Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Vergelijkbare documenten
Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, tegen. Ditzo B.V., gevestigd te Zeist, hierna te noemen Aangeslotene. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

2.1 Consument heeft bij Aangeslotene een inboedelverzekering gesloten.

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

de naamloze vennootschap Unigarant N.V., gevestigd te Hoogeveen, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 6 februari 2012.

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 2. Feiten

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

SRLEV N.V, gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen: Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 2 september 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.J.

Samenvatting. 1. Procedure

Unigarant N.V., gevestigd te Hoogeveen, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap NEDASCO B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.J. Olthoff, secretaris)

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S. Rutten, secretaris)

Goudse Schadeverzekeringen N.V, gevestigd te Gouda, hierna te noemen: Aangeslotene,

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

de besloten vennootschap Verbrugge Financieel Advies B.V., gevestigd te Raamsdonksveer, hierna te noemen Aangeslotene.

:Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, h.o.d.n. Centraal Beheer Achmea, verder te noemen Verzekeraar

de naamloze vennootschap Interbank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

aangegeven dat ook zijn zoon de motor regelmatig bestuurt. Consument vordert van de

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

AEGON Spaarkas N.V, gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Consument heeft met het door haar ondertekende

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. Consument, tegen

de besloten vennootschap ABN AMRO Hypotheken Groep B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Autotrust Europe B.V., gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Samenvatting. 1. Procesverloop

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 3 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 6 mei 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 19 mei 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Samenvatting. Consument, tegen. Aangeslotene. 1. Procesverloop

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. dr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Rabobank Nederland, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d 17 maart 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Consument 1 en Consument 2 hierna ook tezamen te noemen: Consumenten,

Samenvatting. Consument, tegen. Lineas 2 Huizen, gevestigd te Huizen, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij NV, gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Achmea Pensioen- en Levensverzekering N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

de naamloze vennootschap Delta Lloyd Schadeverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Unigarant N.V., gevestigd te Hoogeveen, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Equipe Verzekeringen B.V., gevestigd te Waspik, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Tilburg, hierna te noemen Aangeslotene.

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 5 november 2015 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. F.

de naamloze vennootschap Achmea Hypotheekbank N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 26 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Proteq Dier & Zorg, gevestigd te Alkmaar, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

Allianz Benelux N.V., gevestigd te s-hertogenbosch, hierna te noemen Verzekeraar.

Transcriptie:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-128 d.d. 29 april 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft bij Aangeslotene een pleziervaartuigenverzekering gesloten. Het verzekerd bedrag, vastgesteld op basis van een door de tussenpersoon van Consument overgelegde koopovereenkomst, is 125.483,-. Consument heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn boot en een claim ingediend. Aangeslotene heeft aan een expertisebureau opdracht gegeven de waarde van de boot vast te stellen en aan een onderzoeksbureau verzocht een onderzoek naar de toedracht in te stellen. Op grond van de dientengevolge verkregen rapportages heeft Aangeslotene - onder verwijzing naar artikel 7:94,de 1eden 2 en 5 BW en de toepasselijke verzekeringsvoorwaarden - de claim van Consument afgewezen. Aangeslotene bericht voorts dat zij de persoonsgegevens van Consument laat registreren bij de Stichting CIS en dat de gemaakte onderzoekskosten dienen worden te vergoed. Consument vordert van Aangeslotene vergoeding van de diefstalschade, doorhaling van de externe registratie en intrekking van de verhaalsvordering in verband met de onderzoekskosten. Nu Consument heeft erkend dat aanvankelijk niet de juiste prijs was opgegeven, oordeelt de Commissie dat Aangeslotene terecht heeft geconcludeerd dat geen recht bestaat op een uitkering. Verder oordeelt de Commissie dat Aangeslotene bij haar besluitvorming in beginsel mag afgaan op de bevindingen van de door haar ingeschakelde expert(s). De Commissie oordeelt dat de voorgelegde klachten ongegrond zijn. De vordering van Consument wordt afgewezen. Consument, tegen Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: - het verzoek tot geschilbeslechting, ontvangen op 6 maart 2012, met bijlagen, waaronder het door Consument ingevulde en ondertekende vragenformulier; - het verweerschrift van Aangeslotene; - de repliek van Consument; - de dupliek van Aangeslotene. 2. Overwegingen

