Het boek Ruth INHOUD. Ruth, het type van de bruid van Christus Ruth 1: Hoofdstuk 1: Naomi en haar schoondochters...

Vergelijkbare documenten
RUTH. Naomi en haar schoondochters

Welk persoon uit het geslacht van Elimelech komt in beeld?

Wat wist Naomi aan haar schoondochter te vertellen en welk advies gaf zij aan Ruth?

- 1 - Het boek Ruth. Ruth 1:14 verhaalt dat Orpa haar schoonmoeder vaarwel kuste maar dat Ruth zich aan haar schoonmoeder Naomi vast klampte.

Het boek Ruth. Het boek Ruth heet in het Hebreeuws: Megillat Ruth (de boekrol van Ruth) en wordt in de Joodse synagoge op het Wekenfeest gelezen.

Ruth 1. Ruth en Noömi

- 1 - Het boek Ruth. Ruth 1:14 verhaalt dat Orpa haar schoonmoeder vaarwel kuste maar dat Ruth zich aan haar schoonmoeder Naomi vast klemde.

Het boek Ruth. Het boek Ruth heet in het Hebreeuws: Megillat Ruth (de rol van Ruth) en wordt in de Joodse synagoge op het Wekenfeest gelezen.

De Bijbel open (16-11)

Naardense Bijbel, Ruth

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

Waarom is het evangelie van Johannes geschreven?

Bijbel voor Kinderen presenteert RUTH: EEN LIEFDES- VERHAAL

Wie is Jezus, deel 2. les 5b FOLLOW

RUTH: EEN LIEFDES- VERHAAL

ER IS EEN VERLOSSER. Dank U, o mijn Vader. U gaf uw eigen Zoon, uw Geest als hulp voor ons totdat het werk op aarde is gedaan.

3 Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. De boekenlegger in het Boek

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Romeinen 4, Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

Ruth - een persoonlijk verhaal voor navolgers en spoorzoekers. Paul Abspoel

INHOUD. Citaten : Statenvertaling 1977 Aanbevolen websites: www:mybrethren.org/index.html

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet?

Ruth. Kindernevendienst - Ruth 1

De straf op de zonde 15

doop begraaft Romeinen 6:3-11

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

DE ONTWIKKELING VAN GODS HEILSPLAN IN DE TIJD

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Welke dieren worden genoemd in de volgende verzen en wat valt daarbij op?

Bij : Ruth 4 en Mattheüs 1 : 1 t/m 5b

En Jezus zei tegen een verlamde man, die tot Hem gebracht werd: Zoon, heb goede moed, uw zonden zijn u vergeven. Onze lichte verdrukking

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

1 zondag 16 oktober 2011 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam

De Dordtse Leerregels

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Orde voor de voortzetting van het heilig Avondmaal

Kraanvogelstraat TP Amersfoort 1

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

De bruiloft van het Lam

Zondag 25, vraag en antwoord 65, 66, 67 en 68.

God dus we kunnen zeggen dat het Woord er altijd is geweest. Johannes 1:1/18

- 2 - Dat is dus de reden van het niet zondigen:

Wat gebeurde er met de beek Krith?

Uit God geboren. Wat een voorrecht om uit God geboren te zijn. We lezen hierover in Joh. 1:12

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

Welk opmerkelijk feit gaat gebeuren volgens de profetie van Jesaja met het volk Juda?

3 Aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees. De boekenlegger in het Boek

Wat zei Elia tegen koning Achab en wat ging Elia vervolgens doen?

Het Evangelie van verlossing rechtvaardiging van zonden

Handelingen 2. Hand. 2: 36-eind HSV

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

Christus Hoop van Israël en de volken

Jezus heeft ons door Zijn woorden en daden het karakter van God getoond. Hij zei dan ook: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.

Het evangelie van Mattheüs

dieper weg, in het moeras van zonde en ongerechtigheid. De mens kan zichzelf niet redden. Daar hoor ik iemand zeggen: "Ik geloof in

ESTAMEN E TESTAM KTISCH HEMA TORAAL UEEL GEREN BESPREKIN 42 focus

Waar ging Mozes heen en wat was het verzoek?

Het Woord van de Gerechtigheid

Simson is een nazireeër. Wat houdt dat in?

Ruth 1 en Mat. 1, december e Adventszondag Wehl (ds. Arja Oude Kotte-de Boon. Gemeente, Als ik zeg: 'Ubuntu' weet u dan wat ik bedoel?

Ochtenddienst 2 juli 2017

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

Vraag 1 Waar denk je aan bij het woord heilig? Schrijf dit op de briefjes Antwoord 1 Vraag naar de mening van de kinderen

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

Genesis 2:18 Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.

Kom tot de wateren Jesaja 55. Er kan gegeten en gedronken worden. Gegeten van het brood des levens en gedronken van het water des levens.

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Formulier, viering van Het Heilig Avondmaal

Wie is de Heilige Geest?

Memoriseer elke dag een tekst. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.

DomineeOnline.org Jrg. 1, nr. 8

Voorbeeld brief 2de eeuw 2 Petrus)

De kern van het christelijke geloof

DE ERVARING VAN DE EENHEID IN DE VROEGE KERK

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

De Bijbel wijst God als de schrijver ervan.

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

dag 1 dag 2 dag 4 dag 3 thema thema symbool symbool persoon persoon lezen lezen dagtekst dagtekst thema thema symbool symbool persoon persoon lezen

De gelijkenis van de verloren zoon.

Wat zegt God tegen Zijn ongehoorzame kudde?

om u te zegenen door ieder van u af te keren van uw boze wegen. (Hd.3:12-26)

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

het boek Openbaring enkele sleutels Amos 3 : 7 Voorzeker, de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.

36 En terwijl zij hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden. Pasen (de opstanding)

SCHIJNBARE TEGENSTELLING VERZOEND OF NIET?

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 3 juli 2016 in de Westerkerk te Veenendaal

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan volwassenen die zich bij de kerk voegen

verborgenheid is onder de heidenen, welke is Christus in u, de Hoop der heerlijkheid.

Waar genade zijn juiste plaats krijgt daar zal genezing gaan stromen.

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

verkoren tot zaligheid! Vanaf het begin al. Onze roeping en verkiezing Ons thema gaat over onze roeping en verkiezing. We lezen in 2 Thes.

