ECflex Verwarming Toepassingen EFSIC EFTPC



Vergelijkbare documenten
ECflex Verwarming Toepassingen

Toepassingen voor binnenverwarming en leidingverwarming Matten en kabels

Installatiehandleiding. DEVIreg 132. Elektronische thermostaat.

Buitenverwarmingstoepassingen Matten en kabels

Betonkabel Vloerverwarming

Veria Control B35/B45. Installatiehandleiding

Handleiding Comfort Mat

1. Algemeen !!!LET OP!!!

Veria Quickmat 1C 100/150W/m²

STAP 1. Legschema STAP 2

Montage- en gebruiksaanwijzing voor Laminotherm vloerverwarming

Veria Control W35/W45. Installatiehandleiding

Installatievoorschriften

Installatiehandleiding. DEVIreg 535. Elektronische thermostaat.

Quality Heating elektrische vloerverwarming

1mm extreem dunne vloerverwarming (EXDV). VOOR ONDER LAMINAAT OF VOOR IN DE TEGELLIJM. Eenvoudige montage.

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

Elektrische vloerverwarming

WTH Electrotherm Elektrische vloerverwarming

VH INFRAROOD VLOERVERWARMINGSFOLIE

T2Red : het intelligente vloerverwarmingssysteem

Installatiehandleiding Elektrische vloerverwarming matten/ draden

T2QuickNet : de dunne, zelfklevende verwarmingsmat

VH INNOVAHEAT ELEKTRISCHE VLOERVERWARMING OP MAT. Installatiehandleiding & Instructies

Danfoss elektrische spiegelverwarming type MHSM

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Elektrische vloerverwarming. Dagelijks genieten van een comfortabel warme vloer. DANFOSS HET GEVOEL VAN PERFECTIE

INNOVAHEAT AF-MAT ELEKTRISCHE VLOERVERWARMING. Installatiehandleiding & Instructies

Productcatalogus. Indoor

Installatiehandleiding voor uw AHT vloerverwarmingssysteem

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid

Gebruikershandleiding. DEVIreg 550. Intelligente elektronische thermostaat.

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-R Eco.

Installatiehandleiding. DEVIreg 550. Intelligente elektronische thermostaat.

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-A Opti.

Elektrische vloerverwarming type SF en SF-01 Montage en installatie aanwijzingen voorbereiden en verleggen

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema DHP-L. DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro/Opti Pro+

BudgetBuy Vloerverwarmings Kabel

Heatingfoil Xtra. Laminaatverwarming voorzien van aluminium coating:

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Danfoss Elektrische verwarmingsystemen. Gegarandeerd sneeuw- en vorstvrij. Outdoor verwarmingssystemen

Hoe installeert u uw laminaat vloerverwarming? Lengte in meters. Breedte in meters

Quality Heating Vloerverwarming kabel handleiding

Productcatalogus. Indoor

Design and Quality IKEA of Sweden KOOPHULP VLOEREN. laminaat

Installatierichtlijnen voor IVC tapijttegels

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Voor iedere situatie de juiste applicatie Vele mogelijkheden voor tevreden klanten

Quality Heating elektrische vloerverwarming

BRENG RUST EN COMFORT MET DEZE THERMISCHE EN AKOESTISCHE ISOLATIE

Afmetingen: breedte 500 mm zie tabel voor totaal vermogen, oppervlakte en weerstand EFTM-EFTI en EFTE ca. 3,5 mm EFSM ca. 3mm

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

Instructies Thermostaat type EFET 520

Leginstructies voor zwevende Fold-Down

Tyco Thermal Controls / Raychem. elektrische vloerverwarming. 6. T2Red met T2Reflecta

Veria Control T45. Guide d installation. Installatiehandleiding. Guida all installazione. Instalační příručka. Navodila za montažo

Is er een maximumbreedte of dikte voor de vloerplanken? Kies het juiste verwarmingssysteem

Installatie instructies

Handleiding Thermo Lámina Verwarmingsfolie voor elektrische vloerverwarming

BINNENBOUWPLATEN VIDI. board -PRO NIEUW. Versie

Beamix Vloervlak Egalisatie 770

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. DEVI Elektrische verwarmingssystemen. Applicatiegids. Elektrische verwarmingssystemen

Opritverwarming met SiPCP

Installatie voorschriften Rigid Core XL. Ga voor meer informatie naar:

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

DryWood Elektrische vloerverwarming voor houten- en laminaatvloeren Datablad

Handleiding vloerafwerking Huurwoningen. 3. Algemene richtlijnen bij aanbrengen vloerafwerking

Thermische isolatie oplossingen. thermische isolatie. muur en vloer PUR / PIR. panelen TMS & SIS REVE

Vloerverwarming. Lager energieverbruik. 25 april 2013 INFORMATIE OVER VLOERVERWARMING

Parket en Vloerverwarming

Handleiding van de door 2heat geleverde verwarmingskabels

Parket- of tegelvloer

HOE EEN TAPIJT UIT DE HAUTE COUTURE DESIGN COLLECTIE VAN LOUIS DE POORTERE PLAATSEN

Algemene richtlijnen voor het installeren

Bijverw. 17,5 cm 85 Watt 5,7 mtr. 15,0 cm 100 Watt 6,7 mtr. Hoofdverw. 11,0 cm 136 Watt 9,0 mtr. 10,0 cm 150 Watt 10,0 mtr.

