Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPVERSLAG. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Vergelijkbare documenten
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2061(BUD)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2174(INI)

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/2166(INI) Ontwerpadvies Constanze Angela Krehl. PE430.

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Commissie economische en monetaire zaken ONTWERPVERSLAG. over betere toegang tot financiering voor kmo's (2012/2134(INI))

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/2173(INI)

Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI))

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2092(BUD)

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2104(DEC)

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Commissie vervoer en toerisme ONTWERPVERSLAG

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2072(BUD)

*** ONTWERPAANBEVELING

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2151(INI)

Zittingsdocument B7-0000/2010 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag B7-0000/2010 voor mondelinge beantwoording

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/2011(INI)

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2111(DEC)

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2080(DEC)

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Begrotingscommissie 2008/2095(BUD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2002) 431 C5-0573/2002),

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPADVIES. Commissie begrotingscontrole VOORLOPIGE VERSIE 2004/2209(INI) van de Commissie begrotingscontrole

*** ONTWERPAANBEVELING

Commissie ontwikkelingssamenwerking ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

*** ONTWERPAANBEVELING

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2161(BUD)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2275(INI)

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject

*** ONTWERPAANBEVELING

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPVERSLAG

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/XXXX(BUD)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2058(BUD) Ontwerpverslag Petri Sarvamaa (PE602.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 2001/2086(COS) 30 mei 2001

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

( ) (1999/C ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0391/ naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG. over het voortgangsverslag hernieuwbare energie (2016/2041(INI))

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496.

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0088(COD) van de Commissie internationale handel. voor de Commissie juridische zaken

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0110(COD)

*** ONTWERPAANBEVELING

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

*** ONTWERPAANBEVELING

Beleidsmix Op zoek naar een optimale beleidsmix. Robert Koelemeijer, PBL

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2156(INI)

*** ONTWERPAANBEVELING

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0553 C8-0332/2015),

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0139/2. Amendement. Marco Valli, Laura Agea, Rosa D Amato, Rolandas Paksas namens de EFDD-Fractie

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 december 1997 over bestrijding van het tabaksgebruik 1,

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN DE UNIE

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2132(INI) Ontwerpadvies Vicente Miguel Garcés Ramón. PE500.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2272(INI) Ontwerpadvies Giles Chichester (PE v02-00)

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 2013/2079(INI) 6.9.2013 ONTWERPVERSLAG over het uitvoeringsverslag 2013: ontwikkeling en toepassing in Europa van technologie voor koolstofafvang en -opslag (2013/2079(INI)) Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid Rapporteur: Chris Davies Rapporteur voor advies (*): Vicky Ford, Commissie industrie, onderzoek en energie (*) Medeverantwoordelijke commissie Artikel 50 van het Reglement PR\1001104.doc PE516.832v01-00 In verscheidenheid verenigd

PR_INI INHOUD ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT...3 TOELICHTING...7 Blz. PE516.832v01-00 2/9 PR\1001104.doc

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT over het uitvoeringsverslag 2013: ontwikkeling en toepassing in Europa van technologie voor koolstofafvang en -opslag (2013/2079(INI)) Het Europees Parlement, gezien Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (CCS-richtlijn) 1, gezien de mededeling van de Commissie van 27 maart 2013 over de toekomst van koolstofafvang en -opslag in Europa (COM(2013)0180), gezien het groenboek van de Commissie van 27 maart 2013 getiteld "Een kader voor het klimaat- en energiebeleid voor 2030" (COM(2013)0169), gezien het klimaat- en energiepakket van de EU van december 2008, gezien zijn resolutie van 15 maart 2012 over een routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie in 2050 2, gezien artikel 48 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A7-0000/2013), A. overwegende dat koolstofafvang en -opslag (CCS) een beproefde technologie is die aanzienlijk kan bijdragen tot de vermindering van CO 2 -emissies van industriële bronnen en met fossiele brandstoffen gestookte krachtcentrales, maar dat demonstratie op industriële schaal nodig is om innovatie te bevorderen en een kostenverlaging te verzekeren; B. overwegende dat het Internationaal Energieagentschap voor de komende 20 jaar wereldwijd een toename van het gebruik van fossiele brandstoffen verwacht en meent dat CCS noodzakelijk is om ca. 20% van de noodzakelijke vermindering van CO 2 -emmissies tegen 2050 te verwezenlijken; C. overwegende dat de regeringsleiders in 2007 hoopten tegen 2015 over een twaalftal demonstratie-installaties voor CCS te beschikken, maar dat dit voornemen alleen betaalbaar was met een hoge koolstofprijs en dus niet kan worden gerealiseerd; D. overwegende dat de EU haar technologische voorsprong op het gebied van CCS stilaan verliest en, nu nog slechts één project in aanmerking komt voor steun uit het 1 PB L140 van 5.6.2009, blz. 114. 2 PB C 251 E van 31.8.2013, blz. 75. PR\1001104.doc 3/9 PE516.832v01-00

