1. BESCHRIJVING spanningsindicator voedingsschakelaar AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen ventilator 2. VERBINDINGEN Verbind het rode snoer met de "+" van de batterij (rode aansluiting) en met het "+" contactblokje (rode verbinding) van de inverter en verbind het zwarte snoer met de "-" (zwarte aansluiting) van de batterij en met het "-" contactblokje (zwarte verbinding) van de inverter. De lengte van de kabel bedraagt 2m. Draai de schroeven goed aan voor een optimale verbinding. 3. BEDIENING Wanneer u de inverter aansluit op een apparaat, moet u eerst de inverter en dan pas het apparaat inschakelen. Als de buzzer weerklinkt terwijl u bezig bent, wijst dit erop dat de batterijspanning zeer laag is en dat de inverter automatisch zal worden uitgeschakeld na 5 minuten. Dan apparaat inschakelen Eerst inverter 1
4. ZEKERING Controleer de zekering van uw installatie indien de spanningsindicator niet brandt terwijl u de spanningsinverter gebruikt. Vervang een gesprongen zekering door een identiek exemplaar. Zekering : 1000W. Max. 30A x 4 voor een 12V-inverter of 20A x 5 voor een 24V inverter. Dit apparaat is uitgerust met een INTERNE zekering. 5. UITGANGSVERMOGEN De inverter zal automatisch uitschakelen indien de totale wattage van de aangesloten elektrische apparaten het uitgangsvermogen van de spanningsinverter overstijgt. Dit geldt ook wanneer de temperatuur van de inverter de 55 C overschrijdt door overmatig gebruik. 6. BIJZONDERE AANBEVELINGEN U moet de AC inverter loskoppelen wanneer u hem niet gebruikt. U moet de AC inverter loskoppelen vóór u de motor van uw voertuig start. Als de AC inverter een biepgeluid maakt : schakel het apparaat uit, ontkoppel de inverter en herstart de motor van uw wagen. Het biepgeluid is een batterij-leeg indicatie en waarschuwt u dat de spanning van uw batterij op een zeer laag pitje staat. Als u de motor niet herstart terwijl u de inverter blijft gebruiken, zal deze laatste automatisch uitschakelen. De batterij van uw wagen blijft dan goed voor zo'n 10.5VDC, zodat u de motor nog kunt herstarten en de inverter verder gebruiken. Zo kunt u elk risico op een lege batterij vermijden. U doet er goed aan om uw motor 10 tot 20 minuten te laten draaien telkens u de inverter zo'n 2 tot 3 uur heeft gebruikt. Zo kan de batterij opnieuw opladen en kunt u overdreven ontlading vermijden. Onthoud dat u het "+" snoer moet verbinden met de "+" aansluiting en het "-" snoer met de "-" aansluiting indien u een adapter wil gebruiken voor een directe verbinding tussen de AC inverter en de batterijaansluitingen. ALS U DE SNOEREN VERBINDT MET VERKEERDE AANSLUITINGEN, DAN DRAAIT U DE POLARITEIT OM EN BESCHADIGT U DE INVERTER. IN DIT GEVAL VERVALT DE GARANTIE ONMIDDELLIJK. Vergeet de AC inverter niet los te koppelen voordat u de batterijlader gebruikt om uw batterij weer bedrijfsklaar te maken. Doet u dit niet en sluit u een lader aan, dan kan dit leiden tot een spanningspiek die uw inverter zal beschadigen. DE GARANTIE VERVALT EN DE INVERTER KAN WORDEN BESCHADIGD INDIEN U DE INGANG VAN DE INVERTER AANSLUIT OP EEN BATTERIJLADER. Zorg er voor dat de spanning nooit de 15VDC overschrijdt. DE GARANTIE VERVALT EN DE INVERTER KAN WORDEN BESCHADIGD INDIEN U HEM VERBINDT MET EEN DC VOEDINGSBRON DIE HOGER IS DAN 15VDC. BELANGRIJK : SLUIT GEEN INDUCTIEVE BELASTINGEN AAN OP DIT TOESTEL!!! 2
7. AANBRENGEN VAN VERLENGSNOEREN Wij raden u aan om geen verlengsnoeren te gebruiken tussen de DC voedingsbron en de DC ingang van de inverter. Een verlengsnoer dat verbonden is met de DC ingang veroorzaakt een spanningsverlies en dit leidt tot een verminderde efficiëntie. In plaats daarvan raden wij u aan om een verlengsnoer te gebruiken om het AC apparaat en de AC uitgang met elkaar te verbinden. U mag een high-quality verlengsnoer van max. 30m gebruiken. Een langer verlengsnoer kan leiden tot spanningsverlies. 