235 Parketnadenlijm. Product. Volumes. Eigenschappen

Elektrische vloerverwarming

Thermische isolatie oplossingen. performant. binnenisolatie

living connect, Elektronische Radiatorthermostaat

Installatieinstructies

fermacell Technische tip

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Vloerverwarming. Nummer 28

Veria AquaMat. Watervloerverwarming

Vloerv e r w a r m i n g

Uponor Minitec de ideale vloerverwarming voor renovatie zonder breekwerk MINIMALE MONTAGEHOOGTE, MAXIMAAL COMFORT

Leginstructies voor Hydrocork PressFit

RAYCHEM ZELFREGELENDE TECHNOLOGIE

Zelf uw woning aanpassen PARKET/LAMINAAT OF BETIMMERING

PROFILE SYSTEMS MICRODILATATIE VOOR VLOEREN. MicrAtec

Vestigingen over de hele wereld

Parallel Verwarmingskabel type AKO 710xx en AKO 71xx

worden zo een stabielere temperatuur en een lager energieverbruik verkregen. De vloertemperatuur varieert minder dan +/- 0,3 graden.

VH INFRAROOD VLOERVERWARMINGSFOLIE

The Click & Plug System. Installatiehandleiding Veria Clickmat 55/100

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

BELANGRIJK! BEWAAR DE PANELEN OP KAMERTEMPERATUUR IN GESLOTEN VERPAKKING VOOR MINIMAAL 48 UUR TOT AAN HET MOMENT VAN LEGGEN.

Binnen seconden ingesteld voor jarenlang comfort

Kraanlichaam met hoge capaciteit, type RA-G

1209 FloorSpray. Product. Volumes. Eigenschappen

Originele gebruiksaanwijzing hanglamp Yes3D

Transcriptie:

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Installatiehandleiding EFSIC EFTPC www.eh.danfoss.com

Danfoss A/S is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn geschreven in het Engels. Andere talen zijn een vertaling van de oorspronkelijke instructies. (Richtlijn 2006/42/EG) 2012 Copyright Danfoss A/S

Index 1 Inleiding............................................... 3 1.1 Veiligheidsinstructies.................................... 5 1.2 Installatierichtlijnen..................................... 7 1.3 Systeemoverzicht....................................... 8 1.4 Functioneel overzicht.................................... 8 2 Stapsgwijze installatie....................................... 9 2.1 Bevestigingsmethoden................................... 9 2.2 De HoH-afstand berekenen................................. 10 2.3 De installatie plannen.................................... 11 2.4 Het installatieoppervlak voorbereiden........................... 11 3 Elementen installeren....................................... 11 3.1 Verwarmingselementen installeren............................ 12 4 Toepassingen binnenshuis.................................... 13 4.1 Vloerverwarming in dunne onderlagen.......................... 14 4.2 Vloerverwarming in balkenvloerconstructies....................... 15 4.3 Vloerverwarming met EFCI DRY.............................. 16 4.4 Vloerverwarming in betonvloeren............................. 18 5 Toepassingen buitenshuis.................................... 19 5.1 Het sneeuwvrij houden van grondoppervlakken..................... 20 5.2 Vorstbescherming voor leidingen............................. 22 6 De installatie voltooien...................................... 24 7 Optionele instellingen....................................... 25 7.1 Temperatuurinstellingen voor de vloer.......................... 25 1 Inleiding In deze installatiehandleiding verwijst het woord "element" naar verwarmingskabels. Neem voor andere toepassingen contact op met een verkoopkantoor bij u in de buurt. De beoogde toepassingen voor de verwarmingselementen die in deze installatiehandleiding worden besproken, worden hieronder beschreven. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 3

Vloerverwarming in dunne onderlaag (<3 cm) - zie hoofdstuk 4.1. Vloerverwarming in balkenvloerconstructies - zie hoofdstuk 4.2. Vloerverwarming met EFCI DRY - zie hoofdstuk 4.3. Vloerverwarming in betonvloeren (> 3 cm) - zie hoofdstuk 4.4. Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken - zie hoofdstuk 5.1. Vorstbescherming voor leidingsystemen - zie hoofdstuk 5.2. 4 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

