Jaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016

Vergelijkbare documenten
Uitwendige versie. Januari 2016

Obesitas en zwangerschap

Het draaien van een kind in stuitligging

Het draaien van een kind in stuitligging

Stuitligging. Verloskunde. Locatie Langendijk

Aanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden bij dreigende serotiniteit. De mogelijkheden zijn;

Uitwendige versie en stuitligging

Stuitligging-draaien door uitwendige versie

Serotiniteit. Versie November 17. Wens 41 weken inleiden. AD* (weken) Actie Beleid Informatie. Folder serotiniteit mee geven

Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling


Een stuitligging. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Het draaien van een kind in stuitligging

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2016

Stuitligging Versie (uitwendig draaien) van uw baby

Uitwendige versie (draaien van je baby in de baarmoeder)

Stuitligging BEHANDELING

Time task matrix zorgproces bij caput beweeglijk boven bekkeningang Versie 2, juni 2018 N. Crombag

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.

Samenvatting. Introductie. Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge

Een stuitligging. Verloskunde. Inhoud

Een stuitligging. verloskunde

H Stuitligging

Een stuitligging. verloskunde

Informatie voor patiënten gynaecologie Uitwendige kering stuitligging

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013

Het maken van een keuze Wanneer is een vaginale bevalling bij een stuitligging mogelijk. Heeft u de keuze? Het maken van een keuze. Tot slot.

Een stuitligging. Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Gynaecologie februari 2009 pavo 0408

Het draaien van je kind van stuit- of dwarsligging naar hoofdligging

Regionaal Protocol Obesitas

Stuitligging. Wat is een stuitligging?

Stuitligging. Wat is een stuitligging?

Preventie van groep B-streptokokken infectie

Stuitligging. Vaginale stuitbevalling of keizersnede. mca.nl

Stuitligging vanaf de 36 e week van de zwangerschap. Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis

Stuitligging. Verloskunde

Aanbevelingen Vanaf 40 weken iedere zwangere voorlichten over de mogelijkheden bij dreigende serotiniteit. De mogelijkheden zijn;

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Gynaecologie. Een stuitligging

Uitwendige versie en stuitligging

Samenvatting. Samenvatting

EEN STUITLIGGING, WAT NU? FRANCISCUS VLIETLAND

Bevallen bij Rijnstate

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas

Een stuitligging. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Inleiding Het jaarverslag van 2017 is een overzicht van de activiteiten van Zwanger in Brussel.

Obesitas. Oktober. Zorgpad Low risk B en High risk A

Patiëntenvoorlichting Stuitligging

WETENSCHAP. C.F.A. van Dijk, dr. K.E.A. Hack, F. Erlings, dr. N.W.E. Schuitemaker, dr. T.E. Vogelvang, namens VSV Eendracht

Obesitas en zwangerschap, bevalling en kraambed

Een stuitligging, wat nu? Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Een stuitligging, wat nu?

Serotiniteit. Zwanger voorbij de 41 weken en dan?

Zwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede

Serotiniteit Zwanger voorbij de 41 weken en dan?

Zwangerschap en overgewicht

Een stuitligging, wat nu?

1 Inleiding Wat is een stuitligging? Hoe vaak komt een stuitligging voor? Waarom ligt een kind in een stuitligging?...

24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst

Inhoudsopgave. Inleiding 3. Wat is een stuitligging 3. Hoe vaak komt een stuitligging voor 4. Onderzoek bij een stuitligging 4

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

Opzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli

Inleiding Visie Veranderingen in 2016 Verantwoording

Stuitligging en uitwendige versie. Gynaecologie

Een stuitligging. Gynaecologie

Stuitligging. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Uw baby in stuitligging: wat u moet weten

Ketenprotocol. Kraamconsulten kinderartsen. Auteurs: E.D. Stam

Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wat is een stuitligging?... 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 5 Waarom ligt een kind in een stuitligging?...

Zorgpaden Indeling. Low risk A

Suggesties, aanbevelingen en opmerkingen zijn dan ook van harte welkom.

