bereken voor Piet het jaarlijkse omzetpotentieel voor de branche. Opgave 3 Piet wil een kapperszaak "Looking Good" beginnen. Hij heeft het totaal aantal kappersbezoeken in zijn verzorgingsgebied berekend. Dit bedraagt 78.048. In de gemeente zijn al vier ondernemingen gevestigd. Piet gaat met zijn auto in de buurt van de kapperszaak staan. Hij telt een week lang het aantal klanten dat de zaak van zijn toekomstige concurrent binnen stapt. a. Maandag: 24 Dinsdag: 13 Woensdag: 33 Donderdag: 42 Vrijdag: 51 Zaterdag: 67 Bereken voor Piet het aantal consumenten dat zich wekelijks bij deze concurrent laat knippen. 5

b. Bereken voor Piet het aantal consumenten dat zich jaarlijks bij deze concurrent laat knippen indien hij 50 weken per jaar geopend is. c. Bereken voor Piet het aantal consumenten dat zich jaarlijks bij al zijn concurrenten laat knippen (waarbij Piet verwacht dat alle kappers ongeveer evenveel klanten bedienen). d. Bereken voor Piet zijn marktaandeel als hij 20% van de resterende klanten tot klant kan maken. 6

e. Bereken voor een concurrent van Piet het marktaandeel. Opgave 4 In een plattelandsstadje GrootGroen wonen 23.500 mensen. In Grootgroen zijn twee kaasspeciaalzaken en drie supermarkten gevestigd. de consumenten kopen voor gemiddeld 3 kaasproducten per week. Slechts 1 op de 8 mensen koopt zijn producten in een speciaalzaak. Speciaalzaak Speciaal verkoopt 2 keer zoveel als de andere speciaalzaak. a. Bereken de jaaromzet aan kaasproducten die inwoners van GrootGroen kopen. 7

b. Bereken de jaaromzet aan kaasproducten die inwoners van GrootGroen in een speciaalzaak kopen. c. Bereken de jaaromzet van speciaalzaak Speciaal. d. Bereken het marktaandeel van speciaalzaak Speciaal. 8

Opgave 5 Op Ameland worden door diverse strandtenthouders voor in totaal 23.000 ligstoelbedden per jaar verhuurd. Het paviljoen "Het zonnige Zuiden" verhuurt jaarlijks voor 2.750 aan ligstoelen. Het "Noordstrandpaviljoen" verhuurt voor 1.250 aan ligstoelen. a. Bereken voor "Het Zonnige Zuiden" het marktaandeel. b. Bereken voor "Noordstrandpaviljoen" het marktaandeel. 9

Opgave 6 In een klein landelijk gelegen dorp zijn twee snackbars. Piet Patat heeft een jaarlijkse omzet van 120.000. Piet denkt dat hij wel 240 vaste klanten heeft. Fred Kroket heeft een jaarlijkse omzet van 100.000. Fred denkt dat hij 500 vaste klanten heeft. a. Bereken voor Piet het marktaandeel. b. Bereken voor Fred het marktaandeel. c. Bereken voor Piet de penetratiegraad. 10

d. Bereken voor Fred de penetratiegraad. Opgave 7 In Maassluis zijn minstens 29 horecagelegenheden gevestigd. Eén eigenaar vertelde: "Het bevolkingspotentieel is 32.000 inwoners. Er komen nog enkele Maaslanders, een stuk of 2.000. De meeste gaan echter in Rotterdam stappen. Dat schat ik toch op zo'n 8.000 in. Ik schat onze doelgroep op 30%. Zij drinken voor gemiddeld per jaar 1.200 bij ons op. Nou dan weet je wel hoeveel we met elkaar omzetten." a. Hoeveel zetten de 29 horecabedrijven om? b. Hoeveel is dat gemiddeld per bedrijf? 11