1.1 Veiligheidsinstructies U mag het verwarmingselement nooit doorsnijden of inkorten Als het verwarmingselement wordt doorgesneden, vervalt de garantie. Uitlopers kunnen alleen worden doorgesneden of ingekort om aan de eisen te voldoen. Elementen moeten altijd worden aangesloten door een erkend elektricien, door middel van een vaste aansluiting. Onderbreek alle stroomkringen, voordat wordt begonnen met installatie en onderhoud. De aansluiting op de voedingsbron mag niet rechtstreeks toegankelijk zijn voor de eindgebruiker. De afscherming van elke verwarmingskabel moet worden geaard conform de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften en worden aangesloten op een aardlekschakelaar (RCD). Het aanbevolen RCD-uitschakelvermogen is 30 ma, maar een waarde tot 300 ma is mogelijk in gevallen waarbij capacitieve lekstromen kunnen leiden tot hinderlijke uitschakeling. Verwarmingselementen moeten worden aangesloten via een schakelaar met meerpolige onderbreking. Het element moet worden voorzien van de juiste maat zekering of stroomonderbreker, bv. 10/13 A voor een 1,5 mm 2 uitloper en 16/20 A voor een 2,5 mm 2 uitloper. Elementen moeten altijd worden geïnstalleerd conform de plaatselijke bouw- en bedradingsvoorschriften, en de richtlijnen in deze installatiehandleiding Installatie op enige andere wijze kan de functionaliteit van de elementen aantasten of een veiligheidsrisico vormen, waardoor de garantie vervalt. Zorg ervoor dat elementen, uitlopers, aansluitdozen en andere elektrische componenten tijdens of na de installatie niet in contact komen met chemicaliën of ontvlambare stoffen. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 5

❺ ❻ ❼ ❷ ❹ ❸ ❶ 1. Verwarmingskabel 2. Thermostaat 3. Sensor 4. Afscherming 5. RCD 6. Meerpolige schakelaar 7. Zekering Aansluitingen Fase zwart Nul blauw Aarde afscherming De aanwezigheid van een verwarmingselement moet duidelijk worden aangegeven door het aanbrengen van waarschuwingstekens of -markeringen bij de aansluitfittingen en/of duidelijk zichtbaar zijn op regelmatige afstanden langs de stroomleiding. na installatie worden vermeld in alle documenten met elektrische gegevens. Overschrijd nooit de maximale warmtedichtheid (W/m) 2 voor de betreffende toepassing. 6 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

1.2 Installatierichtlijnen Let op! Gebruik elementen met M1-classificatie niet in ruimtes die worden blootgesteld aan hoge mechanische belastingen of schokken. Zie sectie 1.3 voor de classificatie. Dit product bevat geen schadelijke stoffen. Bewaren op een droge, warme plaats bij een temperatuur tussen +5 C en +30 C. Bereid de installatielocatie goed voor door het verwijderen van scherpe voorwerpen, vuil, enz. Meet regelmatig de ohmse weerstand en de isolatieweerstand voor en tijdens de installatie. Plaats geen verwarmingselementen onder muren en vaste obstakels. Min. 6 cm lucht is nodig. Houd elementen uit de buurt van isolatiemateriaal, andere verwarmingsbronnen en uitzetvoegen. Elementen mogen zichzelf of andere elementen niet raken of kruisen en moeten gelijkmatig over de ruimte verdeeld zijn. De elementen, en met name de aansluiting hiervan, moeten worden beschermd tegen mechanische belastingen en spanningen. Het element moet worden geregeld op basis van temperatuur en mag niet werken bij omgevingstemperaturen hoger dan 10 C bij toepassingen buitenshuis. Een vloersensor wordt geadviseerd in alle vloerverwarmingstoepassingen en is verplicht onder houten vloeren. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 7

1.3 Systeemoverzicht ECflex EFSIC EFTPC Mechanische klasse (IEC 60800) M2 C (IEC60800: 1992) Vloerverwarming in dunne onderlaag (<3 cm) D D Vloerverwarming in balkenvloerconstructies - P Vloerverwarming met EFCI DRY - P Vloerverwarming in betonvloeren (>3 cm) D P Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken D A Vorstbescherming voor leidingsystemen A P M2, C Voor gebruik in toepassingen met een groter risico op mechanische schade. P Bij uitstek geschikt voor deze toepassing. D Ontworpen en goedgekeurd voor deze toepassing. A Toepasbaar, maar er zijn betere opties. - Niet van toepassing! Niet gebruiken! 1.4 Functioneel overzicht 1. Element 2. HoH-afstand 3. Aansluiting uitloper 4. Uitloper 5. Aansluitdoos (indien aanwezig) 6. Sensor 7. Thermostaat 8 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

2 Stapsgwijze installatie 2.1 Bevestigingsmethoden Danfoss TWISTCLIP Voor gebruik op wapeningsnet. Danfoss CLIP HoH Voor het aanhouden van een exacte HoH-afstand (stappen van 1 cm) op vlakke oppervlakken, UV-bestendig. EFCI Fast Voor het aanhouden van een exacte HoH-afstand (stappen van 2,5 cm) op vlakke oppervlakken. Tape of hotmeltlijm Voor het bevestigen van elementen op harde, droge, vlakke oppervlakken. Kabelbinders Voor gebruik op wapeningsnet. Zet de lus NIET vast. De kabel moet kunnen bewegen. Danfoss Aluminium Tape Zorgt voor een efficiënte warmteoverdracht. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 9

