Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Vergelijkbare documenten
VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS te ONSTWEDDE

Hervormde Gemeente Eethen en Drongelen College van Kerkrentmeesters

Plaatselijk reglement voor het beheer van de kerkelijke begraafplaats van de Protestantse Gemeente te Pingjum.

Reglement beheer Protestantse begraafplaats

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS VAN DE HERVORMDE GEMEENTE TE OOSTERHOUT (N.B.) vastgesteld op 9 november 1992

Reglement voor het beheer van de begraafplaatsen. te Burdaard en Jannum. van de Protestantse gemeente te Burdaard

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN. DE BEGRAAFPLAATS VAN DE HERVORMDE GEMEENTE TER HEIJDE aan ZEE

Reglement beheer Protestantse begraafplaats Broekerhaven

Memento Mori. Begrafenisreglement Hervormde Gemeente Polsbroek en Vlist. Inhoudsopgave. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

PLAATSELIJK REGLEMENT. Van de begraafplaatsen te G O U T U M en S W I C H U M. GOUTUM Kerkhof Agneskerk Buorren BB Goutum

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE FIJNAART, HEIJNINGEN EN STANDDAARBUITEN

Plaatselijk reglement voor het beheer van de. Bijzondere Begraafplaatsen. te Aalsum en Wetsens. Van de Protestantse Gemeente Dokkum-Aalsum-Wetsens

Protestantse Gemeente te Delfzijl

Stichting Hervormde Begraafplaats Wilsveen REGLEMENT voor het beheer van de Begraafplaats Wilsveen.

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE WARNS, SKARL EN LAAXUM

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Oktober Reglement voor het beheer van de begraafplaats van de Nederlands Hervormde Gemeente Lutten, Slagharen en Schuinesloot

Heerjansdam / Kijfhoek

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE HEERHUGOWAARD

Verordening op het beheer en het gebruik van de gesloten gemeentelijke begraafplaatsen

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS RINSUMAGEAST

Reglement voor het beheer van de begraafplaats van de Nederlands Hervormde Gemeente Lutten, Slagharen en Schuinesloot

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VAN DE HERVORMDE GEMEENTE BENSCHOP

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen

Reglement. voor de begraafplaats. Oud Kralingen

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VAN DE HERVORMDE GEMEENTE SPANKEREN, LAAG-SOEREN

REGLEMENT. voor de begraafplaats "Oud-Kralingen" Laan van Oud Kralingen 1, 3066 HA Rotterdam. telefoon fax HOOFDSTUK 1

Reglement beheer Kerkhoven

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS BIJ DE DORPSKERK TE WASSENAAR

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS IN SUMAR

Reglement beheer begraafplaats

Op het beheer en de instandhouding van de Begraafplaats te JUTRIJP en het kerkhof bij de PKN. Kerk te HOMMERTS

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Reglement beheer Hervormde Begraafplaats Oudewater

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen

Plaatselijk regelement voor het beheer van de kerkelijke begraafplaats te Oudega (Sm.)

Hervormde Gemeente te Pijnacker. BEGRAAFPLAATS KONINGSHOF van de HERVORMDE GEMEENTE te PIJNACKER

Plaatselijk Reglement voor het Beheer van de. Begraafplaats Koningshof van de Protestantse Gemeente te Pijnacker en Delfgauw

REGLEMENT BEGRAAFPLAATS LEDEVAERT

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Reglement beheer begraafplaats

Begraafplaats van de Protestantse gemeente Lage Zwaluwe

MODEL-BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Reglement voor het beheer van de. Begraafplaats Protestantse gemeente Noordwijkerhout en De Zilk

Artikel 1. Begripsbepalingen

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nuenen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2011

BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS DRONTEN 2015

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Delfzijl 2010

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Berg en Dal 2017

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE

BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VREDEHOF VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE LICHTENVOORDE

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het burgemeester en wethouders van 17 december 2013, nummer 6,

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraaf- en gedenkplaatsen 2008

Protestantse Gemeente Tytsjerk. Reglement Begraafplaats Tytsjerk

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATSEN VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE HALSTEREN EN NIEUW VOSSEMEER