Programma. Filmpje. Presentaties nalezen? Informatieavond over de bevalling. Gynaecologie en verloskunde Bevallen

Stuitligging. Gynaecologie. alle aandacht

Protocol Niet vorderende ontsluiting

Figuur 1a. Figuur 1b. voeten naast de billen liggen.

Een stuitligging; Wat nu?

Stuitligging.

Inleiding. Wat is een stuitligging

Bevalling na eerdere keizersnede

Stuitligging. Verloskunde/Gynaecologie

Transmurale afspraken POP-protocol vakgroep gynaecologie verloskunde Isala en de eerstelijns verloskundigen kring Zwolle

1 In het kort 4. 2 Wat is een stuitligging Hoe vaak komt een stuitligging voor Waarom ligt een kind in een stuitligging 4

STUITLIGGING 1. In het kort 2. Wat is een stuitligging? 3. Hoe vaak komt een stuitligging voor? 4. Waarom

Advies van de Werkgroep zorginhoud voor het midriskgebied in het midwife-led centrum

Inleiden van de bevalling

Een badbevalling in het St. Anna Ziekenhuis

Een stuitligging. Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Gynaecologie april 2015 pavo 0408

Voorlichtingsavond Zwangerschap en Bevalling. Vakgroep Obstetrie & Gynaecologie Zuyderland Geboortecentrum Verloskundig Samenwerkingsverband

Stuitligging. Verloskunde. Wat nu? Wat is een stuitligging?

Stuitligging. Poli Gynaecologie Route 48

Serotiniteit 42 weken of langer zwanger.

PATIËNTEN INFORMATIE. Stuitligging

Stuitligging. Gynaecologie & Verloskunde

Stuitligging. Verloskunde

NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0

BMI protocol. Doel protocol Gezamenlijk protocol van de 1 e en 2 e lijn met als doel een eenduidig beleid voor alle zwangeren met een BMI > 30.

Gynaecologie. Een stuitligging.

Bevalling na eerdere keizersnede

Een stuitligging wat nu?

Zwanger voorbij de 41 weken en dan? Serotiniteit. Poli Gynaecologie

Hoogstaand caput à terme

Transcriptie:

Jaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016 Auteurs: Selma Mourad, Brigitte Tebbe

Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2016 van de Versie Werkgroep VSV Kracht. Onze dank gaat ook dit jaar weer uit naar alle eerstelijns verwijzers, alle medewerkers van de poli gynaecologie en afdeling verloskunde van het Rijnstate Ziekenhuis Arnhem. Hopelijk is dit verslag een leerzaam document en brengt het de dagelijkse praktijk in perspectief. We wensen u veel leesplezier! Samenstelling versieteam Eerstelijns verloskundigen/versiekundigen: Hilde Ars, Annebeth Walraad, Brigitte Tebbe, Elien Tap (voorzitter versieteam) en - dit jaar geslaagd als versiekundige- Josephine van der Heijden. Gynaecologen: Ashley Merien, Lia Wijnberger, Karin de Boer, Ralph Scholten en Ineke Krabbendam. Inleiding Het jaar 2016 was het zesde jaar sinds het opstarten van ons gezamenlijke eerste/tweedelijns versiespreekuur. Sinds 2013 is het aantal uitgevoerde versiepogingen bijna verdubbeld. Wederom hebben we in 2016 een goed slagingspercentage weten te behalen, dat boven het landelijk gemiddelde ligt. Voor het versiespreekuur waren 177 aanmeldingen (157 verschillende vrouwen), waarbij uiteindelijk 134 versies werden verricht; 114 maal een eerste poging, 19 keer een tweede poging werd gedaan en 1 keer een derde poging bij dezelfde patiënte. In 43 (24%) van de gevallen bleek bij aanvang van het consult op het versiespreekuur het kind spontaan tot hoofdligging gedraaid. Het totaal aantal uitgevoerde versies komt daarmee op 134, 78 bij nulliparae en 56 bij multiparae (zie tabel 1). Twee versies werden buiten het spreekuur om door andere gynaecologen verricht, door Ivonne Mijnheer en Francis Hartog. Doelstelling versiespreekuur De belangrijkste doelen zijn: het organiseren van het versiespreekuur, het volgen en eventueel implementeren van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de uitwendige versie en het verzorgen van de communicatie met de achterban. Daarnaast willen we de goede samenwerking tussen de eerste- en tweedelijn behouden. Waar mogelijk leren we van elkaar. Door middel van goede samenwerking, up to date kennis en ervaring proberen we ons slagingspercentage steeds te verbeteren, om het aantal geplande sectio s bij stuitliggingen te beperken. Slagingspercentage Het overall slagingspercentage van het versiespreekuur in Rijnstate per versiepoging bedroeg in 2016 46 % (n=62); bij de nulliparae slaagde 28% (n=22) van de versies en bij de multiparae 71% (n=40). 1

