Een beroemde dokter die te Kessenich woonde: Dokter Nijssens!



Vergelijkbare documenten
Verhaal: Jozef en Maria

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

KINDEREN VAN HET LICHT

De steen die verhalen vertelt.

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Tjimmie van der Wal: Zodra iedereen binnen is beginnen we met:

Lied van de maand

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag?

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Les 13: Geboorte van Jezus.

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

JAN STEVENS. Voorjaarsdroom. De Wielewaal" Dordrecht 1945

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel

Voorwoord. Rome en de Romeinen

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

Verteld door Schulp en Tuffer

Sint, mag ik u iets vragen?

Op reis naar Bethlehem

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

2

Mijn mond zat vol aarde


Kastelen in Nederland

Kerstfeest 17 december 2014 Groep 6/7 De Brug

HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22. Abraham wordt door God op de proef gesteld!

Middeleeuwen. door: Joshua Murray Vogelenzang groep

Opwekking 346: Opwekking 167:

De tijd die ik nooit meer

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

2 de graad lager onderwijs

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Voor de dienst zingen we:

Kinderliedboekje Inhoudsopgave

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

E C C E H O M O. Weekoverweging. Ziet de mens *** in de oorsprong werd de mens twee om door lichamelijke eenwording nieuwe mensen voort te brengen

Kerk- School- en Gezinsdienst op zondag 29 maart 2015 in de Martinikerk

Mysterie De vluchtende keizer

3 de graad lager onderwijs

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

De grote familie. Foto s van het materiaal

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

Stilte vooraf. Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Uitleg

Meester Pierre Creemers

6 Stefanus gevangengenomen

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Kerstfeest Ds. W.E. den Hertogschool

LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Vragen voor Sint. met werkblad, puzzels en filmpjes. groep 5/6

Liedteksten Kerstfeest Zondagsschool Samenzang


KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

De vorm van het verhaal

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

Heer, U zocht mij, toen ik was weggegaan U bracht mij veilig in Uw gezin U vergaf mij, mijn schuld is weggedaan U gaf mijn leven een nieuw begin

MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

inhoud 1. Bijgeloof 3 2. Getallen: geluk en ongeluk 4 3. Het hoefijzer 5 4. Het klavertje vier 6 5. Afkloppen op hout 7 6. Ladders 8 7. De kat 9 8.

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Geschied- en Heemkundige Kring vzw

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

ROSANNE. Oh, oh, oh. Van Aemstel Produkties - De leukste uitjes van Amsterdam -

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Maria, de moeder van Jezus

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

Thema: "Als God nu ook al verandert, waar blijven wij dan!?!"

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

Daags nadat Momgomery's troepen over de Rijn waren, stak Church.1i de rivier over in een Amerikaanse stormboot,

Welke stad lag dichtbij de legerplaats van Israël?

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Het verhaal van onze kerststal

KERSTVIERING VOOR JONG EN OUD 2015 Datum: 24 december 2015

Bron: De sprookjes van Grimm; volledige uitgave, vertaald door M.M. de Vries-Vogel. Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.

Werkboekje. Naam:

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

Transcriptie:

Een beroemde dokter die te Kessenich woonde: Dokter Nijssens! Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift KANTOOR VAN AFGIFTE: 3688 KINROOI 2 Ezel-drieve! Onze familienamen Genealogie Houben * De melkerij van Kinrooi * Kerk Geistingen en scholen van Geistingen en Ophoven Oorlog 1914-18 te Molenbeersel

Inhoud van dit nummer: - Van de redaktie - Nieuwjaarswensen van de voorzitter: "Voor '89" 139. 140. * UIT HEDEN EN VERLEDEN VAN KINROOI 141. - Dokter Nijssens: een beroemde dokter die te Kessenich woonde! 141. - Uit mijn jonge jaren.. De oorlog 1914-1918 te Molenbeersel 150. - Nogmaals aanvullingen bij de genealogie HOUBEN en het "Heranthous" 154. - Rondom 't jaar.. Zo zag en beleefde ik ons dorpje, nu ruim zestig 157. jaren geleden (vervolg en slot) - Over het "Ezel Drieve" in het kader van het aloude "volksgericht" 158. - Nog over "ezel-drieve" 166. - Het ezel-drieve 168. - Tien jaar aktiegroep Vijverbroek te Kessenich 169. - Notariële akten betreffende de kerk te Geistingen en de scholen te 170. Ophoven en te Geistingen - Handmelkerij en stoommelkerij te Kinrooi (vervolg) 172. - Uit de registers der stoommelkerij Sint-Martinus * WAAT MAAG PET IN GODSHIERENAAM BETEIKENE? 178. - Onze familienamen (vervolg) 178. - Vaders- en moedersnamen * AANWINSTEN DOKUMENTATIECENTRUM 181. * KONGRESSEN - JAARVERGADERINGEN - STUDIEDAGEN 182. - Studiedag over de volkskultuur: verzamel- en museabeleid in beide 182. Limburgen - Enkele gegevens over "huisnijverheid" 183.» NIEUWE PUBLIKATIES 185. * VRAAG- en ANTWOORDRUBRIEK 188. - 89/01 : Oudstrijders 1914-1918 188. - 89/02 : Douanen 188. * VAN DE WERKGROEPEN 189. - Werkgroep "genealogie" (vervolg) 189. * KOMENDE AKTIVITEITEN VAN ONZE KRING 190. - Uitnodiging 58e ledenvergadering (jaarvergadering) vrijdag 24 februari 190. - Enkele toelichtingen bij de agenda jaarvergadering 191. * VOORSTEL VOOR JAARPROGRAMMA 1989 192. BIJ DE O M S L A G F O T O., Dokter Nijssens, de vroegere dokter van Kessenich, was een bekende figuur. Nu nog leeft hij voort in de herinnering van velen... Vooral ons lid Piet Henkens schreef in het verleden over "leven en werk" van deze dokter (Het Belang van Limburg, De Geschiedenis van Kessenich,..). Bestuurslid Werner Smet zet in dit nummer een aantal wetenswaardigheden met betrekking tot dokter Nijssens op een rijtje. Tevens zijn we in de gelegenheid een aantal unieke foto's op te nemen. Hieruit blijkt onder andere hun grote liefde voor paarden! ( Omslagfoto: verzameling Driane, Maaseik - met onze beste dank!!)

