Defensor Mk5. Stoomluchtbevochtiger MONTAGE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES 1115085 NL 1412



Vergelijkbare documenten
Condair CP3. Elektrodebevochtigers MONTAGE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES NL 1401

WEG MET KALK! Stoomluchtbevochtiger met gepatenteerd kalkmanagement Condair RS. Luchtbevochtiging en adiabatische koeling

Montage- en gebruiksaanwijzing

/2002 BE/NL

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

NL 1509 MONTAGEHANDLEIDING. Stoomluchtbevochtiger Condair RS. Humidification and Evaporative Cooling

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruikershandleiding

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina CN/CBNes

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Installatie-instructies

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Installatiehandleiding (montage aan een dragende muur)

MONTAGE- EN INSTALLATIE HANDLEIDING. IRPRO Series: IRPRO350, IRPRO500, IRPRO750

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

VOORBEREIDENDE INFORMATIE

PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Behandelde Stoombevochtigers Gietijzeren 9000 serie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

Belangrijke instructies

Reeks EcoAIR DESIGN. ecoair DESIGN: centrifugale ventilator met DC motor CENTRIFUGALE VENTILATOREN MET DC MOTOR NIEUW. Ecowatt EcoAIR DESIGN

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19

Condair GS... serie C

5.1 Installeren algemeen

STOOM MET KWALITEIT. Elektrode stoomluchtbevochtiger Condair EL. Luchtbevochtiging en adiabatische koeling

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P

TECHNISCHE GEBRUIKERSHANDLEIDING DH15/TTW15AX

MS Semen Storage Pro

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

S900 S901 S902 S901-2D S903 S901-4D PS900 S903 PS300

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Elektrische servomotoren

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

Installatie- en bedieningsinstructie. Table Stand DS (2018/08) nl

WHIRLPOOL AKM331. Gebruiksaanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

MAXIMALE PRESTATIE. Een systeem voor hoge bevochtingscapaciteiten ML Princess ML Solo ML Flex. Luchtbevochtiging en adiabatische koeling

Fig.1a Fig.1b

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw

Smoke Alarm FERION 4000 O

Methode van Stoomverspreiding. Elektrische ventilator Model FSA, AMEF. Pneumatische ventilator Model AMAF. Uitblaasnozzle Model VSA, AM

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen HI 120 Amerikaanse Modellen HI 48. WAARSCHUWING Lees deze handleiding voordat u de machine gebruikt.

Een correcte reparatie kan uitsluitend worden gewaarborgd als een storingsvrije de-installatie van het complete toestel te allen tijde mogelijk is.

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

Smoke Alarm FERION 1000 O

ROBUUST BASIC. Elektrische Convector W

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

ZWEMBAD LUCHTONTVOCHTIGERS CDP GAMMA VOOR COMFORT EN WELZIJN

Montagehandleiding. Uitlaatgassysteem CLV voor gasverbrandingstoestellen met gescheiden verbrandingstoevoer- en uitlaatgasleiding. Versie 1.

2Power opslagtank. Installatie instructies

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

THERMO-ELEKTRISCHE WIJNKLIMAATKAST & KOELKAST. Model: DX-68 COMBO (Mini Bar) Gebruiksaanwijzing

Installatie instructie

WEG MET KALK! Stoomluchtbevochtiger met gepatenteerd kalkmanagement Condair RS. Luchtbevochtiging en adiabatische koeling

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Elektrische kippengrills

Montage- en gebruikershandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

Eventueel vocht in de trommel is afkomstig van de eindcontrole. Aansluitkabel. Waterafvoer

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Zehnder ComfoFond-L Aardwarmtewisselaar met gesloten water-glycolcircuit

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U

GEBRUIKERS HANDLEIDING INBOUWSTAPELAARS

KLIMAATTECHNIEK Cumulus verstuivers

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

PERFECTCOOL Gebruikershandleiding

Elektra H GB... 9 NO

Units tegen de borstwering

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

TECHNISCHE HANDLEIDING

Veilige infrastructuur met OBO ondervloersystemen Effectieve afschottingssystemen beveiligen brandzones Vuur en rook worden met de brandwerende

AQUASNAP Bedieningspaneel

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen MD 60/100/120 3/4/5 Amerikaanse Modellen MD 24/40/48 3/4/5

Oorspronkelijk document.

Handleiding. Standard LED (LED ST) Serie spiegels

Gebruikers- en montagehandleiding Pijpdakventilator MPV

HP Power Distribution Rack

Transcriptie:

Defensor Mk5 Stoomluchtbevochtiger MONTAGE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES 1115085 NL 1412

2

Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Helemaal bij het begin 4 1.2 Aanwijzingen bij de montage- en bedieningsinstructies 4 2 Voor uw veiligheid 5 3 Overzicht van de producten 7 3.1 Uitvoeringen van de verschillende apparaten 7 3.2 Gegevens van de unit 8 3.3 Levering 8 3.4 Overzicht van het bevochtigingssysteem 9 3.5 Opbouw van de stoomluchtbevochtiger 9 3.6 Beschrijving van de werking 10 4 Basis voor de selectie 11 4.1 Kiezen van het apparaat 11 4.2 Kiezen van de regeling 14 4.3 Opties 16 4.4 Toebehoren 17 4.4.1 Overzicht van de toebehoren 17 4.4.2 Informatie over toebehoren 18 4.5 Aanvullende aanwijzingen 20 5 Montage- en installatiewerkzaamheden 21 5.1 Veiligheidsinstructies voor de montage- en installatiewerkzaamheden 21 5.2 Montage 21 5.2.1 Aanwijzingen voor de plaatsing van de apparatuur 21 5.2.2 Bevestiging 23 5.2.3 Controle op de juiste montage 23 5.3 Stoominstallatie 24 5.3.1 Plaatsing en montage van de stoomverdeelpijp 24 5.3.2 Plaatsing en montage van de ventilator unit 27 5.3.3 De stoom- en condensaatleidingen installeren 28 5.3.4 Controle van de stoominstallatie 30 5.4 Waterzijdige installatie 31 5.4.1 Uitvoering van de waterzijdige installatie 31 5.4.2 Controle van de waterzijdige installatie 33 5.5 Elektro-installatie 34 5.5.1 Overzicht over de elektrische installatie 34 5.5.2 Aansluitschema 35 5.5.3 Aanwijzingen t.a.v. de componenten 37 5.5.4 Controle van de elektrische installatie 40 6 Werking 41 6.1 Configuratie uitvoeren/controleren 41 6.2 Ingebruikname 43 6.3 Buitenbedrijfstelling 45 6.4 Status opvragen 46 6.5 Bedrijfsparameters vastleggen 50 6.6 Onderhoud 55 6.6.1 Onderhoudsinstructies 55 6.6.2 Demontage- en montagewerkzaamheden 56 6.6.3 Reinigingsvoorschriften 59 6.6.4 Onderhoudsmelding terugzetten 59 6.7 Storingen 60 6.7.1 Storingsmelding 60 6.7.2 Wat te doen, wanneer..? 61 6.7.3 Vervanging van de zekeringen 63 6.7.4 Storingsmelding Error terugzetten 63 7 Technische gegevens 64 3

