heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 augustus 2013, sector SOB (nr. 4378043) gelezen;



Vergelijkbare documenten
heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2009, sector SOB/RO (nr ) gelezen;

heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2015, DIR.SO.VV (nr ) gelezen;

Verordening parkeerbelastingen 2016 gemeente Amersfoort

Parkeerverordening Venray 2016

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2009, sector SOB/RO (nr ) gelezen;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Parkeerverordening 2013

Vaststellen verordening parkeerbelasting 2014 (inclusief tarieven) Registratienummer: GF

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Verordening op gebruik van parkeerplaatsen en verlening van parkeervergunningen 2017.

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012 (parkeerbelasting) Registratienummer: GF

Verordening op het parkeren 2007

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2018

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.(

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

De raad van de gemeente Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 16 december 2009;

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; besluit :

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2016

Parkeerverordening. C!! emborg

gelezen het voorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2016

Verordening parkeerbelastingen 2016-II, gemeente Amersfoort

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 2 december 2010;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Boxtel 1996; Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Onderwerp : Verordening parkeerbelastingen De raad van de gemeente Beverwijk;

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2017

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

Gemeenteraad Zaltbommel Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 vastgesteld

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening parkeerbelastingen december Officiële uitgave van gemeente Tilburg.

Verordening parkeerbelastingen

Jaar: 2013 Nummer: 97 Besluit: Gemeenteraad 7 november 2013 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2014

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders: B E S L U I T: Pagina 1

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2017.

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum van 15 oktober 2013, nummer RV2013.

Verordening parkeerbelastingen Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016 (Verordening parkeerbelastingen 2016)

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Gemeente Zeist Verordening parkeerbelastingen Zeist 2016

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2017, nr ,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2006;

CVDR. Nr. CVDR616638_1 VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (PARKEERVERORDENING 2016)

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016

Nummer 090 J. Parkeerbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2007;

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2019

Afdeling Belastingen. Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening parkeerbelastingen Deurne 2018

Parkeerverordening 2016

Verordening parkeerbelastingen 2017 gemeente Terneuzen

besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018

Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2018

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 gemeente Harderwijk

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2009;

De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 Stb.

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent parkeerregulering en parkeerbelasting Parkeerverordening Delft 2018

Raadsvoorstel 78L. Gemeenteraad. Vergadering 3 november 2016 verbeterd exemplaar. Onderwerp : Verordening Parkeerbelastingen Helmond 2017

Opmerkingen m.b.t. de regeling Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Deurne 2017

Verordening op de Heffing en Invordering van Parkeerbelastingen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2019;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

Het tarief van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen is conform bestendige gedragslijn verhoogd naar het wettelijk vastgestelde maximum van 51,--.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2008;

Raadsvoorstel

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018.

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013;

AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

Gemeente Zeist - Parkeerverordening Zeist 2016

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019.

Jaar: 2010 Nummer: 92 Besluit: Gemeenteraad 11 november 2010 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2011

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Amstelveen 2016

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 15 november 2016;

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

Transcriptie:

Verordening Reg.nr. 4377969 De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 augustus 2013, sector SOB (nr. 4378043) gelezen; vindt het gewenst regels te stellen voor het vergunningparkeren en betaald parkeren in de gemeente Amersfoort; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994 en de Algemene wet bestuursrecht, b e s l u i t: vast te stellen de volgende Verordening: Parkeerverordening 2014 AFDELING I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 #4377969 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze Verordening wordt verstaan onder: 1. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990; 2. brommobiel: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990; 3. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, alsmede brommobielen, en met uitzondering van kampeerauto s en vrachtauto s; 4. aanhangwagen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990; 5. kampeerauto: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Regeling Voertuigen; 6. parkeren: het gedurende de aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; 7. wegen: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994; 8. houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens was ingeschreven, met dien verstande dat ook degene die middels een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat tijdens het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven, als houder wordt aangemerkt. 9. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, waaronder ook verzamelparkeermeters, en wat naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; 10. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur; 11. dagparkeerplaats: parkeerapparatuurplaatsen geschikt voor een maximale parkeerduur van 24 uur; 12. langparkeerplaats: parkeerapparatuurplaatsen geschikt voor een maximale parkeerduur van 4 uur; 13. kortparkeerplaats: parkeerapparatuurplaatsen geschikt voor een maximale parkeerduur van 1 uur; 14. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die: a. is aangeduid met het bord E9 (of bord 99a) uit bijlage I van het RVV 1990;

b. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd; c. door de gemeente is gemarkeerd voor het parkeren door vergunninghouders; 15. vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarmee het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen; 16. vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend. 17. bewonersvergunning: een vergunning voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die als bewoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op een adres staat ingeschreven en van wie het adres een zelfstandige woning betreft, in een gebied waar het fiscale regime van kracht is; 18. bedrijfsvergunning: een vergunning voor een onderneming, gevestigd binnen de gemeente Amersfoort; 19. bezoekersvergunning: een vergunning voor bezoekers van een bewoner die staat ingeschreven op een adres binnen het vergunninggebied; 20. artsenvergunning: een combinatie van een vergunning, geldig in alle parkeergebieden en fiscale zones, en een ontheffing van parkeerverboden voor een beoefenaar van een medisch, paramedisch of ander beroep, waarbij sprake is van een mensreddend element; 21. dalurenbezoekersvergunning: een vergunning voor bezoekers van bewoners, waarbij sprake is van een beperkte geldigheidsduur van de vergunning ten opzichte van de 'normale' bezoekersvergunning; 22. dagvergunning: een vergunning welke geldig is gedurende een periode van 00.00 uur tot 24.00 uur; 23. deelauto: een personenauto met herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder, of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden; 24. deelautoaanbieder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die motorvoertuigen voor deelautogebruik ter beschikking stelt; 25. deelautovergunning: een vergunning voor deelauto s, bedoeld voor het parkeren op een gereserveerde parkeerplaats voor een deelauto van een deelautoaanbieder; 26. tariefzone: de verdeling van Amersfoort in verschillende zones zoals omschreven in de Verordening parkeerbelastingen, waarbinnen een daartoe vastgesteld tarief geldt voor het betaald- of vergunningparkeren. 27. vergunninggebied: een gebied als bedoeld in bijlage 1 behorende bij de Verordening parkeerbelastingen. 28. beroep of bedrijf: hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat, met dien verstande dat beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf als de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond. 29. zelfstandige woning: een zelfstandig belastingobject in de zin van de onroerende zaakbelastingen in gebruik als woning. 30. parkeerplaats op eigen terrein: a. een parkeerplaats niet zijnde een parkeerplaats in een openbaar toegankelijke private parkeergarage die met een abonnement wordt afgenomen - waarover de aanvrager beschikt of kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of; b. een parkeerplaats waarop de aanvrager aanspraak kan maken (al dan niet via een wachtlijst) in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een omgevingsvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst, voor de woning van de aanvrager bestemd is of; c. een voormalige parkeerplaats op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming dan die van parkeerplaats heeft gekregen. 31. woning/ruimte zonder parkeerplaats: een zelfstandige woning of andere ruimte, die in de omgevingsvergunning is aangemerkt als Woning/ruimte zonder parkeerplaats, als zodanig is opgenomen op de POET-lijst en waarbij geldt dat de eigenaar/bewoner niet in aanmerking komt voor een parkeervergunning. #4377969

AFDELING II AANTAL PARKEERVERGUNNINGEN PER VERGUNNINGGEBIED Artikel 2 Maximaal aantal vergunningen 1. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, het maximaal aantal uit te geven bewoners-, bezoekers- en bedrijfsvergunningen, uitgezonderd dagvergunningen, per vergunninggebied vaststellen. Voor bewoners- en bezoekersvergunningen hanteren zij daarbij de volgende formule: (aantal belanghebbendenplaatsen x 1,25) + (aantal lang- en dagparkeerplaatsen x 0,8). 2. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, het maximaal aantal uit te geven vergunningen wijzigen als het aanbod van parkeerplaatsen met 5% of meer stijgt of daalt. 3. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, nadere regels vastleggen voor de maximale uitgifte van het aantal vergunningen. AFDELING III PARKEERVERGUNNINGEN Artikel 3 De bewoners- en (daluren)bezoekersvergunning 1. Als het maximaal aantal vergunningen in een vergunninggebied niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 7, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag een vergunning verlenen aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die als bewoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op een adres staat ingeschreven dat een zelfstandige woning betreft in een gebied waar het fiscale regime van kracht is, voor het betreffende vergunninggebied. 2. Als het maximaal aantal vergunningen in een vergunninggebied niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 7, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de bewoner per zelfstandige woning een vergunning verlenen voor bezoekers van die bewoner die staat ingeschreven op een adres binnen het vergunninggebied. 3. Een eerste bewonersvergunning voor bezoekers al of niet op medische indicatie wordt gelijkgesteld aan een vergunning als vermeld onder het eerste lid. 4. Om de rangorde voor verlening van de vergunningen te kunnen toepassen op de aanvragen voor op het eerstkomende jaar, stellen burgemeester en wethouders een beoordelingsdatum en aanvangstijdstip vast voor het indienen van de aanvragen. 5. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag van de bewoner die staat ingeschreven op een adres binnen een vergunninggebied per zelfstandige woning een dalurenbezoekersvergunning verlenen voor bezoekers van bewoners, waarbij sprake is van een beperkte geldigheidsduur van de vergunning ten opzichte van de 'normale' bezoekersvergunning. Deze dalurenbezoekers-vergunning is geldig in door burgemeester en wethouders nader aan te geven gebieden. Artikel 4 De deelautovergunning 1. Burgemeester en wethouders kunnen vergunningplaatsen toewijzen in het vergunninggebied bestemd voor deelauto's. 2. Voor deelautobedrijven geldt dat: a. de deelautovergunning alleen geldig is op de daartoe aangewezen vergunningplaats; b. per vergunningplaats maximaal 1 vergunning wordt uitgegeven op naam van de deelautoaanbieder. 3. Voor particulieren geldt dat in aanvulling op en onverminderd het bepaalde in artikel 3, burgemeester en wethouders op aanvraag van een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor deelautogebruik, een bewonersvergunning kunnen verlenen voor één of meerdere vergunningzones, als de autostandplaats is gelegen in één of meerdere gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn. 4. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, nadere regels vastleggen voor de uitgifte van deelautovergunningen. #4377969