J R G. 7 - N R. 3.FEBRUARI 1989 139.

v o o r 8 9 Dat vanuit de Hemel over u moge dalen veel zegen en dat gij moogt verhalen van dit nieuwe jaar, achteraf, toch veel GOEDS.. Het leven is "beven"; men kan het herhalen: het is kort, het is lang, het wisselt zovele malen. Ik wens u daarbij door God te zijn "behoed"! * Donaat Snijders 140,

Uit heden en verheden van kinrooi DOKTER NIJSSENS : EEN BEROEMDE DOKTER DIE TE KESSENICH WOONDE! Voor velen roept het statige huis op de hoek van de Venlosesteenweg met de Meierstraat te Kessenich nog altijd herinneringen op aan dokter Nijssens. Aangekocht in juli 1979 vestigde zich de antiekhandel Van de Boel in november 1979 in dit huis, nadat de gemeente Kinrooi -die deze eigendom kon verwerven mits er een bejaardenhuis in te richten- hiervoor geen belangstelling toonde. Wij gaan het in deze bijdrage echter hebben over de periode dat dokter Nijssens in Kessenich leefde en werkte. Ulysse Joseph NIJSSENS werd geboren te Maaseik op Nieuwenhof (Aldeneik) op 1 april 1872. Zijn vader was dokter Léonard Nijssens, geboren te Maaseik op 6 november 1835 en er overleden op 12 juli 1914. Zijn moeder was Louise Berniere, geboren te Luik op 20 februari 1849 en overleden te Maaseik op 5 februari 1925. Net als zijn vader studeerde hij geneeskunde en hij werd geneesheerapo- theker. Op 5 december 1899 werd hij te Kessenich ingeschreven in het be- volkingsregister. Op 15 juni 1901 huwde de dokter met Maria Juliana Vlecken, geboren te Rotem op 25 februari 1883 en wonende te Maaseik, Grote Markt 28. Voorzijde van huis Dr. Nijssens aan de Venlosesteenweg te Kessenich. (Foto: Piet Henkens, Maaseik) 141.

Hoe dokter Nijssens in Kessenich verzeilde is niet zo duidelijk uit te leggen. Verwachtte hij toen misschien al klanten van de aangrenzende Nederlands-Limburgse dorpen? Hij woonde er in een voor die tijd riante villa, omgeven door een park met loofbomen en sierdennen. Aan deze eigendom waren er ook stallen, want de dokter bezat een paard en een "sjees" (koets). Als één der eersten uit de streek kocht de dokter zich later ook een "automobiel". Zoals in zijn kringen paste, ging de dokter elke herfst ook op jacht, al zou hij geen te beste schutter zijn geweest. Naast deze hobby was de dokter ook sportief aangelegd, want hij was een begaafd zwemmer die er niet voor terugschrok vanaf de Maasbrug in de Maas te duiken. Ofschoon dokter Nijssens tot de notabelen van het dorp behoorde, liet hij zich niet in met de Kessenicher gemeentepolitiek die soms zeer geladen was. Dr. Ulysse Joseph Nijssens (Verzameling: Driane, Maaseik) Oude prentkaart: zijgevel huis Dr. Nijssens (Verzameling: Driane, Maaseik) 142.