Advent 2017 God komt naar ons toe


Transcriptie:

INHOUD Ruth, het type van de bruid van Christus... 3 Ruth 1:1-22... 6 Hoofdstuk 1: Naomi en haar schoondochters... 8 Ruth 2:1-23... 10 Hoofdstuk 2: Ruth op de akker van Boaz... 12 Ruth 3:1-18... 15 Hoofdstuk 3: Ruth en Boaz... 17 Ruth 4:1-22... 20 Hoofdstuk 4: Boaz huwt Ruth, geboorte van Obed... 22 Uitgave: 1 e druk maart 1996 2 e druk september 2004 3 e druk oktober 2018

Ruth, het type van de bruid van Christus Ruth, het type van de bruid van Christus. is geheel gewijd aan de geschiedenis van een jonge vrouw. Ruth was een heidense, jonge Moabitische weduwe, die opviel door haar liefde voor God en voor de naaste. Zij wordt uiteindelijk de vrouw van Boaz, een welgestelde Israëliet. Uit dit huwelijk wordt Obed geboren, één van de voorvaders van David en daarmee ook van de Here Jezus. Het doel van deze brochure is het belichten van Ruth als type van de bruid van Christus om daarmee ons voordeel te doen als gelovigen, waartoe de Heere God ons dit boek ook heeft gegeven, zoals apostel Petrus ons leert in 2Petr.1:21. De boekrol van Ruth wordt bij de Joden op het Pinksterfeest gelezen. Dit is zeer toepasselijk. De tijd van Pasen (Pascha) tot Pinksteren is immers het schaduwbeeld van de tijd, die ligt tussen het moment dat de Heere Jezus Zich gaf als het Lam dat de zonden der wereld wegdroeg, en de dag van het feest van de oogst, de eerste opstanding. Op de dag van het feest van de oogst wordt de geschiedenis van Ruth dus voorgelezen. Wat kan de geschiedenis van Ruth ons leren? En wat is de reden dat deze ons zo uitvoerig wordt verhaald? Wij zullen trachten met behulp van Gods Woord en het licht van de Heilige Geest daar een antwoord op te vinden. Het doel van God ten aanzien van de mensen is, Zijn liefde aan hun te openbaren en hen te brengen in Zijn heerlijkheid, want God heeft de mensen geschapen opdat zij allen zalig zouden worden (Gen.2:3 en 1Tim.2:4). Toen door de zondeval de bedoeling van God met de mensheid dreigde te worden verijdeld, heeft God het Woord, de Tweede Persoon in de Heilige Drie-eenheid op Zich genomen de wil van God ten uitvoer te brengen. (Ps.40:8, Ps.8 en Filip.2:5-11). Hij is daardoor onze Verlosser geworden. God geeft ons in Zijn Woord, aan de hand van vele geschiedenissen, overvloedig leringen en voorbeelden, opdat wij zodoende het einddoel mogen bereiken. De beste voorbeelden en leringen zijn echter door de Heere Jezus zelf aan ons gegeven. De Bijbel bevat deze leringen en voorbeelden in: - rechtstreekse vorm, bijvoorbeeld Heilig moet u zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig. (Lev.19:2b). - gelijkenissen, waardoor zij die God oprecht willen dienen deze kunnen leren verstaan. De onheilige kan daar niet in doordringen (Mat.13:10-14). - de vorm van typen en schaduwbeelden (Joh.3:14, Joh.6:32-33, Heb.8, Heb.9 en Heb.10:1). Welbekende typen zijn o.a. Adam, Noach, David en Salomo, en bekende schaduwbeelden zijn o.m. de tabernakel, de tabernakeldienst, de tempel van Salomo, de wetgeving op Sinaï, de verhoogde slang in de woestijn, het manna, de feesten Pasen (Pascha) en Pinksteren, en de steenrots in de woestijn waaruit het water vloeide. Alles wat ons hierin ter hand wordt gesteld betreft: 1 e het verlossingswerk door de Heere Jezus Christus, dus de mogelijkheid om - van Godswege uit - zalig te kunnen worden en in Zijn heerlijkheid te mogen ingaan. 2 e het zalig worden van de volkeren in de twee fasen die Gods Woord ons openbaart, namelijk: - de eerste opstanding; hierna volgt het duizendjarig vrederijk (Op.20:1-6 en Op.19:6-10). - de tweede, algehele opstanding, vóór het oordeel Gods (Op.20:11-15). Hoe dienen wij in dit licht het boek Ruth te zien en wat beoogt Gods Woord hiermee? Er zullen in die tijd wel meer gebeurtenissen hebben plaats gevonden die overeenkomst vertonen met het leven van Ruth, maar het is duidelijk dat God deze geschiedenis aan ons heeft willen doorgeven met een speciaal doel. Er is - naar wij weten - buiten het verlossingswerk door onze Heer en Heiland geen gebeurtenis in de hemel en op aarde belangrijker dan de opname en de verheerlijking van de bruid van Christus en de viering van het avondmaal van de bruiloft des Lams. Om tot de bruid van Christus te mogen behoren moet men ook in de verdrukking standvastig zijn in geloof, hoop en liefde. Omdat wij deze eigenschappen bij Ruth aantreffen, heeft deze geschiedenissen derhalve ten doel een lering en voorbeeld te zijn voor hen die ernaar streven tot de bruid van Christus te mogen worden gerekend. Daarom ook mogen wij deze geschiedenis beschouwen als een geschiedenis met een profetische betekenis. Het leven van Ruth is door God waardig bevonden om te dienen als voorafschaduwing van de grote gebeurtenissen in Zijn werk. Het is een heerlijke geschiedenis voor alle gelovigen, die weten alleen door genade zalig te kunnen worden en wel door het geloof in het 3 4