2.2 De HoH-afstand berekenen Voor oppervlakken op daken, terreinen en velden is de HoH-afstand de afstand in centimeters vanaf het midden van de ene kabel tot het midden van de volgende. Houd bij het verwarmen van leidingen rekening met het aantal kabels per meter zie hoofdstuk 5.2. HoH [cm] = Oppervlak [m 2 ] x 100 cm Kabellengte [m] of HoH [cm] = Kabelvermogen [W/m] x 100 cm Warmtedichtheid [W/m] 2 ] Max. HoH- afstand Dunne onderlaag (<3 cm) Balkenvloerconstructies DEVIcell TM Droog Betonvloeren (>3 cm) Grondoppervlakken 10 cm 20 cm 20 cm 15 cm 15 cm W/m² @ 220V/380V HoH [cm] 6 W/m 10 W/m 15 W/m 17 W/m 18 W/m 20 W/m 5 110 183 274 311 - - 7,5 73 122 183 207 220 244 10 55 91 137 156 165 183 12,5 44 73 110 124 132 146 15 37 61 91 104 110 122 W/m² @ 230V/400V HoH [cm] 6 W/m 10 W/m 15 W/m 17 W/m 18 W/m 20 W/m 5 120 200 300 340 - - 7,5 80 133 200 227 240 267 10 60 100 150 170 180 200 12,5 48 80 120 136 144 160 15 40 67 100 113 120 133 W/m² @ 240V/415V HoH [cm] 6 W/m 10 W/m 15 W/m 17 W/m 18 W/m 20 W/m 5 131 218 327 370 - - 7,5 87 145 218 247 261 290 10 65 109 163 185 196 218 12,5 52 87 131 148 157 174 15 44 73 109 123 131 145 10 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

2.3 De installatie plannen Maak een tekening van de installatie met de elementindeling uitlopers en aansluitingen aftakdoos/kabelput (indien van toepassing) sensor aansluitdoos thermostaat Sla de tekening op Wanneer de exacte locatie van deze onderdelen bekend is, is het een stuk eenvoudiger om problemen te verhelpen en defecte elementen te herstellen. Houd rekening met het volgende: Volg alle richtlijnen in hoofdstuk 1.1 op. Neem de juiste HoH-afstand in acht (alleen verwarmingskabels) zie hoofdstuk 2.2. Neem de vereiste installatiediepte en mogelijke mechanische bescherming van uitlopers in acht. Wanneer u meer dan één element installeert, mag u de elementen nooit in serie bekabelen. Alle uitlopers moeten parallel op de aansluitdoos worden aangesloten. In dezelfde kamer kunnen twee of meer elementen geïnstalleerd worden, maar één enkel element mag niet over twee of meer kamers worden geïnstalleerd. Alle verwarmingselementen in dezelfde kamer moeten dezelfde warmtedichtheid (W/m 2 ) hebben, tenzij ze verbonden zijn met een afzonderlijke vloersensor en thermostaat. Voor enkele stroomkabels moeten beide uitlopers op de aansluitdoos worden aangesloten. 2.4 Het installatieoppervlak voorbereiden Verwijder alle sporen van oude installaties, indien van toepassing. Zorg ervoor dat het installatieoppervlak waterpas, stabiel, glad, droog en schoon is. Indien nodig, moet u gaten rondom leidingen, afvoerpijpen of muren opvullen of afdekken met folie Er mogen geen scherpe randen, bladeren, vuil of vreemde voorwerpen aanwezig zijn. 3 Elementen installeren Het wordt afgeraden elementen te installeren bij temperaturen onder de -5 C. Bij lage temperaturen kunnen de verwarmingskabels stijf worden. Nadat u het element uitgerold hebt, sluit u het kort aan op de netvoeding om de kabel zachter te maken alvorens hem vast te zetten. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 11

Weerstand meten Meet, controleer en noteer de weerstand van het element tijdens de installatie. Na het uitpakken Na het vastzetten van de elementen Na afronding van de installatie Als de ohmse weerstand en de isolatieweerstand niet overeenstemmen met de informatie op het label, moet het element vervangen worden. De ohmse weerstand moet liggen tussen -5 en +10% van de waarde op het label. De isolatieweerstand moet > 20 MΩ bedragen bij min. 500 V, bij voorkeur 2,5 kv. 3.1 Verwarmingselementen installeren Volg alle instructies en richtlijnen in hoofdstuk 1.1 en 1.2 op. Verwarmingskabels Plaats het verwarmingselement zodanig dat de afstand tot obstakels minstens de helft van de HoH-afstand bedraagt. De elementen moeten altijd goed contact hebben met de warmteverspreider (dak, zand, grond, beton, leiding enz.) zie hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie. Neem de juiste HoH-afstand in acht zie hoofdstuk 2.2. Plaats de verwarmingskabel zodanig dat de afstand tot obstakels minimaal de helft van de HoH-afstand bedraagt. De buigdiameter van de verwarmingskabels moet minstens zes keer de kabeldoorsnede zijn. Verwarmingskabels zijn voorzien van metermarkeringen om u te helpen bij de installatie. De werkelijke kabellengte kan +/- 2% variëren. Verlenging van uitlopers Vermijd het verlengen van uitlopers, indien mogelijk. Sluit uitlopers aan op bijvoorbeeld aftakdozen of kabelputten. Max. 5% verlies van mogelijk vermogen over de volle lengte van de uitloper. Door een extra lange uitloper zal de capacitieve lekstroom toenemen, wat betekent dat het RCD-uitschakelvermogen mogelijk hoger moet zijn. Sensoren Sensoren zijn componenten die onder spanning staan (230 V) en moeten daarom in de kunststof leiding worden bekabeld. Sensoren kunnen worden verlengd met behulp van installatiekabel. Zie hoofdstuk 4 voor specifieke toepassingen. 12 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

