Inspectierapport Kinderopvang De Peutersoos (KDV) Parkstraat 72 1506WE Zaandam Registratienummer 200359939 Toezichthouder: GGD Zaanstreek-Waterland In opdracht van gemeente: Zaanstad Datum inspectie: 14-11-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 19-12-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 10 Gegevens voorziening... 13 Gegevens toezicht... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 14 2 van 14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit onderzoek zal echter worden uitgebreid indien er tijdens voorgaande inspecties sprake was van overtredingen, of indien hier een andere aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een signaal. In opdracht van de gemeente is dit jaar het onderdeel oudercommissie toegevoegd aan de standaard te onderzoeken voorwaarden. Beschouwing Algemene kenmerken Peuterspeelzaal De Peutersoos maakt deel uit van Stichting Kinderopvang et Nabuut. De locatie is gevestigd in basisschool et Buut te Zaandam en deelt de ruimte met buitenschoolse opvang et Nabuut. De Peuterspeelzaal bestaat uit 1 peutergroep. Er is ruimte voor 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. De groep wordt begeleid door vier vaste beroepskrachten en een stagiair. Op 14 november 2017 heeft GGD Zaanstreek-Waterland, in opdracht van gemeente Zaanstad, een onaangekondigde inspectie uitgevoerd. Inspectiegeschiedenis Uit eerdere onderzoeken zijn geen relevante tekortkomingen gebleken voor het huidige onderzoek. Informatie over de bevindingen van voorgaande inspecties is te vinden in de inspectierapporten van voorgaande jaren. Bevindingen Tijdens deze inspectie is gebleken dat er geheel wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Voor een inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de betreffende domeinen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein ''Pedagogisch klimaat'' is de pedagogische praktijk geobserveerd. Hierbij is naast de uitvoering van het pedagogisch beleid gelet op de volgende pedagogische doelen uit de Wet Kinderopvang: -Emotionele veiligheid -Persoonlijke competentie -Sociale competentie -Overdracht van normen en waarden Pedagogische praktijk De beroepskrachten handelen naar het pedagogisch beleid van de organisatie. Ze bespreken hun handelen op vaste momenten met het team en de leidinggevende. Groepssamenstelling: Tijdens de inspectie zijn op deze groep 16 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten. Observatie momenten: Vrij spelen, kringmoment en persoonlijke verzorging van kinderen. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum versie 1 jan 2015. Onderstaande schuingedrukte beschrijvingen van de praktijk zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor enige flexibiliteit voor onvoorziene situaties of uitloop van geplande activiteiten. De structuur van de dag is duidelijk voor de kinderen. Ze kennen het dagritme dat ook wordt ondersteund door vaste rituelen zoals bijvoorbeeld liedjes. Persoonlijke competentie De beroepskrachten geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden. Zij verwoorden wat er gebeurt en bieden nieuwe kansen voor vervolgspel. Zij maken soms even deel uit van de spelsituatie, waarbij de regie bij de kinderen blijft. De beroepskracht zit aan tafel en maakt samen met een kind het fruit klaar. Aan tafel zitten ook een paar kinderen te kleien. De beroepskracht merkt op dat één van de kinderen het kleien niet meer leuk vindt. Ze biedt het kind aan om wat anders te gaan doen. "Wil je samen met <> met de lego spelen?" Sociale competentie De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorisch taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Een kind ziet dat de beroepskracht het fruit aan het schillen is en komt bij haar zitten. "Wil je mij helpen met het fruit? Kun jij misschien deze mandarijn schillen?" Het kind krijgt een compliment voor het meehelpen. 4 van 14
Wanneer het tijd is voor het kringmoment, brengen een aantal kinderen zelf een stoel naar de kring. De beroepskracht geeft een compliment aan de kinderen. Conclusie De houder draagt voldoende zorg voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, de stimulering van de persoonlijke en sociale competentie en het overdragen van normen en waarden. Er wordt voldaan aan de getoetste eisen uit de Wet Kinderopvang met betrekking tot de pedagogische praktijk. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Observaties Website (depeutersoos.nl en etbuut.nl) Pedagogisch beleidsplan (versie 06 2017) Notulen teamoverleg (22-11-2017 ontvangen van week 44, 45 en 46 2017.) 5 van 14
Personeel en groepen Binnen dit domein wordt bij beroepskrachten gecontroleerd op de aanwezigheid van een passende beroepskwalificatie en verklaring omtrent het gedrag (VOG). Ook bij andere personen werkzaam bij het kindercentrum wordt de VOG gecontroleerd. Er is onder andere bekeken of de opvang plaatsvindt in vaste groepen, of er voldoende beroepskrachten worden ingezet in verhouding tot het aantal kinderen per groep (beroepskrachtkindratio). Verklaring omtrent het gedrag Op De Peutersoos zijn vier vaste beroepskrachten en een stagiair werkzaam. De VOG van de beroepskrachten en stagiair zijn getoetst en voldoen aan de gestelde eisen. Conclusie Er wordt voldaan aan alle voorwaarden met betrekking tot de aanwezigheid van een geldig verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij PSZ De Peutersoos beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Conclusie Er wordt voldaan aan de voorwaarde m.b.t. de aanwezigheid van een passende beroepskwalificatie van beroepskrachten. Opvang in groepen PSZ De Peutersoos heeft één stamgroep. Dit blijkt ook uit de aanwezigheidslijst van week 46 2017. Naam van de Maximaal aantal kinderen op de Leeftijdsindeling op de groep groep groep De Peutersoos 16 kinderen 2 4 jaar Conclusie Er wordt voldaan aan alle getoetste eisen met betrekking tot de opvang in groepen. Beroepskracht-kindratio Op basis van de aanwezigheidslijst in combinatie met de personele roosters van week 46 2017 blijkt dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Op de website staat het rooster, met werktijden, van de medewerkers. Afwijkingen van het vaste rooster wordt in een agenda genoteerd. Conclusie Er wordt voldaan aan alle getoetste eisen met betrekking tot de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Observaties Website (depeutersoos.nl en etbuut.nl) Verklaringen omtrent het gedrag (22-11-2017 ontvangen) Diploma's beroepskrachten (22-11-2017 ontvangen) 6 van 14