Opgave 8 Op een vakantiepark liggen in het overdekte centrum een zwembad, vijf horecagelegenheden en twee winkels. Er staan op het park 320 huisjes. Deze 4-persoonshuisjes worden per week verhuurd. De huisjes zijn voor 76% in het jaar bezet. Er is berekend dat de huurders per persoon per week gemiddeld 145,20 in het centrum uitgeven. De snackbar haalt een jaarlijkse omzet van 2.396.800. a. Bereken voor het centrum de omzetpotentie. b. Bereken het marktaandeel van de snackbar. 12

Opgave 9 Op een vakantiepark liggen in het overdekte centrum een zwembad, vijf horeca gelegenheden en twee winkels. Er staan op het park 320 huisjes. Het bruine café/snackbar behaald een jaarlijkse omzet van 2.396.800. De arbeidsproductiviteit van het bruine café/snackbar is 155.624. Het gedeelte van het centrum waarvan het bruine café/snackbar gebruikmaakt, is 20 meter lang en 18 meter breed. a. Bereken het aantal arbeidskrachten dat hiervoor ingezet moet worden. b. Bereken de oppervlakte die het bruine café/snackbar gebruikt. c. Bereken de omzet per meter. 13

Opgave 10 In een plattelandsstadje staat de scholengemeenschap De Schakel. Hier zitten 4.500 leerlingen op school. Deze leerlingen geven in en rond de school gemiddeld 30,-- per week uit. De school telt 40 lesweken. De kantine behaalt een jaarlijkse omzet van 1.200.000. a. Bereken de omzetpotentie. b. Bereken het marktaandeel. 14

Opgave 11 Op de website van de gemeente Groningen vind je voor de Oosterparkwijk de volgende gegevens. a.. Bereken de gemiddelde gezinsgrootte b. Welke conclusie kun je hieruit trekken over het soort huishoudens? 15

Opgave 12 Uit gegevens van de gemeente Waaldam blijkt dat er 2.345 consumenten van buiten het verzorgingsgebied komen. Er komen 23.636 consumenten uit het verzorgingsgebied. Het afvloeiingspercentage in het verzorgingsgebied is 16%. Bereken het totaal aantal consumenten voor het verzorgingsgebied in Waaldam. Opgave 13 Bij 't Naadje van de Kous, een sokken- en kousenwinkel in het centrum van de stad, krijgt Melanie (de eigenaar) in het weekend hulp van twee scholieren. De gemiddelde omzet per werknemer is 85.900. Bereken bij benadering de omzet van 't Naadje van de Kous. Opgave 14 't Naadje van de Kous heeft een winkelverkoopvloeroppervlakte van 18 m2. Bereken de omzet als de gemiddelde omzet per m2 (vloerproductiviteit) 6.050 is. 16

Opgave 15 Bereken de gemiddelde omzet van 't Naadje van de Kous, als je weet dat de arbeidsproductiviteit 85.900 is en de vloerproductiviteit 6.050 is. Opgave 16 Gegevens van de cd-winkel Disco: aantal krachten: 2,36 aantal m² WVO: 100 arbeidsproductiviteit: 357.000 vloerproductiviteit: 9.000. Bereken de gemiddelde omzet van de cd-winkel Disco aan de hand van de gegevens. 17

Opgave 17 Gegevens van ToysWorld: aantal krachten: 4,6 aantal m² WVO: 200 arbeidsproductiviteit: 186.000 vloerproductiviteit: 6.000 a. Bereken op basis van de gegevens de omzet van de speelgoedzaak ToysWorld. b. Welk cijfer van ToysWorld is naar jouw mening het meest betrouwbaar, de vloerproductiviteit of de arbeidsproductiviteit? Waarom? 18

Opgave 18 Ayub is zelfstandig ondernemer. In hartje Amsterdam heeft hij een speciaalzaak in kampeerartikelen. Hij heeft drie fulltime verkoopmedewerkers in dienst die 40 uur per week werken, één parttimer voor 16 uur per week en één weekendkracht (een scholier). Het WVO bedraagt 350 m2. Bereken de omzet van deze winkel. De arbeidsproductiviteit van de winkel is 123.000 en de vloerproductiviteit bedraagt 2.200. 19