Bij de eerste pogingen slaagde 46 % en bij de tweede pogingen 26 %, de enige versie waarbij een derde poging werd ondernomen slaagde niet. Het percentage niet gelukte versies bedroeg daarmee in totaal 54%. Het overall slagingspercentage per unieke vrouw bedroeg 49%, 31% bij de nullipara en 74% bij de multipara. Tabel 1. Overzicht versies in het Rijnstate ziekenhuis 2016 Totaal Versie gelukt (%) Versie niet gelukt (%) Aantal versies 134 62 (46%) 72 (54%) Eerste poging 114 57 (46%) 57 (50%) Tweede poging 19 5 (26%) 14 (74%) Derde poging 1 0 (0%) 1 (100%) Nulliparae 78 22 (28%) 56 (72%) Multiparae 56 40 (71%) 16 (29%) Tabel 2 toont de reden van niet-geslaagde versies, voor zover deze geregistreerd werden. Reden voor niet slagen van de versie waren voornamelijk het niet kunnen luxeren van de stuit uit het bekken of het niet voorbij dwarse ligging te krijgen van het kind, waarschijnlijk door gebrek aan ruimte om te draaien. Bij 8% (11 maal) van de versies werd nifedipine toegediend, hiervan slaagde bijna 1 op de vijf versies (18%, 2 gelukt/ 9 niet gelukt). Dit is fors minder vaak nifedipine dan in 2015 toen dit nog in 30% van de versies werd gebruikt. Reden hiervoor was een eerdere refereeravond over versies waarna werd besloten om geen Nifedipine meer te geven bij een eerste versiepoging, maar wel bij een tweede poging. Tabel 2. Geregistreerde redenen waarom versie niet slaagde Redenen van niet lukken N =47 stuit te diep ingedaald 21 niet verder dan dwars 10 stuit uit bekken te halen, 6 maar volgt niet instabiele ligging, 4 teruggedraaid Maternale obesitas 2 Strakke buik 1 bekkenklachten en/of pijn 1 amnionstreng 1 CTG matig, niet maximaal 1 geprobeerd 2

Follow-up Van de 134 versies waren 19 tweede pogingen en één derde poging. Daarmee kwam het totaal casus voor de follow-up op 114. Bij de 114 vrouwen bij wie uiteindelijk een versie werd verricht, werden 60 jongens (53%) en 54 meisjes (47%) geboren. In tabel 3 vindt u de geregistreerde complicaties na versie. Het aantal complicaties binnen 24 uur na de versie bleef beperkt tot twee (1.5%) en het aantal complicaties dat optrad na 24 uur bedroeg ook 2 (%). Tabel 3. Complicaties opgetreden na versiepoging in Rijnstate ziekenhuis 2016 Complicaties N (%) Beschrijving Geen complicaties na versie 130 97% Complicaties < 24 uur na 2 1.5 Casus 1: Gebroken vliezen na versie AD 39+3 versie Complicaties > 24 uur na versie Casus 2: Langzaam herstellende bradycardie na geslaagde versie 2 1.5 Casus 1: Uitgezakte voet bij p prematurus na niet geslaagde versie Casus 2: Spoedsectio na onverwachte bradycardie 2 wk na versie bij AD 39+3, kind overleden In tabel 4 vindt u de plaats en wijze van bevalling, ligging kind durante partu en het aantal consulten. De resultaten zijn uitgesplitst naar geslaagde en mislukte versies. Daarbij valt een aantal zaken op: Er waren in 2016 geen thuis- of poliklinische partus in de eerstelijn in de groep waarbij de versie niet gelukt is In de groep met geslaagde versies was het totale percentage vaginale baring 78% (waarvan 71 % spontaan, 7% kunstverlossing). Dit is een afname t.o.v. 2015 waar 83% vaginaal beviel, waarvan maar liefst 80% spontaan. Op basis van de (beperkte) partus-data opgenomen in het versieregister, is dit verschil niet goed te verklaren. In de groep vrouwen met niet-geslaagde versies was het totale percentage vaginale baring 22% (allen spontaan) en 78% per sectio (waarvan 12% secundair). Dit is vergelijkbaar met de resultaten in het jaar 2015: 24.3 % vaginaal en 75.7% sectio. De kans op een vaginale bevalling is daarmee 3.5 maal hoger (56%) hoger in de groep met een geslaagde versie (OR 12.7 bij een 95% CI 5.2-30.8). In de groep met geslaagde versies was het totale percentage sectio caesarea 22% (ten opzichte van 15% in 2015). (Redenen hiervoor waren bijvoorbeeld SC ia en niet inleidbaar, macrosomie). Van deze sectio 3

