Mijn vader. Toon Tellegen. Met tekeningen van Rotraut Susanne Berner. Amsterdam. Antwerpen Em. Querido s Uitgeverij bv 2009



Vergelijkbare documenten
Het geluk van de sprinkhaan

Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 1. Brieven aan bijna niemand anders

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Ander werk van Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp

De brug van Adri. Rollen: Verteller Martje Adri Wim

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Het Verloren Ei. Geschreven door. Judie McEwen Illustraties van. Dick Rink

Charles den Tex VERDWIJNING

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn


Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Edward van de Vendel. De grote verboden zolder

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Vlinder en Neushoorn

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!


Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Er vaart een boot op het grote meer

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Miauw! Miauw!

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

l Wouter mag Floor niet slaan. l Wouter mag geen alcohol drinken (geen druppel!).

H E T V E R L O R E N G E L D

Verhaal: Jozef en Maria

Niet in slaap vallen hoor!

Voor het geluk geboren

Het kasteel van Dracula

Het raam achter het gordijn stond op een kier. Uit de nacht kwamen geluiden de kamer van Dolfje binnen. Tsjirpende krekels, brullende kikkers,

Sylvia Vanden Heede De kooi

Bart Moeyaert. Blote handen

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Inleiding. Veel plezier!

Voor Cootje. de vuurtoren

Krabbie Krab wordt Kapper

A. God, wij bidden U voor alle mensen die onzeker zijn over zichzelf: dat zij het vertrouwen in zichzelf hervinden.

Eerste druk, Arinka Linders AVI E5 M6 Illustraties: Michiel Linders

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

schaduw daar waar de eenzaamheid wacht woorden die 'k overdag niet goed kan vinden fluister ik elke nacht jouw hand even op de mijne mijn stem als

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Julian krijgt een bril

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

ik heb t! Gerard van Midden Noëlle Smit

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Annie M. G. Schmidt ( )

De vrouw van vroeger (Die Frau von früher)

Marleen loopt met de tijd Mee. Tekeningen en tekst: Dick de Jong

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Op reis naar Bethlehem

Anna Woltz. Mijn bijzonder rare week met Tess

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Louis van Dievel. De onderbroek

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

Het verhaal op reis. groep 1-2. melle de muis. Bijlagen Les 1. media. spoor

3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren! Verkenning van het verhaal " #

Mijn mond zat vol aarde

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.


Ander werk van Toon Tellegen. Theo Thijssenprijs 1997 Hendrik de Vriesprijs 2006 Constantijn Huygensprijs 2007

Bibliotheek Mysterie

ADHD: je kunt t niet zien

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

TONEELSTUK Marama en de krokodillenrivier.

Paul van Loon. Dolfje Weerwolfje. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

Ander werk van Toon Tellegen. Theo Thijssenprijs 1997 Hendrik de Vriesprijs 2006 Constantijn Huygensprijs 2007

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

De gebroeders Leeuwenhart

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

2

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Ander werk van Toon Tellegen. Theo Thijssenprijs 1997 Hendrik de Vriesprijs 2006 Constantijn Huygensprijs 2007

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Lieke. redt de dieren

Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP. marian hoefnagel


Boeken van Harmen van Straaten

Superguppie is alles

Esther Gerritsen. Dorst. de geus

Op een avond besloot Dolfje naar de dierentuin te gaan. Er stond een mooie volle maan aan de hemel, dus Dolfje was geen gewone jongen.

Kikker is boos Kikker en het water Kikker verveelt zich Kikker en het verjaardagsspel Kikker en de vos Kikker kan niet praten

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Ander werk van Naima El Bezaz

Transcriptie:

Mijn vader

Toon Tellegen Mijn vader Ander werk van Toon Tellegen Theo Thijssenprijs 1997 Constantijn Huygensprijs 2007 Er ging geen dag voorbij (kinderboek, 1984) Toen niemand iets te doen had (kinderboek, 1987) Gouden Griffel 1988 Juffrouw Kachel (kinderboek, 1991, 2009) Bijna iedereen kon omvallen (kinderboek, 1993) Woutertje Pieterse Prijs 1994, Gouden Griffel 1994 De verjaardag van de eekhoorn (kinderboek, 1995) Gouden Penseel 1996 Misschien wisten zij alles. 313 verhalen over de eekhoorn en de andere dieren (1995, 1999, 2006) De ontdekking van de honing (kinderboek, 1996, 2006) Teunis (kinderboek, 1996) Zilveren Griffel 1997 Mijn avonturen door V. Swchwrm (Kinderboekenweekgeschenk, 1998, 2004) De genezing van de krekel (roman, 1999) Gouden Uil 2000 Er ligt een appel op een schaal (gedichten, 1999) Ze sliepen nog (kinderboek, 2000) Plotseling ging de olifant aan (prentenboek, 2004) Midden in de nacht (kinderboek, 2005) Zilveren Penseel 2006 Pikkuhenki (prentenboek, 2005) Gouden Penseel 2006 De eenzaamheid van de egel (kinderboek, 2006) De almacht van de boktor (kinderboek, 2007) Post voor iedereen (kinderboek, 2007) Met tekeningen van Rotraut Susanne Berner Amsterdam. Antwerpen Em. Querido s Uitgeverij bv 2009