Nr. besluit vast te stellen: de navolgende verordening : Verordening op het gebruik en beheer van de begraafplaats te Aadorp

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van ; gelet op het besprokene in de commissievergadering van ;

REGLEMENT VOOR HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE BEGRAAFPLAATSEN OOSTERWOLDE EN FOCHTELOO

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE. De Hoeksteen TE AUSTERLITZ

REGLEMENT voor de begraafplaats "Oud-Kralingen"

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2011;

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 14 december 1993 (De Zeekant van PUBLICATIEDATUM)

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS. PROTESTANTSE GEMEENTE WAALWIJK - Versie 2014

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015

BEHEERVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Dronten houdende Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2011

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraaf- en gedenkplaatsen 2017

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Neerijnen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2011 en 27 september 2011;

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet; BESLUIT

Hoofdstuk 1 : Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATSEN TE KATWIJK AAN ZEE

Hoofdstuk II. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente IJsselstein 2018

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS TE RYPTSJERK

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2018;

REGLEMENT BEHEER HERVORMDE BEGRAAFPLAATS TUBBERGEN

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Lemsterland 2013

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen.

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS TE BERLTSUM

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Hilversum 2010

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Drechterland 2010

Gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland

Transcriptie:

Pagina 1

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Dit reglement verstaat onder: Het Beheer: Beheerder: Administrateur: Het beheer berust bij het college van kerkrentmeesters van de Hervormde gemeente te Ochten. Degene die door het college van kerkrentmeesters belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt. Degene die door het college van kerkrentmeesters is aangewezen voor het verzorgen van de administratie van de begraafplaats. Belanghebbende: De verantwoordelijke nabestaande of andere persoon die als verantwoordelijke bij het college van kerkrentmeesters bekend is voor een particulier graf, zijnde een ander dan de rechthebbende. Rechthebbende: Particulier graf: Grafbedekking: Gedenkteken: Degene die het uitsluitend recht heeft op een particulier graf. Een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken. Gedenkteken en/of grafbeplanting. Voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken. Grafbeplanting: Blijvende en niet blijvende beplanting welke door de rechthebbende/belanghebbende op een graf wordt aangebracht en onderhouden. Grafrust(termijn): Periode waarin een lijk niet mag worden opgegraven, behoudens toestemming van de bevoegde autoriteit. Uitgiftetermijn: Grafrecht: Akte van grafuitgifte: De termijn gedurende welke men het recht heeft een lijk te doen begraven en begraven te houden. Het recht om gedurende een bepaalde periode één of twee lijken in een met grafnummer aangegeven graf te doen begraven of begraven te houden. Akte waarin het college van kerkrentmeesters toestemming verleend voor de datum en tijd waarop een lijk, mag worden begraven, waarvan de persoonsgegevens zijn vermeld, in een met grafnummer aangegeven graf. Pagina 2

Personen behorende tot de Hervormde gemeente te Ochten: Zijn personen die belijdend lid of dooplid zijn. Gezinnen inclusief kind(eren) tot 18 jaar, waarvan één persoon belijdend lid of dooplid is. Kind(eren) behorende tot een gezin en wilsonbekwaam zijn. Leden met een voorkeur lidmaatschap, die buiten de Hervormde gemeente van Ochten zijn geplaatst en wel op de Hervormde begraafplaats in Ochten begraven willen worden. Artikel 2 Beheer 1. Het beheer van de kerkelijke begraafplaats berust bij de Hervormde gemeente te Ochten vertegenwoordigd door het college van kerkrentmeesters. Het college van kerkrentmeesters wijst een beheerder aan die de dagelijkse leiding heeft over de begraafplaats. 2. Terzake van het gebruik van de begraafplaats alsmede voor de diensten en vergunningen, die in verband daarmee door het college van kerkrentmeesters worden verleend, worden vastgestelde kosten in rekening gebracht volgens de bij dit beheersreglement behorende regels en tarievenlijst, die jaarlijks kunnen worden herzien. Artikel 3 Administratie 1. De administratie van de begraafplaats wordt gevoerd door het college van kerkrentmeesters en uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het college van kerkrentmeesters door een aangewezen administrateur. Voor zover registratie van persoonsgegevens plaats vindt worden de vereisten van de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht genomen. 2. De rechthebbende/belanghebbende verplicht zich er voor zorg te dragen, dat hun correcte adres bij de administratie bekend is. Artikel 4 Register Het college van kerkrentmeesters of de door hen aangewezen administrateur houdt een register bij van alle op de begraafplaats begraven lijken, met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn en een plattegrond van de begraafplaats. In dit register worden ook aangetekend de door het college van kerkrentmeesters reeds uitgegeven, maar nog niet gebruikte particuliere graven. Het register is openbaar. Pagina 3