Opgave 19 a. Bereken de omzet van een bedrijf waar je ooit gewerkt hebt door een combinatie te gebruiken van arbeids- en vloerproductiviteit. Branches Omzet per werknemer (arbeidsproductiviteit) Omzet per m 2 winkelverkoopvloer ) (vloerproductiviteit) Aardappelen, groente en fruit 96.328 3.597 Bloemenwinkels 82.758 1.264 Cd/video 144.860 4.183 Damesbovenkleding 130.450 2.701 Dieren & dierenbenodigdheden 95.535 1.557 Doe-het-zelf producten (algemeen) 133.000 1.011 Drogisterijen 152.949 4.166 Herenbovenkleding 155.599 3.031 Huishoudelijke artikelen 130.938 1.980 Kaas en zuivel 108.199 4.589 Natuurvoedingswinkels en reformzaken 143.369 4.276 Schoeisel 129.9S4 2.079 Speelgoed 155.624 2.189 Sport- en kampeerartikelen 150.091 2.099 Bron: www.hbd.nl, branchegegevens augustus 2002 Gemiddelde arbeidsproductiviteit en vioerproductiviteit per branche b. Vergelijk de uitkomst met gegevens over de branche. De gegevens vind je in de tabel. Wat valt je op? 20

Opgave 20 In Waaldam is kinderboekenwinkel De Boekenwurm gevestigd. Uit heel Waaldam komen de mensen naar De Boekenwurm voor hun kinderboeken omdat het er zo gezellig is ingericht voor kinderen (22.199 personen). Uit branchegegevens blijkt dat het gemiddeld bestede bedrag 28 is. Bereken het omzetpotentieel van het verzorgingsgebied van De Boekenwurm in Waaldam. Opgave 21 In Workum zijn twee boekhandels gevestigd. De Boekenwurm, met een omzetpotentieel van 621.572, en de Paperback. De Paperback is 35 m2 groot en er werken drie parttime werknemers en twee weekendhulpen. De volgende kengetallen zijn bekend: Omzet per werknemer 131.000 Personeelskosten per arbeidsplaats 15.000 Brutowinst per arbeidsplaats 36.100 Omzet per m 2 WVO 3.300 a. Bereken de omzet van de concurrentie van De Boekenwurm in Workum met behulp van de eerdergenoemde kengetallen. 21

b. Bereken de eigen potentiële omzet (EPO) van De Boekenwurm. Opgave 22 Geef aan hoe je de eigen potentiële omzet (EPO) berekent. Opgave 23 Groentespecialist Arie Greenspan heeft een direct verzorgingsgebied van 6.000 inwoners. De toevloeiing bedraagt 5%. De afvloeiing is 25%. De concurrentie van andere distributiekanalen bedraagt 79%. Wat is de potentiële omzet voor deze groentespeciaalzaak? (De gemiddelde besteding AGF is 45.) 22

Opgave 24 Vorig jaar had De Boekenwurm een omzet van 310.262. Het omzetpotentieel van De Boekenwurm is 432.822. Bereken het marktaandeel van De Boekenwurm. Opgave 25 Van twee speelgoedwinkels zijn de volgende gegevens bekend: Het verzorgingsgebied van de speelgoedwinkels bestaat uit 35.000 inwoners. Uit verzamelde gegevens blijkt dat de afvloeiing 6% is en de toevloeiing 1.500 consumenten. De gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking in de speelgoedbranche is 49. In speelgoedwinkel Hobbema besteedt de klant gemiddeld 36 en in speelgoedwinkel Klaassen besteedt de klant gemiddeld 50. Het aantal klanten bij Hobbema is 18.000 en het aantal klanten bij Klaassen is 15.000. a. Wat is het bevolkingspotentieel van het verzorgingsgebied (stap 2: haalbaarheidsanalyse)? b. Bereken de afvloeiing uit het verzorgingsgebied (stap 3). 23