1 Inleiding 1.1 Helemaal bij het begin Hartelijk dank, dat u voor de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 heeft gekozen. De stoomluchtbevochtigers Defensor Mk5 zijn volgens de laatste stand van de techniek en naar de algemeen erkende veiligheidstechnische voorschriften geconstrueerd. Desondanks kan de Defensor Mk5 bij ondeskundig gebruik gevaar voor de gebruiker of voor derden opleveren en/of kan materiële schade ontstaan. Om een veilig, juist en economisch gebruik van de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 te garanderen, dient men aan alle aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze montage- en bedieningsinstructies aandacht te schenken en ze op te volgen. Wanneer u vragen heeft, waarop u in deze documentatie geen, of onvoldoende antwoorden vindt, neemt u dan s.v.p. contact op met uw leverancier. Wij zullen u graag verder helpen. 1.2 Aanwijzingen bij de montage- en bedieningsinstructies Begrenzingen Onderwerp van deze montage- en bedieningsinstructies is de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 in de uitvoeringsvarianten Visual en Process. Eventueel toebehoren (bijv. hygrostaten, waterfilters etc.) wordt alleen in zoverre beschreven, als dit voor een juiste toepassing noodzakelijk is. Verdere informatie over toebehoren vindt u in de desbetreffende gebruiksaanwijzingen. De beschrijvingen in deze montage- en bedieningsinstructies beperken zich tot: de planning van een bevochtigingssysteem, dat met een stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 zal worden uitgerust. het installeren, de ingebruikname, het gebruik en het onderhoud van de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5. De montage- en bedieningsinstructies worden gecompleteerd door verschillende afzonderlijke documenten (onderdelenlijst, gebruiksaanwijzing bij de elektro-installatie etc.). Waar nodig, zijn in de montage- en bedieningsinstructies verwijzingen naar die desbetreffende publicaties opgenomen. Overeenkomst Dit symbool kenmerkt waarschuwingen voor veiligheidsrisico s en gevaren. Wanneer hierop geen acht wordt geslagen, kan dit tot lichamelijk letsel, of tot materiële schade leiden. Bewaren Deze montage- en bedieningsinstructies dienen op een veilige plaats te worden bewaard, waar zij altijd bij de hand is. Bij verandering van eigenaar van de installatie, moet hem ook deze documentatie ter hand worden gesteld. Wanneer deze documentatie verloren gaat, neemt u dan s.v.p. contact op met uw leverancier. Documentatie in verschillende talen Deze montage- en bedieningsinstructies zijn in verschillende talen verkrijgbaar. Neemt u daarover contact op met uw leverancier. 4

2 Voor uw veiligheid Gebruik volgens de voorschriften De stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 is uitsluitend bedoeld voor de directe en indirecte bevochtiging van ruimtelucht of voor de bevochtiging in laboratoria en procestechnische ruimtes en wel binnen de specifieke bedrijfsomstandigheden. Iedere andere toepassing geldt als niet overeenkomstig de voorschriften en kan er toe leiden, dat de Defensor Mk5 gevaar oplevert. Tot het gebruik volgens de voorschriften behoort eveneens, dat alle informatie in deze gebruiksaanwijzing (in het bijzonder de veiligheidsinstructies) ter harte worden genomen. Algemene veiligheidsinstructies De stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 mag uitsluitend door personen worden geïnstalleerd, bediend, onderhouden en eventueel worden gerepareerd, die het product goed kennen en die voor de desbetreffende werkzaamheden voldoende zijn gekwalificeerd. Voor de controle op die kwalificatie is de klant verantwoordelijk. Deze eenheid mag niet worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke capaciteit of personen die niet over ervaring en/of kennis beschikken, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij ze instructies hebben gekregen over het gebruik van de eenheid. Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden om zeker te zijn dat ze niet met de eenheid spelen. Opgelet hete waterdamp - gevaar voor brandwonden! De Defensor Mk5 produceert hete waterdamp. Er is gevaar voor brandwonden wanneer men in contact komt met hete waterdamp of het hete water in de stoomcilinder en de kalkopvangtank. Preventie: Voer tijdens het bedrijf geen werken aan het stoomsysteem uit (stoomleidingen, stoomverdeler, ventilatoreenheid, enz.). Als het stoomsysteem lekt, dient u de Defensor Mk5 onmiddellijk buiten bedrijf te stellen zoals beschreven in hoofdstuk 6.3. Dicht het stoomsysteem correct af voor u het weer in bedrijf stelt. Opgelet gevaar voor brandwonden! Tijdens het bedrijf kunnen de componenten van het stoomsysteem (stoomcilinder, stoomverdeler, enz.) zeer heet worden (tot 100 C). Er is gevaar voor brandwonden wanneer de hete componenten worden aangeraakt. Preventie: Voor u werken aan het stoomsysteem uitvoert, dient u de Defensor Mk5 buiten bedrijf te stellen zoals beschreven in hoofdstuk 6.3, wacht daarna tot de componenten voldoende afgekoeld zijn om gevaar voor brandwonden uit te sluiten. Pas op voor een elektroshock! De Defensor Mk5 werkt op netspanning. Voor het begin van werkzaamheden aan de Defensor Mk5 dient het apparaat, zoals in hoofdstuk 6.3 beschreven, op de juiste wijze buiten bedrijf te worden gesteld en tegen onbedoeld weer inschakelen te worden beveiligd (apparaat uitschakelen en van het stroomnet scheiden, watertoevoer afsluiten). Volg alle lokale veiligheidsvoorschriften op: over de omgang met vanuit het netgevoede elektrische en elektronische apparaten en over de uitvoering van water-, stoom- en elektro-installaties. Slecht onderhouden bevochtigers kunnen gevaar voor de gezondheid opleveren. Men dient zich daarom strikt aan de onderhoudsintervallen te houden en de onderhoudswerkzaamheden correct uit te voeren. 5

Wanneer aan te nemen is, dat een risicoloos gebruik niet meer mogelijk is, dan moet de Defensor Mk5 onmiddellijk buiten bedrijf worden gesteld en tegen onbedoeld inschakelen worden beveiligd. Dit kan onder de volgende omstandigheden het geval zijn: wanneer de Defensor Mk5 is beschadigd, wanneer de Defensor Mk5 niet meer correct functioneert, wanneer aansluitingen of leidingen lek zijn. De Defensor Mk5 mag uitsluitend onder de gespecificeerde bedrijfsomstandigheden worden gebruikt (zie hoofdstuk 7 Technische gegevens ). De klant is verantwoordelijk voor het regelmatig inspecteren, reinigen en desinfecteren van het kanaalgedeelte waarin de stoomverdeler geïnstalleerd is. Dit moet gebeuren in overeenstemming met de hygiënevoorschriften die gelden voor luchtbehandelingsapparaten. De stoomluchtbevochtigers Defensor Mk5 zijn volgens IP21 beveiligd. Let erop, dat de apparaten op de plaats waar ze worden gemonteerd, tegen druipwater zijn beschermd. Opgelet! Voor het geval dat de Defensor Mk5 in een ruimte zonder waterafvoer wordt geïnstalleerd, moeten in die ruimte watersensoren worden aangebracht, die bij eventuele lekkage in het watersysteem de watertoevoer veilig afsluiten. Let op: corrosiegevaar! Om beschadigingen te vermijden, moeten in de omgeving van het bevochtigingstraject geen corrosiegevoelige componenten aanwezig zijn. Behalve de in deze documentatie beschreven werkzaamheden mogen aan de Defensor Mk5 geen verdere ingrepen/reparaties worden uitgevoerd. Gebruik uitsluitend originele toebehoren en originele onderdelen van uw leverancier. Zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant mogen aan de Defensor Mk5 geen wijzigingen worden aangebracht. 6

3 Overzicht van de producten 3.1 Uitvoeringen van de verschillende apparaten De Defensor Mk5 is in 2 verschillende typeseries verkrijgbaar: Visual Voor de indirecte of directe bevochtiging van de lucht in een ruimte, waar normale eisen aan de regelnauwkeurigheid worden gesteld. Process Voor de indirecte en directe bevochtiging van de lucht in laboratoria en in ruimten, waar procestechnische werkzaamheden plaats vinden en hogere eisen aan de regelnauwkeurigheid worden gesteld. De apparaten van de beide series zijn behalve wat de niveaubesturing en wat de elektronica betreft, identiek gebouwd. De Visual-apparaten >10 kg/u zijn voorzien van een gecombineerde beschermende halfgeleidersturing en werden met een niveau-eenheid met één vlotter uitgerust. Om een grotere regelnauwkeurigheid te bereiken, zijn de Process-apparaten met een zuivere halfgeleidersturing en speciale besturingssoftware uitgerust en bezitten deze een niveau-eenheid voorzien van twee vlotters. Ze zijn in een versie voor gebruik met onbehandeld water (met kalkopvangreservoir), of met gedemineraliseerd water (zonder kalkopvangreservoir) verkrijgbaar. Alle apparaten be zitten standaard een display, met behulp waarvan de actuele bedrijfsparameters kunnen worden opgevraagd en de apparaten voor gebruik kunnen worden geconfigureerd. Verder zijn zij van een geïntegreerde PI-regelaar voorzien. Bovendien kunnen de apparaten met verschillende opties worden uitgerust. Overzicht van de types en van de typeaanduidingen De apparaten van de beide series zijn in verschillende uitvoeringen en met verschillende stoomcapaciteit en met verschillende voedingsspanningen) verkrijgbaar. De volgende tabel geeft een over zicht over de beschikbare modellen en over hun maximale capaciteit. Defensor Mk5 Visual..-../Process..-.. hoofdstroom klein groot dubbele eenheid groot 5 8 10 16 20 24 30 40 50 1) 60 1) 80 1) max. stoomcapaciteit in kg/h 5,0 8,0 10,0 16,0 20,0 24,0 30,0 40,0 50,0 60,0 80,0 400V/3~/50...60Hz 4,6 7,3 9,0 14,6 18,0 21,9 27,0 36,2 45,0 54,0 72,4 220V/3~/50...60Hz 5,1 8,4 10,3 16,7 20,6 25,1 30,6 41,5 51,2 61,2 83,0 415V/3~/50...60Hz 5,1 8,7 10,3 240V/1N~/50...60Hz 5,1 8,0 10,0 230V/1N~/50...60Hz 3,9 5,8 7,1 11,6 14,3 17,4 21,5 28,8 35,6 43,0 57,6 200V/3~/50...60Hz 1) Mk5... 50... Mk5... 60... Mk5... 80... Apparaat A: 20 kg/h 30 kg/h 40 kg/h Apparaat B: 30 kg/h 30 kg/h 40 kg/h 7

