DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

Vergelijkbare documenten
VR DOC.1498/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

VR DOC.0136/2

VR DOC.1450/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

VR DOC.1472/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

VR DOC.0309/2BIS

VR DOC.0270/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

VR DOC.0952/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

VR DOC.1268/2

VR DOC.1242/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

VR DOC.1517/2BIS

VR DOC.1027/2

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

VR MED.0321/2

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

VR DOC.0614/2BIS

VR DOC.1079/2BIS

Publicatie B.S. : Inwerkingtreding : Hoofdstuk I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.


VR DOC.0887/2BIS

VR DOC.1142/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

VR DOC.0330/2

VR DOC.1125/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

VR DOC.0276/2BIS

VR DOC.0369/2BIS

VR DOC.0263/2BIS

VR DOC.0915/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

VR DOC.0404/2BIS

VR DOC.0786/2BIS

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

VR DOC.0332/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

VR DOC.0237/2

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang

VR DOC.1441/2BIS

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 maart 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf

VR DOC.0752/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015.

VR DOC.1282/2BIS

VR DOC.0237/16

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

VR DOC.1589/2

VR DOC.1588/2BIS

Tenslotte is een nieuw systeem van projectsubsidiëring niet alleen aangewezen omwille van het gericht bijdragen tot het zorgvernieuwingsbeleid, en van

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energiehuizen

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Ontwerp van decreet tot oprichting van de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende het onderwijs XXIV, artikel X.1;

VR DOC.0854/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

REGLEMENT INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 december 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

1 raadgevende comités : de raadgevende comités bij de intern verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

VR DOC.0439/2

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 mei 2018;

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de procedure en de voorwaarden volgens welke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bijzondere subsidies kan verlenen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatsteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen; Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 4 ; Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 tot vaststelling van Personen met een Handicap bijzondere subsidies aan voorzieningen kan toekennen; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016; Gelet op advies 60.190/1 van de Raad van State, gegeven op 27 oktober 2016; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 agentschap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004; 2 beoordelingscommissie: de commissie, vermeld in artikel 7; 3 bijzondere subsidie: een subsidie als vermeld in artikel 2; 4 decreet van 7 mei 2004: het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; Pagina 1 van 5

5 minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen; Art. 2. Binnen de perken van de kredieten die daarvoor met ingang van 1 januari 2017 op de begroting zijn vastgelegd, kan het agentschap conform de bepalingen van dit besluit bijzondere subsidies toekennen. Een bijzondere subsidie kan worden toegekend aan door het agentschap vergunde zorgaanbieders, aan gebruikersorganisaties voor personen met een handicap of aan niet binnen het agentschap gekende of erkende rechtspersonen die projecten organiseren die aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1 ze stemmen overeen met de doelstellingen van het agentschap, vermeld in artikel 4 van het decreet van 7 mei 2004; 2 ter uitvoering van de bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 is er geen programmatie vastgelegd of zijn er geen algemene criteria of modaliteiten voor subsidiëring vastgelegd; 3 ze hebben een vernieuwend of experimenteel karakter; 4 ze worden gespreid over een beperkte tijdsduur die niet langer is dan twee jaar en die niet verlengd kan worden 5 ze engageren zich om de bij de Vlaamse overheid geldende nondiscriminatieclausule te onderschrijven. Het vernieuwende of experimentele karakter, vermeld in het tweede lid, 3, kan blijken uit: 1 het feit dat het project noch krachtens het decreet van 7 mei 2004, noch krachtens andere door de Vlaamse Gemeenschap uitgevaardigde reglementering subsidieerbaar is; 2 de doelgroep tot wie het project zich richt, onvoldoende door andere bepalingen van of ter uitvoering van het decreet van 7 mei 2004 opgevangen wordt; 3 de methodologische aanpak van het project; 4 de bevordering van intersectorale afstemming en samenwerking. De bijzondere subsidies zullen in de eerste plaats toegekend worden aan projecten die uitvoering geven aan de zorgvernieuwing. Art. 3. De bijzondere subsidies worden alleen aangewend voor de financiering van personeelskosten en werkingskosten van het ingediende project. In de aanvraag van de bijzondere subsidie wordt aangetoond dat deze personeelskosten en werkingskosten daadwerkelijk dienen voor de uitvoering van het project. Hoofdstuk 2. Aanmeldingsprocedure Art. 4. De minister organiseert tweejaarlijks een oproep tot inschrijving voor de toekenning van bijzondere subsidies. Art. 5. De minister stelt, rekening houdend met het advies van de beoordelingscommissie, de modaliteiten vast waaraan de aanvragen van bijzondere subsidies moeten voldoen. Art. 6. Het agentschap onderzoekt of een aanvraag van een bijzondere subsidie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, 3 en 5. Als een aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, 3 en 5, is de aanvraag onontvankelijk. Pagina 2 van 5

