Inspectierapport Doomijn KDV Herenweg (KDV) Herenweg 49 8023CZ ZWOLLE Registratienummer 215277727 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 08-09-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 09-09-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de pedagogische kwaliteit. de eisen aan het personeel. de beroepskracht-kind-ratio. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over kinderdagverblijf Herenweg Kinderdagverblijf Herenweg is onderdeel van de overkoepelende organisatie Doomijn Kinderopvang die meerdere kinderopvanglocaties heeft binnen de regio IJsselland. Kinderdagverblijf Herenweg ligt in de wijk Wipstrik te Zwolle en staat in het landelijk register geregistreerd met 35 kindplaatsen. Inspectiegeschiedenis 21-03-2013 nader onderzoek: de eerder geconstateerde overtreding (13-11-2012) ten aanzien van opvang in groepen is hersteld. 21-03-2013 jaarlijks onderzoek: tijdens dit onderzoek zijn geen overtredingen geconstateerd. 04-12-2014 nader onderzoek: de eerder geconstateerde overtreding (13-11-2012) ten aanzien van het instellen van een oudercommissie is hersteld. 04-12-2014 jaarlijks onderzoek: tijdens dit onderzoek zijn geen overtredingen geconstateerd. 21-04-2015 jaarlijks onderzoek: tijdens dit onderzoek zijn geen overtredingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de getoetste items geen tekortkomingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. De uitvoering van het pedagogisch beleidsplan Uit het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen. De beroepskrachten bespreken hun handelen op vaste momenten met het team en de leidinggevende. Emotionele veiligheid Indicator: De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Observatie (Berengroep) De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan en praten met taal die past bij de leeftijdsgroep. Na het eten worden de gezichten van de kinderen gewassen met een washand. De beroepskracht meldt van te voren bij het kind dat ze zijn gezicht gaat wassen. Ze doet het zelfde bij de handen. Dan vertelt ze het kind dat ze hem uit de stoel gaat tillen. Ze kletst wat met het kind, zegt dat hij lekker mag spelen. En ook bij het neerzetten zegt de beroepskracht wat ze doet: "Ik ga je nu op de grond neerzetten, dan kan je lekker gaan spelen". Indicator: Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Observatie (Berengroep) Voor de baby's zijn er altijd vertrouwde gezichten van beroepskrachten en leeftijdsgenootjes in de groep aanwezig. Bij de Berengroep zitten kinderen van de zelfde (baby)leeftijd. Er zijn altijd leeftijdsgenootjes aanwezig en er wordt gewerkt met vaste beroepskrachten. Tijdens de inspectie is te zien dat kinderen zich op hun gemak voelen bij de beroepskrachten. Ze laten zich troosten als ze verdrietig zijn en zijn ontspannen in het contact met de beroepskrachten. De kinderen lachen, brabbelen en spelen. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. Observatie (buiten) De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep, zonder dat de persoonlijke gerichtheid op het kind hieronder lijdt. De beroepskrachten laten individuele aandacht voor kinderen zien zonder dat zij het overzicht over de groep verliezen. Verschillende kinderen komen naar een beroepskracht toe. De één wil een knuffel, de ander komt met een vraag. De beroepskracht is er voor deze kinderen door te reageren op hun vragen en ze te helpen als dat nodig is. Ze geeft even kort een knuffel aan een kind dat naar haar toe komt rennen. Weer een ander kind loopt voor het eerst achter een loopwagen en krijgt een compliment van de beroepskracht. Hierdoor voelen de kinderen zich gezien en gehoord. Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Observatie (buiten) 4 van 10
De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor hoor en wederhoor. De beroepskrachten leggen uit waarom er wordt ingegrepen en geven aan wat wèl de bedoeling is. Een kind wil op een fiets waar een ander kind op dat moment op zit. Hij begint te huilen. De beroepskracht ziet het gelijk en loopt er op af. Ze vraagt wat er aan de hand is en het kind krijgt de kans om uit te leggen wat hij wil. De beroepskracht legt uit dat het kind dat nu op de fiets zit eerst nog wat rondjes mag fietsen en samen spreken ze af dat hij er dan later op mag. Het kind stopt met huilen en speelt verder tot hij zelf op de fiets mag. Observatie (Leeuwengroep) De beroepskrachten begeleiden ook de positieve interacties tussen kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen. Zij benoemen en belonen het als kinderen initiatief nemen voor onderlinge interactie. Bij het naar buiten gaan blijft 1 kind binnen staan, ze huilt zacht. Dan komt haar broertje terug lopen van buiten en pakt zijn zusje bij de hand. Hij neemt haar mee naar buiten en ze stopt gelijk met huilen. De beroepskracht ziet dit gebeuren en geeft een compliment aan de jongen. Ze zegt: "Wat lief van jou, neem je zusje maar mee naar buiten". Conclusie Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk conform de Wet Kinderopvang Voorschoolse educatie Het item voorschoolse educatie is niet beoordeeld aangezien er op deze locatie geen gesubsidieerde voorschoolse educatie wordt aangeboden. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten, werkzaam op deze locatie, zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Bij Doomijn KDV Herenweg wordt gewerkt met de volgende drie stamgroepen: naam groep leeftijdsopbouw maximaal aantal kinderen Berengroep 0-1,5 jaar 9 Apengroep 1,5-4 jaar 13 Leeuwengroep 1,5-4 jaar 13 Conclusie De opvang in groepen is conform de Wet kinderopvang. Beroepskracht-kindratio De presentielijsten van augustus en september zijn steekproefsgewijs beoordeeld door de toezichthouder. Hieruit blijkt dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Op het moment van de inspectie zag de beroepskracht-kindratio er als volgt uit: naam groep aantal aanwezige kinderen aantal aanwezige beroepskrachten Berengroep 7 2 Apengroep 12 2 Leeuwengroep 11 2 Conclusie De beroepskracht-kindratio is conform de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef) Diploma's beroepskrachten (steekproef) Presentielijsten (augustus en september 2016) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Doomijn KDV Herenweg Aantal kindplaatsen : 35 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Travers Kinderopvang Adres houder : Burgemeester Drijbersingel 11 Postcode en plaats : 8021DA Zwolle Website : www.doomijn.nl KvK nummer : 05027189 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : Inge Moerenhout Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zwolle Adres : Postbus 10007 Postcode en plaats : 8000GA ZWOLLE Planning Datum inspectie : 08-09-2016 Opstellen concept inspectierapport : 09-09-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 09-09-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 12-09-2016 Verzenden inspectierapport naar : 12-09-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 26-09-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10