c. Bereken het totaal aantal consumenten van het verzorgingsgebied. d. Bereken het omzetpotentieel van het verzorgingsgebied (stap 4). e. Bereken de omzet van Hobbema en Klaassen (stap 5). f. Bepaal van beide speelgoedwinkels het marktaandeel (stap 6). 24

g. Bereken voor beide speelgoedwinkels de marktpenetratiegraad (stap 7). Opgave 26 In een middelgrote gemeente zit een dierenspeciaalzaak. Imam denkt erover om nog een dierenspeciaalzaak te openen. Uit haar onderzoek zijn de volgende gegevens bekend: Het verzorgingsgebied van de dierenspeciaalzaken bestaat uit 68.000 inwoners. Uit de gegevens blijkt dat de afvloeiing 6.120 consumenten is en de toevloeiing 7.480. De gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking in de branche is 43. Imam heeft ontdekt dat haar concurrent 25.000 klanten heeft en dat de klant gemiddeld 36,30 besteedt. Voor haar winkel gaat ze uit van de gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking, dus 43, en 20.000 klanten. a. Bereken voor beide dierenspeciaalzaken het marktaandeel. b. Bereken van beide dierenspeciaalzaken de marktpenetratiegraad. 25

Opgaven Kleinschalig marktonderzoek uitvoeren Opgave 27 Zuivelfabrikant VersBest is een bedrijf dat zuivelproducten volgens grootmoeders recept op de markt brengt. Echter, grootmoeders recepten zijn niet meer van deze tijd: ze zijn vet en zien er minder smakelijk uit. Bovendien zijn ze minder lang houdbaar. Want wat is het geval? De producten worden vervaardigd met ingrediënten die men tegenwoordig niet veel meer gebruikt. De huidige voedingsmiddelenindustrie concentreert zich op de lightproducten, en daar past boerenmelk met een vetgehalte van 7% niet tussen. Sinds de invoering van de lightproducten is de omzet van VersBest dan ook enorm achteruit gegaan. Zuivelfabrikant VersBest heeft na lang zwoegen de oplossing voor het omzetprobleem gevonden. Het bedrijf brengt een lightproduct op de markt: Grasmelk, bereid met melk van scharrelkoeien en een vleugje gras. Om erachter te komen of de melk ook daadwerkelijk aanslaat, wordt besloten een marktonderzoek uit te voeren. In overleg met een marktonderzoeksbureau wordt gekozen voor een aankooponderzoek. De probleemstelling die wordt geformuleerd, bestaat uit drie delen: 1. Hoeveel liter Grasmelk wordt er per dag gekocht? 2. Waar wordt Grasmelk gekocht? 3. Wat is de reden voor de aankoop van Grasmelk? VersBest hoopt op deze vragen, die de mate van succes van het nieuwe product aanduiden, een antwoord te krijgen zodat het omzetprobleem wordt verkleind. VersBest is daarnaast ook benieuwd naar de omzet van de concurrenten in de branche na het op de markt brengen van soortgelijke producten, zoals Prikkel (magere melk met een beetje koolzuur) en Licht (magere melk in een vederlichte verpakking). Om daarachter te komen, informeert VersBest bij het EIM naar kengetallen van de levensmiddelenbranche. De probleemstellingen voor het aankooponderzoek naar Grasmelk worden door het marktonderzoeksbureau onderzocht. Het onderzoek moet informatie opleveren over het aantal liters Grasmelk dat er wordt verkocht, over de plaats van aankoop en de reden van de aankoop. Van de totale Nederlandse bevolking wordt, volkomen willekeurig, een steekproef genomen: vijftig respondenten krijgen een schriftelijke enquête thuisgestuurd. De enquête over Grasmelk levert de volgende gegevens op: Het aankooponderzoek heeft zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten opgeleverd: gezinssamenstelling leeftijd aantal liter Grasmelk per week plaats van aankoop van Grasmelk reden voor het drinken van Grasmelk. Schrijf het rapport waarmee het marktonderzoeksbureau de onderzoeksgegevens en conclusies aan VersBest kan overdragen. Gebruik een apart papier. Behandel in het rapport de volgende onderwerpen: de onderzoeksvraag; de methoden van gegevensverzameling; betrouwbaarheid en representativiteit van de steekproef; de verwerking en analyse van de gegevens; de conclusie. 26