Zijn faam als geneesheer was bekend in heel de omgeving, ook bij zijn talrijke patiënten uit Neder!ands- Limburg. Als dokter deed hij in die tijd al urine-onderzoeken. Rond dokter Nijssens bestonden er heel wat verhalen en sagen, zoals dat ook het geval was met het kasteel en het Vijverbroek. En of het allemaal waar was? Op 30 maart 1907 werd zijn enige dochter, Cornelly Leonie Marie Josephina Nijssens geboren. In 1908 werd te Kessenich een rijkswachtbrigade opgericht. Dokter Nijssens liet tegenover zijn eigendom een gebouw optrekken, aan de andere kant van de Venlosesteenweg. Dit bestond uit drie woningen, waarachter een bureel. Hij verhuurde dit komplex aan het Ministerie om er de rijkswacht in onder te brengen. Veertig jaar later, in 1948, wilde de dokter deze gebouwen, die in 1937 waren uitgebreid tot acht woningen en bureel met plat dak, verkopen aan de Belgische Staat. In 1940 ging de koop door en de dokter ontving de ronde som van 1.500.000,-fr. ERE WIE ERE T0EK0MT! Nieuwjaarsdag 1926... Wanhoop en angst maakte zich meester van de mensen in de dorpen aan de Maas. Het hele Maasland was overstroomd. Het water bleef maar stijgen en de winterdijken waren op sommige plaatsen gebroken. Zoals in Heppeneert en Aldeneik, waar alles blank Stond. In Ohé en Laak voelden de mensen, die probeerden met stro, mest en zandzakken de dijk te versterken, hoe deze bewoog. Als de dijk langs de Laak brak, zouden de boerderijtjes, die in een lange rij achter de dijk lagen en nog liggen, het zwaar te verduren krijgen. Have en goed zou weggespoeld worden. Maria Juliana Vlecken, echtgenote van Dr. U.J. Nijssens en hun dochter Cornelly Leonie Marie Josephina Nijssens. (Verzameling: Driane, Maaseik) 143.

Iedereen werkte mee. Er werd gevloekt, maar ook hard gebeden tot Moeder Anna die zo vaak haar vleugels over deze mensen heeft gehouden. En in deze strijd tegen de oerkracht van het Maaswater, kwam iemand zeggen: "Het geit neet bièj Stina..., de wies- vrouw kan niks doon, doa mot eine dokter kome!" Dokters van Echt en Maaseik waren niet bereid te komen. Het was te gevaarlijk! Ohé en Laak en Stevensweert -het eiland in de Maas- was door de zware overstroming niet zonder gevaar te bereiken. Toen kwam weer iemand zeggen: "De dokter van Késing kumptj es gêr hem goat hoale". Verlegenheid, berusting: "erm vroumes!" Boeren zijn bedachtzame mensen die geen onberekenbare risiko's nemen. "Weem geit?".. Arme mensen, wat een beslissing! Zonder veel "gedoons" gaan de gebroeders Bér en Wullem (van de Luut) -beide verstokte vrijgezellen (tot hun levenseinde zal later blijken) hun schuit halen. Zij zijn Maasvissers van beroep. Zij kennen de nukken en stromingen van hun Maas. Dokter Nijssens wordt opgehaald met de "schuut van de Luut". De mensen van de Laak zullen deze dappere man en goede dokter in hun hart sluiten. Hij redde het leven van moeder en zoon. Bér en Wullem brachten hem weer terug over het kolkende water. Op die manier moesten zij vier keer oversteken! De dijk heeft het gehouden. De militairen zijn komen helpen. Het "groat water" heeft gelukkig geen slachtoffers gemaakt in Ohé en Laak. Dekoratie die Dr. Nijssens ontving naar aanleiding van zijn optreden tijdens de watersnood in 1926. (Foto: Karei Peeters, Kessenich) 144

Uitzonderlijke mensen laten hun ware aard zien als het ogenblik van de waarheid slaat. Dit was het uitzonderlijke verhaal van drie mensen. Twee vissers en een dokter. In Ohé en Laak is er nog steeds het volgende gezegde: "Vader, moder, 't weurdj erger., goatj noa Késing, allein de dokter van Késing kan nog helpen!" Koningin Wilhelmina, die zelf ook ter plaatse de overstroming is komen bekijken, heeft drie zilveren medailles uitgereikt voor de diensten die verleend werden toen het werkelijk nodig was.. PERSONEEL Niet alleen op het kasteel Borgitter was er veel dienstpersoneel aanwezig. Ook dokter Nijssens had personeel in dienst. Hieronder een opsomming van de personeelsleden die bij hem ingeschreven stonden in de periode 1902-1920. Men kan vaststellen dat er personeel kwam uit Belgisch- en Nederlands Limburg, maar ook bijvoorbeeld uit Luik: - HINOUL Hendrik, o (geboren) Ophoven 16.10.1876 (of ' 11), ongehuwd, dienstknecht; van Ophoven 24.06.1902, naar Ophoven 22.07.1902 Rekening van 18 februari 1920 voor de verlossing van Jan Kunnen, vader van sekretaris Mathieu Kunnen. (Verzameling: Mathieu Kunnen, Molenbeersel) 145

Brief van Dr. Nijssens aan de Heer BELLEFROID, hoofd der Staatsgebouwen te Hasselt, betreffende de verkoop van zijn woningen verhuurd aan de Rijkswacht - 8 november 1948.