Ruth, het type van de bruid van Christus volbrachte verlossingswerk van hun Heer en Heiland. In deze brochure zal het boek Ruth worden behandeld. Na elk afgedrukt bijbelhoofdstuk wordt nader op de betekenis ervan ingegaan. De betekenissen van de namen die in het boek van Ruth worden genoemd zijn: Bethlehem: broodhuis Juda godlover Boaz: in Hem (God) is kracht Elimélech: God is Koning Naomi lieflijkheid Chiljon: verkwijnen Machlon: ziekte Ruth: vriendin, metgezellin. Ruth 1 - Naomi en haar schoondochters. 1. In de dagen dat de richters leiding gaven aan het volk, gebeurde het dat er hongersnood was in het land. Daarom ging een man uit Bethlehem in Juda op weg om als vreemdeling in de vlakten van Moab te verblijven, hij, zijn vrouw en zijn twee zonen. 2. De naam van de man was Elimelech, de naam van zijn vrouw Naomi en de namen van zijn twee zonen Machlon en Chiljon, Efrathieten uit Bethlehem in Juda. En zij kwamen in de vlakten van Moab en bleven daar. 3. Elimelech, de man van Naomi, stierf, en zij bleef achter met haar twee zonen. 4. Die namen voor zich Moabitische vrouwen. De naam van de ene was Orpa en de naam van de andere Ruth. En zij bleven daar ongeveer tien jaar. 5. En die twee, Machlon en Chiljon, stierven ook. Zo bleef de vrouw achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man. 6. Toen maakte zij zich met haar schoondochters gereed en keerde terug uit de vlakten van Moab, want zij had in het land Moab gehoord dat de HEERE naar Zijn volk omgezien had door hun brood te geven. 7. Daarom trok zij weg uit de plaats waar zij geweest was, en haar twee schoondochters gingen met haar mee. Toen zij op weg gegaan waren om terug te keren naar het land Juda, 8. zei Naomi tegen haar twee schoondochters: Ga heen, keer terug, ieder naar het huis van haar moeder. Moge de HEERE jullie goedertierenheid bewijzen, zoals jullie die bewezen hebben aan hen die gestorven zijn, en aan mij. 9. Moge de HEERE jullie geven dat jullie rust vinden, ieder in het huis van haar man. Toen zij hen kuste, begonnen zij luid te huilen. 10. En zij zeiden tegen haar: Voorzeker, wij keren met u terug naar uw volk. 11. Maar Naomi zei: Keer terug, mijn dochters! Waarom zouden jullie met mij meegaan? Heb ik nog zonen in mijn lichaam, die jullie tot mannen zouden kunnen worden? 12. Keer terug, mijn dochters! Ga heen, want ik ben te oud om een man te hebben. Al zou ik zeggen: Ik heb hoop, en al zou ik zelfs in deze nacht een man hebben, ja zelfs zonen baren, 5 6

Ruth 1:1-22 13. zouden jullie dan wachten tot zij groot geworden waren? Zou dat jullie er dan van weerhouden om een man te hebben? Nee, mijn dochters, want het is voor mij veel bitterder dan voor jullie: de hand van de HEERE is tegen mij uitgestrekt. 14. Toen begonnen zij opnieuw luid te huilen. En Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth klampte zich aan haar vast. 15. Daarom zei zij: Zie, je schoonzuster is teruggekeerd naar haar volk en naar haar goden. Keer ook terug, je schoonzuster achterna. 16. Maar Ruth zei: Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God. 17. Waar u sterft, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEERE mag zó en nog veel erger doen: voorzeker, alleen de dood zal scheiding maken tussen mij en u. 18. Toen zij zag dat zij zich vast voorgenomen had met haar mee te gaan, hield zij op tot haar te spreken. 19. Zo gingen zij samen verder, tot zij in Bethlehem kwamen. En het gebeurde, toen zij Bethlehem binnenkwamen, dat de hele stad over hen in rep en roer raakte, en de vrouwen zeiden: Is dit Naomi? 20. Maar zij zei tegen hen: Noem mij niet Naomi, noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. 21. Ík ging vol weg, maar de HEERE heeft mij leeg laten terugkeren. Waarom zou u mij Naomi noemen, nu de HEERE tegen mij getuigd heeft en de Almachtige mij kwaad gedaan heeft? 22. Zo keerde Naomi terug, en met haar Ruth, de Moabitische, haar schoondochter. Zij keerde uit de vlakten van Moab terug. En zij kwamen in Bethlehem, aan het begin van de gersteoogst. Hoofdstuk 1 In dit hoofdstuk worden wij bepaald bij drie vrouwen, nl. Naomi, Orpa en Ruth. Zoals reeds vermeld, heeft deze geschiedenis een profetische betekenis en daarvan uitgaande mogen wij stellen, dat Naomi het type is van het oude verbondsvolk Israël. Dat volk zou de Messias verwerpen en daardoor tot onvruchtbaarheid komen. Orpa en Ruth waren heidense vrouwen. Na een keuze te hebben moeten maken geeft Orpa er de voorkeur aan in Moab te blijven. Ruth daarentegen - het type van het bekeerde consequentie - volgt Naomi. Zo zien wij dat roeping en uitverkiezing door God aan allen wordt aangeboden. Men kan deze genade aannemen of verwerpen (2Pet.1:10, Mat.20:16 en 22:14). Ruth is het type van hen, die hun roeping en verkiezing zeker willen stellen. Orpa's keuze voor Moab betekent profetisch gezien in deze geschiedenis, kiezen voor een wereld zonder God. Ruth, die voor Israël koos, beseft de smart, die de zonde kan veroorzaken en heeft deze ook zelf ondervonden. Zij wil dit leed samen met Naomi delen en dragen en vestigt daarbij haar hoop op de God van Israël, Die zij aanvaardt als haar God. Zij aanvaardt ook Zijn volk als haar volk. Zij tracht dan ook niet haar eigen genoegens te bevredigen, maar wordt gedreven door de liefde tot God. Zo draagt zij de consequenties van haar geloof. Op deze wijze wordt de roeping van het heidendom profetisch voorgesteld, zoals is voorzegd in Jes.55:5 Zie, U zult een volk roepen dat U niet kende, en het volk dat U niet kende, zal naar U toe snellen, omwille van de HEERE, uw God, voor de Heilige van Israël, want Hij heeft U verheerlijkt. Zoals Ruth beseft van een ander volk te zijn, zo behoren de heidenen te beseffen, dat zij de wilde olijftak zijn en door de tijdelijke verwerping van het volk Israël in Israëls rechten en verplichtingen mogen ingaan (Rom.11:17-24). Zo wil zij de consequenties van haar geloof dragen. In de verzen 16 en 17 wordt prachtig weergegeven hoe Ruth, als het type van de bruid van Christus, bereid is God te volgen en niets mag en wil doen boven datgene wat aan Israël is gegeven. Zij toont zich dus ondergeschikt in alles en wil geen eigen inbreng hebben in Gods bestuur. De liefde en het geloof beheersen haar leven. 7 8