De typeaanduiding is als volgt: Benaming Merknaam Apparaatserie Typeserie Bedrijfssoort directe of indirecte ruimteluchtbevochtiging bevochtiging in lab. of procestechnische ruimten gebruik van onbehandeld water (met kalkopvangreservoir) gebruik van gedemineraliseerd water (zonder kalkopvangreservoir) Code Condair Defensor Mk5 Stoomcapaciteit in kg/h 5, 8, 10, 16, 20, 24, 30, 40, 50, 60 of 80.. Visual Process VE Voedingsspanning 400V/3~/50...60Hz 220V/3~/50...60Hz 415V/3-/50...60Hz 240V/1N~/50...60Hz 230V/1N-/50...60Hz 200V/3-/50...60Hz 400V/3~ 220V/3~ 415V/3~ 240V/1N~ 230V/1N~ 200V/3~ 3.2 Gegevens van de unit De gegevens van de unit staat op het typeplaatje: Typeaanduiding Serienummer Maand/Jaar Elektrische aansluiting Maximum stoomcapaciteit Toegestane watertoevoer druk Keuren Opgenomen vermogen Condair AG / CH-8808 Pfäffikon Mk5 Visual 30 XXXXXXX 02.13 400V 3~ / 50...60Hz 22.3 kw Dampf / Steam / Vapeur = 30.0 kg/h Wasser / Water / Eau = 1...10 bar Made in Switzerland 3.3 Levering De levering omvat standaard: de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 compleet (volgens typeaanduiding), inclusief eventueel gekozen opties (bedrijfs- en storingsafstandsmelding, overdrukset etc.), volgens hoofdstuk 4.3 bevestigingsset met pluggen en bevestigingsschroeven (voor solo- apparaten tot 40 kg/h), montagerail met pluggen en bevestigingsschroeven (voor dubbele apparaten vanaf 50 kg/h montage- en bedieningsinstructies onderdelenlijst (roze) bestelde toebehoren (stoomverdeelpijpen, stoomslangen etc.) volgens hoofdstuk 4.4 8

3.4 Overzicht van het bevochtigingssysteem 7 6 10 9 8 1 1 stoomluchtbevochtiger 2 elektrische aansluitingen 3 waterafvoer 4 kalkopvangreservoir (alleen bij apparaten voor onbehandeld water) 5 waterfilterafsluiter (toebehoren Z261 ) 6 watertoevoer (door klant aan te brengen) 7 ventilator unit (toebehoren FAN3S.. ) 8 condensslang (toebehoren KS10 ) 9 stoomslang (toebehoren Z10 ) 10 stoomverdeelpijp (toebehoren 81... ) 5 4 3 2 3.5 Opbouw van de stoomluchtbevochtiger 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 25 26 1 2 3 4 5 6 27 7 8 9 1 huis (500 resp. 600) 2 vermogensprintplaat (energie-besturingsprintplaat) 3 verwarmingsveiligheidsschakelaar (alleen Visual >10 kg/h) 4 hoofdveiligheidsschakelaar 5 voedingsmodule 6 besturingskaart 7 kabeldoorvoeringen 8 LCD-uitlezing 9 bedieningstoetsen 10 hoofdschakelaar 11 drainschakelaar 12 statusaanwijzingen (LED s) 13 kalkopvangreservoir (alleen bij apparaten waarin onbehandeld water wordt gebruikt) 14 waterafvoer 15 wateraansluiting 16 stoomcilinder 17 drainpomp 18 weerstandsverwarmingselementen 19 inlaatklep met filter 20 watertoevoerleiding 21 vulleiding 22 overloopleiding 23 stoomaansluitstuk 24 waterbeker 25 drukvereffeningsleiding 26 niveauregeleenheid 27 typeplaatje 9

3.6 Beschrijving van de werking De stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 is een drukloze stoomgenerator. De Defensor Mk5 werkt volgens het weerstandsverwarmingsprincipe en is voor de directe (met een ventilator unit), of de indirecte (met een stoomverdeelpijp) bevochtiging van de ruimtelucht in ventilatie- en airconditioneringsinstallaties. In combinatie met een proces-stoomverdeelpijp kan de Defensor Mk5 ook voor de bevochtiging in laboratoria en procesruimtes worden toegepast. Watertoevoer Het water wordt m.b.v. een waterfilterafsluiter (toebehoren Z261 ) in de stoomluchtbevochtiger geleid. Via de niveaubestuurde inlaatklep en de open waterbeker komt het water in de stoomcilinder. Niveauregeling Het waterniveau in de stoomcilinder wordt d.m.v. de niveauregeleenheid continu bewaakt. Wanneer de waterspiegel (als gevolg van het verdampingsproces) een vastgesteld niveau bereikt, dan zendt de niveauregeleenheid een signaal naar de besturing. De besturing opent de inlaatklep en de stoomcilinder wordt bijgevuld. Wanneer het vastgestelde bedrijfsniveau is bereikt, stuurt de niveauregeleenheid opnieuw een signaal aan de besturing en de inlaatklep wordt gesloten. De drukvereffeningsleiding tussen de stoomaansluiting en de niveauregeleenheid garandeert, dat het waterniveau in de stoomcilinder en de niveauregeleenheid overeenstemmen. Stoomproductie/-regeling De stoom wordt in de stoomcilinder d.m.v. een aantal weerstandsverwarmingselementen gegenereerd. Een externe, of de naar keuze daarnaast in te schakelen interne continue regelaar besturen de stoomproductie traploos van 0 tot 100%. Als alternatief kan de Defensor Mk5 ook via een aan/uit-regelaar worden bestuurd. Spoelen Door het verdampingsproces wordt de concentratie van mineralen in het water in de stoomcilinder verhoogd. Om ervoor te zorgen, dat die concentratie een bepaalde waarde niet overschrijdt, moet van tijd tot tijd een bepaalde hoeveelheid water uit de stoomcilinder worden afgepompt en door vers water worden vervangen. De Defensor Mk5 kent twee soorten van spoelen: de automatische spoeling treedt in werking zodra het water in de stoomcilinder het hoogste bedrijfsniveau overschrijdt (bijv. door schuimvorming van het water). de tijdsafhankelijke spoeling vindt volgens van tevoren in te stellen intervallen plaats (zie hoofdstuk 6.1). Afhankelijk van de waterkwaliteit en de bedrijfsgegevens treedt telkens de automatische of de tijdsafhankelijke spoeling in werking. Wanneer tijdens het spoelen het onderste bedrijfsniveau wordt bereikt, blijft de inlaatklep zolang open, tot het waterpeil in de stoomcilinder weer het normale bedrijfsniveau heeft bereikt. Kalkopvangreservoir De door het verdampingsproces afgescheiden minerale zouten zakken in de stoomcilinder naar beneden en slaan daar neer. Apparaten die voor het gebruik van onbehandeld water geschikt zijn, bezitten een extra kalkopvangreservoir, dat direct onder de stoomcilinder is geplaatst. In plaats van in de stoomcilinder slaan die minerale zouten hoofdzakelijk in het opvangreservoir neer. Hierdoor worden de onderhoudsintervallen langer en worden de onderhoudskosten lager. Apparaten waarin gedemineraliseerd water wordt gebruikt, bezitten geen kalkopvangreservoir, aangezien zulk water slechts uiterst geringe hoeveelheden opgeloste mineralen bevat. 10

