De profeet Zacharia en de twee stokken. Hoe heten de stokken die in onderstaand vers genoemd worden? Zacharia 11:7, tweede deel Ik nam voor Mijzelf twee stokken de ene noemde Ik LIEFLIJKHEID, de andere SAMENBINDING en Ik weidde die schapen.
Wat valt op bij de ware Herder? Zacharia 11:7, tweede deel Ik nam voor Mijzelf twee stokken de ene noemde Ik LIEFLIJKHEID, de andere SAMENBINDING en Ik weidde die schapen. Deze Herder heeft niet slechts één stok, Hij heeft twee stokken.
Wat brengt de stok lieflijkheid tot uitdrukking? Zie Zacharia 11:7, tweede deel De eerste staf brengt tot uitdrukking wat God in Israël zag, de aantrekkelijkheid van het volk
Wat brengt de stok samenbinding tot uitdrukking? Zie Zacharia 11:7, tweede deel De herder stok samenbinding heeft betrekking op de relaties van het volk onderling, de eenheid van het volk. Zo heeft Hij de kudde geweid en hen van voedsel voorzien.
Welke keuze maakte Gods volk toen? Zacharia 11:9 9 Toen zei Ik: Ik zal u niet meer weiden. Laat sterven wat sterft, laat uitgeroeid worden wat dreigt uitgeroeid te worden en laten zij die overblijven elkaars vlees verslinden. Terwijl Hij het volk overgeeft aan de vruchten van hun eigen boosheid, was Jahweh met ontferming bewogen over de ellendigsten van de kudde en Hij neemt de verdrukten onder Zijn persoonlijke zorg. Het is dezelfde geest die we bij Christus, gedurende Zijn leven in het midden van Israël, vinden.
Wat is het gevolg van de keuze om Jezus niet aan te nemen als de ware Herder? Zie Zacharia 11:9 En Christus, bedroefd over het goddeloze en verdorven volk, en Zelf door hen verafschuwd, laat hen aan zichzelf over en aan de gevolgen van hun eigen slechte gedrag. Als resultaat doet Hij tijdelijk afstand van de volken als Zijn erfdeel, daar Hij het in Israël in bezit zou aanvaarden.
Eens is deze profetie werkelijkheid geworden. Welke discipel was het en hoeveel kreeg hij? Zacharia 11:13 13 Maar de HEERE zei tegen Mij: Werp dat de pottenbakker toe een mooie prijs waarop Ik door hen geschat ben! Daarop nam Ik de dertig zilverstukken en wierp ze in het huis van de HEERE de pottenbakker toe. Mattheüs 26:15 14 Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de overpriesters 15 en zei: Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilveren penningen toe.
Welke economische waarde bleek Jezus voor zijn zondige volk te hebben? Exodus 21:32 Als het rund een slaaf of slavin stoot, moet [de eigenaar] aan zijn meester dertig sikkel zilver geven, en het rund moet gestenigd worden.
Waar in de Bijbel wordt aangegeven dat Jezus lijden moest en wat de reden daar van was? Zacharia 13:7 Zwaard, waak op tegen mijn herder, tegen de man, die mijn metgezel is. Als plaatsvervanger en borg voor de zondige mens moest Christus lijden onder Gods gerechtigheid. Hij moest begrijpen wat gerechtigheid betekende. Hij moest weten wat het voor zondaars wil zeggen zonder middelaar voor God te staan.
Welke Bijbeltekst geeft aan dat Jezus zich zelf over gaf om gevangen te kunnen worden? Johannes 18:4-8 "... Hij liep naar hen toe en vroeg: 'Wie zoeken jullie'? Ze antwoordden: 'Jezus uit Nazaret'. 'Ik ben het', zei Jezus, terwijl Judas, zijn verrader, erbij stond. Toen hij zei: 'Ik ben het', deinsden ze achteruit en vielen op de grond. Weer vroeg Jezus: 'Wie zoeken jullie'? en weer zeiden ze: 'Jezus uit Nazaret'. 'Ik heb jullie al gezegd: "Ik ben het,'' ' zei Jezus. 'Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan'." Jezus WERD niet gevangen genomen, Hij gaf zichzelf over om gevangen genomen te worden.
Waaruit blijkt dat de valse herders, de farizeeën en de schriftgeleerden, wisten dat Jezus de zoon van David moest zijn? Mattheüs 22:41-46 41 Toen de Farizeeën bijeenwaren, vroeg Jezus hun: 42 Wat denkt u over de Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tegen Hem: Davids Zoon. 43 Hij zei tegen hen: Hoe kan David Hem dan, in de Geest, zijn Heere noemen, als hij zegt: 44 De Heere heeft gezegd tegen Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten? 45 Als David Hem dan zijn Heere noemt, hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn? 46 En niemand kon Hem een woord antwoorden, en ook durfde niemand Hem vanaf die dag meer iets te vragen.
Waaruit blijkt ook dat de valse herders, de farizeeën en de schriftgeleerden, wisten dat Jezus de zoon van David is? Mattheüs 2:4-6 4 En nadat hij alle over priesters en schriftgeleerden van het volk bijeen had laten komen, wilde hij van hen weten waar de Christus geboren zou worden. 5 Zij zeiden tegen hem: In Bethlehem, in Judea, want zo staat het geschreven door de profeet: 6 En u, Bethlehem, land van Juda, bent beslist niet de minste onder de vorsten van Juda, want uit u zal de Leidsman voortkomen Die Mijn volk Israël weiden zal. Daarom sturen zij de wijzen uit het Oosten zonder enige aarzeling naar Bethlehem, de stad van David, om daar de Koning der Joden te zoeken.
Naar welke profetie verwezen de farizeeën en de schriftgeleerden? Micha 5:1-3 1 En u, Bethlehem-Efratha, al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël. Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af. 2 Daarom zal Hij hen overgeven tot de tijd dat zij die baren zal, gebaard heeft. Dan zal de rest van Zijn broeders zich bekeren, met de Israëlieten. 3 Hij zal staan en hen weiden in de kracht van de HEERE, in de majesteit van de Naam van de HEERE, Zijn God.
Wat kon Petrus en wat kunnen wij nu uitroepen? Handelingen 3:13-16 13 De God van Abraham en Isaak en Jakob, de God onzer vaderen, heeft zijn knecht Jezus verheerlijkt, die gij hebt overgeleverd en verloochend ten overstaan van Pilatus, ofschoon deze oordeelde, dat men Hem moest loslaten. 14 Doch gij hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en begeerd, dat u een man, die een moordenaar was, geschonken zou worden; 15 en de Leidsman ten leven hebt gij gedood, maar God heeft Hem opgewekt uit de doden, waarvan wij getuigen zijn. 16 En op het geloof in zijn naam heeft zijn naam deze, die gij ziet en kent, sterk gemaakt; en het geloof door Hem heeft hem dit volkomen herstel gegeven in u aller tegenwoordigheid.