Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Pellettoevoer met flexibele worm voor Vitoligno 300-P Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Opgelet! Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen. 4/2013
Veiligheidsinstructies! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen.! Opgelet Vervangende onderdelen en slijtdelen, die niet met de installatie werden gecontroleerd, kunnen de werking beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan, evenals de wijziging en ombouw zonder toestemming, kunnen de veilige werking beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. Uitlijning ten opzichte van de pelletopslagruimte De keteltoevoer met flexibele worm kan ofwel aan de pelletdoseerwiel met wormtransportsysteem of met een pelletsilotank worden aangesloten. Zowel de overdracht aan de pelletsilotank respectievelijk aan het pelletdoseerwiel alsook de aandrijvingeenheid van de flexibele worm aan de Vitoligno kunnen op verschillende standen worden gemonteerd. Verdere gegevens bij de uitlijningsmogelijkheden: Ontwerphandleiding Vitoligno 2
Uitlijning ten opzichte van de (vervolg) Minimumafstanden a b A B A Pelletverspreiding of aansluiting aan pelletsilotank B Slang met worm Nominaal vermogensbereik kw 4 12 6 18 8 24 11 32 13 40 16 48 Afmeting a mm minstens 1500 minstens 1700 Afmeting b (slanglengte) mm minstens 1390 3
Uitlijning ten opzichte van de (vervolg) Minimale buigstraal 820 Opmerking Minimale buigstraal van de flexibele worm in acht nemen. A 1500 1390 A Pelletverspreiding of aansluiting aan pelletsilotank 4
Aandrijvingeenheid monteren 90 90 1. Afdichting op de flens van de aansluiteenheid invoerworm leggen. 2. Aandrijvingeenheid met vier bouten bevestigen. Opmerking De aandrijvingeenheid kan uit de weergegeven positie 90 traploos rond haar verticale as worden gedraaid. Daarvoor de bevestigingsbouten losmaken respectievelijk verwijderen, aandrijvingeenheid het gewenste aantal graden verplaatsen en opnieuw vastschroeven. 4x 2. 1. 5
Worm aan afgifte pelletdoseerwiel monteren 3. A 2x 5. 4. 18 2. 2x 90 90 1. A Flens aan de pelletdoseerwiel *1 of aan de pelletsilotank *1 *1 uit het Viessmann leveringsprogramma 6
Worm aan afgifte pelletdoseerwiel monteren (vervolg) 1. Flexibele worm tot aan de stelring op de asstomp schuiven. 2. Flexibele worm met draaibeweging van de as tussen bout en stelring klemmen. 3. Alleen bij pelletopslagruimte met pelletdoseerwiel: Pelletsensor met de stekkeraanduiding anh aan de afgifte pelletdoseerwiel circa 18 mm diep vastschroeven. Met de op de sensor geschroefde moer vasthouden. 4. Overdracht pelletdoseerwiel met afdichting aan de aansluiting van de pelletdoseerwiel respectievelijk van de pelletsilotank monteren. Opmerking De flens kan uit de weergegeven positie 90 traploos rond zijn verticale as worden gedraaid. Daarvoor de bevestigingsbouten losmaken respectievelijk verwijderen, flens het gewenste aantal graden verplaatsen en opnieuw vastschroeven. 5. Slang via de flexibele worm op de overdracht pelletdoseerwiel plaatsen en met de slangklem vastzetten. Lengte van de worm aanpassen 1. Flexibele worm met slang naar aandrijvingeenheid voeren (minimale buigradius in acht nemen, zie pagina 4). Vereiste lengte aan de slang markeren. 2. Alleen de slang (niet de worm) met passend gereedschap aan de gemarkeerde plaats afsnijden. Opmerking Het einde van de slang op de grond of op een stabiel onderstuk leggen om het af te snijden en het daarna veilig bevestigen.! Opgelet Door beschadigingen aan het worm-oppervlak kan tijdens de werking de flexibele worm breken. Bij het afsnijden van de slang de worm niet beschadigen. 7