4 Basis voor de selectie In de hierna volgende hoofdstukken staan alle gegevens, die nodig zijn om een bevochtigingssysteem, zoals de Defensor Mk5, te kiezen, of de uitvoering ervan te bepalen. 4.1 Kiezen van het apparaat Het apparaat wordt aan de hand van de typeaanduiding bepaald: Defensor Mk5 Visual VE 24-400V/3~ 1. gebruiksdoel 2. kwaliteit van het voedingswater 3. maximaal benodigde stoomcapaciteit 4. gewenste spanning 1. Gebruiksdoel Kies aan de hand van onderstaande tabel het juiste type: Toepassingsgebied Voor directe of indirecte ruimteluchtbevochtiging met normale eisen aan de regelnauwkeurigheid. Voor directe of indirecte ruimteluchtbevochtiging van laboratoria of procesruimtes met hoge eisen aan de regelnauwkeurigheid. Uitvoeringstype Visual Process Defensor Mk5 Visual VE 24-400V/3~ Bereikbare regelnauwkeurigheid Let op!: De regelnauwkeurigheid kan afhangen van de locatie van de hygrostaat. Visual: ±5 %r.v. (PI-regeling en gebruik van onbehandeld water) ±2 %r.v. (PI-regeling en gebruik van gedemineraliseerd water) Let op!: Tijdens de spoelcyclus (bij gebruik van onbehandeld water) of tijdens de vulcyclus (bij gebruik van gedemineraliseerd water) kan de regelnauwkeurigheid afwijken van de bovengenoemde waardes. Process: ±2 %r.v. (PI-regeling en gebruik van onbehandeld water) ±1 %r.v. (PI-regeling en gebruik van gedemineraliseerd water) Let op!: Wanneer de Mk5 Process werkt met onbehandeld water kan de regelnauwkeurigheid afwijken van bovengenoemde waardes tijdens de spoelcyclus. Voor proces luchtbevochtiging met constante regelnauwkeurigheid moet de unit werken met volledig gedemineraliseerd water en de spoelcyclus moet ingesteld worden op Pos. 0 (zie hoofdstuk 6.1). 2. Waterkwaliteit Beschrijving Apparaten met kalkopvangreservoir voor gebruik van onbehandeld water en gedeeltelijk onthard water (zie ook de opmerkingen over waterkwaliteit in hoofdstuk 5.4.1). Apparaten zonder kalkopvangreservoir en gebruik van gedemineraliseerd water met een geleidend vermogen <15 µs. Opgelet! Apparaten zonder kalkopvangreservoir mogen niet met onbehandeld water of gedeeltelijk onthard water worden gebruikt. Versie VE Defensor Mk5 Visual VE 24-400V/3~ 11

3. Bepalen van maximaal benodigde hoeveelheid stoom De maximale hoeveelheid stoom wordt volgens de volgende formules berekend: V ρ m D = (x 2 - x 1 ) 1000 of V m D = (x 2 - x 1 ) 1000 ε m D : maximale stoombehoefte in kg/h V: volumes van het buitenluchtaandeel per uur in m 3 /h (bij indirecte ruimteluchtbevochtiging), resp. te bevochtigen ruimtevolume per uur in m 3 /h (bij directe ruimteluchtbevochtiging) ρ: dichtheid van de lucht in kg/m 3 ε: soortelijk volume van de lucht in m 3 /kg x 2 : gewenste absolute vochtigheid van de interieurlucht in g/kg x 1 : minimale absolute vochtigheid van de interieurlucht in g/kg De waarde voor ρ, ε, x 2 en x 1 zijn in het h,x-diagram (mollier-diagram) voor vochtige lucht te vinden. Voor de globale controle van de berekende hoeveelheid benodigde stoom, kan de onderstaande tabel worden gebruikt. De in die tabel genoemde waarden hebben betrekking op een gewenste ruimteluchttemperatuur van 20 C en een gewenste relatieve vochtigheid van 45 % r.v. max. buitenluchtaandeel in m 3 /h resp. te bevochtigen volume v.d. ruimte per uur in m 3 /h Temperatuur / rel. vochtigh. v.d. buitenlucht -15 ºC/90% r.v. -5 ºC/80% r.v. 5 C/60% r.v. 650 850 1000 1000 1350 1600 2000 2650 3200 2500 3300 4000 3000 4000 4800 3750 5000 6000 5000 6600 8000 6250 8250 10000 7500 9900 12000 10000 13200 16000 max. stoomcapaciteit in kg/h 5 8 16 20 24 30 40 50 60 80 Defensor Mk5 Visual VE 24-400V/3~ Voorbeeld: Max. buitenluchtaandeel 3000 m 3 /h, temperatuur/rel. vochtigheid van de buitenlucht -15 C/90% r.v. Belangrijke aanwijzingen: De benodigde stoomcapaciteit is afhankelijk van de specifieke toepassing en de installatie. In bovengenoemde formules en waarden is geen rekening gehouden met stoomverlies (door condensatie in de stoomslang en stoomverdeelpijpen), warmteverlies van de unit, resp. de afgifte van vocht door materialen in de bevochtigde ruimte. Daarnaast is bij de berekening van de stoomcapaciteit ook geen rekening gehouden met verliezen door het spoelen van de unit. De totale verliezen hangen af van het gehele systeem en moeten in acht worden genomen wanneer de stoomcapaciteit berekend wordt. Indien u vragen heeft over het berekenen van de stoomcapaciteit kunt het beste contact opnemen met uw leverancier. voor installaties met een sterk variërende maximale behoefte aan stoom (bijv. in testruimtes, voor installaties met een variabel luchtstroomvolume, etc.) kunt u het beste contact met uw leverancier opnemen. 12

4. Aansluitspanning/Stuurspanning Aansluitspanning De stoomluchtbevochtigers Defensor Mk5 zijn met verschillende aansluitspanningen leverbaar. De maximaal bereikbare stoomcapaciteit en het energieverbruik zijn direct afhankelijk van de toegepaste aansluitspanning (zie tabel). Defensor Mk5 Visual VE 24-400V/3~ 400 V/3~ 220 V/3~ 415 V/3~ 240 V/1N~ 230 V/1N~ 200 V/3~ 50...60 Hz 50...60 Hz 50...60 Hz 50...60 Hz 50...60 Hz 50...60 Hz Defensor Mk5 Visual.../Process... kg/h kw A kg/h kw A kg/h kw A kg/h kw A kg/h kw A kg/h kw A...5-.. 5.0 3.8 5.5 4.6 3.4 9.0 5.1 4.0 6.0 5.1 4.0 17.0 5.1 4.0 16.5 3.9 3.0 8.2...8-.. 8.0 6.0 8.7 7.3 5.5 14.4 8.4 6.5 9.0 8.7 6.5 27.2 8.0 6.0 26.0 5.8 4.5 13.1...10-.. 10.0 7.5 11.0 9.0 6.7 17.7 10.3 8.0 11.5 10.3 8.0 33.0 10.0 7.4 32.0 7.1 5.5 16.1...16-.. 16.0 12.0 17.4 14.6 10.9 28.7 16.7 13.0 18.1 11.6 9.0 26.1...20-.. 20.0 14.9 21.5 18.0 13.5 35.4 20.6 16.0 22.3 14.3 11.1 32.2...24-.. 24.0 18.1 26.2 21.9 16.4 43.1 25.1 19.5 27.2 17.4 13.5 39.2...30-.. 30.0 22.3 32.3 27.0 20.2 53.1 30.6 24.0 33.5 21.5 16.7 48.3...40-.. 40.0 30.0 43.3 36.2 27.2 71.4 41.5 32.3 45.0 28.8 22.4 64.9...50-.....60-.....80-.. A 20.0 B 30.0 A 30.0 B 30.0 A 40.0 B 40.0 14.9 22.3 22.3 22.3 30.0 30.0 21.5 32.3 32.3 32.3 43.3 43.3 18.0 27.0 27.0 27.0 36.2 36.2 13.5 20.2 20.2 20.2 27.2 27.2 35.4 53.1 53.1 53.1 71.4 71.4 20.6 30.6 30.6 30.6 41.5 41.5 16.0 24.0 24.0 24.0 32.3 32.3 22.3 33.5 33.5 33.5 45.0 45.0 14.3 21.5 21.5 21.5 28.8 28.8 11.1 16.7 16.7 16.7 22.4 22.4 32.2 48.3 48.3 48.3 64.9 64.9 Wanneer u een apparaat met een andere aansluitspanning nodig zou hebben, neemt u dan s.v.p. contact op met uw leverancier. Stuurspanning De stoomluchtbevochtigers Defensor Mk5 zijn standaard voor een stuurspanning van 220 240V/50 60Hz geconstrueerd. Voor installaties zonder separate stuurspanningsvoorziening kan de Defensor Mk5 als optie ook met een transformator 400-500 V/230 V worden uitgerust (zie hoofdstuk 4.3). 13