Artikel 5 #4377969 De bedrijfsvergunning 1. Als het maximaal aantal vergunningen in een vergunninggebied niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 7, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een pand, gelegen in een vergunninggebied een bedrijfsvergunning voor het betreffende vergunninggebied verlenen. 2. Als het maximaal aantal vergunningen in een vergunninggebied niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 7, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een pand, gelegen in een vergunninggebied in zone A, een bedrijfsvergunning voor het gebied B1 in zone B verlenen. 3. Burgemeester en wethouders kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 7, op aanvraag aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent vanuit een pand gelegen in een vergunninggebied in zone A of B een vergunning verlenen die geldig is in alle vergunninggebieden en fiscale zones. 4. Als het maximaal aantal vergunningen in een vergunninggebied niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 7, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent vanuit een pand dat niet is gelegen in het vergunninggebied, maar wel in gemeente Amersfoort, en die aantoont dat het voor het uitvoeren van werkzaamheden in een vergunninggebied, in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in het vergunninggebied te parkeren op belanghebbendenplaatsen of betaald-parkeerplaatsen, voor het betreffende gebied een vergunning verlenen. 5. Burgemeester en wethouders kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 7, op aanvraag aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent vanuit een pand dat niet is gelegen in een vergunninggebied, maar wel in de gemeente Amersfoort, en die aantoont dat het in het belang van zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening voor het uitvoeren van werkzaamheden noodzakelijk is in de vergunninggebieden te parkeren op belanghebbendenplaatsen of betaaldparkeerplaatsen, een vergunning verlenen die geldig is in alle vergunninggebieden en fiscale zones. 6. Burgemeester en wethouders kunnen in het geval de eigenaar of houder van een motorvoertuig een medisch of paramedisch beroep uitoefent, dan wel een ander beroep uitoefent waarbij er sprake is van een mensreddend element, onverminderd het bepaalde in artikel 7, op aanvraag een combinatie van een vergunning, geldig in alle parkeergebieden en fiscale zones, en ontheffing van parkeerverboden verlenen. 7. Burgemeester en wethouders kunnen in het geval de eigenaar of houder van een motorvoertuig een beroep uitoefent als verloskundige, zorgverlener in de thuiszorg of bij Tafeltje Dekje, onverminderd het bepaalde in artikel 7, op aanvraag een vergunning verlenen, geldig in alle parkeergebieden en fiscale zones. 8. Om de rangorde voor verlening van de vergunningen te kunnen toepassen op de aanvragen voor op het eerstkomende jaar, stellen burgemeester en wethouders een beoordelingsdatum en aanvangstijdstip vast voor het indienen van de aanvragen. Artikel 6 Vergunningen/ontheffingen voor beperkte duur 1. Aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, waarbij dit voertuig wordt gebruikt voor de medische zorgverlening of bij het verrichten van werkzaamheden en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op parkeerapparatuurplaatsen en/of vergunningplaatsen moet worden geparkeerd, kan op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 7, een dagvergunning worden verleend voor alle vergunninggebieden en fiscale zones. 2. Aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, waarbij dit voertuig wordt gebruikt voor de medische zorgverlening of bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op parkeerapparatuurplaatsen en/of vergunningplaatsen en/of plaatsen waarvoor een parkeerverbod is ingesteld moet worden geparkeerd, kan op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 7, een dagvergunning worden verleend voor de/het aangewezen vergunninggebied(en) en fiscale zone(s) in combinatie met een ontheffing van het parkeerverbod op (een) specifiek aangewezen plaats(en).

3. Aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, waarbij dit voertuig wordt gebruikt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden ten minste vijf werkdagen in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op parkeerapparatuurplaatsen en/of vergunningplaatsen moet worden geparkeerd, kan op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 7, een vergunning op (een) daartoe aangewezen plaats(en) voor de duur van de werkzaamheden met als maximum een maand worden verleend. 4. Aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, waarbij dit voertuig wordt gebruikt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden ten minste vijf werkdagen in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie moet worden geparkeerd op een aangewezen plaats in het vergunninggebied en fiscale zone, waar een parkeerverbod geldt, kan op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 7, een vergunning in combinatie met een ontheffing van parkeerverbod op (een) daartoe aangewezen plaats(en) voor de duur van de werkzaamheden met als maximum een maand worden verleend. 5. Aan bewoners in vergunninggebieden kan op aanvraag van de bewoner, onverminderd het bepaalde in artikel 7, een vergunning voor bezoekers worden verleend voor het vergunninggebied waar de bewoner staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. 6. Aan bewoners en bedrijven in vergunninggebieden kan op aanvraag van de bewoner, onverminderd het bepaalde in artikel 7, een vergunning worden verleend voor het parkeren van een losstaande aanhanger (waaronder caravans, kampeerauto s en vouwwagens) op vergunninghoudersplaatsen in het vergunninggebied waar de bewoner staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De vergunning is maximaal drie dagen geldig. Parkeren op betaalapparatuurplaatsen is niet toegestaan. AFDELING IV HET VERLENEN EN INTREKKEN VAN VERGUNNINGEN, DE GELDIGHEID EN DE VOORSCHRIFTEN. Artikel 7 #4377969 Verlenen van vergunningen 1. Burgemeester en wethouders stellen per openbaar te maken besluit de regels vast die zij hanteren voor het verlenen van vergunningen. 2. In vergunninggebied A1 wordt maximaal één bewonersvergunning, als bedoeld in artikel 3 eerste lid, of één bezoekersvergunning op medische gronden per zelfstandige woning verleend. 3. In vergunninggebied B2, wordt, naar keuze van de aanvrager, maximaal één bewonersvergunning, als bedoeld in artikel 3 eerste lid, dan wel één bezoekersvergunning, als bedoeld in artikel 3 tweede lid, per zelfstandige woning verleend. 4. In de overige vergunninggebieden wordt naast de bewonersvergunning maximaal één bezoekersvergunning per zelfstandige woning verleend. 5. Een vergunning wordt voor een periode van maximaal één jaar verleend, ingaande per 1 mei. 6. In het geval de verleende vergunning een eerste vergunning betreft, als vermeld in artikel 3 eerste lid, tweede en derde lid, wordt deze in het volgende jaar automatisch verlengd, tenzij de criteria voor uitgifte van de vergunning gewijzigd zijn. 7. Er kan per zelfstandige woning maximaal één vergunning als bedoeld in artikel 6 zesde lid, voor een losstaande aanhanger tegelijkertijd geldig zijn. Artikel 8 Voorschriften voor gebruik en geldigheid van vergunningen en ontheffingen 1. De bewoners-, bedrijfs- en bezoekersvergunning zijn geldig voor een periode van maximaal één jaar, met ingang van de dag na de dag van verlening. 2. De bewoners-, bedrijfs- en bezoekersvergunning zijn geldig voor één vergunninggebied, met uitzondering van de vergunningen als bedoeld in artikel 5, derde en vijfde lid. 3. De vergunning voor houders van een auto met een (para)medisch beroep zijn geldig in alle vergunninggebieden en fiscale zones. 4. Ontheffingen voor beperkte duur als vermeld in artikel 6 tweede lid en vierde lid zijn, bij aanvraag, geldig op de daartoe aangewezen plaatsen.

