Rechtbank Midden-NL, Civiel 16:07:35 01-07-2016 1 /6 {;,J:&~if~~~Vnis IN NAAM VAN DE KONING '\:;.~_:y >: ~';:~:~_~:c;},_f~~~:/. -: ~> ;; \\F~gcHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Civiel recht handelskamer locatie Utrecht zaaknummer I rolnummer: C/16/418619/ KG ZA 16-508 Vonnis in kort geding van 1 juli 2016 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AEGffi MARINE B.V., gevestigd te Wijk bij Duurstede, eiseres sub I, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AEGffi-MARINE PROPULSION SERVICES B.V., gevestigd te Wijk bij Duurstede, eiseres sub 2, advocaat mr. L.J. Gravendeel te Hilversum, tegen de besloten vennootschap naar vreemd recht W ÄRTSILÄ CORPORA TION, gevestigd te Helsinki (Finland), gedaagde sub 1, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid W ÄRTSILÄ NETHERLANDS B.V., gevestigd te Zwolle, gedaagde sub 2, advocaat mr. S.O. Brommersma. Partijen zullen hierna Aegir c.s. en Wärtsilä c.s. genoemd worden. 1. De procedure l.l. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding -de mondelinge behandeling
Rechtbank Midden-NL, Civiel 16:07:49 01-07-2016 2 /6... 418619/KGZA 16-508 ljuli2016 2 - de ter zitting door Wärtsilä c.s. overgelegde producties I, 11 en UI - de pleitnota van Wärtsilä c.s. I.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Op 17 juni 2016 heeft Wärtsilä c.s. bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank een verzoek ingediend tot het leggen van conservatoir beslag tot afgifte ter vemietiging van roerende zaken op grond van artikel 1 jo. 13 jo. 28 Auteurswet 1912 jo. artikel 700 R v. jo. artikel 709 Rv. jo 730 R v. e.v. Dit verzoek is geregistreerd onder nummer 417760 I KG RK 16-582. Bij beschikking van 17 juni 2016 heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegestaan in dier voege dat de voorzieningenrechter: a) Verzoeksters op grond van artikel700jo. 730 Rv, jo. artikel l,jo. 13,jo. 18 Auteurswet 1912 ter verzekering van hun recht op afgifte en vemietiging verlofverleent tot het leggen van conservatoir beslag conform de werkwijze als omschreven in het verzoekschrift, op alle Inbreukmakende Ontwerptekeningen als omschreven in randnummer 35 die zich op het adres van Gerekwestreerden bevinden; b) Verzoeksters op grond van de onder sub a) genoemde artikelen en ter verzekering van het daar genoemde recht verlofverleent tot het leggen van conservatoir beslag op de digitale gegevensdragers zoals genoemd in randnummer 3 7 die zich op het adres van Gerekwestreerden bevinden; c) bepaalt dat de in beslag tot afgifte genomen zaken zoals genoemd onder a) en b) in gerechtelijke bewaring zullen worden gegeven aan de in het verzoekschrift genoemde bewaarder; d) bepaalt dat de deurwaarder zich bij de inbeslagneming uitsluitend kan laten bijstaan door een deskundige van een nader te bepalen van Wärtsilä onafhankelijke partij, zoals omschreven in randnummer 44 van het verzoekschrift; e) bepaalt dat de deurwaarder zich bij de inbeslagneming kan laten bijstaan door (een) ltexpert(s) van Digijuris B.V.; f) bepaalt dat de termijn waarbinnen Verzoeksters na beslaglegging en betekening van het verlof uit kracht van de hierbij verzochte beschikking de eis in de hoofdzaak als bedoeld in artikel 700, lid 3 Rv moeten instellen stelt op 4 weken; de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak als bedoeld in artikel I 0 19i Rvstelt op 6 maanden; g) deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaart; h) bepaalt dat een aangevangen beslag mag worden afgerond op alle dagen en uren. 2.2. Bij beschikking van eveneens 17 juni 20 I 6 heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot het leggen van bewijsbeslag ten laste van Aegir c.s. eveneens toegestaan. Dit verzoek is geregistreerd onder nummer 41755 I I KG RK 16-563. 2.3. Ingevolge voormelde verloven is Aegir c.s. op 30 juni 2016 geconfronteerd met twee omvangrijke beslagleggingen. 2.4. De voorzieningenrechter heeft bij wege van noodmaatregel op donderdagavond 30 juni 20 I 6 de uitvoering van het beslag tot afgifte bevroren. Dat betekent dat de uitvoering is