Hoofdstuk 2 Openstelling, Orde en Rust op de begraafplaats Artikel 5 Openstelling Artikel 6 1. De begraafplaats is dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot een half uur na zonsondergang. 2. Kinderen beneden 12 jaar hebben slechts toegang, indien zij worden vergezeld door een volwassene. 3. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 4. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis. 5. Het is niet toegestaan (huis)dieren op de begraafplaats toe te laten. Hulphonden uitgezonderd. Ordemaatregelen Artikel 7 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en andere personen die werkzaamheden op de begraafplaats verrichten, verboden, anders dan met toestemming van of namens het college van kerkrentmeesters, werkzaamheden voor derden op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven. 2. Het is verboden zonder noodzaak over de graven te lopen, beplantingen te beschadigen of bloemen te plukken. 3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 4. Degenen die het in het tweede lid vermelde verbod overtreden of zich niet houden aan de in het derde lid bedoelde aanwijzingen, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen. Rustmaatregelen 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van grafbedekkingen en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan het college van kerkrentmeesters of de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaats vinden. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan het huishoudelijk reglement en de aanwijzingen van het college van kerkrentmeesters of de beheerder. 3. Bijeenkomsten op de begraafplaats, die het karakter van een openbare manifestatie hebben of naar het oordeel van het college van kerkrentmeesters zullen hebben, kunnen door het college van kerkrentmeesters worden verboden. Pagina 4

Artikel 8 Opgraven, ruimen en schudden 1. Het opgraven van lijken en het ruimen of schudden van graven gebeurt door daartoe aangewezen professionele personen en of gecertificeerde bedrijven. 2. Andere personen is het niet geoorloofd daarbij aanwezig te zijn behoudens schriftelijke toestemming van de beheerder. De beheerder van de begraafplaats is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard dan ook, die mocht opkomen aan personen die ter bijwoning van het opgraven van lijken of het ruimen of schudden van graven op de begraafplaats aanwezig zijn. Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging Artikel 9 Kennisgeving van begraven, openen en sluiten van het graf 1. Op deze begraafplaats zullen uitsluitend begraven worden, stoffelijke overschotten van personen, die bij overlijden behoren tot de Hervormde gemeente te Ochten. 2. Degene, die wil doen begraven, geeft daarvan uiterlijk twee dagen voorafgaande aan die waarop de begraving zal plaats vinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 3. Degene, die wil doen begraven en daartoe in het bezit van een grafrecht is of dat wil vestigen op een particulier graf, ontvangt van of namens het college van kerkrentmeesters een akte van grafuitgifte. 4. Op de kist of op het omhulsel van het lijk wordt een nummer aangebracht, dat correspondeert met het nummer, vermeld op de akte van grafuitgifte, die tevens de namen, de datum van geboorte en overlijden van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de doodgeborene bevat. 5. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat de beheerder van de begraafplaats heeft vastgesteld, dat het op de kist of het omhulsel vermelde nummer overeenkomt met het nummer vermeld op de akte van grafuitgifte als genoemd in lid 3. 6. Het openen van een graf ter begraving en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door de medewerkers van de begraafplaats dan wel door degenen die met deze werkzaamheden zijn belast, op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen. Pagina 5

Artikel 10 Over te leggen stukken Artikel 11 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. Indien de overledene binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven dient tevens het daartoe vereiste verlof van de burgemeester te worden overlegd. 2. Indien de begraving in een particulier graf zal plaats vinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaats vinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de minimum grafrusttermijn van 15 jaren. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid. 4. Een bewijs van betaling van de grafrechten voor de eerste periode dat het graf uitgegeven is. 5. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken volledig en juist zijn. Tijden van begraven 1. Op zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen, wordt geen gelegenheid gegeven tot begraven, tenzij de burgemeester een van de normale termijn afwijkende termijn voor begraving heeft gesteld of het college van kerkrentmeesters hiervoor toestemming heeft verleend. 2. Op de overige dagen zijn de tijden van begraven: a. Op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur b. Op zaterdag van 9.00 tot 15.00 uur Het college van kerkrentmeesters kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken. Hoofdstuk 4 De Graven en Grafrechten Artikel 12 Soorten graven Op de begraafplaats kunnen worden onderscheiden: 1. Particuliere graven 2. Grafkelders Artikel 13 Particulier graf Pagina 6

Artikel 14 Grafkelder 1. Een uitsluitend recht op een graf kan alleen schriftelijk worden gevestigd. Door het college van kerkrentmeesters wordt een akte van grafrecht opgemaakt. 2. Het college van kerkrentmeesters bepaalt dat niet meer dan twee lijken kunnen worden bijgezet in een particulier graf. 3. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgiftetermijn van de particuliere graven. Voor particuliere graven geldt een uitgiftetermijn van minimaal 15 jaar; de uitgiftetermijn zal niet langer zijn dan 40 jaar. 4. In de akte van grafrecht wordt vermeld welk graf is uitgegeven tegen welke prijs, voor welke termijn 5. De rechthebbende op het graf ontvangt een exemplaar van de akte van grafrecht. 6. Een akte van grafrecht kan alleen worden verkregen door degenen die behoren tot de Hervormde gemeente te Ochten. Het college van kerkrentmeesters heeft bepaald, dat voor het oprichten en in stand houden van nieuw te bouwen grafkelders geen vergunning zal worden afgegeven. Artikel 15 Verstrijking en verlenging termijn particulier graf Artikel 16 1. De rechthebbende of belanghebbende van een particulier graf waarop een uitsluitend recht is gevestigd voor bepaalde tijd kan verzoeken deze termijn te verlengen. Het uitsluitend recht op een graf wordt op verzoek van rechthebbende of belanghebbende na verstrijking van de uitgiftetermijn verlengd, mits het verzoek gedaan is binnen twee jaren voor het verstrijken van de termijn. De verlenging geschiedt telkens voor tenminste 5 jaar en niet langer dan 10 jaar. 2. Het college van kerkrentmeesters doet binnen een jaar na de aanvang van de termijn waarin verlenging van het recht kan worden verzocht, aan de rechthebbende of belanghebbende wiens adres hem bekend is, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de termijnen van het bepaalde in lid 1. 3. Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in lid 2, om verlenging van het recht is verzocht of het adres van de rechthebbende of belanghebbende is onbekend, maakt het college van kerkrentmeesters de mededeling bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. De aankondiging blijft beschikbaar tot het einde van de periode waarvoor het recht op een particulier graf was gevestigd. 4. Een verlenging kan door het college van kerkrentmeesters worden afgewezen, als deze de herinrichting van de begraafplaats blokkeert. Overschrijving van verleende rechten 1. Het uitsluitend recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad, met dien verstande dat de bloedverwant voldoet aan het gestelde in artikel 9 lid 1. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van anderen dan de hiervoor genoemden, is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde Pagina 7

Artikel 17 graad, met dien verstande dat de bloedverwant voldoet aan het gestelde in artikel 9 lid 1 en het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een persoon die niet voldoet aan het gestelde in artikel 9 lid 1, is slechts mogelijk indien deze persoon wordt aangemerkt als belanghebbende. 3. Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn geen verzoek tot overschrijving is gedaan, kan het college van kerkrentmeesters het recht vervallen verklaren. 4. Van iedere overschrijving van het recht op een graf wordt aantekening gehouden in het in artikel 4 genoemde register. 5. De rechthebbende of belanghebbende krijgt een bewijs van overschrijving Afstand doen van graven Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van zijn recht ten behoeve van het college van kerkrentmeesters. Van de ontvangst van zodanige verklaring zenden kerkrentmeesters een schriftelijke bevestiging aan de rechthebbende. Artikel 18 Grafrechten 1. De grafrechten vervallen: a. door het verlopen van de termijn b. indien de rechthebbende afstand doet van het recht c. indien de rechthebbende het lidmaatschap van de Hervormde gemeente te Ochten opzegt 2. De kerkrentmeesters kunnen de rechten vervallen verklaren: a. indiende rechthebbende of belanghebbende ondanks aanmaning in verzuim blijft op grond van dit reglement op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijdt handelt b. indien de rechthebbende of belanghebbende van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven. 3. De op een graf aanwezige grafbedekking kan gedurende een maand vóór het vervallen van het grafrecht vanwege de rechthebbende of belanghebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen geen aanspraken op deze grafbedekking worden gedaan. Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen Artikel 19 Toestemming grafbedekking 1. Voor het hebben van een grafbedekking is schriftelijk toestemming nodig van het college van kerkrentmeesters. Tegelijkertijd met de aanvraag voor een grafbedekking dient een Pagina 8

