Comtessa Vermogensbeheer B.V., gevestigd te Hoofddorp, hierna te noemen Aangeslotene.

Vergelijkbare documenten
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

de besloten vennootschap Wijs & Van Oostveen B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Indexus Groep B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap Paerel Vermogensbeheer B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale Nederlanden Bank N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Vermogensbeheerder.

Samenvatting. Consument, tegen. Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procedure

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap F. van Lanschot Bankiers N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

de besloten vennootschap Paerel Vermogensbeheer B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

AEGON Spaarkas N.V, gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: Aangeslotene.

Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V., handelend onder de naam Centraal Beheer Achmea, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Verzekeraar.

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Utrecht en omstreken U.A., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

Samenvatting. 1. Procedure

Consument 1 en Consument 2 hierna ook tezamen te noemen: Consumenten,

Van Bruggen Adviesgroep, gevestigd te Coevorden, hierna te noemen de Adviseur.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Samenvatting. 1. Procedure

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Triple D B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Groesbeek Millingen aan de Rijn U.A., gevestigd te Groesbeek, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 16 juni 2016 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. E.C. Aarts, secretaris)

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wilgenhaege Vermogensbeheer B.V., gevestigd te Hoofddorp, hierna te noemen Aangeslotene.

Blouwdruk B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Tussenpersoon.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VvAA vermogensbeheer B.V., statutair gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap Today s Beheer & Brokers B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Vermogensbeheerder.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BMW Group Financial Services B.V., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. De Vereenigde Effectencompagnie, gevestigd te De Rijp, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procedure

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Rabobank Nederland, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.W.Y.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon

Samenvatting. 1. Procesverloop

de besloten vennootschap Verbrugge Financieel Advies B.V., gevestigd te Raamsdonksveer, hierna te noemen Aangeslotene.

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

de naamloze vennootschap Kempen & Co. N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

de naamloze vennootschap Achmea Pensioen- en Levensverzekering N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 163 d.d. 6 juli 2011 (mr. J. Wortel, voorzitter, en J.C. Buiter en drs. L.B.

de besloten vennootschap KAIROS ASSET MANAGEMENT B.V., gevestigd te Huizen, hierna te noemen Aangeslotene.

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Vlietstreek-Zoetermeer U.A., gevestigd te Zoetermeer, hierna te noemen Rabobank Vlietstreek, en

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

: ABN AMRO Bank N.V. als rechtsopvolger van ABN-AMRO MeesPierson, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

: ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de bank Datum uitspraak : 27 december 2017

De Hypotheker Schiedam B.V., gevestigd te Schiedam, verder te noemen de Tussenpersoon,

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)

de besloten vennootschap Antaurus B.V., gevestigd te Baarn, hierna te noemen Aangeslotene.

1. Procedure. 2. Feiten

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter)

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procesverloop

SRLEV N.V, gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen: Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, tegen. Assurantie Advies Commissaris B.V., gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen Aangeslotene,

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

de besloten vennootschap Mortgage Venture B.V., gevestigd te Lelystad, hierna te noemen Aangeslotene.

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Klaassen & Retz B.V., gevestigd te Heerhugowaard, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

de coöperatie coöperatieve Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest, gevestigd te Leiden, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

de naamloze vennootschap F. van Lanschot Bankiers N.V., gevestigd te s-hertogenbosch, hierna te noemen de Bank.

: Assurantiekantoor E. van der Roest B.V., gevestigd te Huizen, verder te noemen Adviseur