Hoofdstuk 1 - Naomi, Orpa en Ruth De beide vrouwen komen na de hongersnood in Israël terug. Het is voor een Joodse vrouw als Naomi typerend (zie vs.20 en 21) dat er geen schuldbesef is. In plaats van deemoedig te zijn, zegt zij dat de Almachtige haar kwaad heeft aangedaan, een gedachtegang die wij vaker in Israël aantreffen en die bij voorbeeld ook zo sterk tot uitdrukking kwam bij Jona en bij het volk Israël op de woestijnreis. Maar God had haar geen kwaad aangedaan. Zij waren voor de honger gevlucht, hoewel de Almachtige hen ook tijdens deze nood had kunnen helpen. Getuigen daarvan zijn zij die niet zijn gevlucht en de honger hebben overleefd. De profeet Elia is hiervan ook een voorbeeld. God gebood zelfs de raven hem eten te brengen. De vrouwen kwamen in Bethlehem aan in het begin van de gerstenoogst. Deze oogst was omstreeks het Pascha. Het beeld dat hierin verborgen ligt is, dat het Evangelie der genade eerst tot het heidendom kon komen, nadat de Heere Jezus Zich als het Lam Gods op het Pascha had laten slachten. Hij nam toen voor altijd de zonden van de wereld weg, waardoor de heiden kon toetreden tot het Koninkrijk Gods, het geestelijke Israël. De Heiland heeft het voorgaande Zelf weergegeven in de gelijkenis van de boze wijngaardeniers (de onrechtvaardige pachters) in Mat.21:33-46. Wij zullen bij het lezen van deze brochure bedenken dat wij mensen zijn van gelijke aard als Elimelech e.a. Ook wij kunnen falen, bitter gestemd zijn, ons tekort gedaan voelen, al zijn wij zelf de oorzaak. Boven al dit menselijke staat onze Heer en Heiland, Die barmhartig op ons neerziet en op ons wacht als op de verloren zoon. Ruth 2 - Ruth op de akker van Boaz. 1. Nu had Naomi een bloedverwant van de kant van haar man, een zeer vermogend man, uit het geslacht van Elimelech, en zijn naam was Boaz. 2. Ruth, de Moabitische, zei tegen Naomi: Laat mij toch naar de akker gaan en aren rapen achter hem in wiens ogen ik genade zal vinden. En zij zei tegen haar: Ga, mijn dochter. 3. Daarop ging zij op weg, kwam op de akker en raapte aren achter de maaiers. En het overkwam haar dat zij op een deel van de akker van Boaz terechtkwam, die uit het geslacht van Elimelech was. 4. En zie, Boaz kwam uit Bethlehem, en zei tegen de maaiers: De HEERE zij met u! En zij zeiden tegen hem: De HEERE zegene u! 5. Daarop zei Boaz tegen zijn knecht die over de maaiers aangesteld was: Wie behoort deze jonge vrouw toe? 6. De knecht die over de maaiers aangesteld was, antwoordde en zei: Dat is de Moabitische jonge vrouw die met Naomi teruggekeerd is uit het land Moab. 7. Zij zei: Laat mij toch aren rapen en verzamelen tussen de schoven, achter de maaiers. Zo is zij gekomen en zij is gebleven van vanmorgen af tot nu toe. Zij heeft bijna niet binnen gezeten. 8. Toen zei Boaz tegen Ruth: U hebt het gehoord, nietwaar, mijn dochter? Ga niet op een andere akker aren rapen. Ook moet u hier niet weggaan, maar u moet dicht bij de meisjes blijven die voor mij werken. 9. Uw ogen moeten op de akker gericht zijn die zij aan het maaien zijn en u moet achter hen aan gaan. Heb ik de knechten niet geboden dat zij u niet aanraken? Als u dorst hebt, mag u naar de watervaten gaan en drinken van wat de knechten zullen scheppen. 10. Toen wierp zij zich met het gezicht ter aarde, boog zich naar de grond en zei tegen hem: Waarom heb ik genade gevonden in uw ogen, dat u naar mij omziet, terwijl ik een buitenlandse ben? 11. Boaz antwoordde en zei tegen haar: Het is mij allemaal verteld, alles wat u na de dood van uw man voor uw schoonmoeder gedaan hebt, en hoe u uw vader en uw moeder en uw geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat u voorheen niet kende. 12. Moge de HEERE uw daad vergelden, en moge uw loon volkomen zijn 9 10

Ruth 2:1-23 van de HEERE, de God van Israël, onder Wiens vleugels u gekomen bent om toevlucht te nemen. 13. En zij zei: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, want u hebt mij getroost en u hebt naar het hart van uw dienares gesproken, hoewel ik niet ben als een van uw dienaressen. 14. Toen het etenstijd was, zei Boaz tegen haar: Kom er hier bij en eet van het brood en doop uw stukje brood in de zure wijn. Zo zat zij neer naast de maaiers, en hij reikte haar geroosterd koren aan. En zij at en werd verzadigd en hield nog over. 15. Toen zij opstond om weer aren te gaan rapen, gebood Boaz zijn knechten: Laat haar ook tussen de schoven rapen en val haar niet lastig. 16. Ja, laat ook opzettelijk voor haar wat vallen uit de bundels aren en laat het liggen, zodat zij het op kan rapen, en bestraf haar niet. 17. Zo raapte zij aren op de akker tot de avond. En wat zij geraapt had, klopte ze uit. Het was ongeveer een efa gerst. 18. En zij pakte het op en kwam in de stad. Haar schoonmoeder zag wat zij geraapt had. Ook haalde zij tevoorschijn wat zij overgehouden had, toen ze genoeg gegeten had, en gaf het haar. 19. Vervolgens zei haar schoonmoeder tegen haar: Waar heb je vandaag aren geraapt en waar heb je gewerkt? Moge hij die naar je omgezien heeft, gezegend worden. En zij vertelde haar schoonmoeder bij wie zij gewerkt had en zei: De naam van de man bij wie ik vandaag gewerkt heb, is Boaz. 20. Toen zei Naomi tegen haar schoondochter: Moge hij, die zijn goedertierenheid niet onthouden heeft aan de levenden en aan de doden, gezegend worden door de HEERE. Verder zei Naomi tegen haar: Die man is nauw aan ons verwant, hij is een van onze lossers. 21. En Ruth, de Moabitische, zei: Bovendien heeft hij tegen mij gezegd: U moet dicht bij mijn knechten blijven, totdat zij met heel mijn oogst klaar zijn. 22. Naomi zei tegen haar schoondochter Ruth: Het is goed, mijn dochter, dat je met de meisjes die voor hem werken meegaat, zodat ze je op een andere akker niet lastigvallen. 23. Zo bleef zij dicht bij de meisjes van Boaz om aren te rapen, tot de gersteoogst en de tarweoogst voorbij waren. En zij bleef bij haar schoonmoeder. Hoofdstuk 2 Boaz is in dit hoofdstuk verreweg de belangrijkste persoon, evenals de Heere Jezus in ons aller leven de belangrijkste persoon is. Wij hopen hierna aan te tonen dat Boaz in dit bijbelboek het type van onze Heiland is. Het hoofdstuk vangt aan met Boaz te vermelden als een bloedverwant van de man van Naomi en geweldig van vermogen. Zoals Boaz geweldig van vermogen was, zo is onze Heere ook geweldig van vermogen, want Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde (Mat.28:8) en is ons aller Herschepper (2Kor.5:17), want indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel. Ruth wil direct na aankomst in Israël dienstbaar zijn door voor haar levensonderhoud en dat van haar schoonmoeder te zorgen. Zij heeft een belofte gedaan en wil die met toestemming van Naomi houden. Zij wordt in het vertrouwen op haar God tot het veld van Boaz geleid. Ruth hield zich aan het veld van Boaz, zoals ook de bruid des Heeren zich geestelijk zal moeten houden aan het veld van de grote Boaz, Jezus Christus. Daar worden zij beschermd, daar omringen de engelen hen (Heb.1:14). Bij het lezen van de manier waarop Boaz zijn knechten begroet, uit de woorden van Boaz tot Ruth, en uit het antwoord van Ruth, kunnen bij ons ervaringen uit ons geloofsleven opkomen. Zodra wij onze zinnen hebben gezet op het gehoorzamen van onze Heiland laat God Zijn bemoeienis met ons blijken. God leert ons dan Zijn verborgen omgang vinden (Ps.25). De bedoeling van Boaz is Ruth rust te geven. Zij wordt daartoe door hem op alle mogelijke manieren beschermd. Er is water geschept door de jongens en verder is ook in alles voorzien. Hij gaat in de zorg voor vreemdelingen verder dan de wet minimaal voorschrijft (Lev.19: 9-10). Als Boaz het verleden van Ruth samen met dat van Naomi memoreert en van haar onbaatzuchtigheid gewag maakt, valt zij voor Boaz op haar knieën. Evenzo valt de christen op z'n knieën voor de grote Boaz, de Verlosser en Zaligmaker. Boaz zegt tegen Ruth dat haar loon volkomen zal zijn (Gen.15:1 en Ps.19:12). Deze woorden zijn als een profetie, want het loon van het aren rapen beperkt zich tot wat men presteert. Maar dit loon, door Boaz vermeld, verwijst naar het grote loon, de volmaaktheid, de opname van de 11 12