- DRUMMEN Egidius, o Berg en ter Blijt 03.01.1849, Nederlandse nationaliteit, gehuwd met Agnes Van Sintfijt, o Houthem 21.01.1852, dienstmeid, Nederlandse nationaliteit, van Schimmert op 06. 06.1903 - DRUMMEN Johannes, o Maastricht 03. 04.1887, ongehuwd, Nederlandse nationaliteit, van Schimmert op 06.06.1903 naar Elsene, Troonstraat 137 op 02.06. 1904 - RAMAEKERS Joannes, o Haelen, 27.02. 1864, weduwn.,nederlandse nationaliteit, van Roermond op 28.04.1904, naar Haelen op 27.01.1905 - BIERMANS Ida, o Vlodrop 03.12.1868, ongehuwd, Nederlandse nationaliteit, van Vlodrop op 30.11.1904 - DAENEN Pieter, o As 05.06.1881, ongehuwd, van As, Zevenhuysenstraat 106 op 30.09.1905, naar Stevoort, Kapelstraat 1 op 14.04.1906 - KURVERS Guillaume, o Ophoven 12.05. 1882, ongehuwd, van Ophoven op 30.03. 1906 - CHRISTIS Petronella, o Kinrooi 30.03 1891, ongehuwd, van Kinrooi op 03.05. 1907, naar Tongeren, Ch. de Liège 8 op 07.02.1919 - KNIPPENBERG Catharina, o Kessenich 09.01.1888, meid, naar Maaseik op 19. 11.1912 - VANDE SANDE Josephina, o Kessenich, 01.08.1885, komende van Brussel en op 09.09.1912 naar Kessenich, Kerkstraat 75. In dienst als meid. - SCHREURS Petrus, o Wessem 21.02.1896, knecht, van Wessem op 31.05.1913 en terug zonder aanmelding op 04.01.1915 - KLINKENBERG Guillemina, o St.-Nicolas (Luik) 06.09.1901, kindermeid, van Luik op 25.11.1916 en terug op 01.08.1919 - PIETERS Joannes Martinus, o Diepenbeek 28.01.1880, knecht, van Diepenbeek op 27.03.1917, naar Diepenbeek op 07. 02.1919 - BRICHET Mariette Alice, o Ecaussines 24.11.1895, gouvernante, van Pepinster op 08.11.1917, naar Pepinster op 19.04 1918 Dochter Cornelly Leonie Marie Josephina Nijssens te paard. (Verzameling: Driane, Maaseik) - BONHOMME Mathilde Antoinette, o Hasselt 22.08.1899, gouvernante, van Herstal op 24.09.1918, naar Herstal op 10 07.1919 - ENGELEN Anna Maria, o Weert 14.02. 1898, dienstmeid, van Weert op 04.07. 1919 en vertrokken naar Weert op 01.05 1920 - HAELS Felix Pieter, o Beek 29.08. 1887, knecht, van Diepenbeek op 08.07. 1919, naar Hasselt op 16.09.1919 - KONINGS Maria Catharina, o Neeritter 01.09.1869, meid, yan Neeritter op 26. 10.1920, naar Neeritter op 07.06.1921. * * * 147

Donaat Snijders, Dokter Nijssens, tekst 1985 Archief gemeentebestuur Kinrooi Verzameling Driane te Maaseik Archief Regie der Gebouwen, Hasselt Piet Henkens, in "Hier 't Maasland", weekblad, 7 januari 1986 Dagblad "Het Belang van Limburg", 4-5 augustus 1973 Archief Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi Dr. Léonard Nijssens, vader van Dr. U.J. Nijssens (Verzameling: G.H.K. - bidprentje) Dokter Nijssens overleed op 27 november 1949 te Kessenich. Zijn echtgenote, enige dochter en kleinzoon zijn allen overleden. Ze liggen begraven op het kerkhof te Maaseik in de familiegrafkelder. Dokter Nijssens was familie van dokter Driane uit Maaseik. De familie Driane bewaart met zorg de medaille uit 1926, geschonken door de Nederlandse Koningin aan Dr. U.J. Nijssens. Op zijn rouwprentje lezen we dat hij ook werkzaam is geweest in het verzet want hij was kapitein van het Geheim Leger. Over deze bekende figuur is nog lang niet alles achterhaald of geschreven. Wie speurt verder? WERNER SMET Bronnen Piet Henkens, De Geschiedenis van Kessenich, Kinrooi, 1979 NIJSSENS Bovenstaand wanen is te zien on een ulasraam in de kerk van Aldeneik. geschonken in 1861 door Jean- Louis Nijssens, oud-burgeineester van Maaseik en lid van de provincieraad. Hij werd te Maaseik geboren ca. 1800 en huwde aldaar op 26 november 1830 met Barones Anna Elis. Eleonore Hubertina van St.-Remy ( Millen - Sittard ca. 1795). dochter van Andreas Engelbertus Joseph en Anna Theresia Salina De Schmetz. Jean- Louis Nijssens was de zoon van Joseph Jacques (1757-1816) en van Eyckholt Catharina Elisabeth (1759-1828). die te Maaseik huwden op 5-1 1-1783. en de kleinzoon van Hubert Nijssens en Maria Anna Loyens (x Maaseik 40-4- 1752) en van Jean- Francis Eyckholt en Anna Gertnidis van Meeuw en (x Maaseik 29-9-1756). Burgemeester J.L. Nijssens woonde te Maaseik in 't Ven. waar hij op 18 maart 1875 overleed. Als wapen voerde hij «in goud een rood klaverkruis». Piet Severijns en Francis Goole in: Het Belang van Limburg, zaterdag 4 - zondag 5 augustus 1973. (Verzameling: G.H.K. Kinrooi) 149