4.2 Kiezen van de regeling De verschillende regelsystemen Systeem 1: regeling van de relatieve vochtigheid in de ruimte Systeem 1 is voor zowel directe ruimtebevochtiging, als voor airconditioningsinstallaties met voornamelijk circulatielucht geschikt. De vochtvoeler, resp. hygrostaat wordt bij voorkeur in het retourkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. A1 B1 B2 B3 B4 PI I PI E Y vochtvoeler ventilatorvergrendeling stromingsbewaker maximaal-hygrostaat hygrostaat modulerende regelaar intern (PI-regelaar) modulerende regelaar extern (bijv. PI-regelaar) ingangssignaal van A1 Defensor Mk5 Systeem 2: regeling van de relatieve vochtigheid met begrenzing van het vochtgehalte in de toegevoerde lucht Systeem 2 is geschikt voor airconditioningsinstallaties met een groter buitenluchtaandeel bij een lage temperatuur van de toegevoerde lucht, bij nabevochtiging, of bij een variabel luchtstroomvolume. Wanneer de vochtigheid van de toegevoerde lucht de voorgeschreven waarde overschrijdt, heeft de continubegrenzing prioriteit boven de regeling van de luchtvochtigheid van de ruimte. De vochtvoeler (A1) wordt bij voorkeur in het retourkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. De vochtvoeler (A2) t.b.v. de begrenzing van de vochtigheid van de toege voerde lucht wordt achter de stoomverdeelpijp in het luchtkanaal aangebracht. Voor deze vorm van regeling is een extern modulerende regelaar met een aansluiting voor een tweede vochtvoeler nodig. Opgelet! De begrenzing van de vochtigheid van de toegevoerde lucht is geen vervanging voor de maximaal-hygrostaat. A1/2 vochtvoeler B1 ventilatorvergrendeling B2 stromingsbewaker B3 maximaal-hygrostaat PI E modulerende regelaar extern (bijv. PI-regelaar) Y ingangssignaal van A1 Z ingangssignaal van A2 Defensor Mk5 14

Systeem 3: regeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht De regeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht dient alleen daar te worden toegepast, waar de regeling van relatieve vochtigheid in het retourkanaal of in de ruimte om technische redenen niet mogelijk is. In deze installaties vindt de vochtregeling steeds m.b.v. een PI-regelaar plaats. De vochtvoeler (A1) wordt in het toevoerluchtkanaal achter de stoomverdeelpijp gemonteerd. A1 B1 B2 B3 PI I PI E Y vochtvoeler ventilatorvergrendeling stromingsbewaker maximaal-hygrostaat modulerende regelaar intern (PI-regelaar) modulerende regelaar extern (PI-regelaar) ingangssignaal van A1 Defensor Mk5 Welk regelsysteem voor welke toepassing? Toepassing Plaats van de vochtvoeler ruimte of retourkanaal toevoerkanaal Luchtbehandelingsinst. met: buitenluchtaandeel tot 33% systeem 1 systeem 1 buitenluchtaandeel tot 66% systeem 1 of 2 systeem 2 of 3 buitenluchtaandeel tot 100% systeem 2 systeem 3 toevoerluchtbevochtigingsregeling systeem 3 directe ruimtebevochtiging systeem 1 Neemt u in de volgende gevallen contact op uw leverancier: Bevochtiging van kleine ruimtes tot 200 m 3 Luchtbehandelingsinstallaties met grote luchtverversingshoeveelheden Installaties met een variabele luchtvolumestroom Testruimtes met extreme eisen aan de regeling Ruimtes met een sterk variërende maximale stoombehoefte Installaties met temperatuurschommelingen Koelruimtes en installaties met ontvochting 15

4.3 Opties De volgende tabel geeft een overzicht over de opties, die bij de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 verkrijgbaar zijn en waarvoor zij toegepast worden. Defensor Mk5 Visual Process Stoomcapaciteit in kg/h 5...16 20...40 50...80 5...16 20...40 50...80 Interface RS232/RS485 RS Interfaceprintplaat RS232/RS485 voor gegevensuitwisseling met een gebouwenbesturingssysteem aantal 1 1 1 1 1 1 Bedrijfs- en storingsafstandsmelder RFS Printplaat met relaiscontacten voor de aansluiting van aanwijzingen op afstand voor bedrijf, stoom, storing en service aantal 1 1 1 1 1 1 Overdrukset tot 10 000 Pa OVP Montageset voor de installatie van de vulbeker op de deksel van het apparaat voor de toepassing van de stoomluchtbevochtiger in installaties met druk in het luchtkanaal tot 10 000 Pa aantal 1 1 2 1 1 2 Transformator 400-500V/230V Transformator voor installaties zonder separate stuurspanningsvoorziening TRAF 1) aantal 1 1 1 1 Klemaansluiting 400-500V/3~ KLK KLG KLK KLG Separate aansluitklemmen voor installaties, waarin de directe aansluiting van de elektrische voeding op het hoofdstroom circuit (standaarduitvoering) vanwege plaat selijke voorschriften niet is toegestaan. aantal 1 1 2 1 1 2 Huis voor het apparaat van roestvast staal S-Inox L-Inox S-Inox L-Inox aantal 1 1 2 1 1 2 1) Bij de bestelling moet u het toesteltype opgeven 16

4.4 Toebehoren 4.4.1 Overzicht van de toebehoren De onderstaande tabel biedt een overzicht van de toebehoren, die bij de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 verkrijgbaar zijn. Defensor Mk5 Visual Process Stoomcapaciteit in kg/h 5...16 20...40 50...80 5...16 20...40 50...80 Stoomverdeelpijp 81-... (zie paragraaf 4.4.2) aantal 1 2 1 2 Stoomverdeelpijp Process Z.. (zie paragraaf 4.4.2) aantal 1 2 1 2 Stoomverdeelsysteem OptiSorp systeem 1 systeem 2 systeem 1 systeem 2 (zie paragraaf 4.4.2) aantal 1 1 1 1 Ventilatorunit FAN3S FAN3S Mk L FAN3S FAN3S Mk L (zie paragraaf 4.4.2) Mk M of FAN3S Mk M FC Mk M of FAN3S Mk M FC aantal 1 1 2 1 1 2 Stoomslang / meter Z10 (ø54/42) aantal 1 2 1 2 Condensslang / meter KS10 aantal 1 2 1 2 Waterfilterafsluiter Z261 aantal 1 (per installatie) Montageprofiel BS4 BS5 BS6 1) BS4 BS5 BS6 1) aantal 2 2 2 2 2 2 Ruimte vochtvoeler Kanaal vochtvoeler aantal aantal CRC 1 (per installatie) CDC 1 (per installatie) 1) Bij dubbele eenheden zijn de montageprofielen BS6 inbegrepen in de standaard levering. 17

