DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

VR DOC.0263/2BIS

VR DOC.1589/2

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

VR DOC.0952/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

VR DOC.0270/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

VR DOC.0786/2BIS

VR DOC.1472/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

VR DOC.0136/2

VR DOC.1450/2BIS

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

VR DOC.1242/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Vlaamse Regering..3^L^

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

VR DOC.1498/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

VR DOC.0752/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, artikel 93:

VR DOC.1125/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 betreffende de subsidiëring van infrastructuur van ziekenhuizen;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

VR DOC.1120/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 maart 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992, artikel /2 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 betreffende de subsidiëring van infrastructuur van ziekenhuizen;

Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang

1 punt 3 /1 wordt opgeheven; 2 er wordt een punt 14 /2 ingevoegd dat luidt als volgt:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 maart 2016;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 november 2018;

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

VR DOC.1517/2BIS

VR DOC.0237/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 8

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2017;

VR DOC.1268/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie van 28 juni 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet;

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 (BS ) houdende toekenning van een subsidie aan het lokaal loket kinderopvang

VR DOC.0330/2

VR DOC.1191/3BIS

DE VLAAMSE REGERING, algemene boekhouding, de jaarrekening en het rekeningstelsel voor de hogescholen;

wie het personeelslid gehuwd is of een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd de pleegvoogd is vermeld in artikel 475ter tot en met

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding Wijzigingsbesluiten

Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het Vlaams Woninghuurdecreet

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 12;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

VR DOC.1142/2BIS

DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0063/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

VR DOC.1391/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019;

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015.

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014, wat betreft de subsidie voor het generatiepact en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 6, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2006 en 20 april 2012, artikel 12; Gelet op het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017; Gelet op advies 61.869/3 van de Raad van State, gegeven op 29 september 2017, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofstuk 1. Wijzigingen van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014 Artikel 1. In artikel 1 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014 wordt een punt 22 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 22 /1 werknemer in het kader van het generatiepact: een werknemer voor wie een organisator aanspraak kan maken op een tegemoetkoming conform het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van tewerkstelling van jongeren in social profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;. Pagina 1 van 5

Art. 2. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017, wordt het opschrift van hoofdstuk 10 vervangen door wat volgt: Hoofdstuk 10. Subsidie voor ex-generatiepact. Art. 3. In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen door wat volgt: Afdeling 1. Organisatoren van opvanglocaties in het Nederlandse taalgebied. Art. 4. In hoofdstuk 10, afdeling 1, van hetzelfde besluit worden voor artikel 90 een artikel 89/1 tot en met 89/5 ingevoegd, die luiden als volgt: Art. 89/1. Een organisator van opvanglocaties in het Nederlandse taalgebied die een tegemoetkoming krijgt of kreeg voor een aantal voltijdsequivalenten van werknemers in het kader van het generatiepact, kan een subsidie voor ex-generatiepact krijgen van Kind en Gezin, conform artikel 89/2 tot en met 89/5. De subsidie voor ex-generatiepact kan op zijn vroegst worden toegekend vanaf het moment dat een werknemer geen tegemoetkoming meer krijgt in het kader van het generatiepact. De subsidie voor ex-generatiepact wordt toegekend voor de realisatie van specifieke dienstverlening in een opvanglocatie van de organisator die in dezelfde gemeente ligt als de opvanglocatie waar de werknemer in het kader van het generatiepact werkte. Als de organisator niet onmiddellijk de opvangplaatsen of de specifieke dienstverlening volgens de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 89/2 of 89/3, kan realiseren, kan hij een voorbehoud van de subsidie vragen. Het voorbehoud geldt uiterlijk tot en met 31 december 2018. Art. 89/2. Een organisator met een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang kan per voltijdsequivalent van een werknemer in het kader van het generatiepact een subsidie voor ex-generatiepact voor 6,84 equivalentvolle opvangplaatsen ontvangen als hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. De subsidie voor exgeneratiepact bedraagt 3265,68 euro per equivalentvolle opvangplaats. De subsidie voor ex-generatiepact kan alleen toegekend worden voor de opvangplaatsen waarvoor de organisator: 1 voldoet aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 19 en artikel 21 tot en met 31; 2 geen subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang ontvangt. Art. 89/3. Een organisator met een subsidie voor buitenschoolse opvang in een afzonderlijke binnenruimte kan per voltijdsequivalent van een werknemer in het kader van het generatiepact een subsidie voor ex-generatiepact voor tien opvangplaatsen ontvangen als hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. De subsidie voor ex-generatiepact bedraagt 2081,06 euro per opvangplaats. De subsidie voor ex-generatiepact kan alleen toegekend worden voor de opvangplaatsen waarvoor de organisator: 1 voldoet aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 42 en artikel 44 tot en met 48; 2 geen subsidie voor buitenschoolse opvang in een afzonderlijke binnenruimte ontvangt. Pagina 2 van 5