Vloersensoren (alleen voor toepassingen binnenshuis) Verplicht onder houten vloeren of onder houten ondervloeren. Moeten op de juiste plek geplaatst worden. Het kan nodig zijn hiertoe de leiding te verzinken. Sluit de leiding aan op de aansluitdoos. 4 Toepassingen binnenshuis Dunne onderlaag* (<3 cm) Niet blootgesteld aan zonlicht of tocht via deuropeningen Tussen >2 cm vanaf twee verwarmingskabels De leiding moet gelijk zijn met het vloeroppervlak. Ondervloerconstructie. Balkenvloerconstructies Hout Max. 10 W/m en 100 W/m 2 Beton Max. 20 W/m en 225 W/m 2 Vloertype Hout, parket, laminaat Tapijt, vinyl, linoleum, enz. Tegelvloeren in badkamers, serres, kelders, enz. EFCI DRY Betonvloeren (>3 cm) Max. 100 W/m 2 Max. 80 W/m 2 Max. 100 W/m 2 Max. 150 W/m 2 Max. 100 W/m 2 - - Max. 150 W/m 2 100-200 W/m 2 - - 100-200 W/m 2 Tegelvloeren in keukens, woonkamers, hallen, enz. 100-150 W/m 2 - - 100-150 W/m 2 * Mogelijk tot 225 W/m 2 in randzones, bijv. onder grote ramen Op betonnen ondervloeren en onder tegels, alleen indien aangesloten op een afzonderlijke vloersensor en thermostaat Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 13

Houten vloerbedekkingen Hout krimpt en zet uit afhankelijk van de relatieve vochtigheid (RV) in de ruimte. Optimaal is een RV van 30-60%. Vermijd beuken- en esdoornhout in meerlaagse vloerbedekkingen tenzij onder druk gedroogd. Breng een dampwerende laag aan voor ondervloeren <95% RV en een vochtwerende folie >95%. Zorg voor 100% contact tussen element en vloermateriaal erboven (geen luchtzakken). Breng het verwarmingssysteem in de hele vloer aan bij 15 C oppervlaktetemperatuur. Installeer altijd een vloersensor om de vloertemperatuur te begrenzen. Zie hoofdstuk 7.1 voor meer informatie. 4.1 Vloerverwarming in dunne onderlagen Nieuwe tegelvloer in natte ruimtes 1. Nieuwe tegels 2. Tegellijm 3. Vochtbestendig folie (in natte ruimtes) 4. Zelfegaliserende gietmortel 5. ECflex verwarmingskabel 6. Primer 7. Bestaande tegels of betonvloer Nieuwe vloerbedekking in droge ruimtes 1. Nieuwe tegels, houten vloer, laminaat of tapijt 2. Dampwerende laag en geluidsabsorberende mat (houten vloer / laminaat) 3. Op latexbasis gietmortel/tegellijm 4. ECflex verwarmingskabel 5. Primer 6. Bestaande betonnen of houten vloer Houten ondervloeren moeten juist bevestigd worden Breng, zo nodig, vloerpleister aan vóór het aanbrengen van het verwarmingselement. Aanvullende isolatie (bouwplaat voor tegels) Kan aangebracht worden tussen bestaande ondervloer en verwarmingselement. Polystyreen (XPS) met hoge druksterkte >300 kn/m 2. Beton of isolatiefolie zonder barsten. Aanbrengen zoals voorgeschreven door de fabrikant. Vloersensor moet worden geïnstalleerd boven de isolatie. Vermogen max. 10 W/m en 150 W/m2. 14 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

Vochtwerende folie Toepassen in natte ruimtes boven de verwarmingskabels. Alleen aanbrengen indien nog niet geïnstalleerd in bestaande vloer. Benodigd gereedschap Hamer. Beitel. Lijmpistool. Tegellijm of zelfegaliserende gietmortel Behandel de ondervloer zoals aangegeven door de leverancier. Het verwarmingselement moet vóór het aanbrengen stevig bevestigd zijn. Het verwarmingselement moet volledig bedekt zijn met een laag van minstens 5 mm dik. Hak een uitsparing uit in de muur en bevestig kabelleidingen en aansluitdoos. Hak een uitsparing uit voor de sensorbuis en de uitloper. Bevestig de sensorbuis, bijv. met een lijmpistool. Rol de kabel uit en bevestig deze aan de ondervloer door middel van Danfoss CLIP bevestigingsaccessoires of een vergelijkbaar product. Gebruik flexibele zelfegaliserende gietmortel, vochtwerende folie en/of tegellijm, afhankelijk van de vloerafwerking. 4.2 Vloerverwarming in balkenvloerconstructies 1. Houten vloerbedekking. 2. Balkenvloer. 3. ECflex Verwarmingskabel. 4. Kippengaas en/of aluminiumfolie. 5. Isolatie. 6. Ondervloerconstructie. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 15

