De morgendienst in de Hoeksteen op 16 december 2018 Lied voor de dienst, van ds. Jaap Zijlstra (melodie van Gezang 429, Liedboek voor de kerken, Wie maar de goede God laat zorgen) Dit is mijn troost, ik ben geborgen in God die mijn ontfermer is, hij kent mijn droefheid en mijn zorgen, mijn moeiten kent hij, mijn gemis. Het is zijn wonderlijke trouw waar ik met heel mijn hart op bouw. God heeft tot vreugde ons geschapen en niet tot vrees en treurigheid, hij zal een nieuwe wereld maken, dan is de rampspoed uit de tijd. Wie liefdevol de Heer verwacht, schenkt hij een lofzang in de nacht. Gods weg is hoger dan mijn wegen, ik leg mijn kleine mensenhand omdat ik hunker naar zijn zegen in zijn getrouwe vaderhand - mijn Vader, hij verlaat mij niet, hij is mijn licht, hij is mijn lied. Woord van welkom Zingen, uit het Nieuwe Liedboek, 145: 1,5,6 O Heer, mijn God, Gij koning van 't heelal Stil gebed, bemoediging en groet Aansteken van de derde Adventskaars Bloemschikking Gebed Woord van genade
Zingen, uit de Evangelische Liedbundel, 362: 1,2,4 God in ons midden, God in ons midden, Heer, wij aanbidden met al uw kinderen wereldwijd, uw trouw aan mensen, uw onbegrensde, uw ongekende majesteit. Lam dat de zonden draagt, lam dat de leeuw verjaagt, uw wieg een kribbe, uw troon een kruis Gij spreidt geen macht ten toon, Gij zijt, o mensenzoon onder een open hemel thuis. Koning der volken kom op de wolken, keer al het kwade ten goede om, kom, lam dat voor ons bloedt, kom, licht in overvloed, kom spoedig, Here Jezus kom! Opdracht Reclameposter, deze zondag van Sefanja Filmpje van Ad Verteller Projectlied Geloof met me mee, Geloof met me mee Dan wordt het Advent Want God maakt aan ons Zijn vrede bekend Een oude profeet zingt vrolijk zijn lied: De Heer maakt een einde
aan je verdriet. Zo gaan wij op weg, op weg met het licht. Op zoek naar een mooi en hoopvol bericht. Gebed om de Heilige geest Bijbellezing: Sefanja 3: 14-20 14 Jubel, vrouwe Sion, zing van vreugde, Israël, juich met heel je hart, vrouwe Jeruzalem! 15 De HEER heeft het vonnis over jou tenietgedaan en je vijand verdreven. De HEER, de koning van Israël, is in je midden, je hebt geen kwaad meer te vrezen. 16 Op die dag zal men tegen Jeruzalem zeggen: Wees niet bang, Sion! Laat de moed niet zinken! 17 De HEER, je God, zal in je midden zijn, hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in zijn liefde zal hij zwijgen, in zijn vreugde zal hij over je jubelen. 18 Alle treurenden zal ik bijeenbrengen, verzamelen wie op je feesten moesten ontbreken. Hun vernedering drukte zwaar op de stad. 19 In die tijd zal ik afrekenen met je verdrukkers, de kreupelen zal ik redden, de verstrooiden bijeenbrengen. En hen die in de hele wereld werden veracht zal ik met eer en roem overladen. 20 In die tijd breng ik jullie terug. Ik zal jullie verzamelen, je zult met eer en roem overladen worden door alle volken op aarde. Met eigen ogen zullen jullie zien hoe ik je lot ten goede keer zegt de HEER.
Zingen, uit het Nieuwe Liedboek, 441: 1,2,3,10 Hoe zal ik u ontvangen Preek vreugde Zingen, uit Zingend Gezegend 103: 1,3 (melodie van Psalm 118) Dit is de nacht die vraagt om vreugde, zegent elkaar met vrolijkheid! Laat varen wat voor God niet deugde: wanhoop en overmoedigheid. Wereld ten dode opgeschreven, de hemel opent wijd een poort, zendt u een kind, een duif van vrede zie hoe reeds nu de morgen gloort! God lof! Laat dit uw hart verblijden: nooit laat Hij los wat Hij begon; over de heuvels van ons lijden klimt nu zijn liefde als de zon! Hijzelf zal bij de mensen wonen, zijn Zoon gaat met ons mee op reis om ons bij dageraad te tonen: Jeruzalem - het paradijs!
Gedenken Dankgebed en voorbeden Collecte Zingen, uit de Evangelische Liedbundel 357: 1,4 Vreugde, vreugde... Vreugde, vreugde, louter vreugde is bij U van eeuwigheid, Schepper, die 't heelal verheugde, Bron van eeuw'ge vreugde zijt. Gij, die woont in licht en luister, drijft de schaduwen uiteen. Hij, die zoekend doolt in 't duister, vindt het licht bij U alleen. Duizend lichten, duizend kleuren zijn de weerglans van uw pracht; daarmee wilt Gij mensen beuren uit hun zorgen, uit hun nacht. Op een zee van licht en zangen voert Gij ons tot U omhoog. Gij, Heer, zijt ons hoogst verlangen; doof niet voor uw licht ons oog. Zegen