Art. 89/4. Als blijkt dat een organisator als vermeld in artikel 89/3, voor een aantal opvangplaatsen niet kan voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 89/3, tweede lid, kan hij de subsidie voor ex-generatiepact conform artikel 89/2 krijgen. Art. 89/5. Als er na de toekenning van de subsidie conform artikel 89/2 en 89/3 nog middelen resteren, kan de minister beslissen om die middelen toe te kennen aan de organisatoren, vermeld in artikel 89/2 en 89/3, minstens volgens de voorwaarden vermeld in artikel 89/2, tweede lid, en artikel 89/3, tweede lid en met toepassing van de bedragen vermeld in artikel 89/2, eerste lid, en artikel 89/3, eerste lid.. Art. 5. In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt voor artikel 90 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt: Afdeling 1/1. Organisatoren van opvanglocaties in het tweetalige gebied Brussel- Hoofdstad. Art. 6. Artikel 90 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: Art. 90. De organisator van opvanglocaties in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die een tegemoetkoming krijgt of kreeg voor een aantal voltijdsequivalenten van werknemers in het kader van het generatiepact kan een subsidie voor ex-generatiepact krijgen van Kind en Gezin. Voor de subsidie voor ex-generatiepact gelden de bepalingen, vermeld in artikel 91 tot en met 94. Art. 7. In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt het opschrift Afdeling 2. Bedrag van de subsidie opgeheven. Art. 8. Artikel 91 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: Art. 91. De subsidie voor ex-generatiepact voor een organisator in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad bedraagt per kalenderjaar 5874,57 euro per voltijdsequivalent van een laaggeschoolde jongere die in dienst is.. Art. 9. In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt het opschrift Afdeling 3. Voorwaarden voor specifieke dienstverlening opgeheven. Hoofdstuk 2. Wijzigingen van het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014 Art. 10. Aan titel 3, hoofdstuk 4, afdeling 1, van het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014 wordt een onderafdeling 8, dat bestaat uit artikel 101/1, toegevoegd, dat luidt als volgt: Onderafdeling 8. Aanvraag van een subsidie voor ex-generatiepact Art. 101/1. De aanvraag van een subsidie voor ex-generatiepact als vermeld in artikel 89/1 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014, wordt ingediend met het aanvraagformulier van Kind en Gezin, dat de volgende gegevens bevat: 1 de naam, de rechtsvorm en het ondernemingsnummer van de organisator; 2 het aantal en welke plaatsen ex-generatiepact dat wordt aangevraagd; 3 de reden waarom de aanvraag wordt ingediend; 4 de datum vanaf wanneer de organisator de subsidies wenst te ontvangen; 5 de gegevens van de opvanglocatie waar de organisator de subsidies zal inzetten; 6 de verklaring of er al voldoende erkende opvangplaatsen beschikbaar zijn of dat deze nog moeten worden aangevraagd. Pagina 3 van 5

Art. 11. In artikel 103 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede artikel 80 tot en met 101 vervangen door de zinsnede artikel 80 tot en met 101/1. Art. 12. In artikel 111 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede artikel 80 tot en met 101 vervangen door de zinsnede artikel 80 tot en met 101/1. Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord Art. 13. In artikel 5, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 het bedrag 4.445.085,71 euro wordt vervangen door het bedrag 4.682.890,18 euro en het bedrag 877.590,78 euro wordt vervangen door het bedrag 746.240,08 euro ; 2 de zinsnede vermeld in artikel 19, 24, 27, 31, 35 en 40 wordt vervangen door de zinsnede vermeld in artikel 19, 24, 27, 31, 32/1 en 35. Art. 14. In hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 6, die bestaat uit artikel 32/1, toegevoegd, die luidt als volgt: Afdeling 6. Ex-generatiepact Art. 32/1. Een organisator met een subsidie voor ex-generatiepact, die geen openbaar bestuur is, ontvangt van Kind en Gezin een subsidie voor werkdrukvermindering. De subsidie wordt berekend conform artikel 5. In het eerste lid wordt verstaan onder subsidie voor ex-generatiepact: een subsidie voor buitenschoolse opvang als vermeld in artikel 89/1 tot en met 91 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014.. Art. 15. In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk 6, dat bestaat uit artikel 38 tot en met 40, opgeheven. Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Art. 16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 maart 2017, met uitzondering van artikel 13, 1, en artikel 15 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2017. Pagina 4 van 5

Art. 17. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo VANDEURZEN Pagina 5 van 5