Hoofdstuk 2 - Boaz bruid in heerlijkheid. Daarbij erkent zij zelf niet te zijn als de andere maagden, maar minder. Zij is immers als de wilde olijftak, die is ingeplant omdat de natuurlijke takken faalden (Rom.11:11-24). Ruth wordt tijdens het eten gelijk behandeld als de andere arbeidsters. Zij hield van het eten nog over voor Naomi. Hierop komen wij aan het einde van hoofdstuk 3 nader op terug. Ruth mocht tijdens het eten bij Boaz en het personeel zitten. Zo leren ook wij in ons leven de Heere Jezus kennen omdat Hij onze gastheer wil zijn. Ook wij worden door Hem gedrenkt en gevoed. Ruth kwam bij het aren lezen tot een hoeveelheid die gelijk was aan een efa gerst. De efa was destijds een inhoudsmaat voor droge waren. De efa moest zuiver zijn (Lev.19:36). Men mocht geen tweeërlei efa hebben, bv. een grote en een kleine. Gerst was het graan voor het brood van de armen. Ruth kreeg als arme alles wat nodig was om te kunnen leven. De christenen ontvangen ook alles wat nodig is. Dat wordt hen in Gods Woord, de Bijbel, aangereikt. Het beeld van de efa gerst is in deze geschiedenis in zijn profetische betekenis derhalve het Woord Gods. Wij hebben dat ontvangen om arm van geest zijnde, rijk te worden in God en Zijn Koninkrijk (Mat.5:3). In vers 20 zegt Naomi Moge hij, die zijn goedertierenheid niet onthouden heeft aan de levenden en aan de doden, gezegend worden door de HEERE. Zij ziet hierin al een mogelijkheid dat Boaz als losser haar nageslacht in stand zal houden en zo aan haar man, haar zonen en aan haar zelf weldadigheid zal bewijzen. Profetisch gezien gaat de strekking ervan oneindig veel verder, want de grote Boaz is inderdaad Hij, Die Zijn weldadigheid aan levenden en aan doden heeft bewezen. Want Hij is immers gestorven voor de zonden van alle mensen, van doden en van levenden. Tevens kan men hiermee het profetische beeld van Ruth in groter verband zien, want zij is het type van de bruid uit alle natie en geslachten en volken en talen (Op.7:9) en tevens uit alle tijden van Adam tot de eerste opstanding. Ruth deelde het lot van de zonde met Naomi door in deze wereld als een weduwe, een verlatene en een onvruchtbare voort te gaan, maar anderzijds hoopte op de losser Boaz (Jes.54:5-8). Zo zal de christenheid ook dit beeld moeten dragen, wil zij tot de bruid behoren, door uit te zien naar de grote Losser, Jezus Christus, omdat zij geen andere mannen wil kennen, zich dus niet met deze wereld wil afgeven en het Lam volgt waar Het ook heengaat. Zo kan de eeuwig onveranderlijke God alle dingen ten goede leiden en kan Hij uit het kwade het goede geboren doen worden. Op de woorden: hij is een van onze lossers (vers 20) wordt in hoofdstuk 3 nader ingegaan. Toelichting op lossen en losser. De woorden lossen en losser zijn typisch bijbels. Ze komen van het Hebreeuwse gõ-ël, dat 'vrijlaten' of 'vrijlating mogelijk maken' betekent. Oorspronkelijk had elke joodse familie in Israël grondbezit. Na de verovering van het land Kanaän had Jozua dit op bevel van God geregeld. Wanneer een Jood uit armoede grond moest verkopen of mogelijk zelfs leden van de familie, dan was de naaste mannelijke bloedverwant verplicht de grond en de familieleden te lossen, d.w.z. vrij te kopen. Deze bloedverwant werd dan de losser genoemd. Het jubeljaar, elk 50 e jaar, ving aan met een algehele lossing. Alle mensen die in de voorgaande tijd niet konden worden gelost, waren vrij en alle uit armoede verkochte en nog niet geloste grond verviel weer aan de oorspronkelijke bezitter. Zodoende zouden er geen blijvende rijken en armen in Israël zijn. Het jubeljaar is het schaduwbeeld van het duizendjarig vrederijk met daaraan voorafgaand de verheerlijking en opneming van de bruidsgemeente. Het lossen onderling ziet op de schuldvergeving van de naasten, zoals Christus de mensen leert: Vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. (Mat.6:12). 13 14