5. Een vergunning geldt voor het parkeren met een motorvoertuig op één belanghebbenden- of betaaldparkeerplaats. 6. De bewoners-, bedrijfs- en bezoekersvergunningen zijn, binnen het gebied waarvoor zij zijn verleend, geldig op belanghebbendenplaatsen en betaald-parkeerplaatsen met een maximale parkeerduur van meer dan één uur. 7. In afwijking van het zesde lid geldt dat op het parkeerterrein Stadhuisplein (naast ingang parkeergarage Stadhuis) parkeren door de vergunninghouder op door burgemeester en wethouders nader vast te stellen tijdstippen, is toegestaan. 8. In afwijking van het zesde lid, kunnen burgemeester en wethouders dagvergunningen verlenen die, naast geldigheid op belanghebbendenplaatsen en betaald-parkeerplaatsen met een maximale parkeerduur van meer dan één uur, ook geldig zijn op betaald-parkeerplaatsen met een maximale parkeerduur van één uur. 9. In afwijking van het zesde lid kan een vergunning worden afgegeven voor het parkeren op een belanghebbenden of betaald-parkeerplaats in combinatie met een ontheffing van een parkeerverbod. 10. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens: a. de periode waarvoor de vergunning geldt; b. het gebied waarvoor de vergunning geldt; c. het kenteken van het voertuig waarvoor de vergunning is verleend, of, bij bedrijfsvergunningen en vergunningen als bedoeld in artikel 3 tweede lid, de naam van de vergunninghouder; d. de voorwaarde onder c geldt niet voor dagvergunningen. 11. Aan de vergunning worden de volgende voorschriften verbonden: a. de vergunning is uitsluitend geldig voor het parkeren met een motorvoertuig waarvan het kenteken, respectievelijk de naam van de vergunninghouder, is geregistreerd als zijnde het kenteken respectievelijk de naam waaronder de vergunning is verleend; b. de vergunning is uitsluitend geldig, als het kenteken dat op de vergunning is vermeld overeenkomt met het kenteken van het geparkeerde voertuig; c. tijdens het parkeren moet de vergunning in de linkerbenedenhoek achter de voorruit zijn aangebracht. Dit dient zodanig te gebeuren dat de voorzijde van de vergunning duidelijk vanaf de buitenkant van het motorvoertuig te lezen is; d. als één of meer van de hiervoor genoemde voorschriften niet wordt (worden) nageleefd, wordt dit voor de uitvoering van deze Verordening beschouwd als parkeren zonder vergunning; e. de vergunning blijft eigendom van de gemeente Amersfoort; f. de vergunning mag alleen worden gebruikt in overeenstemming met de bij of krachtens deze Verordening vastgestelde criteria voor uitgifte van vergunningen. 12. De vergunning als bedoeld in artikel 6 zesde lid, bevat in ieder geval de volgende gegevens: a. de periode waarvoor de vergunning geldt; b. het gebied waarvoor de vergunning geldt; c. het kenteken van de aanhanger waarvoor de vergunning is verleend. 13. Aan de vergunning als bedoeld in artikel 6 zesde lid, worden de volgende voorschriften verbonden: a. de vergunning is uitsluitend geldig voor het parkeren van een losstaande aanhanger, waarvan het kenteken is geregistreerd als zijnde het kenteken waaronder de vergunning is verleend; b. de vergunning is slechts geldig, als het kenteken dat op de vergunning is vermeld overeenkomt met het kenteken van het geparkeerde voertuig; c. tijdens het parkeren moet de vergunning achter een ruit zijn aangebracht. Dit dient zodanig te gebeuren dat de voorzijde van de vergunning duidelijk vanaf de buitenkant van het voertuig te lezen is. Voor aanhangers die niet van ruiten zijn voorzien, moet de vergunning achter een raam op de begane grond nabij de hoofdingang van het woonadres van de aanvrager zijn aangebracht. Op motorfietsen hoeft de vergunning niet zichtbaar te zijn aangebracht. d. als één of meer van de hiervoor genoemde voorschriften niet wordt of worden nageleefd, wordt dit voor de uitvoering van deze Verordening beschouwd als parkeren zonder vergunning; e. de vergunning blijft eigendom van de gemeente Amersfoort; f. de vergunning mag alleen worden gebruikt in overeenstemming met de bij of krachtens deze Verordening vastgestelde criteria voor uitgifte van vergunningen. #4377969