De ondervloerconstructie moet goed geïsoleerd worden. Isoleer koudebruggen en sluit luchtsleuven af, bijv. tussen de vloerconstructie en muren/ daken. De verwarmingskabels mogen niet in aanraking komen met de isolatie of het houtwerk. De afstand tussen de verwarmingskabel en de planken en vloerbalken moet minstens 30 mm bedragen. De optimale afstand tussen de verwarmingskabels en de vloerbedekking is 3-5 cm. De verwarmingskabel moet om de 30 cm aan het gaas of de folie worden bevestigd. Verwarmingskabels mogen een vloerbalk kruisen door middel van een uitsparing van 50 mm bekleed met aluminium tape. Zorg ervoor dat de kabel nooit in contact komt met de vloerbalk. Slechts één kabel in elke uitsparing. Benodigd gereedschap Schrobzaag. Aluminium tape. Danfoss TWISTCLIP of een vergelijkbaar product. Breng kippengaas of een vergelijkbaar product aan op de isolatie. Maak een insnijding van 50 mm en dek af met aluminium tape op plaatsen waar de kabels een vloerbalk kruisen. Bevestig de kabel en sensor op de juiste wijze met Danfoss TWISTCLIP, kabelbinders of hittebestendig tape. 4.3 Vloerverwarming met EFCI DRY 1. Hout / parket / laminaat. 2. Geluidsabsorptie mat / teerpapier. 3. ECflex EFTPC. 4. EFCI Droog. 5. Vochtbestendige folie. 6. Bestaande vloerconstructie (bv. beton, gips, polystyreen) 16 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

1. Linoleum / vinyl, tapijt. 2. Drukverdeelbord (bv. triplex). 3. Geluidsabsorptie mat / teerpapier. 4. ECflex EFTPC. 5. EFCI Droog. 6. Vochtbestendige folie. 7. Bestaande houten vloerconstructie. Installatie onder tapijten, linoleum of vinyl Moet worden gescheiden van kabels door minimaal 5 mm drukverdeelbord. Let op de isolatiewaarde boven het drukverdeelbord. R < 0,10 m 2 K/W overeenkomend met 1 Tog of een dun tapijt. Benodigd gereedschap Schrobzaag. Vijl. Lijmpistool. Aluminium tape. Maak een gat voor de warm/koud kabelaansluiting en de doorvoerbuis van de vloersensor en vijl eventuele scherpe randen bij. Bevestig de doorvoerbuis aan de ondervloer met lijm of schroeven. Installeer de ECflex verwarmingskabel. Zorg dat de kabel, het uiteinde en de warm/koud kabelaansluiting steeds contact maken met de aluminium plaat of aluminium tape. Zie de installatiehandleiding voor het EFCI product voor nadere inlichtingen. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 17

4.4 Vloerverwarming in betonvloeren Verwarmingstegels in badkamers 1. Nieuwe tegels. 2. Tegellijm. 3. Vochtbestendige folie. 4. Beton. 5. ECflex verwarmingskabel. 6. Netwapening. 7. XPS-isolatie. 8. Betonplaat. Nieuwe vloer in droge ruimtes 1. Houten vloer, laminaat of tapijt. 2. Geluidsabsorptie mat / teerpapier (onder hout). 3. Dampwerende laag. 4. Beton. 5. ECflex verwarmingskabel. 6. Betonplaat of folie. 7. XPS-isolatie. 8. Zand en grond. Andere combinaties van vloerbedekking en bestaande vloerconstructie zijn ook mogelijk. De verwarmingskabels mogen de isolatie niet raken De verwarmingskabel moet door netwapening, betonplaat of folie gescheiden zijn. Inbedden in beton, mortel of dekvloer De bedding mag geen scherpe stenen bevatten De bedding moet voldoende nat, homogeen en vrij van luchtbellen zijn Giet met matige snelheid om te voorkomen dat het element verschuift Vermijd overmatig gebruik van harken, spaden, trilstampers en walsen Het verwarmingselement moet volledig bedekt zijn met een laag van minstens 5 mm dik Houd rekening met een droogtijd van ongeveer 30 dagen voor beton en 7 dagen voor gietmortel. 18 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

Bevestig netwapening, betonplaat of folie op de Isolatie. Rol de kabel uit en bevestig deze aan de ondervloer of netwapening door middel van Danfoss CLIP bevestigingsaccessories of een soortgelijk product. Giet met matige snelheid om verschuiving van het element te voorkomen. 5 Toepassingen buitenshuis Neem de volgende warmtedichtheden (W/m2) in acht voor de betreffende toepassing. Ontwerptemperatuur Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken areas Vorstbescherming voor leidingsystemen systemen [ C] [W/m2] [W/m2] 0 tot -5 200 Zie onderstaande tabel. -6 tot -15 300-16 tot -25 400-26 tot -35 500 Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 19

