Liturgie voor de gezamenlijke dienst op zondag 27 maart 2016 (1 e Paasdag), aanvang 19.00 in de Hervormde Kerk te Den Ham Voorganger: Ouderling van dienst: Ds. W.L. Dekker, Kampen Janneke Schutmaat
Afkondigingen Intochtslied: Psalm 30: 1 en 5 1. Dank, Heer, Gij hebt het niet gedoogd, dat vreugd mijn vijand heeft verhoogd! Mijn God, om hulp riep ik U aan, en Gij schonkt mij dit nieuw bestaan! Het donker doodsrijk met zijn dreiging werd tot een schaduw die voorbijging. 5. Gij hebt mijn weeklacht en geschrei veranderd in een blijde rei! Mijn rouwkleed hebt Gij weggedaan, uw vreugdekleed deedt Gij mij aan, dat ik zou zingen tot uw ere in eeuwigheid, mijn God, mijn Here! Stil gebed, votum en groet (Staande) Samen zingen: Gezang 219: 1, 2, 5 & 6 1. Zingt ten hemel toe, juicht en jubelt Gode, want Hij wordt niet moe voor ons uit te gaan als een vuur voorgaan levenden en doden! 2. Christus onze Heer is voor ons gestorven en Hij daalde neer in het doodsgebied deed de dood te niet in de nieuwe morgen. 2
5. Pasen is de dag, dat de dove lippen van het stomme graf Hem, het woord van God, uit de zwarte dood in het leven riepen. 6. Daarom, zingt Hem toe! Hij is onze Heiland. Wordt zijn lof niet moe! God is opgestaan om de hand te slaan aan de oude vijand. Geloofsbelijdenis Samen zingen: Psalm 68: 7 7. God zij geprezen met ontzag. Hij draagt ons leven dag aan dag, zijn naam is onze vrede. Hij is het die ons heeft gered, die ons in ruimte heeft gezet en leidt met vaste schreden. Hij die het licht roept in de nacht, Hij heeft ons heil teweeggebracht, dat wordt ons niet ontnomen. Hij droeg ons door de diepte heen, de Here Here doet alleen ons aan de dood ontkomen. Gebed om de opening van het Woord 3
Schriftlezing: Filippenzen 3 (tekst vers 10a) 1 Verder, mijn broeders, verblijd u in de Heere. Dezelfde dingen aan u te schrijven is mij niet onaangenaam en het geeft u zekerheid. 2 Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis. 3 Want wij zijn de besnijdenis, wij die God in de Geest dienen en in Christus Jezus roemen en niet op het vlees vertrouwen. 4 Hoewel ik reden heb om ook op het vlees te vertrouwen; als iemand anders denkt te kunnen vertrouwen op het vlees, ik nog meer: 5 besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, wat de wet betreft een Farizeeër, 6 wat ijver betreft een vervolger van de gemeente, wat de rechtvaardigheid betreft die in de wet is, onberispelijk. 7 Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus' wil als schade beschouwd. 8 Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen, 9 en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof; 10 opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word, 11 om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden. 12 Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen. 13 Broeders, ikzelf denk niet dat ik het gegrepen heb, 14 maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus. 15 Laten wij dan, die geestelijk volwassen zijn, deze gezindheid hebben; en als u iets anders gezind bent, ook dat zal God u openbaren. 16 Maar tot zover wij gekomen zijn, laten wij naar dezelfde regel wandelen, laten wij eensgezind zijn. Samen zingen: Psalm 73: 9 & 10 9. Nu blijf ik bij U voor altijd, God die mij troost, die bij mij zijt, mijn twijfel stilt en mijn verlangen, die mij in liefde houdt omvangen. Gij neemt mij bij de rechterhand, Gij zijt getrouw, uw raad houdt stand, uw wijsheid is het die mij leidt en eenmaal kroont met heerlijkheid. 4
10. Wien heb ik in den hemel, Heer, behalve U, mijn troost en eer? Wat kan op aarde mij bekoren? Alleen bij U wil ik behoren. Al zou mijn vlees en hart vergaan, toch zal ik, God, voor U bestaan, wien ik mijn leven toevertrouw, Gij zijt de rots waarop ik bouw. Verkondiging Samen zingen: Gezang 217 1. Jezus leeft en ik met Hem! Dood, waar is uw schrik gebleven? Hem behoor ik en zijn stem roept ook mij straks tot leven, opdat ik zijn licht aanschouw, - dit is al waar ik opbouw, 2. Jezus leeft! Hem is het rijk over al wat is gegeven. En ik zal, aan Hem gelijk, eeuwig heersen, eeuwig leven. God blijft zijn beloften trouw, - dit is al waar ik op bouw. 3. Jezus leeft! Hem is de macht. Niets kan mij van Jezus scheiden. Hij zal, als de vorst der nacht mij te na komt, voor mij strijden Drijft de vijand mij in t nauw, - dit is al waar ik op bouw. 5
4. Jezus leeft! Nu is de dood mij de toegang tot het leven. Troost en kracht in stervensnood zal de Levende mij geven, als ik stil Hem toevertrouw: Gij zijt al waar ik opbouw! Collecten Dankgebed en voorbeden Slotlied: Gezang 477 1. Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht! Hemelse Vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht! Wij mogen zingen van grote dingen, als wij ontvangen al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja! Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja! (Staande) 6
2. Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, Liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat. Gij hebt de zege voor ons verkregen, Gij zult op aarde de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja! Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten en in U weten, dat wij Gods zonen zijn. Halleluja! Zegen (Staande) Uitleidend orgelspel 7
8