NER300-financieringsinstrument en de meeste EEPR-projecten zijn stopgezet of opgeschort, geen echt beleid heeft om topprojecten op het gebied van CCS te bevorderen; De ambities opschroeven 1. erkent dat de toepassing van CCS noodzakelijk is om de EU-doelstellingen inzake koolstofemissiereducties voor 2050 tegen de laagst mogelijke kosten te verzekeren; herhaalt dat dringend CCS-vlaggenschipprojecten voor de gehele productieketen moeten worden ontwikkeld; is zich ervan bewust dat naast de EU-ETS ook andere instrumenten nodig zijn om de ontwikkeling van die projecten te bevorderen; 2. verzoekt de Commissie een CCS-doelstelling voor 2020 vast te stellen die de energieopwekking uit kolen en gas en een aantal industriële sectoren omvat; meent dat het doel moet zijn over voldoende operationele of lopende projecten te beschikken om in totaal 10 miljoen ton CO 2 per jaar af te vangen en op te slaan; Leidende rol van de lidstaten 3. erkent dat de ontwikkeling van CCS onmogelijk is zonder de steun van de lidstaten; betreurt dat de toepassing van deze technologie door zo weinig lidstaten is aangemoedigd; 4. herinnert de Commissie eraan dat het Parlement heeft aangedrongen op wetgeving waarbij de lidstaten worden verplicht een strategie voor een koolstofarme economie voor 2050 uit te werken; stelt voor dat deze nationale routekaarten om de vijf jaar worden bijgewerkt; verwacht dat hierin wordt aangegeven of en hoe CCS in de betrokken lidstaten zal worden toegepast; 5. onderstreept dat de lidstaten een sleutelrol spelen bij het verzekeren van een transparante inkomstenstroom, bv. via terugleveringstarieven, om het opzetten en uitvoeren van vlaggenschipprojecten te ondersteunen en de exploitanten van een behoorlijk rendement op hun investeringen te verzekeren, alsook bij de invoering van regelgevende bepalingen zoals garanties dat krachtcentrales die een pioniersrol spelen bij koolstofafvang en -opslag basislaststroom zullen genereren; EU-regelgeving en financiering 6. verzoekt de Commissie de oprichting van een EU-fonds voor industriële innovatie uit de verkoop van 600 miljoen ton emissierechten uit de EU-ETS voor te stellen om de ontwikkeling van CCS-vlaggenschipprojecten, andere innovatieve koolstofarme technologieën en maatregelen met het oog op koolstofemissiereducties van energieintensieve industrieën te bevorderen; 7. meent dat de steun voor koolstofafvang en -opslag op de lange termijn vooral moet komen van de productie en invoer van de fossiele brandstoffen die verantwoordelijk zijn voor de CO 2 -uitstoot; pleit ervoor dat de Commissie vanaf 2020 een systeem invoert waarbij producenten worden verplicht CCS-certificaten voor te leggen die aantonen dat evenveel CO 2 wordt opgeslagen als hun producten bevatten; 8. neemt kennis van het besluit van de Europese Investeringsbank om leningen voor de bouw van steenkoolcentrales met een emissie van meer dan 550g CO 2 /kwh te verbieden; PE516.832v01-00 4/9 PR\1001104.doc