Hoofdstuk 3. De beoordelingscommissie Art. 7. 1. De beoordelingscommissie is samengesteld uit de volgende permanente leden: 1 drie vertegenwoordigers van het agentschap; 2 twee vertegenwoordigers van de vergunde zorgaanbieders en één vertegenwoordiger van een particulier ouderinitiatief zoals bedoeld in artikel 2, 3 van het BVR houdende het vergunnen van aanbieders van nietrechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap. 3 drie vertegenwoordigers van de gebruikers van de door het agentschap georganiseerde ondersteuning; 4 één vertegenwoordiger van de instanties, vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; 5 één vertegenwoordiger van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van het Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Voor alle permanente leden wordt een plaatsvervanger aangewezen. De minister kan, afhankelijk van de oproep, vermeld in artikel 4, bepalen dat de beoordelingscommissie wordt aangevuld met maximum twee bijkomende leden. Het voorzitterschap en het secretariaat van de beoordelingscommissie worden waargenomen door het agentschap. Leden die deel uitmaken van een organisatie die een aanvraag indient als vermeld in artikel 5, kunnen niet in de beoordelingscommissie zitten. 2. De vertegenwoordigers, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, worden door de leidinggevende ambtenaar van het agentschap aangesteld. Art. 8. De beoordelingscommissie legt binnen twee maanden na haar aanstelling een voorstel van huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan de minister. Art. 9. De beoordelingscommissie onderzoekt de ingediende ontvankelijke aanvragen en verleent advies aan de minister over de toekenning en de grootte van de bijzondere subsidie. De beoordelingscommissie bezorgt de minister haar advies uiterlijk twee maanden na de uiterste indieningsdatum van de aanvragen tot subsidiëring, vastgesteld krachtens artikel 5. Hoofdstuk 4. Beslissing Art. 10. De minister neemt een beslissing over de toekenning en over de grootte van de bijzondere subsidie, uiterlijk drie maanden na de uiterste indieningsdatum van de aanvragen tot subsidiëring, vastgesteld krachtens artikel 5. De minister houdt bij het nemen van de beslissing, vermeld in het eerste lid, rekening met het advies van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 9. Art. 11. In de financiële verantwoording mogen geen kosten opgenomen worden die al door andere overheidsinstanties worden gesubsidieerd. Art. 12. Het agentschap brengt de aanvrager schriftelijk op de hoogte van de beslissing, uiterlijk tien werkdagen na de beslissing van de minister. Pagina 3 van 5

Hoofdstuk 5. Projectopvolging Art. 13. De gesubsidieerde organisatie dient jaarlijks een verantwoordingsdossier in bij het agentschap, dat bestaat uit een inhoudelijke en een financiële toelichting. In het tweede jaar bevat het verantwoordingsdossier ook een hoofdstuk met beleidsaanbevelingen. Art. 14. De bijzondere subsidie wordt als volgt beschikbaar gesteld: 1 een eerste voorschot van 40% van de bijzondere subsidie wordt uitbetaald bij de start van elk subsidiejaar, het eerste subsidiejaar na de betekening van de beslissing waarin de subsidie wordt toegekend; 2 een tweede voorschot van 40% van de bijzondere subsidie wordt uitbetaald na zes maanden van elk subsidiejaar mits voorlegging van de stavingstukken van alle gemaakte onkosten die minstens 40% van de bijzondere subsidie beslaan; 3 het saldo van 20% van de bijzondere subsidie wordt uitbetaald op het einde van elk subsidiejaar nadat het agentschap heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie is toegekend, nageleefd zijn en dat de subsidie aangewend is voor de doeleinden waarvoor ze is verleend en na het indienen van het verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 13, welke aanvaard werd door het agentschap. Het bedrag van de uitbetaling kan nooit hoger zijn dan vastgesteld in de beslissing vermeld in artikel 10. Hoofdstuk 6. Slotbepalingen Art. 15. Het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 tot vaststelling van Personen met een Handicap bijzondere subsidies aan voorzieningen kan toekennen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010, wordt opgeheven. Art. 16. Het besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 tot vaststelling van Personen met een Handicap bijzondere subsidies aan voorzieningen kan toekennen, zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op de projecten waarvoor de toekenning van een subsidie werd betekend vóór 1 januari 2017. Art. 17. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017. Pagina 4 van 5

Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo VANDEURZEN Pagina 5 van 5