NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vergelijkbare documenten
VR DOC.0400/1

VR DOC.0178/1

VR DOC.0633/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0177/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0198/1

VR DOC.0538/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1608/1BIS

VR DOC.1534/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0272/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0092/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0131/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 mei 2018;

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0555/2

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4;

VR DOC.0579/1

VR DOC.1354/1BIS

VR DOC.0107/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

VR DOC.1196/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Codex Hoger Onderwijs, gecodificeerd op 11 oktober 2013, artikel V.84, V.86 en V.259, 1;

Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van een aantal verlofstelsels in het onderwijs en in de hogescholen

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0654/1BIS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

VR DOC.1139/1BIS

VR DOC.0208/2BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1605/2

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1186/1BIS

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Op Stapel juli Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 januari 2019;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1329/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

VR DOC.0282/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage gaan DE VLAAMSE REGERING,

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0535/1BIS

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0161/1

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

VR DOC.0208/1BIS

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0389/1BIS

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

COMITE VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN Afdeling 2 Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap".

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, artikel 26;

VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR DE BASISEDUCATIE. Brussel, 7 juli 2017

Transcriptie:

DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 februari 2008 tot vaststelling en indeling van de ambten in de Centra voor Volwassenenonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 betreffende de prestatieregeling en de vaststelling van het recht op een salaris in een ambt in de centra voor volwassenenonderwijs, naar aanleiding van de overdracht van het hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleiding naar het hoger onderwijs 1. INHOUDELIJK 1.1. Algemeen - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vakantieregeling van de personeelsleden van een centrum voor volwassenenonderwijs - Principiële goedkeuring Aansluitend op het ontwerp van decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs - op 12 januari 2018 definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering met het oog op behandeling in het Vlaams Parlement en het ontwerp van decreet betreffende de uitbouw van de graduaatsopleidingen binnen de hogescholen en de versterking van de lerarenopleidingen binnen de hogescholen en universiteiten, dat op 2 maart 2018 definitief is goedgekeurd met het oog op behandeling in het Vlaams Parlement, wordt in de twee voorliggende ontwerpen van besluit verder uitvoering gegeven aan een aantal maatregelen betreffende de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs. Het gaat om volgende maatregelen: 1. Aanpassing van de indeling van de ambten en de bijhorende prestatie- en bezoldigingsregeling; 2. Vastleggen van de vakantieregeling. Deze ontwerpen van besluit bevatten volgende inhoudelijke maatregelen. 1.1.1. Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Pagina 1 van 6

regering van 15 februari 2008 tot vaststelling en indeling van de ambten in de Centra voor Volwassenenonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 betreffende de prestatieregeling en de vaststelling van het recht op een salaris in een ambt in de centra voor volwassenenonderwijs, naar aanleiding van de overdracht van het hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleiding naar het hoger onderwijs In eerste instantie worden in dit besluit de ambten opgeheven die gelinkt zijn aan de organisatie van HBO5-opleidingen en de specifieke lerarenopleiding. Dit hangt samen met de overheveling van het hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleiding van het volwassenenonderwijs naar het hoger onderwijs. Daarnaast wordt via dit besluit het nieuwe wervingsambt van stafmedewerker ingevoegd, met de bijhorende prestatieregeling. Dit ambt laat een CVO toe om een personeelslid een opdracht met beleidsondersteunende taken toe te kennen i.p.v. aan het personeelslid dergelijke taken toe wijzen via de aanwending van leraarsuren in de vorm van de zgn. coördinatie-uren. Bij het gebruik van leraarsuren in de vorm van coördinatie-uren wordt het personeelslid immers aangesteld en op termijn eventueel ook vast benoemd in een ambt van leraar, maar is hij feitelijk niet belast met een effectieve lesopdracht. Door een organieke ambt van stafmedewerker in te voeren, dat kan worden georganiseerd vanuit de puntenenveloppe van een centrum, wordt dergelijke constructie vermeden en is de taak- en opdrachtomschrijving van het personeelslid ook eenduidiger en transparanter. Dergelijk ambt past ook in het kader van de komende schaalvergroting in het volwassenenonderwijs, omdat het de centra de mogelijkheid biedt op een meer stabiele en gepaste wijze beleidsondersteunende taken en opdrachten in haar organisatie te organiseren en toe te kennen. 1.1.2. Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vakantieregeling van de personeelsleden van een centrum voor volwassenenonderwijs De vakantieregeling van het personeel van een centrum voor volwassenenonderwijs omvat in principe de vakantieperiodes en wettelijke en decretale feestdagen zoals die vastliggen voor de cursisten. Een personeelslid is echter niet verplicht om zijn vakantie ook daadwerkelijk op te nemen in deze periodes, maar kan dit doen in functie van de organisatie van het centrum. Als een centrum er voor kiest om een opleiding te organiseren in een vakantieperiode, kan het personeelslid dat op dat ogenblik een opdracht in die opleiding opneemt zijn vakantie opnemen op een ander ogenblik tijdens het schooljaar. Dit kan echter nooit eenzijdig opgelegd worden aan het personeelslid en daarom worden er in het lokaal onderhandelingscomité van het centrum algemene afspraken en criteria onderhandeld over het opnemen van vakantie buiten de schoolvakanties. 1.2. Artikelsgewijze bespreking 1.2.1. Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 februari 2008 tot vaststelling en indeling van de ambten in de Centra voor Volwassenenonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 betreffende de prestatieregeling en de vaststelling van het recht op een salaris in een ambt in de centra voor volwassenenonderwijs, naar aanleiding van de overdracht van het hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleiding naar het hoger onderwijs Artikel 1 Technische aanpassingen. Pagina 2 van 6