Eerste en tweede druk, 1994; derde druk, 1996; vierde druk, 2000; vijfde druk, 2009 Copyright text 1994 by Toon Tellegen. Copyright illustrations 1994 by Rotraut Susanne Berner. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Em. Querido s Uitgeverij bv, Singel 262, 1016 ac Amsterdam. Vormgeving Barbara van Dongen Torman isbn 978 90 451 0319 8 / nur 282 Ik stond in de deuropening. Ik was nog heel klein, maar ik weet niet precies hoe klein. Ik zag torenspitsen en een korenveld, en ik geloof dat mijn moeder pannenkoeken bakte. Ik hoorde het geluid van een trein. De zon scheen. Heel in de verte zag ik een stipje, dat naar mij toe kwam. Wat is dát? dacht ik. Het stipje werd groter. Het werd een zwart ding met uitstulpsels. Het sprong op en neer als een bal, dansend, stuiterend. Het kreeg armen, benen en een hoofd. Wie ben jij? riep ik. Je vader, riep het ding en opende een hek. Mijn vader?? dacht ik. Daar had ik nog nooit van gehoord. Wat is dat? riep ik. Tja... Waar kom je vandaan? vroeg ik. Uit het niets. Toen rolde dat ding zich op en stuiterde tot vlak voor mijn voeten. 5

Het stond op en was meteen veel groter dan ik. Maar ik was toen ook nog wel heel klein. Mijn vader is heel lang. Zo zo, zei ik. Jij bent dus mijn vader. Mijn vader knikte en tilde mij op en duwde met zijn wijsvinger tegen mijn neus. Hallo Jozef, zei hij. Ik herinner me het nog precies. Het was in de zomer. Hij is zó lang dat ik, als ik hem iets wil vertellen, helemaal naar boven moet klimmen. Dat is een heel eind. Vooral van zijn riem tot zijn kin is het ver. Meestal kom ik buiten adem bij zijn oor aan. En dan ben ik altijd vergeten wat ik vertellen wou. Dan sta ik daar wat verloren op zijn schouder. Ja? vraagt mijn vader. Nou ja, zeg ik maar. Ik dacht, ik ga maar een eindje lopen, en toen kwam ik hier terecht. Wou je me iets vragen? Nee, dat geloof ik niet, nee. O. Ik rust op zijn schouder uit. Met mijn rug tegen zijn nek. Vanaf zijn schouder kijk ik over de hele wereld heen. Ik denk dat mijn vader de machtigste man van de wereld is. Ik weet dat niet zeker, maar één moet er de machtigste zijn. In een kudde olifanten is één olifant de machtigste. Altijd. Onder de mensen is mijn vader dat. Waarom niet? En soms herinner ik me plotseling wat ik hem vragen wou: Is er nog iemand groter dan jij? 6 7

Nee, zegt hij. Maar ook niemand kleiner. Dát is een eigenaardig antwoord. En ik dan? vraag ik. Jij bent niet kleiner dan ik. O nee?? Nee. Maar hij legt mij dat niet uit. En terwijl ik daarover nadenk klim ik weer naar beneden. Ik heb een zeer eigenaardige vader. Zeg dat wel, Jozef, zeg ik soms tegen mijzelf, een zeer eigenaardige vader. Tegen anderen zeg ik dat niet. Die zien zelf wel hoe groot en eigenaardig mijn vader is. Ik lag in bed. Onder mijn bed lag een boef. In het donker kroop hij onder mijn bed uit en boog zich over mij heen. Hij zei verschrikkelijke dingen tegen mij. Schoft, zei hij. Waarom? vroeg ik. Moet ik je dat uitleggen? vroeg hij. Ja, zei ik. Nee! gilde hij. Dat moet ik je niet uitleggen! Hij zwaaide met zijn vuist vlak voor mijn ogen. Ik ga je kelen, zei hij. Kelen? vroeg ik. Wat is dat? Kelen? vroeg hij. Weet je niet wat kelen is? Nee. Weet je dat niet?? Nee. Hij legde zijn handen om mijn hals en begon te knijpen. Dit is kelen, zei hij. Help, kon ik nog net roepen, met een gesmoorde stem. Maar het was hard genoeg: mijn vader stormde naar binnen. Hij tilde de boef met één hand op. Zo, boef, zei hij. Met zijn andere hand deed hij het raam wijd open, schoof het gordijn opzij en slingerde de boef weg. Ik was uit bed gesprongen en stond naast hem. Zie je hoe ik hem wegslinger? vroeg mijn vader. Ja, zei ik. Laag over de grond. Zo moet je boeven wegslingeren. Nooit recht omhoog. Zal je dat onthouden? Ja. En als je een boef over het water gooit moet je hem keilen. Zodat hij op het water stuitert. Je pakt hem bij zijn voeten en gooit zó dat hij in het rond draait. Zo kan je hem keilen. Hij vertelde dat hij een keer een boef over een meer had gekeild. De boef was tien keer op het water gestuiterd en toen midden in het meer terechtgekomen. Help, had hij geroepen. Wat moet ik nou? 8 9