Artikel 9 Wachtlijst 1. Burgemeester en wethouders kunnen, als al zoveel vergunningen zijn verleend, dat op grond van het besluit als bedoeld in artikel 7 eerste lid geen vergunningen meer worden verleend, de aanvraag voor een eerste bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3 eerste lid voor onbepaalde tijd op een wachtlijst plaatsen. 2. Binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om een vergunning wordt beslist of: a. de aanvraag wordt toegewezen, dan wel; b. de aanvraag wordt afgewezen, dan wel; c. de aanvraag op een wachtlijst wordt geplaatst. 3. De in het tweede lid genoemde termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. Artikel 10 Intrekking en wijziging van de vergunning 1. Op verzoek hiertoe van burgemeester en wethouders dient de vergunninghouder de voor de vergunning relevante informatie te verstrekken. 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de vergunninghouder; b. wanneer de vergunninghouder het gebied waarvoor de vergunning is verleend, voor bewoning verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt; c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning; d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen; e. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften; f. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt; g. om reden van openbaar belang; h. bij het niet (volledig) nakomen van het bepaalde bij of krachtens deze parkeerverordening; i. als de criteria waaronder de vergunning is verleend, gewijzigd zijn. 3. Een besluit tot het intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of het wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld. 4. Wanneer een parkeervergunning is ingetrokken op grond van het bepaalde in het tweede lid onderdeel e, f, of h, wordt een aanvraag om een parkeervergunning pas behandeld na afloop van de periode waarvoor de ingetrokken vergunning was verleend. AFDELING V VERBODSBEPALINGEN, STRAFBEPALING, SLOTBEPALINGEN Artikel 11 Verkeerd gebruik 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan: a. op een parkeerapparatuurplaats; b. op een belanghebbendenplaats. 2. In afwijking van lid 1 b mag op een belanghebbendenplaats naast een motorvoertuig ook een aanhanger worden geplaatst, mits deze is voorzien van een parkeervergunning. 3. Het is verboden enig voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd. 4. Het is verboden, parkeerapparatuur op andere wijze, met andere middelen of met andere munten dan die welke in de kennisgeving op of bij de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen. 5. Als onder het bord E9 ( vergunningparkeren ) op een onderbord dagen en/of uren zijn vermeld, geldt het gebod een vergunning te voeren slechts gedurende de aangegeven dagen en/of uren. 6. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. Artikel 12 Parkeren zonder vergunning of zonder ontheffing 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan, aldaar een voertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a. zonder vergunning of zonder ontheffing; b. zonder dat het voertuig duidelijk is voorzien van een vergunning of ontheffing; #4377969

c. in strijd met de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorwaarden. 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. Artikel 13 Strafmaat Overtreding van het bepaalde in afdeling V wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van de eerste categorie. Artikel 14 Opsporing Met de opsporing van overtredingen van deze Verordening zijn, behalve de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast. Artikel 15 Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze Verordening naar hun oordeel leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), ten gunste van de aanvrager af te wijken. Artikel 16 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel 1. De Parkeerverordening 2013, vastgesteld bij raadsbesluit op 20 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat vergunningen welke zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 2013, worden geacht te zijn verleend krachtens deze Verordening. 2. Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2014. 3. De Verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening 2014. Vastgesteld in de openbare vergadering van de griffier, de voorzitter, PUBLICATIEDATUM: #4377969

Verordening Reg.nr. 4378064 De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 augustus 2013, sector SOB (nr. 4378064) gelezen; vindt het gewenst regels te stellen voor het innen van belastingen inzake het parkeren in de gemeente Amersfoort; gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149, artikel 225 en artikel 228 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t: vast te stellen de volgende Verordening: Verordening parkeerbelastingen 2014 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze Verordening wordt verstaan onder: a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen voor de tijd die daarvoor nodig is, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; b. houder: diegene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1935, 554) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken tijdens het parkeren in het register was ingeschreven; c. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, waaronder ook verzamelparkeermeters, en wat naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; d. centraal register: het register van het ServiceHuis Parkeer- en Verblijfsrechten bestemd voor de registratie van parkeerrechten. e. wegen: wat daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 2 Belastbaar feit 1. Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven: a. een belasting voor het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens de bij deze Verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting voor een door de gemeente verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze. 2. Onder de naam parkeerplaatsgeld worden geheven de rechten als bedoeld in artikel 228 van de Gemeentewet, voor parkeerplaatsgebruik, waaronder moet worden verstaan het afzetten van een # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

Artikel 3 parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats dan wel het houden van een voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, op een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats. Belastingplicht 1. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd. 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt ook aangemerkt: a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen; b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat: 1 e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie tijdens het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd; 2 e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd. 3. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b., als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat tijdens het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen. 4. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b., wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd. 5. Het parkeerplaatsgeld, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt geheven van de natuurlijke of rechtspersoon, die de parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats afzet of laat afzetten dan wel het betreffende voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, op een parkeerapparatuurplaats of op een belanghebbendenplaats houdt. Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze Verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld 1. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren. 2. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b., is verschuldigd op het tijdstip waarop de aanvraag wordt gedaan, dan wel het tijdstip waarop bij automatische verlenging de aanslag wordt opgelegd. 3. Het parkeerplaatsgeld, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is verschuldigd bij de aanvang van het tijdvak waarop de aangifte betrekking heeft. Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling 1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen wordt geheven door voldoening op aangifte en moet worden betaald bij aanvang van het parkeren. In afwijking van het hierboven bepaalde moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het inloggen op het centrale register via een telefoon. 2. Voor de voldoening van de belasting geldt dat: a. de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b., wordt geheven door een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder ook wordt begrepen een nota; b. in geval de kennisgeving mondeling wordt gedaan de belasting moet worden voldaan op het moment van uitgifte van de vergunning; # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

c. in geval van een schriftelijke kennisgeving dient de belasting meteen te worden voldaan, voordat de vergunning wordt verleend. 3. Het parkeerplaatsgeld, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt geheven door voldoening op aangifte en moet worden betaald bij aanvang van het tijdvak waarop de aangifte betrekking heeft. 4. De op de parkeerapparatuur aangegeven instructies voor het voldoen van het parkeerplaatsgeld dienen te worden opgevolgd. 5. Een naheffingsaanslag is direct inbaar. Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen Burgemeester en wethouders maken in alle gevallen bij openbaar te maken besluit de aanwijzing bekend van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, mag worden geparkeerd. Artikel 8 Vrijstelling Houders van een gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a. De gehandicaptenparkeerkaart wordt tevens aangemerkt als vergunning, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b. Artikel 9 Kosten De kosten van de naheffingsaanslag voor de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedragen 58-, zegge: zesenvijftig euro 1. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Nadere regels door burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven voor de heffing en invordering van parkeerbelastingen. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening parkeerbelastingen 2013, vastgesteld bij raadsbesluit op 20 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2014. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014. 4. De Verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelastingen 2014. Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 november 2013. de griffier, de voorzitter, PUBLICATIEDATUM: Bijlage 1: Tarieven- en kostentabel 1 Besluit minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 29 augustus 2013 # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