Presentielijsten (week 47 2017) Personeelsrooster (via website) Notulen teamoverleg (22-11-2017 ontvangen van week 44, 45 en 46 2017.) 7 van 14
Veiligheid en gezondheid Een houder dient een meldcode kindermishandeling te hebben vastgesteld die voldoet aan de beschreven eisen. Ook dienen beroepskrachten op de hoogte te zijn van deze meldcode en in overeenstemming hiermee te handelen. Meldcode kindermishandeling Er wordt gebruik gemaakt van een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. Er is een actuele sociale kaart en beroepskrachten zijn op de hoogte van de inhoud van de meldcode. Middels geplande vergaderingen en onderling overleg wordt de meldcode onder de aandacht van het personeel gehouden. Twee medewerkers hebben onlangs een training gehad waarbij onderdelen van de meldcode zijn behandeld. Conclusie Er wordt voldaan aan alle getoetste eisen met betrekking tot de meldcode kindermishandeling. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Sociale kaart (22-11-2017 ontvangen) Meldcode kindermishandeling 8 van 14
Ouderrecht Binnen het domein ''ouderrecht'' wordt beoordeeld hoe de houder de oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid en de uitvoering hiervan. Oudercommissie Et Nabuut heeft een reglement oudercommissie vastgesteld, dit document voldoet aan de gestelde eisen. De oudercommissie bestaat uit 4 leden. De houder heeft meerdere keren per jaar overleg met de oudercommissie. Dit jaar heeft de oudercommissie over de volgende onderwerpen advies gegeven: prijsbeleid, invulling van de vakantieperiodes, overdracht tussen school en opvang, overdracht naar ouders. De oudercommissie geeft aan haar eigen werkwijze te kunnen bepalen. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang met betrekking tot oudercommissie. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (09-11-2017 ontvangen) Interview (Beroepskrachten) Reglement oudercommissie (22-11-2017 ontvangen) Notulen oudercommissie (02-05-17, 13-06-17 en 26-09-17) Website (depeutersoos.nl en etbuut.nl) 9 van 14
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 14
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat: - een stappenplan voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; - toebedeling van verantwoordelijkheden aan de diverse personeelsleden bij de stappen; - specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld; - specifieke aandacht voor de wijze waarop personeel moet omgaan met vertrouwelijke gegevens. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft voor de oudercommissie, tenzij er op grond van artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, zes maanden na registratie een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.46 lid 2, 1.58 lid 2 en 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen, de zittingsduur en het aantal leden. (art 1.59 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 11 van 14
De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in. OF De verplichting tot het instellen van een oudercommissie geldt niet omdat het een kindercentrum betreft waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen. De houder heeft zich aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen en biedt ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. (art 1.58 lid 1, 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij: - de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid; - het pedagogische beleid dat wordt gevoerd; - voedingsaangelegenheden van algemene aard; - het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid; - openingstijden; - het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie; - de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten; - wijziging van de prijs van kinderopvang. (art 1.58 lid 2 en 3, 1.60 lid 1 en 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 12 van 14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderopvang De Peutersoos Website : http://vvww.etbuut.nl Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Stichting Buitenschoolse Opvang et Nabuut Adres houder : Parkstraat 72 Postcode en plaats : 1506WE Zaandam KvK nummer : 34281911 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Zaanstreek-Waterland Adres : Vurehout 2 Postcode en plaats : 1507EC ZAANDAM Telefoonnummer : 0900-2545454 Onderzoek uitgevoerd door : Sigrid Sluyter Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zaanstad Adres : Postbus 2000 Postcode en plaats : 1500GA Zaandam Planning Datum inspectie : 14-11-2017 Opstellen concept inspectierapport : 28-11-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 19-12-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-12-2017 Verzenden inspectierapport naar : 21-12-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11-01-2018 13 van 14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 14 van 14