Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ALGEMENE RAAD ADVIES AR110216-052 over de aanpassingen van de gas- en de elektriciteitswet met het oog op het omzetten van de Europese richtlijnen gegeven met toepassing van artikel 24, 3, 3, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt 16 februari 2011
CONTEXT De Algemene Raad dankt het Directiecomité voor de twee studies over de wijzigingen aan de gas- en de elektriciteitswet in overeenstemming met de Europese richtlijnen van 2009 1. Deze studies geven de visie van het Directiecomité van de CREG weer met betrekking tot de nodige wetsaanpassingen om, enerzijds, de richtlijnen correct om te zetten en, anderzijds, de wetgeving aan te passen om de gas- en elektriciteitswetten coherent en efficiënt te maken op basis van de ervaring van de CREG sinds de vrijmaking van de markt (cf. 23 wijzigingen van de oorspronkelijke elektriciteitswet in de loop van de voorbije 10 jaar). De Algemene Raad steunde zich tevens op het door het kabinet van de minister van Energie meegedeelde voorontwerp van wet met betrekking tot zowel de elektriciteit als het aardgas. AANPAK Gezien de korte termijn die overblijft om de richtlijnen om te zetten, herneemt de Algemene Raad in het huidige advies de aandachtspunten die door allen als prioritair beschouwd worden EN waarover een consensus bestaat. De punten waarover de raadsleden van mening verschillen werden dus niet in dit advies opgenomen. ALGEMENE PRINCIPES De Algemene Raad roept op tot een correcte en ondubbelzinnige omzetting van de richtlijnen. De omzetting moet op een zo strikt mogelijke wijze gebeuren en tegelijk toch de gelegenheid te baat nemen om opnieuw orde in de wet te scheppen. Het is in dit stadium dan ook niet aangewezen om nieuwe elementen in te voeren die niet rechtstreeks verband houden met de richtlijnen. De Raad wil een omzetting binnen de termijn van de richtlijnen (uiterste datum 3 maart 2011). Dit mag echter niet ten koste van de kwaliteit van deze omzetting gebeuren. De Algemene Raad dringt er eveneens op aan dat in het raam van de omzetting een ruim overleg met inbegrip van de betrokken actoren, de gewesten en de regulators zou verzekerd worden en wel gedurende heel dit proces. Dat moet het mogelijk maken een zekere coherentie te verzekeren, onder andere tussen de gewestelijke en de federale definities (bijv.: «afnemers»), de aanpak (bijv.: behandeling van de closed distribution systems - CDS), 1 Studies 101105-CDC-986 en CREG 101105-CDC-984 over de wijzigingen aan te brengen aan de elektriciteitswet en de gaswet met het oog op de omzetting van elektriciteitsrichtlijn 2009/72/EG en gasrichtlijn 2009/73/EG. Deze studies werden door het Directiecomité van de CREG voorgesteld tijdens buitengewone vergaderingen van de Algemene Raad. 2/6
Een overleg met de andere Europese landen wordt tevens gewenst voor de grensoverschrijdende materies, met het oog op coherentie en harmonisering. De omzetting zal moeten verzekeren dat de betrokken actoren (zowel producent/leverancier als consument) in België kunnen gebruik maken van een werkelijk Level Playing Field in verhouding tot de wetgevingen in de buurlanden. STRUCTUUR EN ONAFHANKELIJKHEID VAN DE CREG De Algemene Raad wil een sterke en onafhankelijke regulator. Gelijklopend met deze wens acht de Raad het belangrijk en noodzakelijk om de Algemene Raad van de CREG in stand te houden (zonder daarom een eventuele naamswijziging te weigeren). De Algemene Raad moet, zij het met een sterk verschillende functie en rol, naast op hetzelfde niveau als het Directiecomité van de CREG staan en niet onder die laatste. Beide organen zijn onafhankelijk van elkaar, wat niet belet dat de ene verzoeken kan richten tot het andere en vice versa. De Algemene Raad wil zijn huidige samenstelling behouden, die onder de verantwoordelijkheid van de regering valt. Wat het stemrecht betreft, vraagt de Raad dat zijn leden die de federale regering vertegenwoordigen geen stemrecht zouden hebben (rechter en partij). Wat de studies en werkzaamheden van het Directiecomité van de CREG betreft, moet de Algemene Raad enerzijds studies aan het Directiecomité kunnen vragen en anderzijds achteraf ingelicht/geraadpleegd kunnen worden over de werkzaamheden van de CREG waarbij het Directiecomité zijn verantwoordelijkheden opneemt in volledige onafhankelijkheid. Om een democratisch beheer te verzekeren, meent de Raad dat het aan het Parlement toekomt om een zekere vorm van controle (bovenop die in verband met het budget) op de activiteiten van de CREG uit te oefenen. Dit beheer moet zo goed mogelijk in de wet gespecificeerd worden. Ten