Bijlage 2: Kostenonderbouwing naheffingsaanslag 2014 Bijlage 3: Overzichtskaart vergunninggebieden # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

1. TARIEVENTABEL Behorende bij en deel uitmakende van de Verordening Parkeerbelastingen 2014. Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze tabel wordt verstaan onder: a. dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur b. maand: een kalendermaand c. jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 De Tariefzones en betaald-parkeergebieden A. Onder de in de artikelen 3, 4 en 5 van deze tabel genoemde tariefzones A, B, en G, worden de volgende gebieden verstaan, die hiermee tevens zijn aangewezen als betaald-parkeergebieden als bedoeld in artikel 2, eerste lid onderdeel a van de verordening: 1. Zone A: Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen of waterpartijen: Hooglandseweg-Zuid, Beek, Heiligenbergerbeek, Stadsring (met uitzondering van het weggedeelte tussen Hendrik van Viandenstraat en Flierbeek), Arnhemseweg (tot Prinses Julianaplein), Prinses Julianaplein, Prinses Julianaplein tussen Lange Beekstraat en Aldegondestraat, Leusderweg (tot aan de Ponlijn), Ponlijn, Kersenbaan, Stationsstraat, Barchman Wuytierslaan (tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan), spoorlijn Amersfoort-Zwolle tot aan De Nieuwe Poort, De Nieuwe Poort, Brabantsestraat, de Eem, spoorlijn Amersfoort- Zwolle. 2. Zone B: Het gebied dat wordt begrensd door de gemeentegrens en de begrenzing van de tariefzone A. 3. Zone G: Het gebied, dat samenvalt met tariefzone A en B voor zover op plaatsen zoals bedoeld in artikel 3, lid 3 en artikel 3, lid 4.2 van deze tarieventabel. B. De in dit artikel onder A, lid 1 genoemde weggedeelten, wegen en pleinen vallen in het geheel binnen het zonegebied, met uitzondering van de onderstreepte wegen of weggedeelten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Artikel 3 Vergunninggebieden Als gebieden voor het parkeren voor vergunninghouders bedoeld in artikel 2, eerste lid onderdeel b van de Verordening worden aangewezen: 1. In tariefzone A: 1.1 het gebied omringd door de Eem, Beek, Heiligenbergerbeek, Stadsring, Stadsring tussen Flierbeek en Hendrik van Viandenstraat, Arnhemseweg, Prinses Julianaplein met uitzondering van het wegvak tussen Lange Beekstraat en Aldegondestraat, Lange Beekstraat 12 t/m 66 (even), Korte Beekstraat, gebouwencomplex de Soeverein, Leusderweg (tot aan Ponlijn), Ponlijn, Stationsstraat, Stationsplein, Barchman Wuytierslaan tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan, spoorlijn Amersfoort-Zwolle tot aan De Nieuwe Poort, De Nieuwe Poort, Brabantsestraat, de Eem, spoorlijn Amersfoort-Zwolle, als vergunninggebied A1; 1.2 het gebied omringd door Hooglandseweg-Zuid, Bloemendalse Buitenkade, Schimmelpennickkade, spoorlijn Amersfoort-Zwolle vanaf de Eem tot aan Hooglandseweg-Zuid, als vergunninggebied A2. # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

2. In tariefzone B: 2.1 het gebied omringd door Berkenweg, Stationsplein, Barchman Wuytierslaan tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan, Barchman Wuytierslaan tussen Heinsiuslaan en A. Kuyperlaan, A. Kuyperlaan, Prins Frederiklaan, Utrechtseweg tussen Prins Frederiklaan en het parkeerterrein op de kruising Utrechtseweg-Appelweg, het parkeerterrein op de kruising Utrechtseweg- Appelweg, Appelweg t/m huisnummer 14, Westerstraat, Leusderweg, Ponlijn, Utrechtseweg tussen Ponlijn en Berkenweg, als vergunninggebied B1; 2.2 het gebied omringd door de Stadsring, H. van Viandenstraat, Bisschopsweg tussen de Hendrik van Viandenstraat en Arnhemseweg (daarbij inbegrepen Zandgat), Weistraat, Veldstraat, Arnhemseweg tussen Veldstraat en Prinses Julianaplein, Prinses Julianaplein (oostkant tussen Aldegondestraat en Lange Beekstraat), Lange Beekstraat 12 t/m 66 (even), Korte Beekstraat, gebouwencomplex de Soeverein, Arnhemseweg (tussen Julianaplein en Stadsring. En verder Kroontjesmolen, Burgerbuurt en het parkeerterrein met ingang aan de Rubensstraat (tegenover Bisschopsweg 144) als vergunninggebied B2; 2.3 het gebied omringd door de Stadsring (parallelweg tussen Hendrik v. Viandenstraat en Heiligenbergerbeek), Heiligenbergerbeek, Zwaanstraat, parallelweg van de Heiligenbergerweg tussen de Zwaanstraat en de Pauwstraat, de wegas van de Heiligenbergerweg tussen de Pauwstraat en de Bisschopsweg, Bisschopsweg tussen Heiligenbergerweg en H. van Viandenstraat, en H. van Viandenstraat, als vergunninggebied B3; 2.4 het gebied omringd door de Van Galenstraat, Banckerstraat, Pullstraat, Van Randwijcklaan, Cartierstraat, Columbusweg, St. Brandaenstraat, Hogeweg, Stadsring, Flierbeeksingel, Scheltussingel, Hooglandseweg-Zuid, als vergunninggebied B4; 2.5 het gebied omringd door de Flierbeek, Catharine van Rennespad, Blekerssingel, Heiligenbergerbeek, Stadsring, Stadsring tussen Flierbeek en Heiligenbergerbeek als vergunninggebied B6; 2.6 het gebied omringd door de spoorlijn Amersfoort Zwolle vanaf het Piet Mondriaanplein tot de nieuwe Poort, met inbegrip van Amsterdamseweg tot huisnummer 16, Drentsestraat, Puntenburgerlaan, Noorderwierweg tot Gerrit van Stellingwerfstraat, Noorderwierweg vanaf Gerrit van Stellingwerfstraat tot Matthias Withoosstraat, Matthias Withoosstraat, Soesterweg vanaf huisnummers 76 (even) en 143 (oneven) tot Piet Mondriaanlaan, Piet Mondriaanlaan en Piet Mondriaanplein, als vergunninggebied B7. 3. In tariefzone G: alle wegen binnen de gemeentegrenzen van de Gemeente Amersfoort. 4. Bijzondere aanwijzingen: 4.1 binnen de onder lid 1 en 2 genoemde gebieden, wegen en terreinen worden de door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit aangewezen betaald-parkeerplaatsen met apparatuur geschikt voor een maximale parkeerduur van meer dan één uur eveneens als parkeerplaatsen voor vergunninghouders aangewezen; 4.2 binnen de onder lid 1, 2 en 3 genoemde gebieden, wegen en terreinen worden door burgemeester en wethouders de deelautoplaatsen en plaatsen voor het opladen van elektrische auto s aangewezen bij openbaar te maken besluit; 5. De in dit artikel genoemde weggedeelten, wegen en pleinen vallen in het geheel binnen het vergunninggebied, met uitzondering van de onderstreepte wegen of weggedeelten tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