onderstreept dat de invoering van strikte emissieprestatienormen van essentieel belang is indien geen financiële steun voor de ontwikkeling van koolstofafvang en -opslag wordt verstrekt; Vervoer en opslag 9. erkent dat aanzienlijke besparingen mogelijk zijn door voorrang te geven aan CCS-clusters van industriële installaties met gezamenlijke pijpleidingen; meent dat van exploitanten niet kan worden verwacht dat zij rekening houden met toekomstige vereisten van andere installaties, en dat pijpleidingen die uiteindelijk voor het vervoer van CO 2 uit verschillende bronnen kunnen worden gebruikt, vaak zullen moeten worden gefinancierd via publiek-private partnerschappen; onderstreept dat de lidstaten een directe rol te spelen hebben bij het verzekeren van CSS-vervoer en de beschikbaarstelling van opslaginfrastructuur; 10. neemt kennis van de verklaring dat een Noordzeehub opslagcapaciteit zou bieden voor 100 miljoen ton CO 2 per jaar tegen 2030 en 500 miljoen ton per jaar tegen 2050; is voorstander van het gebruik van EU-middelen voor de vaststelling van gemeenschappelijke normen voor opslaglocaties, de identificatie van het geologisch potentieel van opslaglocaties in heel Europa, de ontwikkeling van proefprojecten en de voorbereiding van locaties voor opslag op commerciële schaal; 11. verzoekt de Commissie de opstelling van een Europese atlas van CO 2 -opslaglocaties te bevorderen en te financieren; Aansprakelijkheid bij opslag 12. heeft begrip voor de bezorgdheid van mogelijke CCS-exploitanten dat de vereisten van de CCS-richtlijn eenzijdig zijn en particuliere bedrijven ertoe dwingen een al te ruime aansprakelijkheid voor de CO 2 -opslag op zich te nemen ondanks het feit dat hun werkzaamheden door de bevoegde autoriteit van de lidstaat zijn goedgekeurd, hetgeen een aanzienlijke belemmering zou kunnen vormen voor investeringen; 13. is het ermee eens dat het onopzettelijk vrijkomen van CO 2 uit een opslaglocatie moet worden voorkomen, maar meent dat de lidstaten hiervoor mede aansprakelijk moeten worden gesteld zodra zij een opslaglocatie en de voorwaarden voor het gebruik ervan hebben goedgekeurd; onderstreept dat de precieze aansprakelijkheid moet worden vastgesteld via onderhandelingen tussen mogelijke exploitanten en de bevoegde autoriteiten; 14. wijst erop dat de CCS-richtlijn de lidstaten veel ruimte laat om te bepalen welke financiële garanties de CCS-exploitanten moeten bieden en hoeveel tijd verloopt alvorens de verantwoordelijkheid voor een gesloten opslaglocatie wordt overgedragen aan de bevoegde autoriteit; stelt voor dat lidstaten die de ontwikkeling van CCS willen bevorderen een actievere rol en een grotere verantwoordelijkheid op zich nemen dan tot dusver het geval was; 15. meent dat het vereiste van de CCS-richtlijn dat de exploitanten bij het vrijkomen van CO 2 emissierechten moeten inleveren geen rekening houdt met de verplichte dure PR\1001104.doc 5/9 PE516.832v01-00

herstelmaatregelen; vreest dat dit een bijkomende hinderpaal is voor de ontwikkeling van CCS; verzoekt de Commissie bij de evaluatie van de CCS-richtlijn een wijziging van deze bepaling voor te stellen; CCS-status "gereed" 16. onderstreept dat het niet langer aanvaardbaar is te investeren in krachtcentrales of industriële installaties met een naar verwachting hoge CO 2 -uitstoot, zonder rekening te houden met hoe de emissies in de toekomst zullen worden verminderd; 17. merkt op dat de lidstaten verschillende criteria kunnen hanteren bij de uitvoering van de bepalingen van de CCS-richtlijn die vereisen dat een evaluatie van de afvang-, transporten opslagcapaciteit wordt verricht alvorens exploitatievergunningen voor krachtcentrales worden afgegeven; 18. verzoekt de Commissie een passende voorbereiding voor de toepassing van CCS verplicht te stellen bij de bouw van alle nieuwe met fossiele brandstoffen gestookte krachtcentrales en industriële installaties met een hoge CO 2 -uitstoot vanaf een bepaalde grootte, behalve in geval van vermindering van de piekvraag of wanneer een lidstaat heeft voldaan aan de wettelijke verplichting om een routekaart te publiceren over hoe de emissiereductiedoelstellingen voor 2050 zonder het gebruik van CCS kunnen worden gerealiseerd; Afvang en gebruik van koolstof 19. verwelkomt de diverse initiatieven om CO 2 zo te gebruiken dat de globale uitstoot in de atmosfeer vermindert; verzoekt de Commissie met name dringend de mogelijkheden te onderzoeken van het gebruik van CO 2 om de terugwinning van olie en gas in de EU te verbeteren; o o o 20. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. PE516.832v01-00 6/9 PR\1001104.doc