Uit mijn jonge jaren... DE OORLOG 1914-1918 TE MOLENBEERSEL Ik herinner me nog duidelijk dat "de grote mensen" vol bezorgdheid de gebeurtenissen bespraken welke voortsproten uit de, in Sarajevo (Servië) gepleegde moord op de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije. Natuurlijk kwamen de berichten slechts schaars door in dorpjes als Molenbeersel. Kranten waren immers zeldzaam en andere media waren nog helemaal onbekend. Toch voorvoelden de mensen onraad. Zo zie ik nog hoe jonge mannen tegen de avond naar de dorpskom afzakten in de hoop er enig nieuws te horen. Ze schenen er op te rekenen aan de kerk de veldwachter te ontmoeten, die toch moest weten of rekruten en reservisten werden opgeroepen... Jongere lezers (jonger dan, laten we zeggen, 80 jaar), moet ik toch vooraf waarschuwen: vergelijk de eerste wereldoorlog vooral niet met de tweede oorlog! -In 1914 bleef Nederland neutraal en dus was de vijand verplicht ons landje binnen te vallen in de provincies Luik en Luxemburg. - Vliegtuigen kwamen er in het begin niet bij te pas. Operationeel werden ze aan de fronten veel later ingezet. Het eerste vliegtuig dat ik ooit zag, vloog over de speelplaats van onze school in Oud- Kevelaer. Het was blijkbaar opgestegen op het vliegveldje van As, dat later nog een tijdje gebruikt werd door de Belgen. -Tanks werden door de geallieerden pas in 1917 ingezet en hun sukses was aanvankelijk niet zo groot. Gasaanvallen gebeurden ook veel later. -De bewapening der troepen bestond uit geweren, zeldzame mitrailleurs en kanonnen. Alleen hogere officieren be schikten over een auto. Het gros van 't leger verplaatste zich te voet. Bevoorrading geschiedde met kar en paard. -Merk verder dat in mei 1940, na 3 a 4 dagen de vijand was doorgedrongen tot Givet, Dinant, Namen, Leuven.. Ten noorden van de Maginotlijn had de Duitse overmacht een bres geslagen van ongeveer 100 kilometer breedte. (Volgens kaart, na 28 mei, overgemaakt aan onze legereenheden door onze Generale Staf. Kopij van deze kaart is in mijn bezit). In augustus 1914 moeten de Duitsers vermoed hebben dat onze verdediging niet veel zaaks was. Ze vergisten zich: de forten van Luik hielden wekenlang stand. In het zuiden zijn ze op Franse eenheden gestoten (1). Limburg werd voor het grootste deel gespaard. Alleen te Halen greep een hevig gevecht plaats, waarbij een Duits keurkorps (kavalerie) zwaar verlies leed (2). De eerste dagen van de oorlog waren 150.

er gruwelijke geruchten in omloop: burgers werden afgeslacht, die (zogezegd) op Pruisische soldaten geschoten hadden. Ze heetten "francs-tireurs" (vrijschutters)... kinderen werden mishandeld... ja, de handen afgehakt... (3) Die verhalen verwekten een panische angst onder de bevolking. Geen wonder dat de onderwijzers Ramakers en Tijs- kens hun leerlingen een ganse dag verborgen hielden in de bossen van het "Brook". Ze zijn natuurlijk noodgedwongen s avonds teruggekeerd. (Men houde er rekening mee dat het schooljaar tot eind augustus liep). * * * En toen, op een mooie voormiddag, kwamen twee Uhlanen (verkenners) van uit Kinrooi het dorp Molenbeersel binnengereden. Ze hielden hun vurige paard- jes in vlak vóór de kerk, keken behoedzaam links... rechts... Hun eerste bezoek was aan 't postkantoor. Daar troffen ze kantoorhouder Boonen aan, die juist naar Maaseik telegrafeerde "De Pruisen zijn in ons dorp.." Brutaal werd hij van zijn stoel gerukt. De draden werden doorgeknipt., de telegraaf bleef vier jaar dood. In 't café Keyers lesten de mannen hun dorst. Ze zagen daar een landkaart van België aan de muur. Die viel niet in hun smaak., ze haalden ze van de muur en scheurden ze in stukken. Waarschijnlijk zijn ze verder gereden tot aan de grens. Ze verdwenen weer in de richting van Kinrooi. * * * Laat me nog vertellen dat rond die dagen de rijkswachtkazerne van Bree in de vlammen opging. Als knaap heb ik ze -samen met mijn ouders- in de avond zien branden. We stonden achter het huis Keyers, waar later meester Lemmens bouwde en zagen in het westen de vuurgloed. Toen namelijk de Duitsers het stadje waren genaderd, werden ze beschoten. Dus moest de stad boeten... Iemand heeft hun tenslotte "aan het verstand" kunnen brengen dat gendarmen gevuurd hadden. Bijgevolg de fakkel aan de "Gendarmerie Nationale/Nationale Gendarmerie", zoals die destijds heette. * * * Enkele dagen na de komst van de Uhlanen werd ons dorp overspoeld door soldaten. In vele huizen werden ze ingekwartierd. Hun paarden kregen plaats in de stallen en de schuren. Strategisch had ons dorp geen enkel belang, maar er was de grens met Nederland en dat was "de ontsnappingsroute". Vele jongeren zijn in die tijd naar Holland gevlucht. Koster Segers en postbediende Boonen hebben, in maanloze nachten, tientallen mensen op de weg naar het veilige Holland begeleid. Tot op een avond Boonen streng ondervraagd werd door een Duits officier, die hem bedreigde met zware straffen. Maandenlang voelde hij zich bespied. Een smekende dame met twee kinderen heeft hij niet willen helpen.. Hij durfde gewoon niet meer... Later kwam dan de draadversperring... (Wellicht schrijf ik daarover nog eens) Het is wel begrijpelijk dat het leven in die tijd grondig veranderde. De Duitsers gingen brutaal tewerk: alles werd "verduitst"..: - onze Frank moest de plaats ruimen voor de Mark en de Pfenning.. - de postzegels werden Duitse zegels. - elke brief moest open blijven voor censuur en als er toch een door de post besteld werd, droeg die de stempel "Geprüft und freigegeben". - de eerste maanden van de bezetting mocht niemand het dorp verlaten zonder Schein" (namelijk een "pas"), die je mocht afhalen bij de plaatskommandant in een lokaal van de zusterschool. - de Pruisen voerden de identiteitskaart in. Ik hoor mijn vader nog zeggen: "Es de Pruuse weg zeen, hubbe we ze neet mie vandoon..". Hij vergiste zich.. 151.