Lengte van de worm aanpassen (vervolg) 3. Worm met passend gereedschap losmaken. Afmeting a: 140 mm. a 8
Worm aan aandrijvingeenheid monteren 1. 7. 6. 3. 2. 5. 4. A B 4. 1. Bout van de motoras uitdraaien. 2. Motoras naar beneden wegtrekken. 3. Bouten van de wormbevestigingslus losmaken, niet uitdraaien. 9
Worm aan aandrijvingeenheid monteren (vervolg) 4. Flexibele worm op de motoras schuiven. Door de as te draaien de worm onder de wormbevestigingslus A tot aan de schijf B doorvoeren. 5. Bouten van de wormbevestigingslus vast aantrekken. 6. Motoras in de aandrijvingeenheid schuiven. Slang op de aansluiting van de aandrijvingeenheid schuiven en met slangklem vastzetten. 7. Motoras met schijf en bout bevestigen. Slangsteun monteren 3. 1. Voet met twee bouten en moeren (meegeleverd) aan de steunplaat schroeven. 2. Stangsteun tussen grond en pompslang klemmen. 2. 3. Pompslang met slangklemmen (meegeleverd) aan de slangsteun bevestigen. 2x 4. Voet met twee bouten en pluggen (meegeleverd) aan de grond bevestigen. 1. 4. 10
Pelletsensor in de aandrijvingeenheid monteren 20 anj Pelletsensor met de stekkeraanduiding anj circa 20 mm diep in de aandrijvingeenheid vastschroeven. Met de op de sensor geschroefde moer vasthouden. Elektrische leidingen aansluiten Aansluit- en bedradingschema in de servicehandleiding Vitoligno 300-P 1. De volgende stekkers op de aansluitstrook in de Vitoligno 300-P steken: 11
Elektrische leidingen aansluiten (vervolg) Stekker kd van de inschuifmotor Stekker kg van de motor flexibele worm Stekker anh van de pelletsensor van de afgifte pelletdoseerwiel (niet bij doseerwiel uit de pelletsilotank) Stekker anj van de pelletsensor in de valschacht via sluis 2. Coderingen aan de regeling van de Vitoligno instellen (Meer zie paragraaf Coderingen 2 in de servicehandleiding Vitoligno 300-P): 17:1 voor pelletverspreiding uit een opslagruimte. 17:4 voor pelletverspreiding uit een pelletsilotank. Inbedrijfstelling en inregeling Servicehandleiding Vitoligno 300-P Onderdelenlijst Aanwijzingen voor de bestelling van reserveonderdelen! Vermeld het bestelnummer en serienummer (zie kenplaatje) evenals het positienummer van het onderdeel (van deze onderdelenlijst). Courante onderdelen vindt u bij de plaatselijke vakhandel. Onderdelen 001 Afdichting sluis 002 Afgifte pelletdoseerwiel 003 Draai-eenheid 004 Uitvoermotor 005 Flexibele worm 3 m 006 Flexibele worm 4 m 008 Motoras 009 Schijven draai-eenheid 010 Slang 3 m 011 Slang 4 m 012 Slangsteun 013 Pelletsensor 014 Wormbevestigingslus 015 As flexibele worm 016 Spindelafdichting 017 Slangklem 018 Lagersteun 019 Revisiedeksel 020 Afdichting revisiedeksel 021 Afdichting afgifte pelletdoseerwiel Onderdelen zonder afbeelding 300 Bevestigingselementen aansluiteenheid 301 Montage- en servicehandleiding 302 Bevestigingselementen afgifte pelletdoseerwiel respectievelijk pelletsilo 12
Onderdelenlijst (vervolg) 004 017 003 014 008 009 001 005 006 013 002 020 019 021 016 018 015 010 011 002 013 017 012 13
14
15
16 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.