4.4.2 Informatie over toebehoren Stoomverdeelpijp 81- voor indirecte ruimteluchtbevochtiging De keuze voor een bepaald type van de stoomverdeelpijp 81- is afhankelijk van de breedte van het luchtkanaal (voor horizontale inbouw), resp. van de hoogte daarvan (voor verticale inbouw) en van de capaciteit van de stoomluchtbevochtiger. Belangrijk! Kies steeds de zo lang mogelijke stoomverdeelpijp (optimalisering van het bevochtigingstraject). stoomverdeelpijpen 81-... bij Defensor Mk5 van CrNi-staal kanaalbreedte stoomafgifte type lengte in mm (L) 3) in mm (B) max. in kg/h 81-200 1) 200 210...400 10 81-350 2) 350 400...600 30 81-500 2) 500 600...750 30 81-650 650 750...900 50 81-800 800 900...1100 50 81-1000 1000 1100...1300 50 81-1200 1200 1300...1600 50 81-1500 1500 1600...2000 50 81-1800 1800 2000...2400 50 81-2000 2000 2200...2600 50 81-2300 2300 2500...2900 50 81-2500 2500 2700...3100 50 1) Alleen voor apparaten met een max. stoomcapaciteit van 10 kg/h 2) Alleen voor apparaten met een max. stoomcapaciteit van 30 kg/h 3) Speciale lengtes op aanvraag Aanwijzing: Wanneer het bevochtigingstraject (zie hoofdstuk 5.3.1) om installatietechnische redenen moet worden verkort, dan dient het stoomvolume per apparaat over twee verdeelbuizen te worden verdeeld, of moet het stoomverdeelsysteem OptiSorp worden toegepast. Neemt u in dat geval s.v.p. contact met op met uw leverancier. Stoomverdeelpijp Process (toebehoren Z... ) De stoomverdeelpijp Process wordt voor de directe bevochtiging van materiaal in verwerkingsprocessen (procesbevochtiging) toegepast, of in ventilatiekanalen met moeilijke bevochtigingstrajecten (met de stoomverdeelbuis Process kan het bevochtigingstraject met ca. 30 % worden bekort). De stoomverdeelpijp Process is in verschillende lengtes leverbaar. Voor de juiste uitvoering van de stoomverdeelpijp Process kunt u contact met uw leverancier opnemen. Zorgt u ervoor dat u daarbij de volgende gegevens bij de hand heeft: de hoeveelheid stoom in kg/h de afmetingen van het luchtkanaal (b x h) Belangrijk! De tabel in hoofdstuk 5.3.1 voor de bepaling van het bevochtigingstraject kan voor de stoomverdeelpijp Process niet worden gebruikt. 18

Stoomverdeelsysteem OptiSorp Het stoomverdeelsysteem OptiSorp wordt in luchtkanalen toegepast, waarin slechts een kort bevochtigingstraject beschikbaar is (berekening van het bevochtigingstraject zie hoofdstuk 5.3.1). Bij een bestelling moeten de afmetingen van het desbetreffende kanaal worden vermeld. Let daarbij op de volgende gegevens. OptiSorp aantal stoomaansl. max. stoomafgifte in kg/h 1) afmetingen luchtkanaal breedte in mm hoogte in mm systeem 1 1 45 (30) 450...2700 450...1650 systeem 2 2 90 (60) 450...2700 450...2200 1) Voor breedtes <600 mm gelden de waarden tussen haakjes Aanwijzing. Verdere gegevens over het stoomverdeelsysteem OptiSorp zijn in de separate montage- en bedieningsinstructies over dit product te vinden. Ventilatorunit De ventilator units dienen, in combinatie met de stoomluchtbevochtiger Defensor Mk5 voor de directe bevochtiging van de ruimtelucht. Zij worden separaat boven de Defensor Mk5 aan de wand gemonteerd. Het type van de ventilator unit, evenals het benodigde aantal richt zich naar de stoomcapaciteit van het/de basisapparaat/basisapparaten en kan in de tabel (zie hoofdstuk 4.4.1) worden afgelezen. Aanwijzing: Verdere gegevens over de ventilator unit zijn in de separate montage- en bedieningsinstructies te vinden. De ventilator units worden geleverd met: bevestigingsmateriaal, incl. stoomslang voor verbinding met het basisapparaat montage- en bedieningsinstructies over de ventilator unit 19

4.5 Aanvullende aanwijzingen Naast de keuze van een bepaald type stoomluchtbevochtiger, de toebehoren en de opties, dient men bij de selectie op meer punten te letten. Schenk daarbij aandacht aan de gegevens in de volgende hoofdstukken. Montage van de apparaten (zie hoofdstuk 5.2) Stoominstallatie (zie hoofdstuk 5.3) Waterinstallatie (zie hoofdstuk 5.4) Elektro-installatie (zie hoofdstuk 5.5) Wanneer u nog vragen over de selectie heeft, waarop in deze montage- en bedieningsinstructies geen, of onvoldoende antwoord wordt gegeven, neemt u dan contact op met uw leverancier. Wij helpen u graag verder. 20

5 Montage- en installatiewerkzaamheden 5.1 Veiligheidsinstructies voor de montage- en installatiewerkzaamheden Alle montage- en installatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door daartoe geautoriseerd en deskundig personeel worden uitgevoerd. De controle op deze kwalificatie is een taak van de klant. Alle plaatselijke voorschriften betreffende de uitvoering van de desbetreffende installatiewerkzaamheden (water, stoom- en elektro-installatie) moeten in acht worden genomen. Aan alle in deze montage- en bedieningsinstructies vermelde gegevens over de montage van de apparatuur, evenals over de water-, stoom- en elektro-installatie moet aandacht worden geschonken en zij moeten onvoorwaardelijk worden opgevolgd. Opgelet! Pas op voor elektrocutie! De stoomluchtbevochtiger mag pas op het elektrische net worden aangesloten, nadat alle montage- en installatiewerkzaamheden zijn uitgevoerd. Elektronische componenten zijn zeer gevoelig voor elektrostatische ontladingen. Ter bescherming van deze componenten moeten voorafgaande aan alle installatiewerkzaamheden, die aan het geopende apparaat worden uitgevoerd, maatregelen worden getroffen, om beschadiging door elektrostatische ontlading (ESD-beveiliging) te voorkomen. 5.2 Montage 5.2.1 Aanwijzingen voor de plaatsing van de apparatuur De plaatsing van de stoomluchtbevochtiger is in sterke mate afhankelijk van de plaats waar de stoomverdeelpijp, resp. de ventilator unit (zie hoofdstuk 5.3.1, resp. 5.3.2) wordt ingebouwd. Om de juiste werking van de stoomluchtbevochtiger te waarborgen en om een optimaal rendement te bereiken, dient men bij de plaatsing van het apparaat met de onderstaande punten rekening te houden. Stoomluchtbevochtigers zo plaatsen, dat de stoomslang zo kort mogelijk is (max. 4 m) en dat de minimale buigstralen (R= 300 mm) en de minimale stijging (20 %), resp. de minimale daling (5 %) van de slang kunnen worden aangehouden (zie hoofdstuk 5.3.3). De stoomluchtbevochtigers Defensor Mk5 zijn voor wandmontage ontworpen. Let er op, dat de constructie (wand, zuil, console, etc.) waaraan de apparaten zullen worden bevestigd, voldoende draagvermogen bezit en voor de bevestiging geschikt is (let op de gegevens over het gewicht, zie de alinea Maten en gewichten ). Opgelet! De stoomluchtbevochtiger niet direct op het ventilatiekanaal monteren (onvoldoende stabiliteit). De achterwand van de Defensor Mk5 wordt warm (max. oppervlaktetemperatuur van de plaatstalen mantel ca. 60-70 C). Daarom moet men erop letten, dat de constructie, waaraan de apparaten moeten worden bevestigd (wand, zuil etc.) van hitte bestendig materiaal zijn. Bij toepassing met een ventilator unit moet de stoomluchtbevochtiger steeds lager worden aangebracht dan de ventilator unit. De stoomluchtbevochtiger zo aanbrengen, dat het apparaat goed toegankelijk is, en dat er voldoende plaats is, om het onderhoud uit te voeren. Men dient zich aan de minimale afstanden, zoals in de volgende afbeelding aangegeven, te houden. 21

Minimaal aan te houden afstanden min. 400 mm Mk5...50.. Mk5...60.. Mk5...80.. Apparaat A: 20 kg/h 30 kg/h 40 kg/h Apparaat B: 30 kg/h 40 kg/h 40 kg/h Apparaat B Apparaat A min. 600 mm min. 50 mm min. 400 mm min. 600 mm 50 mm min. 600 mm Maten en gewichten 257 mm 160 mm 212 mm 194 mm 1087 mm 69 mm 132 mm 45 mm 103 mm 300 mm 300 mm 1087 mm 437 mm 500 mm 392 mm 594 mm grootte v.h. huis klein groot dubbele eenheid groot stoomcapaciteit in kg/h netto gewicht in kg bedrijfsgewicht in kg 5 8 10 16 20 24 30 40 50 60 36 36 37 38 41 43 43 44 1x41 1x43 51 51 52 53 71 73 73 74 1x71 1x73 2x43 2x73 80 2x44 2x74 22