Transcriptie:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-187 d.d. 22 april 2016 (mr. J. Wortel, voorzitter, prof. dr. A. Buijs en J.C. Buiter, leden en mr. R. de Kruif, secretaris) Samenvatting In het onderhavige geval is niet gebleken dat Aangeslotene als vermogensbeheerder van de erflater (dat is de overleden vader van Consument) is uitgegaan van een onjuist risicoprofiel. Ook is niet aannemelijk geworden dat Aangeslotene is afgeweken van de vastgestelde uitgangspunten bij de inrichting van de effectenportefeuille. De Commissie verwerpt voorts de stelling dat Aangeslotene gehouden was om uit eigen beweging de uitgangspunten te wijzigen of daarvoor (tijdig) voorstellen te doen. Niet gebleken is dat Aangeslotene op enig moment heeft moeten constateren dat de beleggingsdoelstellingen definitief onhaalbaar dreigden te worden. De vordering van Consument wordt daarom afgewezen. De erfgenamen (hierna gezamenlijk: Consument) tegen Comtessa Vermogensbeheer B.V., gevestigd te Hoofddorp, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: - het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening; - het door Consument ondertekende vragenformulier met bijlagen; - het verweerschrift van Aangeslotene; - de repliek van Consument; - de dupliek van Aangeslotene. De Commissie stelt vast dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid en dat partijen haar advies als bindend aanvaarden. Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 14 januari 2016 en zijn aldaar verschenen. 2. Feiten De Commissie gaat uit van de volgende feiten: 2.1. Op 8 februari 2011 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de erflater en Aangeslotene. De zoon, van erflater, was daarbij ook aanwezig. Naar aanleiding van dat gesprek is een cliëntinventarisatieformulier opgesteld. Op dit formulier staat in hoofdstuk II Beleggingswensen als beleggings-/bestedingsdoel vrij vermogen aangevinkt.

In hoofdstuk IV Financiële positie staat dat het om een te beleggen vermogen van circa 400.000,- gaat. Daarnaast wordt in het formulier vermeld dat cliënt voldoende kennis en ervaring heeft om de risico s te overzien en dat hij deze begrijpt. Onder het gekozen doelrisicoprofiel STABIEL (neutraal) staat het volgende: Comtessa Norm Aandelen 40-50% 50% Vastrentend 40-50% 50% Vastgoed 5-15% 0% Risico (waarde schommelingen): <17,5% 10-20% 2.2. Zowel de erflater als zijn echtgenote hebben op 20 februari 2011 het cliëntinventarisatieformulier en een overeenkomst tot vermogensbeheer met Aangeslotene getekend. 2.3. In maart 2011 heeft de erflater een bedrag van 200.000,00 op een (effecten)rekening die hijzelf en zijn echtgenote bij een bank aanhielden (hierna: de Rekening) gestort, en heeft Aangeslotene voor een bedrag van 294.716,14 aan effecten aangekocht. Op 31 maart 2011 was er daardoor sprake van een debetsaldo op de Rekening van 94.716,14. 2.4. In april 2011 heeft de erflater nog een bedrag van 151.091,00 gestort waarmee dus in het totaal 351.091,00 op de Rekening is gestort. Eind april 2011 was het debetsaldo op de Rekening nihil. 2.5. Op 30 juli 2011 heeft de erflater een e-mailbericht naar Aangeslotene verstuurd met daarin onder andere het volgende: Hoewel het vermogen nu nog in onze handen is, beschouwen wij het als bezit van onze beide kinderen en dat is ook de horizon waartegen wij willen beleggen, dus op lange termijn en dan moeten wij misschien wel naar een offensiever beleggingsprofiel. 2.6. Vanaf december 2011 heeft de erflater herhaaldelijk per email zijn ongenoegen jegens Aangeslotene geuit over de behaalde resultaten en kanttekeningen geplaatst bij enkele door Aangeslotene geselecteerde fondsen. 2.7. In januari 2012 heeft de erflater de vermogensbeheerovereenkomst met Aangeslotene opgezegd. Na beëindiging van de overeenkomst resteerde op de Rekening een bedrag van 217.819,00. 3. De vordering en grondslagen 3.1. Consument vordert van Aangeslotene 113.312,- vermeerderd met wettelijke rente alsmede de gemaakte kosten voor juridische bijstand.