De Commissie heeft het volgende vastgesteld. Tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft niet tot oplossing van het geschil geleid. Beide partijen zullen het advies als bindend aanvaarden. Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op maandag 12 november 2012 en zijn aldaar verschenen. 3. Feiten De Commissie gaat uit van de volgende feiten: 3.1 Consument heeft bij Aangeslotene een pleziervaartuigenverzekering gesloten. Het verzekerd bedrag, vastgesteld op basis van een door de tussenpersoon van Consument overgelegde koopovereenkomst, is 125.483,-. 3.2 Artikel 4 van de Algemene Voorwaarden luidt, voor zover relevant : Art. 4 Verlies of verval van dekking A Het niet nakomen van verplichtingen Een verzekerde verliest het recht op schadevergoeding als een in de algemene, de bijzondere voorwaarden of in de clausules vermelde verplichting door hem niet is B nagekomen en wij daardoor zijn benadeeld.( ) Opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens Een verzekerde verliest het recht op schadevergoeding indien hij opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt. Voorts hebben wij dan het recht om: 1. de onderzoekskosten en de eventueel reeds uitgekeerde bedragen en onderzoekskosten terug te vorderen; 2. de poging tot misleiding te registreren in het tussen verzekeraars gangbare verzekeringssysteem; 3. aangifte te doen bij de politie. 3.3 Artikel 7:941 lid 2 BW luidt: De verzekeringnemer en de tot uikering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor deze van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen. Artikel 7:941 lid 5 BW luidt: Het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van de uitkering niet rechtvaardigt. 3.4 Consument heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn boot op 15 september 2009 en een claim op zijn pleziervaartuigenverzekering ingediend bij Aangeslotene. Naar aanleiding van de claim heeft Aangeslotene aan een expertisebureau opdracht gegeven de waarde van de boot vast te stellen en aan een onderzoeksbureau verzocht een onderzoek naar de toedracht in te stellen. In zijn op 16 juni 2010 uitgebrachte onderzoeksrapport schrijft de onderzoeker onder meer het volgende: Van [naam Consument] was op 26 september 2007 een [merknaam van een ander vaartuig van Consument] gezonken. ( ) In deze kwestie zou de leverancier van het gezonken vaartuig, [naam leverancier], door [naam Aangeslotene] aansprakelijk zijn gesteld. Deze schade