5.2.2 Bevestiging Opgelet! Gebruik voor de bevestiging van de Defensor Mk5 uitsluitend het meegeleverde bevestigingsmateriaal. Is in uw speciale geval de bevestiging m.b.v. het meegeleverde materiaal niet mogelijk, kies dan een soortgelijke stabiele bevestigingswijze. Neem in geval van twijfel s.v.p. contact op met uw leverancier. Aanwijzing: Hieronder wordt de bevestiging zonder de als optie verkrijgbare montagerail beschreven. Voor de montage m.b.v. montagerails moeten de speciale aanwijzingen op de verpakking worden opgevolgd. Vooraanzicht Afm. Groote v. h. huis klein groot a 232,0 mm 237,0 mm b 175,0 mm 181,0 mm c 166,5 mm 166,5 mm d 460,0 mm 460,0 mm Bevestigingspunt A m.b.v. de op de verpakking gedrukte boorsjabloon op de geplande plaats aftekenen. Belangrijk! Let op de instructies voor de plaatsing. Gat Ø10 mm boren, de meegeleverde plug aanbrengen en de schroef er zo ver indraaien, dat tussen de wand en kop van de schroef 5 mm vrij blijft. Linker deur aan de voorzijde ontgrendelen en dan de beide deuren verwijderen. De Defensor Mk5 aan de schroef ophangen en m.b.v. een waterpas horizontaal en verticaal uitlijnen. Bevestigingspunten B markeren en het apparaat weer verwijderen. Gaten Ø10 mm voor de bevestigingspunten B boren en de meegeleverde pluggen aanbrengen. Het apparaat ophangen en m.b.v. de meegeleverde schroeven bevestigen. Voordat de schroeven vast worden aangedraaid, het apparaat nogmaals met de waterpas uitlijnen. Deuren aan de voorzijde aanbrengen en vergrendelen. 5.2.3 Controle op de juiste montage De correcte montage wordt aan de hand van de volgende checklijst gecontroleerd. Is/zijn het apparaat / de apparaten op de juiste plaats aangebracht? (zie hoofdstuk 5.2.1) Is/zijn het apparaat / de apparaten verticaal en horizontaal correct uitgelijnd? Is/zijn het apparaat /de apparaten correct bevestigd? (Sterkte van de dragende constructie controleren) 23

5.3 Stoominstallatie 5.3.1 Plaatsing en montage van de stoomverdeelpijp De plaats waar de stoomverdeelpijp wordt aangebracht moet bij het ontwerpen van de installatie worden bepaald. Om een correcte bevochtiging van de lucht in het luchtkanaal te garanderen, moet men de volgende aanwijzingen opvolgen. Bepaling van het bevochtigingstraject Er is een bepaalde afstand nodig voordat de uit de stoomverdeelpijp uittredende waterdamp zover door de langsstromende lucht is opgenomen, dat hij niet meer als nevel zichtbaar is. Deze afstand wordt bevochtigingstraject B N genoemd en dient als basis voor de bepaling van de kleinste afstanden tot de erop volgende componenten van de installatie. Bevochtigingstraject B N Expansie- en mengzone φ1: Toevoerluchtvochtigheid vóór bevochtiging φ2: Luchtvochtigheid na bevochtiging De bepaling van het bevochtigingstraject B N hangt van verschillende factoren af. Voor de eenvoudige bepaling van B N kan de volgende tabel worden gebruikt. De daarin vermelde richtwaarden hebben betrekking op een temperatuurbereik van de toegevoegde lucht van 15 C tot 30 C. De vetgedrukte waarden gelden alleen voor stoomverdeelpijpen 81-..., de waarden tussen haakjes voor het stoomverdeelsysteem OptiSorp. intrede vochtigheid Lengte v.h. bevochtigingstraject B N in m ϕ1 in % r.v. vochtigheid na de bevochtiging ϕ2 in % r.v. 40 50 60 70 80 90 5 0.9 (0.22) 1.1 (0.28) 1.4 (0.36) 1.8 (0.48) 2.3 (0.66) 3.5 (1.08) 10 0.8 (0.20) 1.0 (0.26) 1.3 (0.34) 1.7 (0.45) 2.2 (0.64) 3.4 (1.04) 20 0.7 (0.16) 0.9 (0.22) 1.2 (0.30) 1.5 (0.41) 2.1 (0.58) 3.2 (0.96) 30 0.5 (0.10) 0.8 (0.17) 1.0 (0.25) 1.4 (0.36) 1.9 (0.52) 2.9 (0.88) 40 0.5 (0.11) 0.8 (0.20) 1.2 (0.30) 1.7 (0.45) 2.7 (0.79) 50 0.5 (0.13) 1.0 (0.24) 1.5 (0.38) 2.4 (0.69) 60 0.7 (0.16) 1.2 (0.30) 2.1 (0.58) 70 0.8 (0.20) 1.7 (0.45) Voor kanalen met breedtes <600 mm moet het bevochtigingstraject voor OptiSorp-systemen met ca. 50% worden verlengd ϕ1 in % r.v.: Relatieve vochtigheid toegevoerde lucht voor de bevochtiging bij de laagste temperatuur van de toegevoerde lucht. ϕ2 in % r.v.: Relatieve vochtigheid na de stoomverdeelpijp bij maximale capaciteit. Voorbeeld gegeven: bevochtigingstraject B N : ϕ1= 30 % r.v., ϕ2= 70 % r.v. 1,4 m (0.36 m voor stoomverdeelsysteem OptiSorp) Aanwijzing: Moet het bevochtigingstraject om technische redenen worden verkort, dan moet de hoeveelheid stoom per afzonderlijk apparaat over twee stoomverdeelpijpen worden verdeeld, of het stoomverdeelsysteem OptiSorp moet worden toegepast. Neemt u in dit geval s.v.p. contact op met uw leverancier. 24

De minimaal toelaatbare afstanden Om te vermijden, dat de uit de stoomverdeelpijp komende waterdamp op de volgende component van de installatie condenseert, moet er tussen deze onderdelen en de stoomverdeelbuis een bepaalde minimale afstand (op basis van het bevochtigingstraject B N ) bestaan. voor/na vernauwing na verwijding voor een bocht 0.5 x BN 0.5 x BN BN voor aftakking voor luchtrooster voor regel-/temperatuursensor BN BN 5 x BN voor/na verwarmingsbatterij/filter voor/na ventilator/zone-verdeling 1.5 x BN * 5 cm BN BN 2,5 x B N voor zwevend-stof-filter Opgelet! De bevochtigingsafstand en de minimale afstand tussen de stoomverdeler en systeemcomponenten stroomafwaarts in het kanaal, worden bepaald op basis van de verwachte bedrijfsparameters (bijv. luchtsnelheid, temperatuur van toevoerlucht, enz.) wanneer het systeem wordt gepland. Een wijziging van deze bedrijfsparameters op een later tijdstip kan tot gevolg hebben dat de bepaalde bevochtigingsafstand niet langer correct is en dat stoom tijdens de werking condenseert op systeemcomponenten die zich stroomafwaarts in het kanaal bevinden. Dit kan leiden tot beschadiging aan het systeem en/of overmatige groei van kiemen. Inbouwvoorschriften en maten De stoomverdeelpijpen zijn of voor de horizontale (aan de wand van het luchtkanaal), of met behulp van toebehoren voor de verticale inbouw (op de bodem van het luchtkanaal) ontworpen. De uitblaasopeningen moeten altijd naar boven wijzen, resp. dwars op de luchtstroming staan. Indien mogelijk moeten de stoomverdeelpijpen altijd aan de perszijde (max. druk in het kanaal 1500 Pa) van het kanaal worden ingebouwd. Wanneer ze aan de zuigzijde worden aangebracht, mag de maximale onderdruk niet lager zijn dan 1000 Pa. Kies een op het betreffende luchtkanaal afgestemde inbouwsituatie (zie de volgende afbeeldingen) en plaats de stoomverdeelbuizen zo in het luchtkanaal, dat een gelijkmatige verdeling van de stoom in het luchtkanaal is gewaarborgd. 25