Artikel 20 schets te worden overlegd met daarop aangegeven de maatvoering van de te plaatsen grafbedekking. De afmetingen moeten voldoen aan het gestelde in lid 2. 2. Het college van kerkrentmeesters heeft vastgesteld, dat de afmetingen van het horizontale gedeelte van de grafbedekking voor een enkel graf maximaal 2.00 meter lang, 0.90 meter breed, voor een dubbel graf maximaal 2.00 meter lang en 1.80 meter breed en een maximale hoogte van 0.20 meter mogen hebben. Een te plaatsen verticaal gedeelte (kopsteen) op een horizontale grafbedekking mag niet breder zijn dan 0.90 meter en niet hoger dan 1.00 meter gerekend vanaf de onderliggende horizontale grafbedekking. De horizontale grafbedekking dient op schroefankers of op een daaraan gelijkwaardige constructie te worden geplaatst. Dit ter beoordeling van de beheerder. 3. Bij plaatsing van een gedenkteken moet deze aan de achterkant zijn voorzien van een ingegraveerd nummer. Dit nummer staat vermeld op de akte van grafuitgifte en op de rekening van het begraven. 4. Het college van kerkrentmeesters kan de toestemming weigeren of intrekken indien: a. Niet voldaan wordt aan de eventueel door hen vastgestelde nadere regels als bedoeld in lid 2 b. De grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats c. De duurzaamheid van de materialen onvoldoende is d. De constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is 5. Het doen plaatsen of laten aanbrengen van grafbedekkingen op graven geschied vanwege de rechthebbende of belanghebbende en mag alleen worden uitgevoerd door daartoe aangewezen professionele personen en of gecertificeerde bedrijven. 6. Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van grafbedekkingen op graven komen voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende. 7. Toestemming voor het hebben van een grafbedekking voor particuliere graven moet worden aangevraagd door en wordt gesteld op naam van de rechthebbende of belanghebbende op het graf. Bij overschrijving van dat recht wordt de als dan ingeschreven rechthebbende of belanghebbende beschouwd als de houder van de toestemming. Grafbeplanting Artikel 21 1. Niet-blijvende beplantingen op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door degene die belast is met de dagelijkse leiding op de begraafplaats worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding en of vervanging. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende of belanghebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder. 2. Beplanting die niet op het graf is geplaatst, is eigendom van de beheerder van de begraafplaats en kan verwijderd worden zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. 3. Het aanbrengen van blijvende en niet-blijvende planten is toegestaan tot een hoogte van 0.50 meter. 4. Het planten van bomen en heesters is niet toegestaan. 5. Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of ander breekbaar materiaal op het graf te leggen. Uitgezonderd bloemvazen en waxinelichthouders. Rekening en risico Pagina 9