3.2. Aan deze vordering legt Consument ten grondslag dat Aangeslotene toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de vermogensbeheerrelatie met erflater. Consument voert de volgende argumenten aan: Aangeslotene is ten onrechte uitgegaan van een lange beleggingshorizon. Toen de erflater op 20 februari 2011 de overeenkomst ondertekende was hij reeds 86 jaar en zijn echtgenote 84 jaar. Aangeslotene kon en mocht de conclusie van de erflater, dat er sprake was van een lange termijn omdat het vermogen uiteindelijk bestemd was voor de kinderen, dan ook niet volgen en uitvoeren. Er is derhalve ten onrechte uitgegaan van een te offensief beleggingsprofiel. Van een gedegen risico-inventarisatie is ook geen sprake geweest. Feitelijk was de situatie van de erflater te vergelijken met een pensioenportefeuille waarbij het risico dient te worden afgebouwd naarmate de opbouwfase tot zijn eind en de uitkeringsfase naderbij komt. De effectenportefeuille is in de categorie vastrentende waarden te risicovol ingericht, omdat deze is samengesteld met effecten met een (zeer) lage rating en/of met effecten welke in wezen een zakelijk risico in zich hebben. Aangeslotene heeft bij het opbouwen van de portefeuille ten onrechte debetstanden laten ontstaan. Aangeslotene was daartoe niet bevoegd, omdat er geen sprake was van een kredietovereenkomst. De daaraan verbonden (rente)kosten dienen voor rekening van Aangeslotene te komen. Een te groot deel is belegd in een huisfonds van Aangeslotene. De gemiddelde positie in de portefeuille bedroeg in maart 2011 15.204,00, terwijl in het geval van de erflater 51.454,00 is belegd in het huisfonds van Aangeslotene. Deze overdosis in het huisfonds diende alleen het belang van Aangeslotene, omdat die zowel via vermogensbeheer als via haar eigen fonds daaraan kon verdienen. Aangeslotene heeft de erflater voorgehouden dat het (verlies)risico nooit hoger zou uitpakken dan 17,5% per jaar. Aangeslotene had derhalve actie moeten ondernemen op het moment dat het verlies groter werd dan 17,5% per jaar (beoordeeld naar evenredigheid per maand). De erflater had schadebeperkende maatregelen kunnen nemen als hij tijdig was gewaarschuwd. Indien op tijd was ingegrepen, had het verlies beperkt kunnen blijven tot 51.189,00 in plaats van het uiteindelijke werkelijke geleden verlies ad 123.272,00 en was derhalve een schade van 72.082,00 voorkomen. Aangeslotene had gelet op de beleggingshorizon een defensief risicoprofiel moeten voorstellen ter bescherming van de doelstelling van de erflater. Over de periode van 1 maart 2011 tot 31 december 2011 zou de belegging dan hebben gerendeerd tot 341.131,00. De schade bedraagt derhalve 113.312,00 ( 341.131,00 verminderd met het restvermogen van 217.819,00 en de eenmalige opname van 10.000,00). Aangeslotene heeft onvoldoende invulling aan haar zorgplicht gegeven, waardoor zij aansprakelijk is voor de schade van ad 113.312,00. 3.3. Op de stellingen die Aangeslotene tot verweer heeft opgeworpen, wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. Beoordeling 4.1. Tussen de erflater en Aangeslotene heeft een relatie van vermogensbeheer bestaan. Aan vermogensbeheer is eigen dat de beheerder op eigen gezag, maar voor rekening en risico van Consument, beleggingsbeslissingen neemt en uitvoert. Daarbij dient de vermogensbeheerder (Aangeslotene) de zorg te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vermogensbeheerder mag worden verwacht. Bij beantwoording van de vraag of het gevoerde vermogensbeheer aan deze eis heeft voldaan, komt groot belang toe aan de overeengekomen beleggingsdoelstellingen en het risicoprofiel van de opdrachtgever. Dit profiel en deze doelstellingen dient de vermogensbeheerder vast te stellen. 4.2. Anders dan Consument stelt, behoefde Aangeslotene uit de enkele omstandigheid dat de erflater (en diens echtgenote) bij het aangaan van de vermogensbeheerrelatie een hoge leeftijd hadden bereikt, niet zonder meer af te leiden dat het te beheren vermogen moest worden aangemerkt als pensioenvermogen. Niet ter discussie staat dat de erflater, in het bijzijn van zijn echtgenote en zoon, in (oriënterende) gesprekken met Aangeslotene heeft opgegeven dat het in beheer te geven vermogen vrij besteedbaar was en dat hij reeds over een passende pensioenvoorziening beschikte zodat het vermogen niet nodig was voor zijn (toekomstig) inkomen. Dit is ook vastgelegd in het cliëntinventarisatieformulier. De erflater heeft aangegeven vermogensgroei op de langere termijn te beogen. Op basis van die gegevens is, met medeweten van de erflater, die de overeenkomst van vermogensbeheer ook heeft ondertekend, een neutraal risicoprofiel vastgesteld. Gesteld noch gebleken is dat Aangeslotene aanleiding had om te twijfelen aan deze in overleg vastgestelde grondslagen voor het te voeren beleggingsbeleid. Daarbij is niet aannemelijk geworden dat Aangeslotene op dat moment rekening kon of behoorde te houden met de omstandigheid dat de erflater borg stond voor de camping van zijn zoon. Die omstandigheid kan dus evenmin het oordeel dragen dat een onjuist beleggingsprofiel is opgesteld. 4.3. Bij het door Aangeslotene gehanteerde neutrale risicoprofiel behoorde een vooraf vastgestelde verdeling tussen zakelijke en vastrentende waarden en vastgoed. Het is niet aannemelijk geworden dat bij de inrichting van de portefeuille is afgeweken van de vastgestelde uitgangspunten. De portefeuille van de erflater bestond conform het gekozen profiel voor circa 50% uit vastrentende waarden. De Consument heeft zijn stelling dat Aangeslotene bij het kiezen van de (individuele) beleggingen onverantwoorde risico s heeft genomen, onvoldoende concreet onderbouwd. 4.4. Wat betreft de stelling van Consument dat een te groot deel van het vermogen is belegd in een huisfonds van Aangeslotene, merkt de Commissie het volgende op. Consument heeft niet (gemotiveerd) bestreden de stelling van Aangeslotene dat bij aanvang van het vermogensbeheer is overeengekomen dat voor een belangrijk deel (meer dan tien procent) in het huisfonds zou worden belegd. Daarom kan Consument niet worden gevolgd in diens stelling dat reeds de omstandigheid dat deze belegging significant veel groter is geweest dan de andere beleggingen in de portefeuille erop wijst dat de deelneming aan het huisfonds in deze omvang onverenigbaar was met de door Aangeslotene te respecteren belangen. De belegging in het huisfonds heeft (ten hoogste) circa 50.000,- belopen op een totaal belegd vermogen van circa 350.000,-.