1 Gezinssamenstelling respondenten Alleenstaand 24 Alleenstaand met kinderen 2 Gehuwd/samenwonend zonder kinderen 13 Gehuwd/samenwonend met kinderen 8 Thuiswonend 3 Totaal 50 2 Gemiddelde leeftijd: 26 jaar 3 Aantal liter Grasmelk per week Geen 8 0 tot 1 liter 27 1 tot 2 liter 14 2 tot 5 liter 1 Meer dan 5 liter 0 Totaal 50 4 Plaats aankoop Grasmelk Supermarkt 23 Melkboer 3 SRV 4 Anders, namelijk... 12 Totaal 42 Anders, namelijk... Snackbar 3 Slager 4 Werk 5 Totaal 12 5 Reden voor drinken Grasmelk Gezond 11 Kalkrijk 17 Romig 2 Anders, namelijk... 10 Totaal 40 27

Anders, namelijk... Lekker 6 Fris 1 Ijzerhoudend 1 Geen reden 2 Totaal 10 Opgaven Conclusies trekken Opgave 28 Zuivelfabrikant VersBest is een bedrijf dat zuivelproducten volgens grootmoeders recept op de markt brengt. Echter, grootmoeders recepten zijn niet meer van deze tijd: ze zijn vet en zien er minder smakelijk uit. Bovendien zijn ze minder lang houdbaar. Want wat is het geval? De producten worden vervaardigd met ingrediënten die men tegenwoordig niet veel meer gebruikt. De huidige voedingsmiddelenindustrie concentreert zich op de lightproducten, en daar past boerenmelk met een vetgehalte van 7% niet tussen. Sinds de invoering van de lightproducten is de omzet van VersBest dan ook enorm achteruit gegaan. Zuivelfabrikant VersBest heeft na lang zwoegen de oplossing voor het omzetprobleem gevonden. Het bedrijf brengt een lightproduct op de markt: Grasmelk, bereid met melk van scharrelkoeien en een vleugje gras. Om erachter te komen of de melk ook daadwerkelijk aanslaat, wordt besloten een marktonderzoek uit te voeren. In overleg met een marktonderzoeksbureau wordt gekozen voor een aankooponderzoek. De probleemstelling die wordt geformuleerd, bestaat uit drie delen: 1. Hoeveel liter Grasmelk wordt er per dag gekocht? 2. Waar wordt Grasmelk gekocht? 3. Wat is de reden voor de aankoop van Grasmelk? VersBest hoopt op deze vragen, die de mate van succes van het nieuwe product aanduiden, een antwoord te krijgen zodat het omzetprobleem wordt verkleind. VersBest is daarnaast ook benieuwd naar de omzet van de concurrenten in de branche na het op de markt brengen van soortgelijke producten, zoals Prikkel (magere melk met een beetje koolzuur) en Licht (magere melk in een vederlichte verpakking). Om daarachter te komen, informeert VersBest bij het EIM naar kengetallen van de levensmiddelenbranche. De probleemstellingen voor het aankooponderzoek naar Grasmelk worden door het marktonderzoeksbureau onderzocht. Het onderzoek moet informatie opleveren over het aantal liters Grasmelk dat er wordt verkocht, over de plaats van aankoop en de reden van de aankoop. Van de totale Nederlandse bevolking wordt, volkomen willekeurig, een steekproef genomen: vijftig respondenten krijgen een schriftelijke enquête thuisgestuurd. 28