zou juridisch nog niet zijn afgehandeld. [Naam leverancier] zou ook de leverancier zijn geweest van het nu gestolen vaartuig. Zowel het in 2007 gezonken vaartuig als het nu gestolen vaartuig was met een hypotheek belast. ( ) Volgens opgave van verzekerde zou het vaartuig begin 2008 zijn aangeschaft bij [naam leverancier] voor 125.493,-. Daarbij zou de [aanduiding gezonken vaartuig] met waterschade zijn ingeruild. 3.5 In een door hem ondertekende verklaring van 7 oktober 2009 heeft Consument gesteld dat hij 125.493,- voor de gestolen boot heeft betaald. Op 4 november 2009 heeft Consument een koopovereenkomst, gedateerd 21 november 2007, aan Aangeslotene overgelegd waarop een aankoopbedrag vermeld staat van 125.493,- minus inruil van de gezonken boot van 40.000, waardoor voor Consument een te betalen bedrag resteerde van 85.493,-. Op 21 december 2009 heeft Consument een koopovereenkomst, eveneens gedateerd 21 november 2007, aan Aangeslotene overgelegd waarop de werkelijk aangekochte boot vermeld staat, aankoopprijs 94,977. Op deze overeenkomst staat vermeld dat deze vervalt indien Consument van de verzekering niet ongeveer 120.000,- krijgt uitgekeerd. 3.6 In zijn meergenoemde rapport van 16 juni 2010 komt de onderzoeker onder meer tot de volgende conclusies: Niet vastgesteld kon worden of de diefstal heeft plaatsgevonden zoals door verzekeringnemer werd gesteld. Het onderzoek kon geen duidelijkheid verschaffen aangaande de eventuele betrokkenheid van verzekeringnemer [naam Consument]. Het onderzoek kon geen duidelijkheid verschaffen aangaande de eventuele betrokkenheid van [naam leverancier]. Verzekeringnemer heeft bij de aanvragen van de hypotheken en de gezonken [aanduiding boot] onjuiste opgave gedaan voor wat betreft de aankoopwaardes van de vaartuigen en heeft, ten bewijze daarvan, onjuiste stukken overlegd [ overgelegd ]. Verzekeringnemer heeft bij de afhandeling van de claims van de gezonken en de gestolen [aanduiding boot] onjuiste opgave gedaan voor wat betreft de aankoopwaardes van de vaartuigen en heeft, ten bewijze daarvan, onjuiste stukken overlegd [ overgelegd ]. ( ) Verzekeringnemer heeft blijk gegeven van een bedenkelijke moraliteit. 3.7 Bij brief van 8 juli 2010 heeft Aangeslotene - onder verwijzing naar artikel 7:94,de 1eden 2 en 5 BW en de toepasselijke verzekeringsvoorwaarden - de claim van Consument afgewezen wegens het doen van een onjuiste opgave met betrekking tot de waarde van de boot zowel bij de aanvraag van de verzekering als tijdens de behandeling van de diefstalschadeclaim met het opzet Aangeslotene te misleiden. Aangeslotene bericht voorts dat zij de persoonsgegevens van Consument zal laten registreren bij de Stichting CIS en dat de gemaakte onderzoekskosten ad 12.477,15 door hem dienen worden te vergoed. 4. De vordering en grondslagen 4.1 Consument vordert van Aangeslotene vergoeding van de diefstalschade, doorhaling van de registratie van zijn persoonsgegevens in het externe verwijzingsregister van de Stichting CIS en intrekking van de verhaalsvordering in verband met de onderzoekskosten ad 12.477,15. 4.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen. - De handtekeningen op de koopovereenkomst waarop een bedrag van