Artikel 22 1. De in artikel 19 en 20 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende te zijn aangebracht. Het college van kerkrentmeesters accepteert geen aansprakelijkheid voor schade, door welke oorzaak ook ontstaan aan de grafbedekking of ieder ander voorwerp dat zich op het graf bevindt. 2. De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de, door welke omstandigheden ook, aan een gedenkteken of beplanting toegebrachte schade op eerste aanschrijving te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt. 3. Indien door ondeugdelijk geworden constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, tombe of grafkelder, kan het college van kerkrentmeesters maatregelen treffen. 4. Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college van kerkrentmeesters bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplanting over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college van kerkrentmeesters tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of belanghebbende over te gaan. Verwijdering grafbedekking 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college van kerkrentmeesters worden verwijderd. 2. Ingeval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud van een particulier graf, voor zover dit onderhoud niet op de houder van de begraafplaats berust, kan het college van kerkrentmeesters, deze verwaarlozing in een schriftelijke verklaring vastleggen en toezenden aan rechthebbende of belanghebbende. Rechthebbende of belanghebbende dient binnen 6 maanden na ontvangst daarvan in het onderhoud te voorzien. 3. Indien de ontvangst van de verklaring, als genoemd in lid 2, niet bevestigd wordt, maakt het college van kerkrentmeesters de verklaring bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, gedurende een periode van één jaar dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. 4. Wanneer toepassing is gegeven aan het gestelde in de hiervoor genoemde leden 2. en 3. en niet alsnog in het onderhoud van de grafbedekking is voorzien, vervalt het recht op het graf op het moment dat de periode van 6 maanden respectievelijk één jaar, bedoeld in de hiervoor genoemde leden 2. en 3., is verstreken. 5. Als het recht op een graf nog geen 15 jaar geleden is gevestigd op het moment dat de periode, bedoeld in lid 3. is verstreken, blijft de bekendmaking in stand totdat de periode van 15 jaar is verstreken dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. Indien niet voordien in het onderhoud van de grafbedekking is voorzien, vervalt het recht op het graf zodra de termijn van 15 jaar is verstreken. 6. De grafbedekking vervalt aan de beheerder van de begraafplaats indien: a. geen verzoek op grond van artikel 16 lid 3 is ingediend b. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald. 7. Het doen of laten verwijderen van grafbedekkingen mag alleen worden uitgevoerd door daartoe aangewezen professionele personen en of gecertificeerde bedrijven. Pagina 10

Hoofdstuk 6 Onderhoud Artikel 23 Onderhoud door het college van kerkrentmeesters Artikel 24 1. Ten einde de kosten van aanleg, instandhouding en onderhoud van de begraafplaats en de graven, waarin door het college van kerkrentmeesters wordt voorzien, te dekken, worden rechten geheven volgens de bij dit beheersreglement behorende tarievenlijst, die jaarlijks kan worden herzien. 2. Het college van kerkrentmeesters belast zich met het algemeen onderhoud van de begraafplaats, waaronder wordt verstaan het onderhoud aan gebouwen en paden, het maaien van het gras, het verzorgen van de algemene beplanting en de watergangen e.d. 3. Het college van kerkrentmeesters accepteert geen aansprakelijkheid voor schade, door welke oorzaak ook ontstaan aan de grafbedekking of ieder ander voorwerp dat zich op het graf bevindt. Onderhoud door de rechthebbende of belanghebbende 1. De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, waaronder wordt verstaan, steenhouwers-werkzaamheden (herstel van verzakking, reparatie en vernieuwing), het kleuren en bijwerken van opschriften en het verzorgen van graftuintjes en niet-blijvende grafbeplanting binnen de maatvoering van de grafbedekking 2. Op aanschrijven door het college van kerkrentmeesters, dient de rechthebbende of belanghebbende binnen een periode van 6 maanden te voldoen aan het gestelde in lid 1. 3. Schade aan de grafbedekking als bedoeld in artikel 23 lid 3 komt voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende. 4. Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, en daardoor een risico ontstaat van schade aan derden, kan het college van kerkrentmeesters met inachtneming van het gestelde in artikel 22 lid 4 de grafbedekking geheel of gedeeltelijk doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of belanghebbende en vervalt daarna, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 lid 4, aan de Hervormde gemeente te Ochten, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 5. Tenzij sprake is van een acuut risico, zulks uitsluitend ter beoordeling van het college van kerkrentmeesters, vindt de verwijdering niet plaats dan 6 maanden zijn verstreken nadat de rechthebbende of belanghebbende schriftelijk met bericht van ontvangst is aangemaand tot onderhoud of herstel van de grafbedekking. Als het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet meer bij de burgerlijke gemeente bekend is, vindt de vermelde aanmaning plaats op het mededelingenbord van de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar deze aanmaning aangebracht. Pagina 11