De enquête bestaat uit de volgende vragen: 1 Gezinssamenstelling respondenten Alleenstaand Alleenstaand met kinderen Gehuwd/samenwonend zonder kinderen Gehuwd/samenwonend met kinderen Thuiswonend Totaal 24 2 13 8 3 50 2 Gemiddelde leeftijd: 26 Jaar 3 Aantal liter Grasmelk per week Geen 0 tot 1 liter 1 tot 2 liter 2 tot 5 liter Meer dan 5 liter 8 27 14 1 0 50 Totaal 4 Plaats aankoop Grasmelk Supermarkt Melkboer SRV Anders, namelijk... Totaal Anders, namelijk... Snackbar Slager 23 3 4 12 42 3 4 5 12 Werk Totaal 5 Reden voor drinken Grasmelk Gezond Kalkrijk Romig Anders, namelijk... 11 17 2 10 40 Totaal 29

Anders, namelijk... Lekker Fris Ijzerhoudend Geen reden 6 1 1 2 10 Totaal VersBest is ook wel benieuwd naar de onderzoeksresultaten van het aankooponderzoek naar Grasmelk. Kopen de consumenten het product nu wel of niet regelmatig en wat vinden ze ervan? Bovendien wil de fabrikant weten aan welke verkooppunten hij het product het best kan leveren. Het marktonderzoeksbureau informeert VersBest dat de gegevens binnen zijn. Er kan nu worden begonnen met de verwerking ervan. Het marktonderzoeksbureau verwerkt de gegevens met behulp van geavanceerde computerprogramma s, waarin verschillende soorten informatie kunnen worden ingevoerd en de gegevens op verschillende punten met elkaar kunnen worden vergeleken. Welke conclusies zou VersBest volgens jou uit dit onderzoek kunnen trekken. En wat zou de fabrikant met deze conclusies moeten of kunnen doen? 30

Statistieken en tabellen lezen Opgave 29 Lees de volgende twee stukjes rapportage. Gedurende de eerste helft van 2011 heeft ons bedrijf het niet zo goed gedaan. We hebben een omzet gehaald van 250.000, maar de winst viel lager uit dan we gehoopt hadden. De winst bedroeg slechts 20.000. Dat de winst tegenvalt, komt waarschijnlijk doordat er niet hard en zorgvuldig genoeg gewerkt is door de medewerkers van het bedrijf. Over de eerste helft van 2011 zijn de volgende resultaten behaald. De omzet bedroeg 250.000. De totale kosten bedroegen 230.000. Dit leidde dus tot een winst van 20.000. De omzet lag iets onder de vooraf begrote omzet van 260.000. De totale kosten waren echter 50.000 hoger dan begroot. Hierdoor komt de winst lager uit dan was begroot. Het is van belang dat uitgezocht wordt hoe het komt dat de werkelijke kosten hoger liggen dan de begrote kosten. Geef aan wat het verschil is tussen deze twee stukjes rapportage. Welk stukje vind jij beter? Licht je antwoord toe. 31

Opgave 30 Een ondernemer wil weten waar zijn klanten de voorkeur aan geven: kant-en-klaarmaaltijden of verse groente. Hij ondervraagt daarvoor 25 klanten op de koopavond en 25 klanten op zaterdagmorgen. Uit het onderzoek blijkt dat 75% van de klanten liever kant-en-klaarmaaltijden heeft. Is deze steekproef representatief? Licht je antwoord toe. Opgave 31 Actie tegen marktverzadiging Kleinbedrijf Middenbedrijf Grootbedrijf Totaal Commerciële organisaties prijs-/kortingsacties 32 45 43 33 44 verbeterde service 12 20 21 12 11 meer reclame 39 32 29 38 33 meer kwaliteit 5 4 0 5 11 opleiden personeel 1 1 7 1 11 klantenrelaties 6 6 7 6 0 scherpere inkoop 30 30 18 30 33 schaalvergroting 1 0 0 1 0 nieuwe markten 4 0 0 4 0 kosten verlagen 2 0 0 2 0 Reactie detailhandel op marktverzadiging Waar gaat de tabel over? 32

Welke acties worden hoofdzakelijk ondernomen? Van welke middelen wordt weinig gebruikgemaakt? Opgave 32 Wat kun je uit dit diagram aflezen? 33