Artikel 4 Tarieven van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., van de Verordening. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a. van de Verordening bedraagt: in zone bij parkeerapparatuur bedrag per uur voor parkeertijd van A maximaal 1 uur 2,50 per uur maximaal 4 uur 2,00 per uur 1 kalenderdag 1,30 per uur per kalenderdag max. 7,00 B maximaal 1 uur 1,90 per uur maximaal 4 uur 1,30 per uur 1 kalenderdag 1,30 per uur per kalenderdag max. 7,00 Artikel 5 Tarieven van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b., van de Verordening 1. Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b., van de Verordening bedraagt: 1.1 voor een vergunning van bewoners voor een gebied gelegen in zone A, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 91,65; 1.2 voor een vergunning van bewoners voor het gebied gelegen in zone B, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 75,90; 1.3 voor een daluren-bezoekersvergunning voor de gebieden waar deze voor van toepassing zijn, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 49,40; 1.4 voor een vergunning van deelautobedrijven voor het gebied gelegen in zone G, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 91,65; 1.5 voor een vergunning van bedrijven geldig voor alle gebieden in de zones A en B als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 927,50; 1.6 voor een vergunning van bedrijven gevestigd in zone A voor een gebied gelegen in zone A, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 247,00; 1.7 voor een vergunning van bedrijven gevestigd in zone A voor een bepaalde locatie in het gebied B1 gelegen in zone B, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 123,65; 1.8 voor een vergunning van bedrijven gevestigd in zone B voor een gebied gelegen in zone B, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 123,65; 1.9 voor een vergunning van bedrijven gevestigd in Amersfoort, maar buiten zone A of B voor een gebied gelegen in zone A of B, als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar: 247,00; 1.10 voor een vergunning geldig voor artsen in de zones A en B als bedoeld in artikel 2 van deze tarieventabel per jaar 302,10. 2. Het tarief voor een dagvergunning bedraagt: 2.1 voor het parkeren op een parkeerplaats met parkeerapparatuur geschikt voor een parkeertijd van één uur: 15,20; 2.2 voor het parkeren op parkeerplaatsen met parkeerapparatuur anders dan bedoeld in lid 2.1, of vergunningplaats geldig in alle zones: 7,65; 2.3 voor het parkeren op een parkeerplaats met parkeerapparatuur, anders dan bedoeld in lid 2.1, of vergunningplaats in zone A via een digitale regeling: tarief per uur 0,95 (betaling geschiedt per minuut); 2.5 voor het parkeren op een parkeerplaats met parkeerapparatuur, anders dan bedoeld in lid 2.1, of vergunningplaats in zone B via een digitale regeling: tarief per uur 0,64 (betaling geschiedt per minuut); # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

3. Het tarief voor een maandvergunning geschikt voor het parkeren op alle parkeerplaatsen met parkeerapparatuur of belanghebbendenplaats bedraagt 146,75. Artikel 6 Tarief voor parkeerplaatsgeld als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Verordening. a. Het parkeerplaatsgeld als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Verordening bedraagt: 7,65/dag. b. In afwijking van het vorige lid bedraagt het parkeerplaatsgeld voor een 3-dagenontheffing voor een aanhanger, als bedoeld in artikel 6 zesde lid van de Parkeerverordening 2014, 7,65 per ontheffing, waarbij geldt dat de eerste twee ontheffingen gratis worden verstrekt als op belanghebbendenplaatsen wordt geparkeerd. Artikel 7 Berekening tarieven bij wijzigingen gedurende het jaar. Als de belastingplicht voor de vergunningen als bedoeld in artikel 5, onder 1.1, 1.2 en 1.3, van deze tarieventabel wordt beëindigd in de loop van het jaar, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing verleend over het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht nog overblijft. 2. KOSTENONDERBOUWING NAHEFFINGSAANSLAG 2014 Berekening kostprijs Naheffingsaanslag Parkeerbelasting Kostprijs 2013 in Kostprijs 2014 in Verschil in % t.o.v. 2013 Kosten controle door VTH 2 358.050 370.582 + 3.5 - naheffingsaanslagen parkeerbelasting Kosten Coöperatie Parkeerservice 3 212.673 212.673 - opleggen naheffingsaanslagen 49.615 49.615 - behandelen bezwaar en beroep 15.206 15.206 - beheer en onderhoud Parkeervoorzieningen maaiveld 147.825 147.825 Totale kosten voor naheffingsaanslagen 570.723 583.255 + 2.2 Aantal verwachte naheffingsaanslagen 4 7.500 6.800-9.33 Kostprijs per stuk 76 86 + 11.69 Maximaal te hanteren tarief 5 56 58 + 2 2 De indexering van de kosten van de door Coöperatie ParkeerService ingehuurde parkeercontroleurs is gebaseerd op de consumentenprijsindexcijfers in de maanden januari t/m juli van 2013, zoals bekend bij het CBS. 3 Cooperatie ParkeerService zal haar tarieven in 2014 niet indexeren. 4 Het aantal verwachte naheffingsaanslagen is een schatting gebaseerd op de aantallen die tot en met juni 2013 zijn uitgeschreven. 5 Op basis van Staatscourant (Stcrt. 2013, 24503). # 4378064 Verordening Parkeerbelastingen 2014