Hoofdstuk 7 Ruimen en schudden van graven Artikel 25 1. Met inachtneming van de Wet op de lijkbezorging en het bepaalde in artikel 13 lid 3 kan de beheerder van de begraafplaats graven doen ruimen of schudden, mits dit gebeurt door daartoe gekwalificeerde personen c.q. gecertificeerde bedrijven. 2. Als een rechthebbende in de eerste graad bezwaar maakt tegen het ruimen of schudden overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 3, kan het college van kerkrentmeesters besluiten, afhankelijk van de ontstane situatie, tot uitstel. 3. Ruimen of schudden van een particulier graf binnen de gestelde termijn in artikel 13 lid 3 kan niet, dan met toestemming van de rechthebbende of belanghebbende op dat graf. 4. Het college van kerkrentmeesters heeft bepaald, dat op deze begraafplaats voor schudden zal worden gekozen. Alleen als schudden niet mogelijk is zal worden geruimd. 5. Het voornemen van de beheerder om een particulier graf te ruimen of te schudden, gebeurt door middel van het plaatsen van een bordje bij het te ruimen of te schudden graf. Plaatsing daarvan geschiedt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd of geschud zal worden. 6. Van het voornemen tot ruimen of schudden wordt aan rechthebbende of belanghebbende schriftelijk mededeling gedaan bij het bij de beheerder van de begraafplaats bekend zijnde adres van rechthebbende of belanghebbende. 7. De bij het ruimen of schudden van het particuliere graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden herbegraven in het zelfde graf. Hierbij dient de nodige zorgvuldigheid en piëteit in acht te worden genomen. 8. De rechthebbende of belanghebbende op een particulier graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze elders te doen herbegraven. Artikel 26 Lijst Hoofdstuk 8 In standhouden historische graven en opvallende grafbedekking 1. Het college van kerkrentmeesters houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. Alvorens tot ruiming van graven over te gaan, onderzoekt het college van kerkrentmeesters of er graven zijn die in aanmerking komen om op de onder lid 1 genoemde lijst te worden bijgeschreven. 3. Het college van kerkrentmeesters beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het lid 1 bedoelde lijst staan. Pagina 12

Hoofdstuk 9 Klachten Artikel 27 1. Rechthebbenden, personen die behoren tot de Hervormde gemeente te Ochten en andere bij de begraafplaats belanghebbende personen, kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats of het nalaten daarvan bij het college van kerkrentmeesters een schriftelijke klacht indienen. 2. Het college van kerkrentmeesters reageert binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Het college kan deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen. 3. Het college van kerkrentmeesters brengt de beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van de klager. Artikel 28 Hoofdstuk 10 Overgangsbepalingen en slotbepalingen Het recht op een eigen graf, verleend vóór het in werking treden van dit reglement, wordt geacht een uitsluitend recht op een graf in de zin van de Wet op de lijkbezorging te zijn. (Art. 28 van de wet op de lijkbezorging) Artikel 29 Dit reglement treedt in werking op: 1 januari 2016 Alsdan vervallen de voordien bestaan hebbende voorschriften en bepalingen op dit gebied, behoudens eerbiediging van rechten, verkregen voor de inwerkingtreding van dit reglement, voorzover niet in strijd met de wettelijke bepalingen. Artikel 30 1. Ingeval van verschil van mening over de toepassing van dit reglement en in alle gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist het college van kerkrentmeesters. 2. Wijziging van dit reglement kan alleen schriftelijk en bij besluit door het college van kerkrentmeesters plaatsvinden. 3. Indien één artikel in dit reglement strijdig zou blijken te zijn met geldend recht, dient het betreffende artikel te worden uitgelegd op een wijze die, met inachtneming van het geldende recht, zo nauw mogelijk aansluit bij de oorspronkelijke bedoeling. Mocht een dergelijk artikel buiten toepassing dienen te blijven, dan laat dat de rechtsgeldigheid en gelding van de rest van het reglement onverlet. Het college van kerkrentmeesters Vastgesteld d.d.: 9-7-2017 Pagina 13