Opgave 33 Hoe groot is het aandeel van de verkoopkosten ten opzichte van de totale kosten? Opgave 34 Een grootwinkelbedrijf heeft onderzocht of er een verband bestaat tussen de omzet van een bepaald product per hoofd van de bevolking en de bevolkingsdichtheid (het aantal inwoners per km2). Het onderzoek heeft de volgende gegevens opgeleverd: Gemeente Omzet per hoofd van de bevolking in euro s Bevolkingsdichtheid x 1.000 1 4,3 6,8 2 4,7 5,8 3 5,7 8,3 4 0,4 0,7 5 1,1 2,2 6 3,3 3.6 7 3,3 4,4 8 3,4 5,7 9 6,2 8,8 10 4,7 6,6 11 1,1 1,3 12 1,8 3,2 Welke conclusie kun je trekken uit de samenhang tussen de omzet van het product per hoofd van de bevolking en de bevolkingsdichtheid? Verklaar je antwoord. 34

Opgave 35 Bereken op basis van de gegevens: Week 42 Klanten Omzet maandag 70 10.500 dinsdag 89 15.130 woensdag 129 16.770 donderdag 85 12.325 vrijdag 187 28.985 zaterdag 166 29.050 de gemiddelde dagomzet de gemiddelde besteding per klant op woensdag de gemiddelde besteding per klant per dag. Noteer ook steeds je berekening 35

Opgave 36 De eigenaar van een kledingzaak wil berekenen hoeveel geld de gemiddelde consument besteedt in zijn winkel. De eigenaar kent de gemiddelde bestedingscijfers van de verschillende afdelingen: damesafdeling: 750 herenafdeling: 450 kinderafdeling: 250 Jaarlijks bezoeken 12.000 klanten de winkel. Deze klanten zijn als volgt verdeeld over de afdelingen: damesafdeling: 7.000 herenafdeling: 3.000 kinderafdeling: 2.000 Bereken de gemiddelde besteding per klant over de gehele winkel Opgave 37 Boekhandel Nieuwenhuis heeft een vestiging in Almere. De accountant van boekhandel Nieuwenhuis heeft per productgroep de brutowinst bepaald. Deze staat in de volgende tabel. Omzet in mln euro Winst in procenten Boeken volwassenen 0,68 37% Boeken kinderen 0,45 73% Tijdschriften 0,81 44% Kantoorartikelen 0,74 55% Speelgoed 0,55 38% Diversen 0,31 49% Totaal 3,54 Winstgegevens boekhandel Nieuwenhuis - Almere, eerste halfjaar Bereken het gemiddelde winstpercentage over het eerste halfjaar. 36

Indexcijfers Opgave 38 Bij een index wordt altijd een basisjaar aangegeven. In dat jaar wordt de index op 100 gesteld. Consumentenprijzen; prijsindex 2006 = 100 Onderwerpen CPI Jaarmutatie CPI = de procentuele verandering met het voorgaande jaar Perioden 2006 100,00 1,2 2007 101,61 1,6 2008 104,14 2,5 2009 januari 104,08 1,9 2009 februari 104,81 2,0 2009 maart 105,86 2,0 2009 april 106,10 1,8 2009 mei 106,24 1,6 2009 juni 105,87 1,4 2009 juli 104,74 0,2 2009 augustus 105,03 0,3 2009 september* 105,59 0,4 Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 12-10-2011 Wat is het basisjaar in de tabel? Wat is het indexcijfer van 2007? Bereken de prijs in 2008 als het boodschappenmandje in 2007 80 kostte. Bereken het indexcijfer van 2005. 37

Opgave 39 Prijsindex 2006 2011 2012 Index 100 103 104,1 Prijs 125 hoeveelheidindex 2010 2011 2012 Index 100 99 101 Aantal 3255 Waarde-index 2010 2011 2012 Index Waarde Bereken de ontbrekende gegevens. Rond de indexcijfers af op 1 decimaal! Opgave 40 De omzetcijfers van de heer Pieterse hebben zich als volgt ontwikkeld: Jaar Omzet 2010 2.400.000 2011 2.352.000 2012 2.544.000 Bereken de indexcijfers als 2010 als basisjaar genomen wordt. 38