- en dan waren er de opeisingen. Naarmate de oorlog vorderde, werden ze hatelijker: de bezetter had paarden nodig, vee, graan.., later koper (4) en notebomen (het hout moest dienen voor het maken van geweerkolven). Natuurlijk waren de bevelen voor de opeisingen "van hoger hand". Het toezicht op de naleving er van, lag voor het grootste gedeelte in één hand, die van gendarm Kopp. Hij was een stuurse man, een duivelse kerel. Wie hem zag aankomen op zijn hoogpotig paard, liep de buurt verwittigen... Hij kwam alleen.., betrad de stallen en schuren.., telde de koeien en de kalveren, de varkens, de kippen.. Hij wroette met een stokje in de uitwerpsels der zwijnen, om te achterhalen of er "gekookt graan" gevoerd werd.. Kortom: niets ontsnapte aan zijn speurend oog. Hij was een zeer gevreesd man. beetje reserve aan te leggen. Keuterboertjes, vaklui... ze leden gebrek. Gelukkig daagde er enige hulp op, namelijk "het komiteit". Dat was voedselhulp uit Amerika. Op gestelde dagen, twee- of driemaal per maand, werden aan de zogenaamde behoeftigen, bij Godfried Truyen tegenover de kerk, eetwaren verkocht tegen schappelijke prijzen. Er was meel te krijgen, vet, bruine bonen, honing, spek (Wilson genoemd) een handbreed dik, maar zonder een spiertje rood. * * * De oorlog duurde en bleef duren. In het verre, praktisch geïsoleerde "Biersel" vernam men zeer weinig over het verloop van de gevechten. Toen de hoogspanningsdraad er was (1916?), werd het aantal bezetters tot een minimum herleid. In het dorp zag men nog zelden soldaten. De administratieve dienst was gevestigd bij Rodegas, het huis dat later bewoond werd door molenaar Keijers. De relaties tussen burgers en Duitsers waren koel. De mensen bleven achterdochtig. De Pruisen waren vijanden. Wel moeten de inwoners bemerkt hebben dat de soldaten hun brutaliteit haast allemaal hadden afgelegd. De ontgoocheling en de mismoed stond op hun gelaat te lezen. * * * Naargelang de droevige tijd aansleepte werd het leven alsmaar moeilijker. Er was gebrek aan eten, aan kleren, aan schoeisel, aan "petrol".. Wat voedsel betreft: "gevestigde boeren" slaagden er in -ondanks Kopp- nu en dan een 152. "Op terugweg van het komiteit" te Molenbeersel tijdens 1914-1918. Van links naar rechts op de foto: Gertrude Vanlaer, echtgenote Theodoor Vandewinkel ("Trui van Naartjes"), Maria Baens, echtgenote Jan Coenen ("Mie van Transvaal") en Rosal ie Baens, echtgenote van Jan Schouteden ("Rooske van Nelle") Deze laatste leeft nog. Met dank voor het beschikbaar stellen van de foto aan de familie Bruckers- Truijen te Molenbeersel!

