Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.



Vergelijkbare documenten
Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

geschiedenis geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo I

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Eindexamen geschiedenis havo I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis geschiedenis

Eindexamen geschiedenis havo II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Examen VBO-MAVO-C. Geschiedenis en staatsinrichting

geschiedenis (nieuwe stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis (nieuwe stijl)

Eindexamen geschiedenis havo II

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examen VWO. geschiedenis

geschiedenis (nieuwe stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Examen HAVO. geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen HAVO. geschiedenis (nieuwe stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis geschiedenis

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen VWO. geschiedenis

De koloniale relatie Indonesië Nederland kerndeel antwoorden

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Geschiedenis Onafhankelijkheid Indonesie

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Webquest Indonesië. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-I

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Examen HAVO. geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis geschiedenis

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Correctievoorschrift HAVO

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen.

Examen VMBO-GL en TL 2006

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Historische context: Nederlands-Indië in de 19e eeuw

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO Historisch Overzicht

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen.

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 dinsdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Transcriptie:

Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 800023-1-048o

De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië De volgende gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederlands-Indië staan in willekeurige volgorde: 1 Johannes van den Bosch introduceert het Cultuurstelsel. 2 H.W. Daendels moet Java overdragen aan de Engelsen. 3 Multatuli beschrijft in Max Havelaar de ellende van de Javaanse boeren. 4 Gouverneur-generaal Van der Capellen neemt maatregelen om de Javaanse boeren te beschermen tegen uitbuiting door de inlandse vorsten. 5 J.B. Van Heutsz levert een felle strijd tegen de bevolking van Atjeh. 6 Prins Diponogoro organiseert een opstand tegen de Nederlanders op Java. 2p 1 Zet deze gebeurtenissen in de juiste tijdvolgorde van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. Gebruik bron 1. Deze beschrijving is kenmerkend voor de contacten tussen Nederlanders en de Javaanse bevolking omstreeks 1830. 3p 2 Licht dit toe door: uit te leggen waarom dit past bij die contacten met een voorbeeld uit de bron en (zonder bron) aan te geven wat er omstreeks 1900 verandert in die contacten. Gebruik bron 2. Deze prent over de NHM past in een liberale krant uit die tijd. 3p 3 Toon aan dat deze bewering juist is, door: met een element uit de prent uit te leggen welke kritiek er op de NHM wordt geleverd en uit te leggen waarom dit past bij opvattingen van liberalen uit die tijd. Gebruik bron 3. Deze tabel is een momentopname van de Europese bevolking van Java. 2p 4 Geeft deze tabel de situatie vóór of na 1870 weer? Licht je keuze toe. Omstreeks 1900 was het Koninklijk Nederlands Indische Leger (het KNIL) anderhalf keer zo groot als omstreeks 1840. 2p 5 Leg uit dat deze vergroting samenhangt met het nieuwe koloniale beleid. De Nederlandse industrie raakte in de negentiende eeuw afhankelijk van Nederlands-Indië voor grondstoffen en afzetmarkten. 2p 6 Licht dit toe met twee voorbeelden, één op het gebied van de grondstoffenvoorziening en één op het gebied van afzetmarkten. 800023-1-048o 2 lees verder

Gebruik bron 4. Stel: Je hebt een werkstuk geschreven over de geschiedenis van Nederlands- Indië en je vindt deze foto. Je stelt vast dat de foto bruikbaar is bij twee verschillende paragrafen van je werkstuk, namelijk bij je beschrijving van: het Nederlands-Indische bestuurssysteem en tempo doeloe. 4p 7 Geef: van elk een korte omschrijving en voor elke paragraaf van je werkstuk telkens één reden waarom deze foto daarbij een geschikte illustratie is. Je vindt de volgende drie uitspraken van Indonesische leiders: 1 Wij willen een partij zijn, die los van religie of sociale klasse streeft naar onafhankelijkheid. 2 Wij willen als brede beweging democratisering van het koloniale bestuur. 3 Wij willen samen met de Nederlanders onder onze leiding de ontwikkelde Javanen emanciperen. Je kent drie Indonesische groepen: A. Boedi Oetomo, B. Sarekat Islam en C. PNI (Partai Nasional Indonesia). 2p 8 Maak de juiste drie combinaties. Gebruik bron 5. Een bewering: Dit examen is een voorbeeld van Japanse propaganda in Indonesië die gericht is op toekomstige ambtenaren. 5p 9 Ondersteun deze bewering door: eerst met een voorbeeld uit de bron te laten zien welke verbetering de Japanners in hun ogen in Azië hebben gebracht en daarna bij dit voorbeeld uit te leggen waardoor dit een eenzijdige weergave is en ten slotte een reden te noemen voor de grote aandacht van het Japanse bestuur voor deze examens. Gebruik bron 6. Deze tekst kan dienen om te laten zien dat in Nederlands-Indië: 1 de Ethische Politiek onbedoelde gevolgen heeft en 2 er sprake is van Europees superioriteitsgevoel. 4p 10 Leg dit voor elk van deze twee onderdelen uit. Gebruik bron 6. Abdulgani vermeldt dit persoonlijke voorval in de jaren 1930 om er politiek gebruik van te maken. 2p 11 Leg dit uit. 800023-1-048o 3 lees verder