TOELICHTING Vijf jaar geleden waren de verwachtingen dat de Europese Unie een wereldleider zou worden op het gebied van afvang en opslag van koolstof (CCS) hooggespannen. De Europese Raad had niet alleen ingestemd met het idee om vóór 2013 een twaalftal CCS-demonstratieprojecten op te zetten, maar had ook zijn steun gegeven aan een voorstel van het Europees Parlement voor een financieringsmechanisme (NER300) dat voldoende steun uit de overheidssector leek te krijgen om de verwezenlijking te verzekeren. Het zag er veelbelovend uit. Indien de CO 2 -emissies voor 2050 drastisch moeten worden verminderd, tegen de laagst mogelijke kosten, dan is de ontplooiing van CCS-technologie van essentieel belang. Deze technologie is noodzakelijk om de emissies van grote industriële installaties te verminderen en het gebruik van fossiele brandstoffen tot op zekere hoogte voort te zetten met veel minder gevolgen voor de aardopwarming. Jammer genoeg heeft dit aanvankelijke enthousiasme tot weinig resultaat geleid. In de eerste fase van de NER300-financiering werden 13 grote projecten uit zes landen ingediend, maar de meeste werden ingetrokken of slaagden er niet in te voldoen aan de strenge en onbuigzame eisen die werden gesteld. In de tweede fase is momenteel slechts één project (White Rose, VK) ingediend, maar het is helemaal niet zeker dat de vereisten van de lidstaten en die van de Commissie voldoende met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht om tot concrete afspraken te komen. Intussen blijft het grootste deel van het bedrag van 1 miljard euro dat in 2009 via het Europees economisch herstelplan voor CCS-proefprojecten ter beschikking werd gesteld onbesteed, en zal ook niet opnieuw worden toegewezen. De technologie voor de scheiding en afvang van CO 2 is beschikbaar sinds de jaren 1930. Het vervoer van CO 2 via pijpleidingen is intussen in de hele wereld gangbaar. De veiligheid van de ondergrondse opslag van CO 2 is aangetoond, met name in Sleipner, waar Noorwegen al sinds 1996 1 miljoen ton CO 2 per jaar in de rotsbodem diep onder de Noordzee injecteert, zonder dat er enige aanwijzing is dat de opgeslagen koolstof zich onverwacht verplaatst. Alle studies tonen aan dat CCS per ton vermeden CO 2 -emissie goedkoper is dan offshore wind- en zonne-energie. Waarom is er dan niet meer enthousiasme voor deze technologie? De belangrijkste reden is dat noch de Europese Unie noch de lidstaten een bedrijfsmodel hebben gecreëerd dat particuliere investeringen stimuleert. Terwijl ontwikkelaars van projecten voor hernieuwbare energie rechtstreekse financiële steun kregen -met dank aan de elektriciteitsgebruikers-, was nagenoeg de enige promotie voor CCS emissierechten zo duur te maken dat investeerders een alternatief voor de aankoop zouden zoeken door CO 2 -uitstoot te vermijden. De waarde van het NER300-financieringsinstrument was ook direct afhankelijk van de koolstofprijs, en de ineenstorting daarvan betekende een nieuwe slag voor de ontwikkeling van CCS. Een koolstofprijs van 60-70 euro per ton zou de behoefte aan hernieuwbare subsidies aanzienlijk verminderen en CCS-investeringen aanmoedigen. Het lijkt echter zeer onwaarschijnlijk dat een dergelijke prijs in de komende jaren wordt gehaald. Er is een andere aanpak nodig. De rapporteur geeft in zijn verslag aan welke richting het beleid kan uitgaan en welke maatregelen nodig zijn. PR\1001104.doc 7/9 PE516.832v01-00