Vorstbescherming voor leidingsystemen [W/m] Δt [K] Isolatie [mm] Buisdiameter DN [mm] 20 30 40 15 20 25 32 40 50 65 80 100 125 150 200 10 8 9 11 14 16 19 24 29 36 44 - - 20 5 6 7 8 9 11 14 16 19 24 28 36 30 4 5 5 6 7 8 10 12 14 17 19 25 40 4 4 5 5 6 7 8 9 11 13 15 19 50 3 4 4 5 5 6 7 8 9 11 13 16 10 12 14 17 20 24 29 37 44 - - - - 20 8 9 10 12 14 17 20 24 29 35 42-30 6 7 8 9 11 12 15 18 21 25 29 37 40 5 6 7 8 9 10 12 14 17 20 23 29 50 5 6 6 7 8 9 11 12 14 17 19 24 10 15 19 22 27 32 39 49 - - - - - 20 10 12 14 16 19 22 27 32 39 47 - - 30 8 9 11 12 14 17 20 23 28 33 39 50 40 7 8 9 10 12 14 16 19 22 26 31 39 50 6 7 8 9 10 12 14 16 19 22 26 32 5.1 Het sneeuwvrij houden van grondoppervlakken Vrije constructies zoals platforms, trappen, bruggen en terrassen 1. Bovenlaag van betonplaat. 2. ECflex verwarmingskabel. 3. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwapening. 4. Onderliggende vrije constructie. 5. Isolatie 20 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

Grondoppervlakken zoals hellingen en parkeerterreinen 1. Bovenlaag van betonplaat of asfaltbeton. 2. Zandbed of beton. 3. ECflex verwarmingskabel. 4. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwapening. 5. Draaglaag van steenslag/beton/gebruikt asfalt. 6. Isolatie (optioneel, zorg ervoor dat de draaglaag geschikt is). 7. Aarde. Grondoppervlakken zoals opritten, voetpaden en bestrating 1. Bovenlaag van bestratingsblokken of betonplaat 2. Zandbed 3. ECflex verwarmingskabel 4. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwapening 5. Draaglaag van steenslag 6. Isolatie (optioneel, zorg ervoor dat de draaglaag geschikt is). 7. Aarde Bodemthermostaat is verplicht In zandbed: matvermogen vanaf 250 W/m 2 en kabelvermogen vanaf 25 W/m. In betonbed: kabelvermogen vanaf 30 W/m met een warmtedichtheid van > 500 W/m 2 (HoH < 6 cm). Beperkt vermogen Verklein het te verwarmen oppervlak, bijv. alleen de bandensporen verwarmen in plaats van de hele oprit. Verdeel en prioriteer het oppervlak in twee zones met behulp van ECtemp 850. Installeer minder W/m² dan aanbevolen. De prestaties voor het sneeuwvrij houden zullen afnemen. Installeer niet minder W/m 2 dan aanbevolen in waterafvoergebieden, bijv. vóór verwarmde trappen. Installeer geen kabels in alleen zand De verwarmingskabels moeten worden beschermd door een harde toplaag. Neem voor andere toepassingen contact op met een verkoopkantoor bij u in de buurt. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 21

Inbedden in beton, mortel of dekvloer De bedding mag geen scherpe stenen bevatten. De bedding moet voldoende nat, homogeen en vrij van luchtbellen zijn: Giet met matige snelheid om te voorkomen dat het element verschuift. Vermijd overmatig gebruik van harken, spaden, trilstampers en walsen. Het verwarmingselement moet volledig bedekt zijn met een laag van minstens 5 mm dik. Houd rekening met een droogtijd van ongeveer 30 dagen voor beton en 7 dagen voor gietmortel. Bereid het installatieoppervlak voor met Danfoss CLIP bevestigingsaccessoires en/of netwapening. Bevestig de leiding voor de sensorkabel en de sensorbuis/-dummy voor de ECtemp 850 sensor, indien aanwezig. Verleng de uitlopers met krimpkousen en leg de aansluitingen op een droge plaats. Dicht alle doorvoeringen door muren of vergelijkbare constructies af. Breng waarschuwingslint aan boven de uitlopers. Nadat u blokken hebt gelegd of beton/asfalt hebt gegoten, installeert u de externe sensor(en) en verlengt u de sensorkabel(s) overeenkomstig de instructies in de sensorhandleiding. 5.2 Vorstbescherming voor leidingen Leidingverwarming 1. Sensor. 2. ECflex verwarmingskabel. 3. Isolatie. 4. Fitting. 5. Afsluiter. 22 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

Ondergrondse leidingverwarming 1. Gasbetonblok (optioneel) en/of XPS-isolatie (optioneel). 2. ECflex verwarmingskabel. 3. Zandbed. 4. Aarde. 5. Sensor (niet afgebeeld). Het vereiste vermogen [W/m] staat aangegeven in de tabel op pagina 20 en hangt af van: λ W/mK Warmtegeleiding voor isolatie 0,04 gebruikt in tabel Δt K Temp.verschil tussen media/omgeving D mm Buitendiameter isolatie d mm Buitendiameter leiding Het aantal kabels n Relatie tussen vereist vermogen en kabelvermogen Aantal kabels per meter in de lengterichting Min. 2 voor DN125-200 Geheel getal = rechte kabels (vereenvoudigde installatie) Decimaal = gewikkeld rond leiding Voor kunststof leidingen: Kabelvermogen max. 10 W/m. Breng aluminium tape aan onder en op de leiding over de volle lengte van de kabel. Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 23