Het ambt van lector en van adjunct-directeur hoger beroepsonderwijs en specifieke lerarenopleiding worden opgeheven omwille van de overheveling van de HBO5-opleidingen en specifieke lerarenopleiding naar het hoger onderwijs. Artikel 2 In de personeelscategorie van het ondersteunend personeel wordt het nieuwe wervingsambt van stafmedewerker ingevoegd. Artikel 3 Vermits het ambt van lector wordt opgeheven, worden ook in de regelgeving betreffende de prestatieregeling dit ambt en bijhorende prestatieregeling opgeheven. Artikel 4 De prestatieregeling voor het nieuw ingevoerde wervingsambt van stafmedewerker bedraagt 36 klokuren per week voor een voltijdse opdracht. Artikel 5 Technische aanpassingen. Schrappen van de ambten van lector en adjunct-directeur hoger beroepsonderwijs en specifieke lerarenopleiding en invoegen van het ambt van stafmedewerker. Paragraaf 5 wordt opgeheven omdat de opleidingen in het volwassenenonderwijs ondertussen modulair worden georganiseerd. Artikel 6 Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019. Artikel 7 Behoeft geen verdere toelichting. 1.2.2. Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vakantieregeling van de personeelsleden van een centrum voor volwassenenonderwijs Artikel 1 Definieert het begrip centrum voor aanwending in het besluit. Artikel 2 Bepaalt dat het besluit van toepassing is op de personeelsleden van een centrum voor volwassenenonderwijs die vast benoemd zijn in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het ondersteunend personeel, met uitzondering van het ambt van administratief medewerker. Voor de personeelsleden die in dit ambt zijn aangesteld, geldt al een aparte regeling die is vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2011 betreffende de regeling van de jaarlijkse vakantie voor de administratief medewerker en voor bepaalde personeelsleden van het administratief personeel in het onderwijs. Het besluit is eveneens van toepassing op de tijdelijke personeelsleden, maar zij hebben slechts recht op de vakantieperiodes die binnen hun periode van aanstelling vallen. Artikel 3 Dit artikel somt de vakantieperiodes op. Het gaat om de schoolvakanties, wettelijke en decretale feestdagen en eventuele facultatieve vakantiedagen zoals vastgelegd voor de cursisten in het volwassenenonderwijs. In principe is een personeelslid dus met vakantie in de periodes dat ook de cursisten met vakantie zijn. Pagina 3 van 6