slotte, hoewel het vertrouwelijk karakter van sommige gegevens in het bezit van de CREG dient benadrukt te worden, moeten de uiteenlopende akten beslissingen, studies,. van de CREG (Directiecomité en Algemene Raad) transparant en voor iedereen toegankelijk zijn. VERDUIDELIJKING VAN DE ROL VAN ELKEEN: ADMINISTRATIE/REGULATOR/REGERING De Algemene Raad wil dat de wet op duidelijke en ondubbelzinnige wijze de rol zou bepalen van de verschillende organen die in het federaal energiebeleid meespelen. Tevens moeten de samenwerking en de verschillende wijzen van raadpleging gespecificeerd worden om het goede verloop van eenieders opdrachten te verzekeren met het oog op een grotere efficiëntie. De regels inzake samenwerking met de deelgebieden zouden eveneens moeten verduidelijkt worden om de volledige afstemming van de federale reglementeringen en die van de deelgebieden te verzekeren. 3/6
Volgens de Algemene Raad moet de ombudsdienst een volwaardige dienst blijven die onafhankelijke is van de CREG. TARIEVEN De Algemene Raad dringt erop aan dat België de richtlijnen correct zou omzetten om zo over een stabiel juridisch kader en een langetermijnvisie inzake tarieven te kunnen beschikken, zowel vanuit het oogpunt van de regulator als van de netbeheerders en -gebruikers. Hij is van mening dat de tariefmethodologieën exante op klare en transparante wijze dienen uitgewerkt te worden in wetteksten indien dit verenigbaar is met de Richtlijn. De tariefvoorstellen zelf, opgesteld door de netbeheerders, zouden het voorwerp van een goedkeuring van de CREG moeten zijn. GESLOTEN DISTRIBUTIENETTEN Wat de definitie van de gesloten distributienetten betreft, vraagt de Algemene Raad een strikte en correcte omzetting van de Richtlijn en dit in overleg met de Gewesten. Heel wat industriële sites bestaan uit diverse installaties vaak van verscheidene gebruikers en beschikken bijgevolg over interne elektriciteits- en/of aardgasnetten. Dit fenomeen houdt rechtstreeks verband met de doorgedreven integratie van de industriële processen, die met name tot een betere energieprestatie leiden. Deze sites evolueren voortdurend in functie van de economische (joint venture, activiteitentransfer, ) en/of technische realiteit. De Algemene Raad benadrukt de volgende punten: - Een nauwe samenwerking en coördinatie tussen federale en gewestelijke overheden en regulatoren om een efficiënt beheer van deze industriële sites mogelijk te maken, met name door één regulator per net aan te duiden. - Een juist evenwicht tussen de rechten en plichten van de betrokken ondernemingen (zowel upstream als downstream) met behoud van de contractuele vrijheid. - Vrije keuze van leverancier voor alle downstream verbruikers. - Minimalisering van de administratieve lasten voor de betrokken ondernemingen. - De technische regels die deze netten worden opgelegd moeten aan hun specifieke kenmerken aangepast zijn, rekening houdend met de veiligheidsvereisten van de upstream netten. 4/6
TRANSMISSIENETBEHEERDER De Algemene Raad acht het belangrijk dat de transmissienetbeheerders gecertificeerd zijn. Toch meent hij dat het van essentieel belang is om elke juridische leemte tussen de inwerkingtreding van een wet nadat deze goedgekeurd wordt en de huidige toestand te vermijden. De wetgever opteerde voor een OU (full ownership unbundling) model voor de TNB s, omdat de twee andere modellen waarin de richtlijn voorziet (ITO en ISO) in elk geval niet in België kunnen in aanmerking genomen worden, aangezien de transmissienetbeheerders Fluxys en Elia al geen deel van een vertikaal geïntegreerde onderneming meer uitmaakten op de dag dat de richtlijn van kracht werd. Eens het OU model gekozen, is het belangrijk om zich aan de vereisten van dit model te houden en er geen aan andere modellen verbonden vereisten aan toe te voegen. De Algemene Raad is geen voorstander van «cherry picking» maar van een strikte toepassing van de richtlijnen. Niettemin moet de regulator een klare kijk kunnen behouden op de onontbeerlijke nationale en internationale investeringen die in de investeringsplannen opgenomen zijn, niet alleen om de bevoorradingszekerheid te garanderen maar ook om een goede marktwerking te verzekeren. OVERLEG MET DE GEWESTEN De Algemene raad is voorstander van het formaliseren van een overleg tussen de federale en de gewestelijke regulatoren. Het is immers belangrijk om een permanente dialoog tot stand te brengen die streeft naar coherentie en een zekere harmonie tussen de beslissingen van de enen en de anderen en een uniformering van bepaalde gemeenschappelijke begrippen (uitwisbaarheid, onderbreekbaarheid, ). 5/6