8. AARDINGAANSLUITING WAARSCHUWING : VÓÓR GEBRUIK MOET U DE INVERTER UITRUSTEN MET EEN AARDINGAANSLUITING. Het achterpaneel van uw inverter is uitgerust met een aansluiting die voorzien is van een vleugelmoer. Deze aansluiting is verbonden met de behuizing van de inverter en met de aardingaansluiting van het AC uitgangsstopcontact. De aard van uw installatie zal bepalen of u deze aansluiting nodig heeft. Gebruik altijd geelgroene bedrading voor deze verbinding. In een vaste installatie op het vasteland moet u de aardingaansluiting verbinden met een metalen aardingstaaf die minstens 1.2m diep in de grond zit. Eén van de batterijaansluitingen (bij voorkeur de negatieve) moet ook worden verbonden met de aardingstaaf indien het batterijsysteem dat de inverter voedt, niet is uitgerust met een aardingaansluiting. De aardingaansluiting wordt eenvoudigweg verbonden met het chassis van een voertuig indien de inverter rechtstreeks is verbonden met de batterij van dat voertuig. Indien de inverter echter dient als voeding voor apparaten die buiten het voertuig worden gebruikt, moet u ook hier een aardingstaaf gebruiken (zie boven). Verbind de aardingaansluiting met het bestaande aardingssysteem wanneer u de inverter gebruikt op een boot. OPMERKING : De aardingaansluiting van het AC stopcontact is verbonden met de neutrale aansluiting. Het principe is hetzelfde als bij een standaard stopcontact bij u thuis waar de neutrale aansluiting verbonden is met de aarde en waar er geen spanning bestaat tussen de twee. 9. METEN VAN WISSELSPANNINGEN De AC inverter gebruikt een GEMODIFICEERDE SINUSGOLF. Gebruik enkel een AUTHENTIEKE RMS VOLTMETER indien u de AC uitgangsspanning wilt meten. Elk ander type spanningsmeter leidt tot een uitleeswaarde die 20 tot 30V lager ligt dan de normale waarde. Enkel een RMS voltmeter zorgt voor een betrouwbaar resultaat. 3
10. VENTILATIE LET OP! Zorg er voor dat de ventilator blijft draaien zolang u de inverter gebruikt. Ga na of er geen defecten waar te nemen zijn indien de ventilator niet werkt terwijl de inverter wordt gebruikt. Om slechte ventilatie te vermijden : zorg ervoor dat de ventilator nooit geblokkeerd raakt. SLECHT FOUT GOED 11. CHASSIS AARDING De aardingaansluiting van het chassis moet worden verbonden met een aardingspunt. Dit punt zal verschillen naargelang van de plaats waar de inverter is geïnstalleerd. In een voertuig moet u de aardingaansluiting verbinden met het chassis. In een boot maakt u de verbinding met de aanwezige aardingssystemen. Staat de inverter op een vaste positie, dan maakt u de verbinding met de grond. 12. ONDERHOUD Uw inverter vergt zeer weinig onderhoud. Reinig de behuizing af en toe met een vochtige doek om de opstapeling van stof en vuil te voorkomen. Span de schroeven aan van de DC ingangsaansluitingen telkens u de inverter reinigt. 4
13. WAARSCHUWING Het beveiligingscircuit zal de AC uitgang automatisch afsnijden in geval van problemen, zoals bv. kortsluiting of overbelasting. In bovenvermelde gevallen : (A) onmiddellijk uitschakelen (B) alle verbindingen verbreken (C) de apparaten controleren (D) zodra de problemen opgelost zijn, kunt u de apparaten opnieuw gebruiken Wanneer u de inverter langdurig gebruikt, kan de AC uitgang plotseling worden afgesneden alhoewel de batterij nog over meer dan voldoende spanning beschikt. Dit probleem kan te wijten zijn aan te hoge temperaturen en kan als volgt worden aangepakt : (A) schakel de inverter onmiddellijk uit (B) ontkoppel een enkele apparaten of laat de inverter afkoelen (C) schakel de inverter terug aan Bewaar de inverter altijd in een aangepaste omgeving : (A) goed gelucht (B) niet rechtstreeks blootgesteld aan zonlicht of andere warmtebronnen (C) buiten het bereik van kinderen (D) beschermd tegen water/vochtigheid, oliën en vetten (E) beschermd tegen ontvlambare producten De garantie vervalt als u de inverter verkeerd aansluit. 14. SPECIFICATIES DC ingangsspanning : 12V (10-15V) AC Uitgangsspanning : 230V Uitgangsfrequentie : 50Hz Doorlopend uitgangsvermogen : 1000W Piekvermogen : 2000W Efficiëntie : > 90% Uitgangsgolfvorm : gemodificeerde sinusgolf Nullaststroom : < 1.35A Ingangsstroom bij 100% belasting : 113.8A Uitgangsstroom bij 100% belasting : 4.78A Batterij-leeg alarm : 10.5 ± 0.5VDC Uitschakeling batterij door batterij-leeg : 10 ± 0.5VDC Beveiliging tegen oververhitting : 55 ± 5 C AC uitgangsstopcontact : Voedingsschakelaar Afmetingen Gewicht : DC ingang on/off controle : 393 X 242 X 80mm : 3.15kg 5
15. OPMERKING Alle specificaties zijn typisch bij nominale ingangsspanning, 50% belasting en 25 C tenzij anders vermeld. De specificaties kunnen te allen tijde worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. WAARSCHUWING : DIT APPARAAT WERKT MET GEVAARLIJKE SPANNINGEN, U MAG HET DUS NIET ZELF DEMONTEREN!! BIJ PROBLEMEN MOET U HET APPARAAT TERUGBRENGEN NAAR HET VERKOOPPUNT. 6