Dat is, juist omdat deze deelneming in een beleggingsfonds al een mate van spreiding oplevert, niet in strijd met de bij aanvang van de vermogensbeheerrelatie geformuleerde uitgangspunten. Evenmin is (voldoende gemotiveerd) weersproken de stelling van Aangeslotene dat het huisfonds in voorgaande jaren goede resultaten had behaald. Het is niet aannemelijk geworden dat ten tijde van de aankoop van deze belegging voor Aangeslotene -of een andere professionele dienstverlener- voorzienbaar was dat het huisfonds vervolgens zoals Aangeslotene erkent geen overlevingskans bleek te hebben. 4.5. De Commissie verwerpt de stelling van Consument dat Aangeslotene gehouden was bij het zichtbaar worden van een negatieve waardeontwikkeling van de beleggingen eigener beweging de uitgangspunten van het vermogensbeheer of de verhouding tussen categorieën binnen de effectenportefeuille van Consument te wijzigen, althans voorstellen voor dergelijke wijzigingen te doen. In het aan erflater ter beschikking gestelde informatiemateriaal zijn de bij een bepaald risicoprofiel te verwachten waardeschommelingen vermeld. Daaraan kon de erflater niet het te honoreren vertrouwen ontlenen dat Aangeslotene in actie zou komen op het moment dat het geheel van de beleggingen een koersverlies van meer dan (over een geheel jaar bezien) 17,5% zou dreigen te vertonen. De omstandigheid dat de beleggingen op een zeker moment minder waard werden, bracht, gelet op de overeengekomen beleggingsdoelstellingen, waaronder de horizon, voor Aangeslotene geen verplichting mee om het initiatief te nemen voor het vastleggen van een ander beleggingsbeleid. Niet gebleken is dat Aangeslotene op enig moment heeft moeten constateren dat de beleggingsdoelstellingen definitief onhaalbaar dreigden te worden. 4.6. Wat er ten slotte zij van de door Aangeslotene gegeven verklaring voor de bij aanvang van het beheer ontstane tijdelijke debetstanden op de Rekening het is de Commissie niet duidelijk waarom Aangeslotene met het aankopen van effecten ten behoeve van de portefeuille niet kon of behoorde te wachten totdat de erflater het gehele overeengekomen bedrag op de Rekening had gestort - heeft Consument niet concreet gesteld welke voor vergoeding in aanmerking komende schade door deze kortstondige debetstanden is ontstaan. 4.7. Het voorgaande voert tot het oordeel dat geen gronden aannemelijk zijn geworden die tot toewijzing van de vordering kunnen leiden. 5. Beslissing De Commissie wijst, als bindend advies, de vordering af. In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor https://www.kifid.nl/consumenten/klacht-voor-1-oktober-2014-bij-kifid-ingediend.