Opgave 41 De omzetcijfers van de heer Jansen hebben zich als volgt ontwikkeld. Van het basisjaar is bekend dat de omzet 4.120 bedroeg. Welke omzet is er in de andere jaren gerealiseerd? Jaar Index Omzet 2010 100.. 2011 98.. 2012 106.. Berekening Opgave 42 De omzetcijfers van de heer Pieterse hebben zich als volgt ontwikkeld. Er is bekend dat er in 2012 een omzet werd behaald van 2.544.000. Jaar Index Omzet 2010 100.. 2011 98.. 2012 106.. Welke omzet is er in 2010 en 2011gerealiseerd? 39

Met hoeveel procent is de omzet in 2012 ten opzichte van 2011 veranderd? Noteer ook steeds je berekening Opgave 43 De waarde-index van de heer Sahin ziet er als volgt uit: Jaar Afzetindex Afzetindex 1910 100 1915 233 1920 466 1925 789 1930 512 1935 588 1940 248 1945 223 1950 689 1955 1.269 1960 3.455 1965 4.781 1970 7.890 1975 5.789 1980 5.984 1985 6.750 1990 8.990 1995 9.764 2000 9.843 2005 9.902 Maak van 1985 het nieuwe basisjaar en pas de indexcijfers na 1985 aan. 40

Opgave 44 De omzetcijfers van de heer Pieterse hebben zich als volgt ontwikkeld: Jaar Omzetindex 2010 100 2011 98 2012 106 Met hoeveel procent is de omzet van de heer Pieterse in 2011 ten opzichte van 2010 veranderd? Verkoopprognoses Opgave 45 Dit zijn de indexcijfers voor 2006 tot en met 2010 voor twee artikelen. Het basisjaar is 2005. Indexcijfers artikel X Indexcijfers artikel Y Jaar Prijs Hoeveelheid x Omzet x Prijs Hoeveelheid x Omzet x 1.000 1.000 1.000 1.000 2006 105 102 107 113 109 124 2007 112 107 119 126 103 129 2008 123 108 132 130 114 149 2009 146 117 170 139 118 164 2010 105 102 107 113 109 124 Omzetgegevens voor de artikelen X en Y. Jaar 2005 = 100. Wat zeggen de indexcijfers over artikel X in 2009? Wat zeggen de indexcijfers over artikel Y in 2010? 41

Opgave 46 Artikel X Artikel Y Jaar Prijs Hoeveelheid x 1.000 Omzet x 1.000 Prijs Hoeveelheid x 1.000 2005 1,10 90 2,38 380 2006 1,15 92 2,70 415 2007 1,23 96 3,00 390 2008 1,35 97 3,10 435 2009 1,60 105 3,30 450 Omzet x 1.000 Bereken de omzetcijfers van artikel X en artikel Y. Opgave 47 Bereken de prijs-, hoeveelheid- en waarde-indexcijfers voor artikel Y uit de vorige opgave voor 2006 tot en met 2009. Het basisjaar is 2005. Opgave 48 Boekhandel Nieuwenhuis heeft een vestiging in Almere. De accountant van boekhandel Nieuwenhuis heeft per productgroep de brutowinst bepaald. Deze staat in de volgende tabel. Omzet in mln euro Winst in procenten Boeken volwassenen 0,68 37% Boeken kinderen 0,45 73% Tijdschriften 0,81 44% Kantoorartikelen 0,74 55% Speelgoed 0,55 38% Diversen 0,31 49% Totaal 3,54 Winstgegevens boekhandel Nieuwenhuis - Almere, eerste halfjaar Bereken het gemiddelde winstpercentage over het eerste halfjaar met behulp van het gewogen gemiddelde. 42