Rechtbank Midden-NL, Civiel 16:08:12 01-07-2016 3 /6 418619 I KG ZA 16-508 1juli2016 3 geschorst, waarbij gerekwestreerden tijdelijk geen toegang hebben tot de digitale bestanden waarin de in hun bedrijf aanwezige tekeningen zich bevinden. Ter uitvoering daarvan heeft de deurwaarder de zogenoemde NAS-disc meegenomen. 3. Het geschil 3. I. Aegir c.s. vorderen bij wege van voorlopige voorziening, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en na betekening, Primair: I te bepalen dat de beslagverloven per direct worden opgeheven jegens eiseres 2; 2 te bepalen dat de beslagverloven per direct worden opgeheven jegens eiseres 1; met bepaling dat bij gebreke van tijdige medewerking van elk van gedaagden elk een dwangsom verbeurt van 150.000,- voor elk dag of dagdeel dat zij niet meewerken aan het gevorderde onder 1 en/of2 en bij verbeurte de dwangsom overboeken op de derdenrekening van Stichting Beheer derdengelden Gravendeel advocaten t.w. Abn Arnro bankrekening(...) 3 te bepalen dat beslagen iet-gegevens qua kopie moeten worden gewist c.q. voor zover afgegeven als origineel (NAS disk) integraal moeten worden teruggegeven aan eisers op kosten van gedaagden; Subsidiair: 3. te bepalen dat de beslagverloven voor het onderzoekjegens eiseres 1 en 2 per direct worden opgeschort totdat er vonnis wordt gewezen; 4. te bepalen dat na vonniswijzing de beslagverloven voor het onderzoekjegens eiseres 2 per direct worden beperkt tot één tekening die is getoond aan de raadsman in de avond van 30 juni 2016 en zonder de zoektermen uit productie 10 van gedaagden behoudens de namen Wärtsilä, Crane of Lips; 5. te bepalen dat na vonniswijzing de beslagverloven voor het onderzoekjegens eiseres 1 per direct worden beperkt tot één tekening die is getoond aan de raadsman in de avond van 30 juni 2016 en zonder de zoektermen uit productie 10 van gedaagden behoudens de namen Wärtsilä, Crane oflips; 6. te bepalen dat na vonniswijzing het onderzoeken niet langer mag duren dan drie aaneengesloten werkdagen, aan te vangen op een maandag of dinsdag en de afgeven bescheiden en/ of informatiedragers worden afgeleverd ten kantore van eiseressen te Wijk bij Duurstede; 7. te bepalen dat onder regie van een andere deunvaarder en andere!ct-deskundige het onderzoek wordt voortgezet gelet op de niet-inachtneming van de gebezigde zoektermen, althans een andere!ct-deskundige wordt benoemd; 8. te bepalen dat de termijn voor het instellen van de hoofdzaak door Wärtsilä c.s. wordt bepaald op 14 dagen na het eerste beslag; 9. te bepalen dat elk van gedaagden niet zonder toevoeging van het in deze te wijzen vonnis en zonder horen van eiseres opnieuw beslag mag leggen op de vermeend auteursrechtelijk inbreukmakend materiaal onder eiseressen, e.e.a. op straffe van genoemde dwangsom per dag met een maximurn van 1.000.000,-; Meer subsidiair: 10. te bepalen dat elk van gedaagden wordt veroordeeld tot het onder I en/of2 en/of3 en/of 4 en/of 5 en/ of 6 en/of7 en/of 8 enlof9 gevorderde, doch aangepast naar het oordeel van Uw Edelachtbare Voorzieningenrechter; 11. primair enlof(meer) subsidiair: a. te bepalen dat elk van gedaagden wordt veroordeeld in de proceskosten op basis van art. 1019h Rv ingediende kosten;
Rechtbank Midden-NL, Civiel 16:08:38 01-07-2016 4 /6 418619/KGZA 16-508 1juli2016 4 b. te bepalen dat als één van gedaagden het gevorderde totaal aan proceskosten voldoet, de andere gedaagde daarvan bevrijd is jegens eisers; c. te bepalen elk van gedaagden wordt veroordeeld om de proceskosten te voldoen aan eiseres op de bankrekening van genoemde Stichting Beheer Derdengelden van Gravendeel advocaten. 3.2. Wärtsilä c.s. voert verweer. 3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4. I. In een executiegeschil kan de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van een beschikking slechts schorsen, indien hij van oordeel is dat de executant- mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de executie zullen worden geschaadgeen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien de te executeren beschikking klaarblijkelijk op eenjuridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na de beschikking voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard. 4.2. De eerste te beantwoorden vraag is of de tekeningen van Wärtsilä c.s. onder het auteursrecht vallen. Gelet op de aard van de onderhavige procedure dient hierbij te worden beoordeeld of aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat daarvan sprake is. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag bevestigend. In artikel I 0 lid 1 van de auteurswet is aangegeven dat de auteursrechtelijke bescherming ook ziet op tekeningen en modellen van nijverheid (onder 1 I) of op andere geschriften (onder 1 ). De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het kader van deze procedure voldoende aannemelijk is dat tekeningen zoals in deze procedure door Wärtsilä c.s. zijn getoond, onder de bescherming van het auteursrecht kunnen vallen dan wel dat het gebruik van die tekeningen door Aegir c.s. een onrechtmatige inbreuk op het bedrijfsdebiet van Wärtsilä c.s. kan opleveren. In dit kader wordt erop gewezen dat in voldoende mate is komen vast te staan dat de in geding zijnde tekeningen van Wärtsilä c.s. afkomstig zijn. Aegir c.s. heeft dit als zodanig ook niet betwist. Verder is duidelijk dat de naam van een medewerker van Wärtsilä c.s. op de tekening is vermeld. Onderaan de tekening is voorts het volgende vermeld: "All rights reserved. Th is drawing remains the property of Wärtsilä Propulsion Netherlands B.V. and may without permission ofthe owner, not be multiplied, be used for third parties or be given to third parties for perusal." 4.3. Ten aanzien van de stelling van Aegir c.s. dat zij de onderhavige tekening van Wärtsilä c.s. van een derde heeft gekregen, wordt overwogen dat Aegir c.s. deze stelling op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Deze stelling wordt dan ook verworpen. 4.4. De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat Wärtsilä c.s. de grenzen van het verleende verlof niet heeft overschreden. Uit het toegewezen verzoek, meer specifiek randnummer 35 e.v. van het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag blijkt niet dat bij het onderzoek naar de gegevens die onder het beslag dienen te vallen, uitsluitend de in bijlage
Rechtbank Midden-NL, Civiel 16:09:05 01-07-2016 5 /6 418619 I KG ZA 16~508 I juli 2016 5 I 0 genoemde zoektermen mogen worden gebruikt. De aldaar genoemde zoektermen worden genoemd "ten behoeve van de identificatie" van tekeningen. De deurwaarder moet derhalve bevoegd worden geacht om ook aan de hand van andere zoektermen een onderzoek in te stellen naar gegevensen/ofbestanden die onder het beslag dienen te vallen. Vervolgens dient hij aan de hand van in bijlage 10 genoemde kenmerken te bepalen of de gevonden tekeningen inderdaad onder het beslag vallen. In het verleende verlof is met name niet bepaald dat het de deurwaarder verboden is om (bijvoorbeeld) aan de hand van hash~codes te bezien of Aegir c.s. inbreuk maakt op het auteursrecht van Wärtsilä c.s. 4.5. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de vordering van Aegir c.s. voor zover die betrekking heeft op het beslag tot afgifte op de tekeningen zal worden afgewezen. Hierbij wordt nog overwogen dat op voorhand niet valt uit te sluiten dat tekeningen van Wärtsilä c.s. bij zowel Aegir Marine B.V. als Aegir-Marine Propulsion Services B.V. aanwezig zijn. Daarbij wordt met name acht geslagen op de verklaring van heer Hendriksen. 4.6. Ten aanzien van het bewijsbeslag overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Vast staat dat de deurwaarder een kopie heeft gemaakt van de administratie en de bestanden van Aegir c.s. In zoverre heeft de uitvoering al plaatsgevonden. De voorzieningenrechter acht geen gronden aanwezig om verdere uitvoering van dit beslag te staken. 4.7. Gelet op het oordeel ter zake het beslag tot afgifte is het nu aan de deurwaarder om het beslag verder uit te voeren. In beginsel behoort dat te gebeuren doordenas-disk ten kantore van Aegir c.s. verder te onderzoeken. 4.8. Aegir c.s. zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Aan de hand van de indicatietarieven begroot de voorzieningenrechter de kosten op 3.000,-. De kosten aan de zijde van Wärtsilä c.s. worden begroot op: -griffierecht 619,00 - salaris =-----=3'-'-.0"-'0'-"0""',0=0 Totaal 3.619,00 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5. I. wijst de vorderingen af; 5.2. bepaalt dat de schorsing en bevriezing van de beslaglegging in de zaak met rekestnummer 417760 I KG RK. 16-5 82, alsmede in de zaak met rekestnummer 417551 I KG RK 16-563 zoals toegestaan bij beschikking van deze rechtbank van 17 juni 2016, per heden 15.30 uur is opgeheven; 5.3. veroordeelt Aegir c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Wärtsilä c.s. tot op heden begroot op 3.619,00; 5.4. verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Rechtbank Midden-NL, Civiel 16:09:27 01-07-2016 6 /6 418619/ KG ZA 16-508 l juli 2016 6 Dit vonnis is gewezen door mr. S.C. Hagedoom en in het openbaar uitgesproken op l juli 2016. type: mc/407 1 coll: