Ps.90 Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen de zekerheid van allen die U vrezen. Geslachten gaan, geslachten zullen komen: wij zijn in uw ontferming opgenomen. Wij mogen bouwen op de vaste grond van uw beloften en van uw verbond. 3 O Here God, Gij wendt het mensenleven om het weer aan het stof terug te geven. Gij zegt: Keer weder, mensenkind, keer weder. Want duizend jaren, Gij ziet op ze neder als op een nachtwaak, zij zijn in uw oog gelijk de dag van gistren die vervloog. Ps.98 Zingt een nieuw lied voor God den HERE, want Hij bracht wonderen tot stand. Wij zien Hem heerlijk triomferen met opgeheven rechterhand. Zingt voor den HEER, Hij openbaarde bevrijdend heil en bindend recht voor alle volkeren op aarde. Hij doet zoals Hij heeft gezegd. 3 Laat heel de aard' een loflied wezen, de psalmen gaan van mond tot mond. De naam des HEREN wordt geprezen, lofzangen gaan de wereld rond. Hosanna voor de grote Koning, verhef, bazuin, uw stem van goud, de HEER heeft onder ons zijn woning, de HEER die bij ons intocht houdt. Gez.45 Komt nu met zang van zoete tonen en u met snarenspel verblijdt! Zingt op en wilt alom betonen, dat gij van harte vrolijk zijt. Juicht God ter eer, zijn lof vermeer', die zulken groten werk gedaan heeft voor zijn kerk!
2 In Israël was dat een wijze, valt met hen ook de Heer te voet: dat elk nu toch God roem' en prijze, die ons zoveel weldaden doet. Roept overal met groot geschal: `Lof, prijs en dank alleen zij God en anders geen!' Als g in nood gezeten. Jdh.7 en 2 Als g' in nood gezeten, geen uitkomst ziet, wil dan nooit vergeten: God verlaat U niet. Vrees toch geen nood, 's Heren trouw is groot, en op 't nacht'lijk duister, volgt het morgenrood. Schoon stromen woeden, ducht toch geen kwaad; God zal u behoeden, uw toeverlaat. God blijft voor u zorgen, goed is de Heer, en met elke morgen, keert Zijn goedheid weer. Schoon g' in 't verdriet, nergens uitkomst ziet, groter dan de Helper, is de nood toch niet. Wat ons ontviele, Redder in nood. red slechts onze ziele, uit zond' en dood. God enkel licht.gez.53 oude ber. God enkel licht, Voor wiens gezicht Niets ziuver wordt bevonden, Ziet ons bevlekt, Met schuld bedekt, Misvormd door duizend zonden. Der sterren pracht Is bij Hem nacht, Hoe hel zij schitt ren mogen, En wij belaan Met euveldaan Wat zijn wij in Zijn ogen. Ja, amen,ja Op Golgotha Stierf Hij voor onze zonden, En door Zijn bloed Wordt ons gemoed Gereinigd van de zonden.
Wil, U ter eer, Steeds meer en meer t geloof in ons versterken, dan zullen wij, gereed en blij, uit liefde t goede werken. LB 28 Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag. 2. Dank U voor deze mooie aarde, dank U voor sterren, maan en zon. Dank U dat U ons wilt bewaren, kracht en levensbron. 3. Dank U dat alle vogels zingen, dank U voor elke boom in bloei. Dank U voor zoveel goede dingen, dank U dat ik groei. 5. Dank U voor alle mooie klanken, al wat ik zien en horen kan. Dank U o God, ik wil U danken dat ik danken kan. Gez.330 Heb dank, o God van alle leven, die zijt alleen Uzelf bekend, dat Gij uw woord ons hebt gegeven, uw licht en liefd' ons toegewend. Nu rijst uit elke nacht uw morgen, nu wijkt uw troost niet meer van de_aard, en wat voor wijzen bleef verborgen werd kinderen geopenbaard. 2 En of een mens al diep verloren en ver van U verzworven is, Gij noemt zijn naam, hij is herboren, vernieuwd door uw getuigenis. Uw woord, dat spreekt in alle talen, heeft uit het graf ons opgericht. doet ons in vrijheid ademhalen en leven voor uw aangezicht.
Abba Vader.Opw nr. 36 :, 2 Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen. Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. Lied 46 Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Gez.479 Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee, de steile bergen, koele meren, het vaste land, de_onzeekre zee. Van U getuigen dag en nacht. Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
3 Gij hebt de bloemen op de velden met koninklijke pracht bekleed. De zorgeloze vogels melden dat Gij uw schepping niet vergeet. 't Is alles een gelijkenis van meer dan aards geheimenis. JdH. 847 Rust mijn ziel, uw God is Koning, heel de wereld zijn gebied. Alles wisselt op zijn wenken, maar Hij zelf verandert niet. 2 Ieder woelt hier om verand'ring en betreurt ze dag aan dag, hunkert naar hetgeen hij zien zal, wenst terug 't geen hij eens zag. 3 Rust mijn ziel, uw God is Koning! Wees tevreden met uw lot! Zie, hoe alles hier verandert, en verlang alleen naar God! Welk een Vriend.JdH.50 Welk een vriend is onze Jezus die in onze plaats wil staan Welk een voorrecht, dat ik door Hem, altijd vrij tot God mag gaan. Dikwijls derven wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer, juist omdat wij t al niet brengen, in t gebed tot onze Heer. Leidt de weg ons door verzoeking dat ons hart in 't strijduur beeft. Gaan wij dan met al ons strijden tot Hem, Die verlossing geeft. Kan een vriend ooit trouwer wezen dan Hij, Die ons lijden draagt. Jezus biedt ons aan genezing, Hij alleen is 't Die ons schraagt. JdH.993 Maak ons tot een stralend licht voor de volken, een stralend licht voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld ziet wie haar het leven geeft. Laat het schijnen door ons heen. Maak ons tot een vrolijk lied voor de volken, een lied van dank voor de mensen om ons heen. Tot de wereld zingt voor degeen die eeuwig leeft. Laat het klinken door ons heen. En bouw uw koninkrijk in de volken, uw wil geschied' in de mensen om ons heen. Tot de wereld weet dat Jezus Christus heerst. Bouw uw koninkrijk in ons. Bouw uw koninkrijk op aard'! Eén weet alles van ons leven.jdh.54a Eén weet alles van ons leven: Eén slechts kan u vrede geven: Eén kent zelfs uw kleinste zorgen, houdt u in Zijn hand geborgen, leidt u naar een eeuw ge morgen: Eén kan niemand ooit begrijpen: God onze Heer! Daarom moet vertrouwen rijpen in God de Heer. Eén kunnen wij biddend vragen pijn en zorgen helpen dragen, sterkt ons als wij zijn verslagen: Eén heeft al uw schuld vergeven: Als ge in geloof wilt leven: Eén liet Jezus voor u sterven om genade te verwerven, eeuw ge zaligheid te erven: van God uw Heer.