De goederen lagen uitgestald op lange tafels op schragen. Ze werden zeer nauwkeurig gewogen op balansen,buiten, bij droog weer en anders in de schuur van Truyen. Het kliënteel moest aanschuiven in lange rijen. Over de kwaliteit van het aangebodene kan ik niet veel vertellen.. Minderwaardig was t beslist niet.. En de mensen waren niet kieskeurig.. Welke "bewijzen" de mensen voorlegden, weet ik niet meer. De rantsoenen waren evenwel beperkt. Het "beheer" van het komiteit berustte bij Pierre Pelsers, schoonzoon van Friedje. Hij was opsteller bij de post, maar zonder betrekking, omdat de post vrijwel heel verlamd was. Pelsers was een integer en bekwaam man. Het "komiteit" kreeg nog een tijdje bevoorrading na wapenstilstand, uit "stocks" waarschijnlijk. Pelsers kreeg intussen een betrekking als postmeester in Waimes en Boonen zette zijn taak verder tot de likwidatie van het komiteit. * * * De sombere moedeloosheid van de Duitsers, hun toenemende onverschil1iheid.. 't moet de dorpsmensen toch tot nadenken genoopt hebben: het einde van de oorlog was vroeg of laat te verwachten. En dan., eindelijk "wapenstilstand" op 11 november 1918.. om 11 uur. Vraag die de simpele inwoners zich stelden: wat beduidt "wapenstilstand"? Was nu de oorlog voor goed gedaan? Er waren nog altijd militairen in het dorp.. Er was de zorg om onze eigen soldaten en weggevoerden.. We hebben de Pruisen dan zien vertrekken: ze mochten in Maaseik over de brug, dwars door Nederlands Limburg naar huis.. Ik heb, in mijn bijdrage over de tram Maaseik-Weert reeds verteld hoe mak ze afgereisd zijn.. Toen een spuiter begon te zingen: "In der Heimat, in der Heimat, da gibt's kein Essen mehr" keken ze suf voor zich uit.. Verslagen lui..! En dan was het wachten op onze heldhaftige verdedigers.. Zouden ze wel allen ongedeerd terugkomen..?? N O T E N MAARTEN JOZEF BOON (1) Vóór een tiental jaren, op vakantie in het zuiden van Luxemburg, bezocht ik in een klein dorpje, nabij Aarlen- Rossignol genaamd- een kerkhof. Ik vond daar graven van Franse gesneuvelden, gevallen in 1914. (2) Pastoor Aug. Cuppens, dichter van Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, schreef een lang gedicht over het bloedig treffen te Halen, "De Slag der zilveren Helmen". (3) Na de oorlog is er nog veel te doen geweest over de zogeheten "francstireurs" (vrijschutters). Het bleek alvast dat de burgers niet geschoten hadden, alhoewel de Duitsers dat beweerden. Het is anderzijds een feit dat de vijand zich in 1914 op verscheidene plaatsen schandelijk gedragen heeft. Zo onder andere te Aarschot waar ze beestachtige moorden begingen. (4) Koper inleveren.. Vele mensen verstopten hun koperen voorwerpen in het hooi, in de "krikkeberm". Ketels, pannen, enz., ze mochten niet in de handen van de vijand vallen. Koster Segers en postbediende Boonen hebben -gewapend met stallampentientallen kandelaars uit de kerk weggeborgen in de duisterste hoekjes boven de gewelven van het kerkgebouw. (5) De verplichte tewerkstelling werd voor de Duitsers een noodzaak: hun weerbare mannen stonden aan de fronten. In 1940 en volgende jaren hadden ze immers ook werkkrachten nodig. Aanvankelijk gingen in die jaren talrijke vrijwilligers naar Duitsland... Later werden vele jongeren opgeëist., sommigen van hen konden onderduiken, met alle gevaren daaraan verbonden. In 1916 (?) werden zogezegde werkelozen opgetrommeld en naar Maasiek, naar de marktplaats gevoerd. De Duitsers 153.

pikten er toen een groot getal uit de dichte rangen.. De arme kerels werden per trein naar Kassei gesleept. Op die dag mocht geen mens op straat komen. Een patrouille trok door het dorp. Heel waarschijnlijk zijn niet alle slachtoffers later ongedeerd teruggekeerd.. Men heeft na de oorlog nog lang geroddeld over de wijze waarop de Duitsers ingelicht werden betreffende de zogeheten werkelozen... (6) Over het vertrek van de laatste Duitsers uit Molenbeersel heb ik reeds wat verteld in mijn bijdragen "De tram Maaseik-Weert". Toen ik jaren geleden het boek: "Der Weg zurück" van E.M. Remarque las, begreep ik wel waarom de Duitsers na 11 november zo sip keken. In 1914 hadden ze veel lef.. Op hun koppelriem stond immers te lezen "Gott mit uns".. In 1918 heerste in hun vaderland de grootste wanorde en dat moeten ze wel geweten hebben, ook de niet meer zo talrijke militairen die uit Beersel naar huis terugtrokken. NOGMAALS AANVULLINGEN BIJ DE GENEALOGIE HOUBEN EN HET "HERANTHOUS" In ons "Van de redaktie" in het vorige nummer (1) schreven we dat het "opnemen van een bepaalde bijdrage in dit tijdschrift, voor anderen aanleiding kan zijn om verder te graven en., aanvullingen of verbeteringen in te zenden". Dit wordt andermaal bewezen door onderstaande bijdrage, van de hand van Mej. An- nie Rutten, eigenares en bewoonster van het "Heranthous" (Heerenhuis), waarbij zij interessante aanvullingen en rechtzettingen geeft naar aanleiding van de bijdrage "Aanvullingen bij de genealogie Houben" (2). We zijn er haar en haar familielid Mr. Houben -die ons ook telefonisch nog een aantal toelichtingen gaf- zeer erkentelijk voor! NOGMAALS AANVULLINGEN EN RECHTZETTINGEN In uw tijdschrift, jrg. 7, nr. 2, blz. 84-85, publiceert U de bijdrage: "Aanvullingen bij de genealogie Houben". Naar aanleiding hiervan ben ik zo vrij onderstaand de volgende opmerkingen te maken: 1. In het "Nederlands Patriciaat", uitgave van het Centraal Bureau voor Genealogie te 's Gravenhage, jrg. 49 (1963) begint de genealogie Houben als volgt: - Arnoldus (Aerdt) Houben, geboren omstreeks 1610, woonde te Kessenich, o- verleden na 1656, trouwt vóór 1642 Petronella (ook: Helena) Coninghs Arnoldus dr. - Joannes Houben, gedoopt te Stevensweert 31 augustus 1651, gegoed in Kessenich, woonde in 1682 op "de winninghe" tegenover Stevensweert aan de Maas (identiek met het "Heranthous", voorkomende op de "Carte particuliaire des environs de Roermonde, Venlo, Ie marais du Peel, etc." -A Bruxelles chez E.H. Fricx, 1709- dat gedurende de Spaanse successie-oorlog verwoest zou zijn), overleden Kessenich 21 september 1698, trouwt Ophoven- Geijstingen (Belg.Limb.) 18 juli 1682 Joanna Gielen, gedoopt aldaar 27 december 1660, overleden na 1739, dochter van Renerus en Wendelina Op de Gansweyde. Na het overlijden van Joannes Houben hertrouwde Joanna Houben-Gielen met Reynier Meerten. 2. Joannes Houben is derhalve dezelfde persoon als vermeld op de grafsteen gelegen op het kerkhof te Kessenich. 154