caesarea was 13% secundair. Op basis van de (beperkte) partus-data opgenomen in het versieregister, is deze stijging niet goed te verklaren. Ook is onduidelijk in hoeverre er een verband is met de uitwendige versie. Van de verrichte sectio s in de groep niet-gelukte versies, was iets meer dan 1 op de 8 (12%) een secundaire sectio. 2 kinderen (3%) uit de groep niet-gelukte versies bleken bij aanvang van de baring alsnog spontaan tot hoofdligging te zijn gedraaid. Er bestond een verschil in aantal antepartum medische indicaties in beide groepen: 17% in de groep waarbij de versie is gelukt en 97% in de groep waarbij de versie niet is gelukt. In 21% van de casus waarin de versie geslaagd was, ontstond alsnog durante partu een medische indicatie (zoals MHV, pijnstillingswens, LGV, NVO). Consulten Naast de gebruikelijke verwijzingen vanwege stuitligging bij de niet-gelukte versies, waren er 47 consulten/verwijzingen voor overige indicaties. Daarbij valt op dat -net als vorig jaar- in de groep vrouwen waarbij de versie gelukt is, het percentage consulten tweedelijn hoger is dan in de groep waarbij de versie niet gelukt is (70% vs. 14%). Dit verschil wordt mogelijk veroorzaakt doordat de overige indicaties niet werden geregistreerd in de groep vrouwen met een stuitligging, die al onder tweedelijnszorg waren. De redenen voor consult in de tweedelijn waren heel divers. Sommige vrouwen werden voor meerdere indicaties tegelijk behandeld. Vanwege de kleine aantallen en wijze van registratie, kan geen verband worden aangetoond met betrekking tot het wel of niet lukken van de versie, of de uiteindelijke ligging van het kind. We noemen alleen de hoofdcategorieën. Tijdens de zwangerschap waren de belangrijkste redenen voor consult: persisterend instabiele ligging (6x), sectio i.a. (4x), serotiniteit (2x), hypertensie (2x), BMI>40 (1x), macrosomie (1x) dysmatuur i.a. (1x), groeiachterstand (1x), polyhydramnion waarbij surmenage (1x), vliesscheur aterme (1x). Tijdens de baring waren de voornaamste redenen voor consult: >24 uur gebroken vliezen (5x), meconiumhoudend vruchtwater (5x), pijnstillingswens (5x), niet vorderende ontsluiting (3x). 4