Op de volgende maten moet bij de plaatsing van de stoomverdeelpijpen worden gelet: gmin= hmin= 150 mm 85 mm min. H= 250 mm H 400mm min. H= 200 mm min. H= 400 mm min. H= 350 mm min. H= 300 mm min. H= 600 mm min. H= 500 mm min. H= 400 mm min. H=720 mm min. H= 600 mm min. H= 500 mm Aanwijzing: Voor de aanbrenging van het stoomverdeelsysteem OptiSorp kunt u de gegevens in de afzonderlijke documentatie bij dat product raadplegen. Adviezen voor de uitvoering van de luchtkanalen Om het inbouwen van de stoomverdeelpijpen te vergemakkelijken en om inspectie mogelijk te maken, dient men in het luchtkanaal een voldoende groot inspectieluik aan te brengen. Ter plaatse van het bevochtigingstraject moet het luchtkanaal waterdicht zijn. Luchtkanalen die door koude ruimtes lopen, moeten worden geïsoleerd, om te voorkomen dat de bevochtigde lucht op de koude wanden condenseert. Ongunstige stromingsomstandigheden in het luchtkanaal (bijv. hindernissen, krappe bochten etc.) kunnen condensatie van de bevochtigde lucht veroorzaken. De inbouw van de stoomverdeelpijpen in luchtkanalen met een ronde doorsnede is niet toelaatbaar. Bij vragen over de juiste uitvoering van luchtkanalen in samenhang met stoomverdeelpijpen 81-, adviseren wij u, contact met uw leverancier op te nemen. Montage van de stoomverdeelpijpen/van het stoomverdeelsysteem OptiSorp Gedetailleerde informatie over de montage van de stoomverdeelpijpen, resp. stoomverdeelsysteem OptiSorp, zijn in de losse montagevoorschriften bij deze producten te vinden. 26

5.3.2 Plaatsing en montage van de ventilator unit De ventilator units worden separaat boven het apparaat/de apparaten, of op de wand gemonteerd. Om ervoor te zorgen, dat de stoom vanuit de ventilator unit zich ongehinderd kan uitbreiden en niet op hindernissen (plafonds, balken, zuilen etc.) condenseert, moeten bij de plaatsing van de ventilator unit de volgende afstanden minimaal worden aangehouden. FAN3S Mk M / FAN3S Mk M FC FAN3S Mk L m D max. 8 kg/h 16 kg/h 30 kg/h 40 kg/h A min. 4,0 m 6,0 m 8,0 m 10,0 m B min. 1,0 m 1,0 m 1,0 m 1,5 m C ca. 2,2 m 2,2 m 2,2 m 2,2 m D ca. 0,5 m 0,7 m 1,0 m 1,5 m E min. 0,15 m E max. (max. lengte van stoomslang) 4,0 m (aanbevolen: 2,0 m) Aanwijzing: De minimaal toelaatbare afstanden in de tabel gelden voor een ruimteluchttoestand van 15 C en een maximale relatieve vochtigheid van 60 % r.v.. Bij lagere temperaturen en/of een hogere luchtvochtigheid moeten de waarden in overeenstemming daarmee worden verhoogd. Aanwijzing: Om een gelijkmatige vochtverdeling in de ruimte te bereiken, moet bij de plaatsing, naast de inachtneming van de minimaal toelaatbare afstanden, met andere factoren rekening worden gehouden (grootte en hoogte van de ruimte etc.). Neemt u bij vragen over de directe bevochtiging van de ruimtelucht s.v.p. contact met uw leverancier op. Verdere informatie is in de separate montage- en bedieningsinstructies bij de ventilatorunit te vinden. 27

5.3.3 De stoom- en condensaatleidingen installeren 5.3.3.1 Stoomleiding met flexibele slang Belangrijk! Pas uitsluitend de originele stoom- en condensslang van uw leverancier toe. Anderestoomen condensslangen kunnen onder bepaalde omstandigheden tot ongewenste bedrijfsstoringen leiden. Belangrijk! Na het installeren de beschermfolie rond de stoomslang verwijderen. Aanwijzingen voor de aanleg van de stoomslang Voor de geleiding van de slang is de positie van de stoomverdeelpijp bepalend: de stoomverdeelpijp moet meer dan 500 mm boven de bovenzijde van het apparaat worden gemonteerd. min. 300 mm min. 5 % min. 20 % min. 20 % Rmin. 300 mm max. 4m min. 300 mm min. 20 % min. 20 % max. 4m Rmin. 300 mm min. 300 mm Ømin. 200 mm Ømin. 200 mm Plaats de stoomslang minstens 300 mm haaks omhoog boven de bovenrand van de luchtbevochtiger, voer de slang dan met een minimale opwaartse helling van 20% en/of een minimale neerwaartse helling van 5% naar de stoomverdeelpijp. Condensslang onder een minimum afschot van 20 % via een sifon (slangbocht min. Ø200 mm naar het apparaat terug leiden en de slang daar ca. 2 cm diep in de daarvoor bedoelde opening steken. Aanwijzing. Wanneer uw apparaat verschillende stoomverdeelpijpen voedt, moeten de afzonderlijke condensaatslangen in de afvoertrechter worden geleid. Belangrijk! Voor de ingebruikneming moet de sifon van de condensslang met water worden gevuld. Opmerking: voor een stoomcapaciteit 20 kg/h kan de afzonderlijke retour van het condensaat via de condensaatslang achterwege worden gelaten als de stoomslang dusdanig is geïnstalleerd dat het condensaat ongehinderd en met een constante neerwaartse helling terug naar de stoomcilinder kan lopen. 28

Stoomverdeelpijp is minder dan 500 mm boven de bovenzijde van het apparaat gemonteerd. min. 5 % min. 20 % min. 5 % min. 20 % Rmin. 300 mm min. 20 % min. 300 mm max. 4m min. 300 mm min. 300 mm min. 20 % min. 20% max. 4m Rmin. 300 mm min. 300 mm Ømin. 200 mm Ømin. 200 mm Plaats de stoomslang minstens 300 mm haaks omhoog boven de bovenrand van de luchtbevochtiger, daarna omlaag naar de stoomverdeelpijp met een minimale helling van 5 %. Condensslang onder een minimum afschot van 20 % via een sifon (slangbocht min. Ø200 mm) naar beneden direct in een afvoertrechter leiden. Belangrijk! Voor de ingebruikneming moet de sifon van de condensslang met water worden gevuld Stoomslang zo leggen, dat hij zo kort mogelijk (max. 4 m) is, en dat de minimale buigstraal van 300 mm aangehouden wordt. Belangrijk! Per meter stoomslang moet met een drukverlies van 10 mm waterkolom (ca. 100 Pa) rekening worden gehouden. Opgelet! Als in uw specifieke systeem de lengte van het stoomtraject de 4 meter overschrijdt neem dan contact op met uw leverancier. In ieder geval moeten stoomtrajecten langer dan 4 meter over de gehele lengte worden geïsoleerd. Opgelet! Een vermindering van de doorsnede of de volledige afsluiting van de stoompijp leidt tot een zeer grote druktoename in de stoomcilinder wanneer de eenheid in werking is en kan gevaar voor brandwonden inhouden. Daarom dient u de volgende instructies na te leven: Zorg er tijdens de installatie voor dat de stoompijp over de volledige lengte en de volledige doorsnede open is. Eventuele dichtingspluggen, afdichtbladen enz. moeten worden verwijderd voor de stoompijp wordt aangesloten en beperkingen van de doorsnede door bijvoorbeeld knikken moeten worden vermeden. Stoomslangen mogen niet doorhangen (condensaatzakken); ondersteun de stoomslang indien nodig met pijpklemmen, een goot of wandbeugels, of installeer een condensaatafvoer op het laagste punt in de stoomslang. Het is niet toegestaan een afsluitklep te installeren (bijv. een manueel bediende afsluiter, elektromagnetische klep, enz.) in de stoompijp. Belangrijk! Bij de bepaling van de lengte en de slanggeleiding er rekening mee houden, dat de stoomslang in de loop der tijd korter wordt. Slangbevestiging De stoomslang moet met slangklemmen aan de stoomverdeelpijp en aan de stoomaansluiting van de stoomluchtbevochtiger worden bevestigd. 29