Hij onderstreept dat de politieke en financiële steun van de lidstaten van essentieel belang is voor de ontwikkeling van CCS. Hij wil lidstaten geenszins verplichten deze technologie tegen hun zin te accepteren, maar vraagt zich af of alle EU-regeringen weten hoe zij hun CO 2 -emissiereductiedoelstellingen zullen verwezenlijken en welke rol CCS daarin kan spelen. Dat is een van de redenen waarom hij meent dat de EU-wetgeving elke lidstaat ertoe moet verplichten een indicatieve strategie uit te tekenen waarin wordt uiteengezet hoe zij hun doelstellingen voor 2050 willen realiseren. Niet alles kan aan de particuliere sector worden overgelaten. Lidstaten die de mogelijkheden van CCS onderkennen moeten bereid zijn een actieve rol te spelen om de ontwikkeling ervan te bevorderen. Zij moeten voorzien in financieringsmechanismen zoals terugleveringstarieven in dezelfde orde van grootte als die welke ter ondersteuning van hernieuwbare energiebronnen worden betaald. Zij kunnen bijdragen tot de aanleg van een netwerk van pijpleidingen en tot de identificatie en voorbereiding van opslaglocaties. De lidstaten moeten mogelijk ook een sceptische publieke opinie overtuigen dat de opslag van CO 2 minder risico's inhoudt dan veel andere industriële activiteiten. Zij moeten een deel van de financiële aansprakelijkheid aanvaarden in geval van problemen op een opslaglocatie die zij zelf hebben goedgekeurd. Hoewel de lidstaten een voortrekkersrol moeten spelen, is altijd algemeen aanvaard dat de EU als geheel de ontwikkeling van CCS moet bevorderen en ervoor moet zorgen dat de beschikbare kennis wordt gedeeld zodat iedereen er voordeel van heeft. Zoals de situatie er nu voorstaat beschikt de EU niet meer over een doeltreffend beleid om dit te doen. De rapporteur stelt voor een EU-doel vast te stellen om de geesten te scherpen en het gebruik van de beperkte financiële middelen die voor de verwezenlijking van het doel ter beschikking staan aan te moedigen. Hij meent dat wij de ontwikkeling van een aantal CCS-vlaggenschipprojecten moeten ondersteunen om innovatie te bevorderen, de kosten te verlagen en ervoor te zorgen dat de technologie als een levensvatbaar alternatief wordt erkend. Hij pleit voor een bescheiden doelstelling om tegen 2020 over voldoende operationele of lopende CCS-projecten te beschikken om jaarlijks tien miljoen ton CO 2 te kunnen opslaan. Dat is een vijfde van de globale jaarlijkse doelstelling die het Internationaal Energieagentschap had voorgesteld. Op korte termijn zal een bijkomende financieringsbron nodig zijn. De rapporteur pleit voor de oprichting van een fonds voor industriële innovatie uit de verkoop van koolstofemissierechten. Deze middelen zouden niet alleen kunnen worden gebruik voor de ondersteuning van CCS, maar ook voor andere innovatieve projecten voor hernieuwbare energie en methodes om de CO2-uitstoot van energie-intensieve industrieën te verminderen. De Commissie verwacht dat CCS vanaf 2035 op zelfstandige basis levensvatbaar is, maar de rapporteur meent dat de financiële steun in de periode na 2020 en vóór de commercialisering moet komen van de fossiele brandstoffen die verantwoordelijk zijn voor de CO 2 -uitstoot. Hij beveelt aan een systeem van CCS-certificaten op te zetten naar het voorbeeld van de "Renewables Obligation" in het VK of het Zweeds/Noorse systeem van certificaten. Hij beveelt aan met name producenten en importeurs van fossiele brandstoffen te verplichten om over een aantal CCS-certificaten te beschikken. PE516.832v01-00 8/9 PR\1001104.doc

Indien geen financiële steun voor CCS wordt uitgetrokken, is het alternatief een regelgevende aanpak. De rapporteur wil de invoering van strikte emissieprestatienormen liever vermijden, maar erkent dat dit misschien noodzakelijk wordt. Het was het Europees Parlement dat in 2008 een financieringsmechanisme ter ondersteuning van CCS voorlegde dat de goedkeuring van de Raad en de Commissie kon wegdragen. De rapporteur hoopt dat het Parlement opnieuw het initiatief kan nemen en in dit verslag maatregelen zal voorstellen die de toepassing verzekeren van een technologie die een belangrijke rol zal spelen in de strijd tegen de dreigende aardopwarming. PR\1001104.doc 9/9 PE516.832v01-00