Een zin uit een Nederlands geschiedenisboek: Op 27 december 1949 wordt de soevereiniteitsoverdracht getekend, waarbij Indonesië onafhankelijkheid wordt verleend. 2p 12 Leg uit welk bezwaar een Indonesiër tegen deze weergave van de gebeurtenissen zou kunnen hebben. In 1950 werd de Republik Maluku Selatan (de Republiek der Zuid Molukken, RMS) uitgeroepen. De aanhangers van deze RMS moesten niets hebben van de staatkundige verandering die Soekarno in hetzelfde jaar in Indonesië doorvoerde. 2p 13 Geef hiervoor een verklaring. Doe dit door uit te leggen welke staatkundige verandering Soekarno in 1950 doorvoerde, en waarom deze verandering onaanvaardbaar was voor de aanhangers van de RMS. In de tijd dat president Soekarno aan de macht was, heeft de Republiek Indonesië zich niet ontwikkeld tot een werkelijk democratische staat. 3p 14 Noem drie omstandigheden die de ontwikkeling van de democratie in Indonesië belemmerden. Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Veel Europese vorsten voelden zich bedreigd door sommige ideeën van de Franse Revolutie. 2p 15 Noem een voorbeeld van zo n bedreigend idee en geef aan waardoor dit idee voor veel Europese vorsten bedreigend was. Het Continentaal Stelsel had voor Napoleon onvoorziene gevolgen. 4p 16 Leg dit uit door: eerst kort aan te geven wat het Continentaal Stelsel inhield en daarna wat Napoleon met het Continentaal Stelsel wilde bereiken en vervolgens een door Napoleon onvoorzien gevolg van het Continentaal Stelsel voor zijn gebieden in Europa te noemen en ten slotte een door Napoleon onvoorzien gevolg van het Continentaal Stelsel voor Groot-Brittannië te noemen. 800023-1-048o 4 lees verder

Gebruik bron 7. Stel: je doet met een klasgenoot onderzoek naar de opvattingen van gewone soldaten in de Napoleontische oorlogen. Je klasgenoot komt met deze bron tot de conclusie dat de gewone soldaten vertrouwen hadden in een goede afloop van de oorlog. 5p 17 Ga na of deze conclusie door jou gedeeld wordt, als je rekening houdt met de betrouwbaarheid en de representativiteit van de bron. Doe dat door: eerst een argument vóór en een argument tegen de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron te geven en daarna een argument vóór en een argument tegen de representativiteit van deze bron voor je onderzoek te geven en daarmee te bepalen of jij vindt dat je deze conclusie uit de bron kunt trekken. Gebruik bron 8. In deze brief komen problemen naar voren waarmee het Britse leger in de Krimoorlog te maken krijgt. 2p 18 Licht dit toe door: (met de bron) aan te geven welk probleem meer voor het Britse leger dan voor het Franse leger in de Krimoorlog geldt en (zonder de bron) een oplossing te noemen die de Britse regering voor dit probleem koos. Gebruik bron 8. Stel: je gebruikt deze bron om meer te weten te komen over de leefomstandigheden van Britse soldaten tijdens de Krimoorlog. Hoewel het gaat om een ooggetuigenverslag, ga je toch twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze bron. 2p 19 Geef één argument voor je twijfel. Licht je antwoord toe. Gebruik bron 9. Dit schilderij gaat over de Slag bij Sedan. 3p 20 Leg uit: (zonder bron) wat de betekenis was van de Slag bij Sedan voor het verloop van de Frans-Duitse oorlog en (met bron) of dit schilderij is gemaakt door een Duitse of een Franse schilder. Licht je keuze toe met twee argumenten waarbij je het schilderij gebruikt. De Frans-Duitse oorlog had voor Frankrijk gevolgen op verschillende terreinen. 3p 21 Noem telkens zo n gevolg op: militair en politiek en geografisch terrein. Sommige pacifisten aan het einde van de negentiende eeuw veroordeelden de activiteiten van het Rode Kruis. 2p 22 Geef de redenering weer die deze pacifisten daarbij volgden. 800023-1-048o 5 lees verder

De volgende zes gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog staan in willekeurige volgorde: 1 Duitsland begint de onbeperkte duikbootoorlog. 2 De bolsjewieken sluiten bij Brest-Litovsk vrede met Duitsland. 3 De Britse vloot blokkeert de havens van Duitsland. 4 President Wilson verklaart Duitsland de oorlog. 5 Keizer Wilhelm II treedt af. 6 Aartshertog Franz Ferdinand wordt in Serajevo vermoord. 2p 23 Zet deze zes gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. Gebruik bron 10. 2p 24 Leg uit dat deze foto waarschijnlijk in het begin van de Eerste Wereldoorlog genomen is. Gebruik bron 11. Een bewering: De Eerste Wereldoorlog heeft de vrouwenemancipatie in Groot-Brittannië bevorderd. 4p 25 Ontleen aan de bron twee argumenten hiervoor en leg bij elk argument uit waarom dit de bewering ondersteunt. Gebruik bron 12. Dit pamflet is een voorbeeld van de Franse propaganda in de Eerste Wereldoorlog. 2p 26 Leg uit op welke groepen deze propaganda zich richt door aan te geven waarom de inhoud van het pamflet communisten en pacifisten aanspreekt. Gebruik bron 13. Twee beweringen: 1 Uit dit affiche blijkt dat de Russische regering inziet dat in een moderne oorlog het thuisfront van groot belang is. 2 Begin 1918 past de verspreiding van dit affiche niet meer in het beleid van de Russische regering. 3p 27 Licht beide beweringen toe. 800023-1-048o 6 lees verder

Enkele afspraken die tijdens de Vrede van Versailles (1919) werden gemaakt, waren in strijd met het zelfbeschikkingsrecht. 2p 28 Leg dit uit door: te omschrijven wat zelfbeschikkingsrecht inhield en een voorbeeld te geven van een afspraak uit het vredesverdrag dat in strijd was met dit zelfbeschikkingsrecht. Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. 800023-1-048o* 7 lees verder einde