Ruth 3 - Ruth en Boaz. Ruth 3:1-18 1. En Naomi, haar schoonmoeder, zei tegen haar: Mijn dochter, zou ik geen plaats van rust voor je zoeken, waar het je goed zal gaan? 2. Welnu, is Boaz, bij wiens meisjes je geweest bent, geen bloedverwant van ons? Zie, hij gaat vannacht op de dorsvloer gerst wannen. 3. Was je dan en zalf je en doe je beste kleren aan en ga naar de dorsvloer, maar zorg ervoor dat je niet door de man wordt opgemerkt, voordat hij klaar is met eten en drinken. 4. En het zal gebeuren als hij gaat liggen, zorg dan dat je de plaats weet waar hij ligt. Ga er dan heen, sla de deken aan zijn voeteneind op en ga liggen. Dan zal hij je zelf vertellen wat je doen moet. 5. Zij zei tegen haar: Alles wat u zegt, zal ik doen. 6. Daarop ging zij naar de dorsvloer en deed overeenkomstig alles wat haar schoonmoeder haar geboden had. 7. Toen Boaz gegeten en gedronken had en zijn hart vrolijk was, kwam hij en ging liggen aan de rand van de korenhoop. Daarna kwam zij stilletjes, sloeg de deken aan zijn voeteneind op en ging liggen. 8. En het gebeurde midden in de nacht dat de man schrok en om zich heen greep. En zie, er lag een vrouw aan zijn voeteneind. 9. En hij zei: Wie bent u? En zij zei: Ik ben Ruth, uw dienares. Spreid uw vleugel over uw dienares uit, want u bent de losser. 10. En hij zei: Gezegend bent u door de HEERE, mijn dochter! U hebt met deze laatste blijk van goedertierenheid van u de eerste nog overtroffen, doordat u geen jongemannen nagelopen bent, geen arme en geen rijke. 11. En nu, mijn dochter, wees niet bevreesd. Alles wat u gezegd hebt, zal ik voor u doen, want ieder in de poort van mijn volk weet dat u een deugdelijke vrouw bent. 12. Nu dan, het is waar dat ik een losser ben, maar er is nog een losser, nauwer verwant dan ik. 13. Overnacht vannacht hier. Als het morgenochtend gebeurt dat hij u lost, goed, laat hem lossen. Als hij echter niet geneigd is u te lossen, dan zal ík u lossen, zo waar de HEERE leeft. Ga nu maar liggen tot de morgen. 14. Zo lag zij tot de morgen aan zijn voeteneinde. En zij stond op, voordat men elkaar kon herkennen, want hij zei: Het mag niet bekend worden dat er een vrouw op de dorsvloer gekomen is. 15. Verder zei hij: Geef de omslagdoek die u draagt, en houd hem op. En zij hield hem op. En hij mat zes maten gerst af en legde die op haar. Vervolgens ging hij de stad in. 16. Toen kwam zij bij haar schoonmoeder, en die zei: Wie ben je, mijn dochter? En zij vertelde haar alles wat de man voor haar gedaan had. 17. Verder zei zij: Deze zes maten gerst heeft hij mij gegeven, want hij zei tegen mij: Kom niet met lege handen bij uw schoonmoeder. 18. Toen zei Naomi: Ga rustig zitten, mijn dochter, tot je weet hoe de zaak uit zal vallen, want die man zal niet rusten, voordat hij vandaag nog deze zaak tot een einde heeft gebracht. 15 16

Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3 - Ruth en Boaz Naomi wijst Ruth de weg tot de rust, die zij bij Boaz zou vinden, opdat het haar wel zou gaan. De Heere Jezus als de grote Boaz geeft ook de rust aan Zijn volk, namelijk diegenen die God in Jes.41:14 e.v. een wormpje Jakob, het volkje Israël noemt. Hij zal dit niet doen door hen uit de wereld weg te halen, maar door hen - ondanks de duisternis van deze wereld - in Zijn rust te brengen. Ruth was een nog jonge weduwe. Boaz daarentegen was van een oudere generatie, wat blijkt uit vers 10 en uit het feit dat Boaz niet alleen een verwant, maar ook een zeer goede vriend van de man van Naomi was (hoofdstuk 2:1). Ondanks dit verschil in leeftijd onderwerpt Ruth zich onvoorwaardelijk aan het voorstel van Naomi. Het antwoord van Ruth aan Naomi (vers 5) toont ons de liefde die in haar hart was. Zij had een bruidshart, een hart dat altijd tot liefde geven bereid is. En het geven van liefde gaat altijd met zelfopoffering gepaard. Over deze liefde, die ons door God geschonken wordt, schrijft Paulus in 2 Kor.5:14: Want de liefde van Christus dringt ons. Hoe groot de drang van de liefde kan worden en wat dan de gevolgen zijn, openbaart Gods Woord in Hooglied 6:12, waar geschreven staat: Eer Ik het wist, zette Ik Mij op de wagens van Mijn gewillig volk. Want het verlangen van de bruid, die in het Hooglied wordt beschreven, d.i. Gods volk dat tot de bruid wil behoren en reeds een bruidshart bezit, is zó groot, dat de wagens van dat vrijwillige volk al tot de bruidegom zijn genaderd om hem te halen en de bruidegom beantwoordt deze liefde met Eer ik het wist... Volgens de verzen 1-5 van hoofdstuk 3 behoort de bruidsgemeente, waarvan Ruth het type is, het voornaamste dat God aan het Israëlitische volk had geboden, namelijk strikte gehoorzaamheid aan Hem in liefde, ook te dragen. De dorsvloer (vers 2) is de plaats waar het graan werd gedorst en het koren werd vergaderd. Dit wijst ons in geestelijke zin op de dag van de oogst (Mat.3:12 en Luk.3:17). Ruth moest om naar de dorsvloer te kunnen gaan aan bepaalde voorwaarden voldoen; zij moest zich gebaad hebben, gezalfd zijn en speciale klederen hebben aangedaan. Deze handelingen vestigen onze aandacht op de doop (het bad der wedergeboorte), de verzegeling, n.l. het zalven met de Heilige Geest, waardoor men het onderpand van de toekomende erfenis ontvangt (1Joh.2:20,27) en het witte kleed van de rechtvaardigmakingen der heiligen (Op.19:8). Daarmee legde zij het rouwkleed af dat zij steeds zal hebben gedragen. Zo behoort men toch eerst door de doop een kind van God te worden, de Heilige Geest inwonend te ontvangen en voor God gerechtvaardigd te zijn door het verzoenend offer van Jezus Christus, de Grote Boaz. Daar op de dorsvloer bevindt Zich onze Heer om de oogst, die door Zijn dienaren is ingezameld, te bewaken en verder te bewerken. Hij blijft daar de hele nacht over. Hij bewaakt alles wat Hem toebehoort (Joh.6:39). Het was een waagstuk voor deze jonge vrouw om 's nachts op de dorsvloer bij de ongehuwde Boaz te gaan liggen. Het toonde haar onwrikbare geloof in het bestuur van de God van Israël. Dit geloof zal ook de bruid des Heeren moeten bezielen. Het is hierin profetisch voorzegd. Sla de deken aan zijn voeteneind op en ga liggen. (vers 4). Zoals Ruth zich overgaf, zo zal ook de bruid van Christus zich vol vertrouwen moeten overgeven. Christus zal ons dan onvoorwaardelijk leiden en te kennen geven wat wij zullen doen. De bruid doet dan, zoals apostel Paulus zegt in Rom.13:14, als het ware de Heere Jezus aan (als een kleed). Nog voor men iemand kan herkennen - dus vóór het aanbreken van de dag - zendt Boaz Ruth weg. Het is geen zaak van het geweten, maar zorg voor Ruth, omdat er nog een andere losser is. Het geweten van beiden was rein. Zo leren ook wij de Heere Jezus kennen op de dorsvloer in ons leven, nu als een zaak van geloven, die zal overgaan in aanschouwen als de nieuwe dag is aangebroken, de dag der opstanding. Er was nog een losser. Hoewel niet met name genoemd, was deze zelfs nader dan Boaz. Deze losser typeert de wet, die God door Mozes aan het volk Israël gaf. Want deze wet leert ons in Lev.18:5 en in Ez.20:11 De mens die ze houdt, zal erdoor leven. Ik ben de HEERE. Voor ons zondaren is deze wet geen losser. Integendeel! De wet maakt ons zelfs tot zondaren. De Enige Die wel aan de wet heeft voldaan, is de Heere Jezus Christus en door Hem kunnen wij worden gelost. Ruth mocht ervaren dat alleen Boaz kon lossen. Zo zullen ook alle gelovigen ervaren dat zij van de zonde alleen gelost kunnen worden door de Heere Jezus Christus. De bruid des Heeren moet, zoals uit het schaduwbeeld in dit hoofdstuk blijkt, een zeer bijzondere vrouw zijn. Haar hart en verstand moeten 17 18