3. OVERZICHTSKAART TARIEFZONES Kaart gebiedsindeling vergunninggebieden 2014, behorende bij Verordening Parkeerbelastingen 2014.

Overzicht van wijzigingen in de parkeerverordeningen 2014 ten opzichte van de parkeerverordeningen 2013 Parkeerverordening Geen wijzigingen Verordening Parkeerbelastingen 1 Artikel 9 De kosten van de naheffingsaanslag zijn geactualiseerd. Bijlage 1, Tarieventabel: 2 Artikel 1, lid C De periode van 1 mei tot en met april 30 april gecorrigeerd in 1 januari tot en met 31 december. 3 Artikel 2, lid 1 De tariefzone A1 uitgebreid met De Nieuwe Poort, Brabantsestraat, de Eem, spoorlijn Amersfoort- Zwolle. 4 Artikel 3, lid 1 Vergunningzone A uitgebreid met De Nieuwe Poort, Brabantsestraat, de Eem, spoorlijn Amersfoort- Zwolle. 5 Artikel 3, lid 2.6 In vergunningzone B7 wijzigt het gebied - De Nieuwe Poort, Brabantsestraat, de Eem, spoorlijn Amersfoort-Zwolle naar vergunningzone A1. 6 Artikel 4, 5 en 6 Actualisatie van de parkeertarieven en vergunningtarieven. De tarieven voor de flexpas verwijderd. Het tarief in zone A bedraagt 0,95 per minuut. Het tarief in zone B bedraagt 0,64 per minuut. Bijlage 2, Kostenonderbouwing Naheffingsaanslag: kostprijzen geactualiseerd. Overzichtskaart Tariefzones Geactualiseerd door toevoeging van De Nieuwe Poort, Brabantsestraat, de Eem, spoorlijn Amersfoort-Zwolle aan tariefzone A. # 4485674

1 Besluit Betaald Parkeren 2014 Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort; gelezen de nota Parkeerverordeningen 2014 en Parkeerbesluiten 2014 (reg. nr. 4378031); overwegende dat het gewenst is voor de regulering van het parkeren de volgende regels te stellen; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 onderdeel 4.1 en 4.2 van de Tarieventabel van de Verordening Parkeerbelastingen 2014, artikel 7 van de Verordening Parkeerbelastingen 2014, en artikel 7 lid 1 en artikel 8 lid 7 van de Parkeerverordening 2014; besluit vast te stellen: Besluit Betaald Parkeren 2014 PAR. 1 PLAATSEN EN TIJDSTIPPEN BETAALD PARKEREN Artikel 1 Plaatsen betaald parkeren Als plaatsen waar en het tijdstip waarop tegen betaling van belasting, als genoemd in artikel 2 onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen 2014, mag worden geparkeerd, worden aangewezen: a. in tariefzone A, zoals bedoeld in bijlage 1: de tarieventabel, tariefzones en vergunninggebieden, behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen 2014: 1. als plaatsen voor kortparkeren (maximaal 1 uur): parkeerterrein Stadhuisplein, Boldershof, Grote Spui, Grote St. Jansstraat, Havik, Herenstraat, Kamp, Kreupelstraat, Waltoren, parkeerterrein Prinses Julianaplein, Zonnehof (vanaf Arnhemseweg links in de vakken), Zuidsingel (tussen Kamp en St. Andriesstraat), Troostwijkstraat, Stationsplein, Barchman Wuytierslaan (de zes plaatsen gelegen bij de ingang van het station, ter hoogte van de Heinsiuslaan), en op maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 18.00 uur, op koopavond tot 21.00 uur en op zondagen tussen 12.00 en 17.00 uur: Leusderweg (tussen Prinses Julianaplein en Ponlijn), Prinses Julianaplein en Weverssingel; 2. als plaatsen voor langparkeren (4 uur): Sint Andriesstraat, Burgemeester de Widtstraat, Achter Davidshof, Bergstraat, De Remise, Bloemendalsestraat, Coninckstraat, Korte Bergstraat, Plantsoen Noord, Snouckaertlaan, Stadsring (parallelweg tussen van Asch van Wijckstraat en Arnhemseweg), Spoorstraat, Van Persijnstraat, t Zand, Zonnehof (middenterrein + straatzijden daaromheen), Hooglandseweg-Zuid, Torenstraat (terrein voormalige polikliniek), en op maandag tot en met zaterdag van 18.00 tot 22.00 uur, op koopavond na 21.00 uur tot 22.00 uur en op zondagen tussen 12.00 en 17.00 uur: Leusderweg (tussen Prinses Julianaplein en Ponlijn), Prinses Julianaplein en Weverssingel; 3. als plaatsen voor dagparkeren (maximaal 1 kalenderdag): Utrechtseweg (parkeerterrein gelegen op hoek Utrechtseweg Bergstraat), Barchman Wuytierslaan (aan de stationszijde, tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan). #4377976 BESLUIT BETAALD PARKEREN 2013-II