125.493,- staat, zijn niet van Consument en vervalst. - Ten onrechte heeft Aangeslotene de persoonsgegevens van Consument laten registreren. Voor zover door Consument onjuiste informatie is verstrekt met betrekking tot de waarde van de gestolen boot, is dit niet gedaan met het opzet om Aangeslotene te misleiden. - De door Aangeslotene voor de waardevaststelling van de gezonken boot geraadpleegde expert heeft de waarde op onjuiste wijze vastgesteld en Consument onder druk gezet om daarin mee te gaan. De hoogte van de door Aangeslotene uit te keren vergoeding (voor de gezonken boot) stond in direct verband met de aanschafprijs van de boot die Consument ter vervanging daarvan zou kopen. 4.3 Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd. - Consument heeft willens en wetens getracht een hogere uitkering te verkrijgen dan daar waar hij recht op had door aan Aangeslotene zowel bij het aangaan van de verzekering als bij de behandeling van de diefstalschadeclaim onjuiste informatie te verstrekken met betrekking tot de aanschafprijs van de boot. Uit het feit dat door Consument bij herhaling een onjuiste verklaring met betrekking tot de waarde van de gestolen boot is afgelegd blijkt het opzet van Consument. - De waardebepaling van de gezonken boot staat niet in verband met de verzekerde som van de destijds nieuw te verzekeren boot. De bij de waardebepaling van de gezonken boot betrokken expert is op geen enkele wijze betrokken geweest bij de vaststelling van de waarde van de tweede - gestolen - boot. - De registratie in het externe verwijzingsregister heeft op juiste gronden plaatsgevonden nu uit de stukken blijkt dat Consument opzettelijk heeft getracht Aangeslotene te misleiden teneinde een bepaalde (hogere) uitkering te verkrijgen. 5. Beoordeling 5.1 De Commissie ziet zich onder meer voor de vraag gesteld of Aangeslotene het standpunt heeft kunnen innemen dat Consument een onjuiste opgave heeft gedaan omtrent de waarde van de gestolen boot met het opzet Aangeslotene te misleiden. De Commissie stelt vast dat er diverse lezingen bestaan omtrent de totstandkoming van de uiteindelijke aanschafprijs van de gestolen boot. Onbetwist is evenwel dat het opgegeven te verzekeren bedrag, dat overeenkomt met het door Consument geclaimde bedrag ad 125.493,- onjuist is, tienduizenden euro hoger dan de werkelijke (aanschaf)waarde van de boot, wat in het voordeel van Consument is, en dat Consument hiervan op de hoogte was. Pas na onderzoek en meerdere gesprekken heeft Consument erkend dat aanvankelijk niet de juiste prijs was opgegeven. De Commissie oordeelt dat Aangeslotene om die reden met een beroep op artikel 7:941 lid 5 BW terecht heeft geconcludeerd dat geen recht bestaat op een uitkering. De commissie acht de klacht van Consument met betrekking tot de weigering van de uitkering dan ook ongegrond. 5. 2 Consument heeft zijn stelling onvoldoende onderbouwd dat het

besluitvormingsproces dat leidde tot het door Aangeslotene ingenomen standpunt onzorgvuldig is geweest. Aangeslotene mag bij haar besluitvorming in beginsel afgaan op de bevindingen van de door haar ingeschakelde expert(s). Uit die bevindingen blijkt dat Consument zijn aanvankelijk afgelegde verklaringen omtrent de waarde van de gestolen boot naderhand heeft ingetrokken. Deze verklaringen waren strijdig met onder meer de verklaringen van de leverancier van de boot. Uit de onderzoeksrapportage blijkt dat er meerdere koopovereenkomsten zijn waarop verschillende bedragen vermeld staan, waardoor in ieder geval vaststaat dat het bij het aangaan van de verzekering en het bij de diefstalschadeclaim gemelde bedrag van 125.493,- niet juist kon zijn en dit voor Consument (destijds) kenbaar was. Consument heeft de inhoud van de rapportage niet weerlegd. Aangeslotene heeft derhalve mogen afgaan op de uitkomsten van de door haar geëntameerde onderzoeken. Zij heeft voldoende zorgvuldigheid betracht bij haar oordeelsvorming zowel wat betreft het verzoek om een schade-uitkering als de door haar genomen maatregelen. Nu de door Consument gestelde onzorgvuldigheid niet is komen vast te staan, oordeelt de Commissie dat dit onderdeel van de klacht van Consument ongegrond is. 5.3 De Commissie oordeelt vervolgens dat Aangeslotene wegens het opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens door Consument met een beroep op artikel 4 onder B van de Algemene Voorwaarden op terechte gronden de onderzoekskosten kon terugvorderen en kon overgaan tot registratie van de poging tot misleiding. Deze maatregelen zijn gezien de - door Consument niet althans niet voldoende weerlegde - naar voren gekomen feiten en omstandigheden in overeenstemming met het proportionaliteitsbeginsel. De Commissie acht ook op dit punt de klacht van Consument ongegrond. 5.4 Het voorgaande leidt de Commissie tot het oordeel dat de door Consument voorgelegde klachten ongegrond zijn en de vordering van Consument wordt afgewezen. Alle overige ingebrachte stellingen en argumenten kunnen niet tot een ander oordeel leiden. 6. Beslissing De Commissie wijst, als bindend advies, de vordering af. In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht/4#stappen-plan.