3. In het "Heranthous" bevonden zich geen muurankers met daarop het jaartal 1759. Wél een gevelsteen met dit jaartal. Deze steen fungeerde waarschijnlijk als sluitsteen om daarmede een renovatie of uitbreiding aan te duiden. Hieronder volgen in jaarvolgorde de mij bekende 18e eeuwse. aanduidingen en kaarten waarop mijn woonhuis voorkomt: a. "Die Belagerung Steffnswert" 1702. Hierop komt mijn huis reeds voor in de huidige grondstruktuur met aanduiding "Bauern Haus" (archief Wal borg). b. Kaart vermeld onder punt 1 (zie hiervoor) uit 1709 met aanduiding "Heranthous". Hieruit moge gekonkludeerd worden dat, in geval het juist mocht zijn dat "Heranthous" verwoest werd tijdens de belegering van Stevens- weert in de Spaanse successie-oorloo in 1702, dit huis weer herbouwd werd vóór 1709. c. Reyner Meerten (zie hiervoor onder punt 1) wordt vernoemd in een gicht op 27 juni 1716 en heet daar van Eeren teghen over het foort St. Stevenweert. (R.A.H., schepenbankarchief Ophoven, gichten, nr. 21). d. Op een gekleurde manuscriptkaart met het plan van Stevensweert door ing. W.I.S. Marlet (1734) staat mijn huis in de huidige grondstruktuur ook vermeld, echter zonder benaming. Het kan derhalve niet juist zijn dat Peter Houben, geboren in 1718, het "Heranthous" herbouwd heeft. (Zie pijl op onderstaande manuscriptkaart door ing. W.I.S. Marlet van 1734 - Copyright Streekmuseum Stevensweert) 155.

e. In het voornoemde "Nederlands Patriciaat" staat dat Peter Houben zich te Kessenich vestigde en aldaar het "Heranthous" herbouwde. Op grond van het hierboven gestelde is dit m.i. foutief. Wèl mag aangenomen worden dat Peter Houben die in 1743 te Herten gehuwd was, na het overlijden en de deling van zijn vader in 1742, in 1743 te Kessenich is komen wonen omdat aldaar in 1744 zijn eerste kind geboren werd. Mogelijk was toen het "Heranthous" vrijgekomen door het overlijden van zijn grootmoeder Joanna Houben(Meerten)-Gielen (overleden na 1739). Het aanmerken van Peter Houben als herbouwer zal te maken gehad hebben met de gevelsteen uit 1759. Ten tijde van het verschijnen van "Er ligt een eiland in de Maas", van drs. W. Sangers en A.H. Simonis en het voornoemde "Nederlands Patriciaat" in 1963, was het hiervoor gemelde onder de punten a. en d. nog niet bekend. f. Figurative Caart uit 1776 met huidig grondpatroon huis (zie archief Wal borg). g. Figurative Caarte uit 1783 met huidig grondpatroon huis, aangeduid als 't Veerhuis (zie archief Wal borg). Peter Houben zette sedert 1758 "militaire commandoos" over en pachtte in 1770 het "veer en visscherije" van den Heere Grave van Heiden-Hompesch (zie archief Wal borg). h. Carte Particuliere de Stevensweert, Maeseyck et de Brey (a Deventer chez Jean de Lat et a Almelo chez Jacob Keizer), in Reis- en Handatlas van Vlaanderen, Braband en aanleggende Landschappen, Amsterdam (in de Boekwinkel van S.J. Baalde), uitgegeven in de tweede helft der 18e eeuw met aanduiding "Heranthous". Mej. A.M.M.E. RUTTEN Detail (verkleining) uit ue kaart van landmeter Smabers, gedateerd 1786. Archief gemeente Thorn. N O T E N (1) Mathieu Kunnen in: "Dao raostj gét!", jrg. 7, nr. 2, 18 november 1988, blz. 71. (2) Jan Poukens, Aanvullingen bij de genealogie Houben, in: "Dao raostj gét!", jrg. 7, nr. 2, 18 november 1988, blz. 84-85.