Tabel 4. Plaats en wijze van bevallen na geslaagde en mislukte versie Per unieke vrouw Plaats bevalling Totaal N= 114 (%) Versie gelukt N= 56 (%) Thuisbevalling 7 (6%) 7 (13%) 0 (0%) Poliklinisch 4 (4%) 4 (7%) 0 (0%) Klinisch M.I. ante partum 76 (67%) 20 (17%) 56 (97%) Klinisch M.I. durante partu 27 (24%) 25 (21%) 2 (3%) Versie niet gelukt N= 58 (%) Wijze van bevallen Spontane partus 53 (46%) 40 (71%) 13 ( 22%) Kunstverlossing 4 (4%) 4 (7%) 0 (0%) Primaire SC 43 (38%) 5 (9%) 38 (66%) Secundaire SC 14 (12%) 7 (13%) 7 (12%) Ligging kind tijdens partus Hoofdligging 50 (44%) 48 (86%) 2 (3%) Stuitligging 56 (49%) 0 (0%) 56 (97 %) Dwarsligging 2 (2%) 2 (4%) 0 (0%) Onbekend 6 (5%) 6 (11%) 0 (0%) Consult tijdens zws of baring 47 (41%) 39 (70%) 8 (14%) Percentages afgerond tot hele procenten, waardoor soms >100% totaal 5

Slotwoord Resultaten Het versieteam heeft in 2016 een slagingspercentage per versie van 46% weten te halen, dit is 2% hoger dan het geregistreerde percentage van hetzelfde jaar volgens het landelijk KNOV Versieregister ( zie tabel 5). Het percentage geplande sectio s bij stuitligging bedroeg 66%, wat wederom flink gedaald is ten opzichte van voorgaande jaren (van 90.5% in 2014 naar 75.7% in 2015). Het benadrukt het belang van een versiespreekuur met vaste teams, het streven naar een optimale versiepoging en counseling door een dedicated team wanneer de versie niet slaagt. Met een zo hoog mogelijke slagingspercentage en goede counseling kan het aantal sectio s bij stuitligging zo klein mogelijk blijven. Counseling De risico s van vaginale partus bij stuitligging worden de laatste jaren minder hoog geschat dan voorheen en het Rijnstate counselt doorgaans positief voor een vaginale trial of labour bij stuitligging wanneer bekende risicofactoren ontbreken (bijvoorbeeld voetligging of afgeweken stuit, macrosomie, schouderdystocie i.a., slecht vorderende baring). In de praktijk merken we dat veel paren echter hun keuze voor de modus partus al gemaakt hebben voordat zij op het versiespreekuur komen en counseling omtrent de modus partus hebben ontvangen. Dit op basis van ervaringen uit de omgeving, of informatie gevonden op internet. Verbeterde risicocommunicatie zou de voorkeur van paren voor een primaire SC wellicht kunnen verlagen, al is de verwachting dat verloskundig zorgverleners maar een beperkte invloed op deze keuze zullen hebben. In de dagelijkse praktijk kan naar zwangeren in de regio met een kind in stuitligging gecommuniceerd worden dat het versieteam van het VSV Kracht per versiepoging een slagingspercentage van 46% heeft, en dat dit per vrouw zelfs 49% bedraagt, te weten 31% voor de nulliparae en 74% voor de multiparae. Een geslaagde versie geeft de zwangere daarmee een 3.5 maal hogere kans op een vaginale baring. Aanbevelingen Op basis van de huidige lokale registratie waarbij slechts beperkt informatie verzameld wordt over consulten antepartum en beloop van de uiteindelijke partus, kunnen jaarlijkse verschillen in percentages bijvoorbeeld m.b.t. secundaire sectio caesarea niet worden verklaard. Ook vergelijking met landelijke resultaten kunnen hiermee niet betrouwbaar worden uitgevoerd. Een aanpassing in uitgebreidheid en uniformiteit van de follow-up registratie zou noodzakelijk zijn om dit in de toekomst inzichtelijker te maken. Literatuuronderzoek naar het gebruik van Ritodrine bij de versie wordt verricht om te zien of we ons slagingspercentage nog kunnen verhogen. 6

Tabel 5. Het landelijk overzicht uit het KNOV Versieregister 2016 in vergelijking met voorgaande jaargangen. Jaar Aantal 1e poging Vervol gpogi ng % gelukt Geboorte hoofdliggi ng Geboor te vagina al Sectio gepla nd Sectio totaal 2013 887 83 42 455 490 278 397 2014 1026 101 46 548 557 325 469 2015 1186 153 43 605 659 400 527 2016 1334 179 44 717 749 415 585 -----------------o--------------- 7