Hoofdstuk 3 - Ruth en Boaz worden gedreven door de liefde Gods, zij moet een bruidshart bezitten. Ruth mocht niet met lege handen tot haar schoonmoeder terugkeren (vs.17). Daartoe gaf Boaz haar zes maten gerst. Wat wordt ons hierin geopenbaard? Door alle eeuwen heen, van Adam tot aan de eerste opstanding, de verheerlijking van de bruid, rond 6000 jaar, zijn er gelovigen geweest die een bruidshart hadden. Zij aten het brood der armen. Zij leefden in geloof en in liefde, verwachtende de Messias. Een voorbeeld van deze geestelijke spijze vinden we in 1 Kor.10:2-6 waar het volk Israël al gegeten heeft van dezelfde geestelijke spijs en gedronken heeft dezelfde geestelijke drank; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Jezus Christus. In Mattheüs 20:28 wordt ons dat geleerd. Het geven van de zes maten gerst symboliseert dat God door alle tijden heen Zijn liefhebbers heeft geschonken wat nodig was, veelal door middel van anderen. De geestelijke waarden die de Bruid van Christus heeft verzameld, gesymboliseerd in het eten, dat Ruth over hield voor Naomi (Hoofdstuk 2:14 en 18), laat zij - als zij wordt verheerlijkt - achter aan het Joodse volk, dat dan van die geestelijke spijze kan eten, nadat het zich bekeerd zal hebben. Alles wat nodig is, zal dan aanwezig zijn, met als hoogste waarde: Het Nieuwe Testament in Zijn bloed. Doe dat en u zult leven! wordt dan waarheid in het geloof in Jezus Christus. Ruth 4 - Boaz huwt Ruth, geboorte van Obed. 1. Intussen ging Boaz naar de poort en ging daar zitten. En zie, de losser over wie Boaz gesproken had, kwam voorbij. Toen zei hij: Kom eens hier en ga hier zitten, u daar, hoe u ook heet. En hij kwam daarheen en ging zitten. 2. En hij haalde tien mannen uit de oudsten van de stad, en zei: Gaat u hier zitten. En zij gingen zitten. 3. Toen zei hij tegen de losser: Het stuk land dat van onze broeder Elimelech was, heeft Naomi, die uit het land Moab teruggekomen is, verkocht. 4. En ík heb gezegd: Ik zal het u ter ore doen komen door te zeggen: Koop het, in aanwezigheid van de inwoners en in aanwezigheid van de oudsten van mijn volk. Als u het wilt lossen, los het. En als u het niet wilt lossen, vertel het mij dan, zodat ik het weet. Want er is niemand om het te lossen, behalve u, en ik na u. Toen zei hij: Ik zal het lossen. 5. Maar Boaz zei: Op de dag dat u het land van de hand van Naomi koopt, koopt u het ook van Ruth, de Moabitische, de vrouw van de gestorvene, om de naam van de gestorvene over zijn erfelijk bezit in stand te houden. 6. Toen zei de losser: Ik kan het voor mij niet lossen, anders zou ik mijn erfelijk bezit te gronde richten. Neemt ú voor uw rekening wat ik zou moeten lossen, want ik kan het niet lossen. 7. Nu was het vroeger in Israël bij lossing en bij ruil de gewoonte om de hele zaak te bevestigen: iemand trok zijn schoen uit en gaf die aan zijn naaste; en dit diende als bewijs in Israël. 8. Dus zei de losser tegen Boaz: Koopt u het voor uzelf. En hij trok zijn schoen uit. 9. Toen zei Boaz tegen de oudsten en heel het volk: U bent vandaag getuigen dat ik van de hand van Naomi alles gekocht heb wat van Elimelech geweest is, en alles wat van Chiljon en Machlon geweest is. 10. Daarbij neem ik voor mijzelf Ruth, de Moabitische, de vrouw van Machlon, tot vrouw om de naam van de gestorvene over zijn erfelijk bezit in stand te houden, opdat de naam van de gestorvene niet zal worden uitgewist onder zijn broeders en in de poort van zijn 19 20