Kabels gewikkeld rond leidingen moeten, zoals afgebeeld, om de 20-30 cm met aluminium tape worden bevestigd. Rechte kabels moeten, zoals afgebeeld, op 5 of 7 uur worden bevestigd. Kabels in leidingen moeten rechtstreeks met een drukpakking in de leiding worden bevestigd. Breng aluminium tape aan onder (verplicht voor kunststof leidingen) en op de leiding over de volle lengte van de kabel. Verleng uitlopers/sluit kabels af, en leg aansluitingen op een droge plaats. Monteer de aansluitdoos op of in de buurt van de leiding en installeer de thermostaat in de buurt van de leiding. 6 De installatie voltooien Kabels aansluiten Sluit alle uitlopers en de sensor aan op de aansluitdoos. Zie de installatiehandleiding voor de thermostaat. Zie het bedradingsschema en andere belangrijke informatie in hoofdstuk 1.1. Zie erop toe dat de totale stroomsterkte niet hoger is dan de capaciteit van de thermostaat. Installeer anders een contactgever. Eindcontrole en documentatie Zorg dat de warmteverspreider (bv. vloer, leiding) bestand is tegen de warmte van het element. Dit is met name belangrijk als het element wordt aangesloten op een thermostaat waarbij de maximumtemperatuur niet kan worden geconfigureerd. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie. Dit is met name belangrijk, als het element wordt aangesloten op een thermostaat waarbij de maximumtemperatuur niet kan worden geconfigureerd. Documenteer het volgende met tekst, tekeningen of foto's: kabeltype, afstand, diepte, indeling, circuit-id, sensoren. locatie van aansluitingen tussen uitlopers en het verwarmingselement. locatie van eindkappen (alleen bij dubbele geleiders). locatie van uitzetvoegen, indien aanwezig. Vul het garantieformulier in. Geef de eindgebruiker of de dagelijkse toezichthouder instructies over het gebruik en onderhoud van het verwarmingssysteem. Controleer voorafgaand aan elke periode van continu gebruik op fouten in het verdeelbord, de thermostaat en de sensoren. Controlleer nogmaals en vergelijk de ohmse waarde en de isolatieweerstand. 24 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

7 Optionele instellingen Als het element wordt aangesloten op een thermostaat, bijvoorbeeld een ECtemp, moet u de basisinstellingen configureren overeenkomstig onderstaande tabel en de installatiehandleiding van de thermostaat. Thermostaat ECtemp 13x ECtemp 330/610 ECtemp 53x ECtemp 550 Danfoss LINK ECtemp 850 Max. belasting Vloerverwarming in het algemeen 16 A Kamertemp. 20-22 C Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken Vorstbescherming voor leidingsystemen - - 16/10 A Vloertemp.: zie hoofdstuk Aan < +3 C Aan < +5 C 7.1 15A - - 16A - - 15A (FT) - - 2 x 15A - Smelten < +3 C, Standby < -3 C - Stel indien van toepassing de temperatuurlimiet in volgens de aanbevelingen van de fabrikant om schade aan bijv. de vloer of de leiding te voorkomen. Voor de meeste houtenvloerproducten is de temperatuur meestal rond 27 C. 7.1 Temperatuurinstellingen voor de vloer Volgens ISO 13732-2 hangt een aangename vloertemperatuur af van de gebruikte vloerbedekking. Alle vloertemperatuurinstellingen moeten een paar graden hoger zijn om te compenseren voor de thermische weerstand van de vloerbedekking. Betonvloer (tegels) 26-28,5 C Zachthoud (grenen) 22,5-28 C Hardhout (eiken) 24,5-28 C Textiel (vloerkleden, tapijten) 21-28 C Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 25

Thermische weerstand [m 2 K/W] Voorbeelden van vloermateriaal Details Geschatte instelling voor vloertemperatuur van 25 C temperatuur 0,02 15 mm tegel Steen of keramiek 26 C 0,05 8 mm HDF-laminaat >800 kg/m 3 28 C 0,10 14 mm beukenparket 650-800 kg/m 3 31 C 0,13 22 mm massief eiken planken <0,17 Max. tapijtdikte geschikt voor vloerverwarming 0,18 22 mm massief grenen planken De vloertemperatuur moet tijdens de eerste week langzaam worden verhoogd, zodat de nieuwe vloer kan acclimatiseren. Dit wordt ook aanbevolen aan het begin van een stookseizoen. >800 kg/m 3 32 C volgens EN 1307 34 C 450-650 kg/m 3 35 C 26 VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions

Danfoss Heating Solutions VIAMJ210 27

Danfoss A/S Electric Heating Systems Ulvehavevej 61 7100 Vejle Denmark Phone:+45 7488 8500 Fax: +45 7488 8501 Email: EH@danfoss.com www.eh.danfoss.com Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss Heating Solutions en het Danfoss Heating Solutions logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechte voorbehouden. 088L0802 & VIAMJ210 Produced by Danfoss Heating Solutions 01/2012