Zwemmen, had mijn vader geroepen. Waarheen? Naar de overkant. O. Hij had die boef nooit teruggezien. Keilen moet je leren, zei hij. Hij heeft daarna een plank onder mijn bed getimmerd, zodat er daar geen plaats meer was voor boeven. Eventuele boeven, zei hij. Mijn vader kan heel goed dansen. Mijn moeder vindt het geen gezicht, maar ik wel. Hij danst soms s avonds op straat, helemaal alleen, onder een lantaarnpaal, als ik in bed lig. Dan tikt hij al dansend op mijn raam. Jozef, Jozef...! Ik klim uit bed en kijk naar hem. Hij danst, en botst tegen uithangborden, veranda s. Hij zet begonia s, geraniums en poezen van balkons zomaar op zijn schouders, terwijl hij danst. Hij danst met een lantaarnpaal. Als ik heel goed kijk dan danst de lantaarnpaal mee. Hij zingt: als de wereld niet bestond, waar was ik dan, een oude man... Jozef! roept hij. Hij tilt mij uit mijn raam en danst met mij. Mijn moeder hoort het en staat in de deur. Niet doen, zegt ze. Niet doen. 11

Dan zet hij mij weer terug en stap ik weer in bed. Maar ik hoor hem buiten nog zingen. En ik geloof dat ik de lantaarnpaal hoor rammelen. En ik weet zeker dat ik allemaal poezen hoor miauwen. aan botsen, klim op de tafel, op de vensterbank. Niets. Of zou hij ook onvoelbaar kunnen zijn? Of zou hij steeds vlak achter mij aan lopen? Ik loop zigzag, sta plotseling stil, doe een stap achteruit, spring. Niets. Maar een heel enkele keer is hij wel onzichtbaar, maar niet helemaal onhoorbaar. Dan lig ik heel stil, in bed, in het donker. Mijn vader is hier, zeg ik dan zachtjes, tegen mijzelf. Dan hoor ik hem ruisen, zijn lange, zwarte jas. Dan heb ik het koud. Maar dan kan mij niets gebeuren. Mijn vader kan onzichtbaar worden. Want vaak is hij er, terwijl ik hem niet zie. Als hij onzichtbaar is zegt hij niets: dat hoort erbij. Als hij zichtbaar is vraag ik hem wel eens hoe je dat moet doen, onzichtbaar worden. Nou... zegt hij dan, dat zal ik je eens uitleggen. Dan schraapt hij zijn keel. Het is een koud kunstje, zegt hij. Dan fronst hij zijn wenkbrauwen. Kijk, zegt hij. Maar dan komt er altijd iets tussen: bezoek, eten, de telefoon. Hij legt het me nooit uit. Ik denk dat mijn vader alleen maar onzichtbaar kan worden omdat hij álles kan, dus ook onzichtbaar worden. Als hij onzichtbaar is dan is hij ook onhoorbaar. Soms vind ik dat heel erg. Dan hol ik door de kamers heen, wil tegen hem Mijn moeder heeft een rode, houten hamer. Soms klimt ze op een trapje en slaat met die hamer op het hoofd van mijn vader. Dan wordt hij kleiner. Soms wordt hij net zo klein als ik of nog kleiner. Dan zit hij naast mij op een krukje en voeren wij een gesprek, zoals: 12 13

Naar bed! komt zijn stem uit de verte. Ja. Dan ga ik naar bed. Ik zeg niet graag nee in zo n geval. Maar als mijn vader gemiddeld is, dus niet al te lang en niet al te kort, dan kan ik af en toe nee zeggen. Naar bed. Nee. Zonder dat er iets gebeurt. Maar ik weet dat van tevoren nooit helemaal zeker. Het zijn geen bijzondere gesprekken, maar ze zijn wel gezellig. Er is ook een soort tang, die mijn vader om zijn hoofd klemt en waarmee hij zichzelf omhoog kan trekken, zodat hij groter wordt, net zo groot als hij maar wil. Mij lukt dat nooit. Hij trekt en sjort aan die tang tot hij hoog boven mijn moeder en mij uitkomt. Hoe laat is het? hoor ik hem roepen. Ik kan zijn hoofd niet eens zien, zó ver weg is het. Half acht. 14 Mijn vader, mijn moeder en ik waren bij een dokter. Die amandelen moeten eruit, zei de dokter. Hij keek in mijn mond. Mijn vader zei: Die amandelen moeten er helemaal niet uit. Maar kijkt u dan zelf, zei de dokter. Mijn vader keek in mijn mond en zei: Zoals ik zei: die amandelen moeten er helemaal niet uit. Maar ík ben dokter, zei de dokter. Hij trok nog een witte jas over zijn witte jas aan, en nog een, hing nog een stethoscoop om zijn nek. Als ík geen dokter ben... zei hij. Maar mijn vader zei: Die amandelen gaan er niet uit. 15