Hoofdstuk 3 - Ruth en Boaz woonplaats. U bent vandaag getuigen. 11. En heel het volk dat in de poort was en de oudsten zeiden: Wij zijn getuigen. Moge de HEERE deze vrouw, die in uw huis komt, maken als Rachel en Lea, die beiden het huis van Israël gebouwd hebben. Doe krachtige daden in Efratha en maak uw naam beroemd in Bethlehem. 12. En moge uw huis worden als het huis van Perez, die Tamar aan Juda baarde, door het nageslacht dat de HEERE u uit deze jonge vrouw geven zal. 13. Zo nam Boaz Ruth en zij werd hem tot vrouw, en hij kwam bij haar. En de HEERE gaf haar dat zij zwanger werd en een zoon baarde. 14. Toen zeiden de vrouwen tegen Naomi: Geloofd zij de HEERE, Die niet heeft nagelaten om u vandaag een losser te geven. Moge zijn naam beroemd worden in Israël! 15. Hij zal er voor u zijn om u te verkwikken en u in uw ouderdom te onderhouden. Want uw schoondochter, die u liefheeft, heeft hem gebaard, zij die beter voor u is dan zeven zonen. 16. En Naomi nam het kind en zette het op haar schoot. En zij werd zijn verzorgster. 17. En de buurvrouwen gaven hem een naam. Zij zeiden: Bij Naomi is een zoon geboren. En zij gaven hem de naam Obed. Hij is de vader van Isaï, de vader van David. 18. Dit nu zijn de afstammelingen van Perez: Perez verwekte Hezron, 19. Hezron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab, 20. Amminadab verwekte Nahesson, Nahesson verwekte Salma, 21. Salma verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed, 22. Obed verwekte Isaï, en Isaï verwekte David. Hoofdstuk 4 De naam van de losser in vers 1 wordt niet vermeld. Hij wordt aangesproken met: u daar, hoe u ook heet. Deze naam is voor ons ook niet van belang, want hij wordt in dit verband gebruikt als type voor de wet die God door Mozes aan Zijn volk had gegeven. De wet had alleen betrekking op het volk Israël, waar deze heidense vrouw niet aan toe gevoegd kon worden. Zij had geen rechten. Het erfdeel kon dus nooit in Moabitische handen vallen. Er zijn bij deze lossing tien getuigen. Het getal tien kennen wij als het getal van de tien geboden. In dit schaduwbeeld de tien geboden die zwijgend getuigen dat alleen de Heere Jezus kon lossen, de stille getuigen dat het verlossingswerk van onze Heer en Heiland volkomen is. Ten teken van deze lossing wordt door hem zelf vrijwillig (en niet zoals in Deu.25:7 e.v. verplicht is gesteld) de schoen uitgetrokken. Met het ontbreken van deze wettelijke verplichting, wordt hier aangetoond, dat de wet geen bestaansrecht meer zou hebben, nadat de Heere Jezus door Zijn verlossingswerk de wet volbracht zou hebben. Boaz als het type van de Heere Jezus loste alles, zowel van Elimelech, van Chiljon, van Machlon, als van de hand van Naomi, dus van het Israëlitisch volk, zowel overleden als nog op aarde maar Hij loste tevens in Ruth het heidendom (Hoofdstuk 4:9 en 10) De Heere Jezus voldeed aan de wet van het Oude Testament, de wet der tien geboden en aan de wet van het Nieuwe Testament, de wet der Goddelijke liefde. Zo kon Hij de Losser, de grote Boaz zijn. Dan wordt in vers 11 ook het heidenvolk in het type van Ruth de zegen toegewenst om vruchtbaar te zijn en wel als Rachel en Lea, die beiden het huis van Israël hebben gebouwd. Zij zal kloek handelen in Efratha, wat vruchtbaarheid betekent, en zal haar naam als christenheid vermaard maken in het geestelijke Bethlehem, het broodhuis, de gemeente Gods. In vers 13 komt Jesaja 54:5 heel mooi tot werkelijkheid: Want uw Maker is uw Man, HEERE van de legermachten is Zijn Naam, en uw Verlosser is de Heilige van Israël, de God van heel de aarde zal Hij genoemd worden. Ook de profetie in Ez.16:1-14 heeft hierop betrekking. Wij mogen hierbij bedenken dat onze Heiland is geboren in Bethlehem- Efratha, het gebied waarheen Naomi en Ruth terugkeerden. Daar werd het Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een 21 22

Hoofdstuk 4 - geboorte van Obed welbehagen gezongen door de engelenschaar ter ere van de Heere Jezus Christus. Deze zegen van Israël wordt in het heidendom voortgezet. Er is dus geen verschil tussen de zegen aan de Joden en de zegen aan de heidenen. Ook zal het huis van Ruth zijn als het huis van Perez. Deze Perez was de eerstgeboren zoon van Thamar, een schoondochter van Juda. Zij was gedoemd onvruchtbaar te blijven na de dood van haar man Er, omdat Onan, de broer van haar man, haar niet als vrouw wilde accepteren. Indachtig de belofte door haar schoonvader aan haar gedaan, bewerkstelligde zij uiteindelijk dat Juda zelf deze belofte inloste. Aldus werd zij de moeder van Perez en Zela, tweelingen. Perez, de eerstgeborene, is een vader uit de geslachtsrekening van de Heere Jezus (Mat.1:3 en Luk.5:33). Van deze Perez stammen de Parzieten af. Ook David was een Parziet. Hij verleende het geslacht een groot aanzien. Uit het geslacht van Perez zijn veel helden voortgekomen. Overgezet in de beeldspraak wordt het heidendom van een onvruchtbare ten opzichte van de Schepper (Jes.54:1) tot een volk dat vruchten der bekering waardig voortbrengt. De zoon van Ruth was voor Naomi beter dan zeven zonen te hebben van zichzelf. Ogenschijnlijk lijkt dit vreemd, maar als wij bedenken uit welke ellende Naomi kwam en welk groot voorrecht zij in Ruth ontving en ook nog dat Ruth een van de voorouders van de Verlosser werd, dan is dat gezegde zeker op zijn plaats. Naomi werd de verzorgster, zoals ook in geestelijk opzicht de wet en de profeten en het hele Oude Testament ons het voedsel van het Evangelie leveren. In het geslachtsregister waarmee hoofdstuk 4 eindigt, komen drie namen voor met een mooie betekenis: Leven na de dood God alle dingen ten goede leiden en kan hij uit het kwade het goede geboren doen worden, opdat Zijn Naam verheerlijkt wordt en wij gesterkt kunnen worden in het geloof. Het moge duidelijk geworden zijn, waarom de geschiedenis van Ruth zo uitvoerig vermeld staat in Gods Woord. Wij hopen dat de verklaring van deze gebeurtenissen er toe mag bijdragen, dat bij een ieder die dit leest, het verlangen vermeerderd zal worden om bij de bruid van Christus te mogen behoren. Perez Boaz Obed = breuk = in Hem (God) is kracht = dienende, vereerder Het zijn drie mensen, die in God geloofd hebben, die hoopten op de komst van de Verlosser. Symbolisch is met Perez al een breuk gemaakt tussen de wet en ons omdat de grote Boaz, de Heere Jezus, de dienende is geworden, Die wij mogen vereren als de Machtige van hemel en aarde. Alhoewel Elimelech en Naomi Bethlehem niet hadden moeten verlaten, maar hun vertrouwen op God hadden moeten stellen, heeft God hen in deze geschiedenis toch kunnen gebruiken. Want zoals reeds gezegd, kan 23 24