Paragraaf 2 van dit artikel laat evenwel toe dat een personeelslid in bepaalde omstandigheden, nl. in functie van de organisatie in het centrum, én steeds op vrijwillige basis een deel van de vakantiedagen opneemt in een periode buiten de schoolvakanties. Als een centrum er in functie van haar organisatie voor kiest om een opleiding te organiseren in een vakantieperiode, kan het personeelslid dat op dat ogenblik een opdracht in die opleiding opneemt op deze wijze zijn vakantie opnemen op een ander ogenblik tijdens het schooljaar. Dit kan echter nooit eenzijdig opgelegd worden aan het personeelslid en daarom worden er in het lokaal onderhandelingscomité van het centrum algemene afspraken en criteria onderhandeld over het opnemen van vakantie buiten de schoolvakanties. De organisatie van een opleiding in een vakantieperiode gebeurt voor de betrokken personeelsleden steeds binnen de regels van de decreten rechtspositie van 27 maart 1991 en de bezoldigingsregelgeving die van kracht is op deze personeelsleden. Dit laat toe dat vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden in de meeste schoolvakanties een opdracht kunnen opnemen. Enkel voor tijdelijke personeelsleden kan een opdracht in de zomervakantie problematisch zijn. In het kader van de bezoldigingsregeling eindigt de opdracht van een tijdelijk personeelslid immers op 30 juni van het schooljaar. De prestaties die het personeelslid tussen september en juni geleverd heeft, worden vervolgens verrekend en in de vorm van de zgn. uitgestelde bezoldiging uitbetaald in de maanden juli en augustus. Een nieuwe werving of aanstelling van een tijdelijke personeelslid in de maanden juli en augustus is dan ook niet mogelijk. Artikel 4 Een vakantieperiode geldt als een periode van dienstactiviteit, zodat deze periode meetelt in de bepaling van de dienstanciënniteit van een personeelslid. Artikel 5 Voor personeelsleden tewerkgesteld in een onderwijsinstelling van het gemeenschapsonderwijs is de vakantieregeling nog steeds generiek vastgelegd in een koninklijk besluit van 15 januari 1974. Voor die personeelsleden van het volwassenenonderwijs wordt dit koninklijk besluit buiten werking gesteld en vervangen door de bepalingen van voorliggend besluit. Artikel 6 De maatregelen vervat in dit besluit treden in werking op 1 september 2019. Artikel 7 Behoeft geen verdere toelichting. 2. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE BEGROTING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Het gunstig advies van de Inspectie van Financiën werd verleend op 13 april 2018. De Inspectie van Financiën stelt dat het gemotiveerde akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, niet vereist is. 3. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE LOKALE BESTUREN Het voorstel heeft geen weerslag op de financiën van de lokale besturen, noch op personeelsvlak, noch op het vlak van de werkingsuitgaven, de investeringen en schuld, en de ontvangsten. Pagina 4 van 6

4. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP HET PERSONEELSBESTAND EN DE PERSONEELSBUDGETTEN Het voorstel van beslissing heeft geen weerslag op het personeelsbestand en op het personeelsbudget, zodat het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, niet vereist is. 5. KWALITEIT VAN DE REGELGEVING De bijgaande ontwerpen van besluit van de Vlaamse Regering werd aangepast aan het wetgevingstechnisch en taalkundig advies nr. 2018/70 en 2018/71 van 23 februari 2018. Deze ontwerpen van besluit bevat hoofdzakelijk regelgeving met een louter formeel karakter. Het gaat vooral om technische aanpassingen als gevolg van een gewijzigde hogere regelgeving, meer bepaald het ontwerp van decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en het ontwerp van decreet betreffende de uitbouw van de graduaatsopleidingen binnen de hogescholen en de versterking van de lerarenopleidingen binnen de hogescholen en universiteiten. Er werd dan ook geen RIA opgesteld. De ontwerpen van besluit vertegenwoordigen geen bijkomende administratieve lasten voor de betrokken instellingen. Er worden slechts in beperkte mate nieuwe principes toegevoegd, maar dit houdt geen ingrijpende wijzigingen in t.a.v. de huidige procedures. 6. VOORSTEL VAN BESLISSING De Vlaamse Regering beslist: 1 haar principiële goedkeuring te hechten aan het bovengenoemde voorontwerpen van besluit; 2 de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs: 2.1. te gelasten de minister-president van de Vlaamse Regering te verzoeken voornoemde voorontwerpen van besluit op de agenda te plaatsen van een gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van de onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en de plaatselijke overheidsdiensten 2.2. te gelasten voornoemde voorontwerpen van besluit op de agenda te plaatsen van een vergadering van het overkoepelend onderhandelingscomité van het gesubsidieerd vrij onderwijs. 2.3. te machtigen te beoordelen of voornoemde onderhandelingen aanleiding kunnen geven tot aanpassing van de heden door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurd teksten, Pagina 5 van 6

2.4. te gelasten over voornoemd voorontwerpen van besluit het advies in te winnen van de Raad van State, met verzoek het advies mee te delen binnen een termijn van dertig dagen, zoals bepaald in artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, als de Vlaamse minister oordeelt dat voornoemde onderhandelingen geen aanleiding geven tot aanpassing van de heden door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurde teksten. De viceminister-president van de Vlaamse Regering, De Vlaamse minister van Onderwijs, Hilde CREVITS Pagina 6 van 6