LJN: BW1041,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 245969 / KG ZA 12-89



Vergelijkbare documenten
LJN: BY2074, Gerechtshof 's-hertogenbosch, HD Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:RBROT:2017:886

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:GHARL:2015:350

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

2 De feiten 2.1. City Hotel drijft sinds 1980 onder de naam City Hotel een hotel, bar en restaurantbedrijf te Oss.

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

Vonnis in kort geding van 2 februari 2007, bij vervroeging,

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

ECLI:NL:RBMNE:2017:1813

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

King Cuisine [gedaagde] DomJur

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBGEL:2017:2637


ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBLEE:2010:BL7144

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

In naam van de Koning. zaaknummer / rolnummer: C/05/ / KG ZA

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter.

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136


ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker.

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBNHO:2016:5563 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Noord Holland

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Partijen hebben voorts ter zitting hun stellingen mondeling nader toegelicht.

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

30. OKT : 56 NR P. 2/ 8. in naam van de Koning vonnis P De feiten. Datum/tijd on tv / :47

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 16 april 2012

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

FlexExpert B.V. EquiPlus Mennagement B.V. DomJur

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

Partijen zullen hierna [eiser] en afzonderlijk [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] en gezamenlijk [gedaagde c.s.] genoemd worden.

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Transcriptie:

LJN: BW1041,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 245969 / KG ZA 12-89 Datum uitspraak: 04-04-2012 Datum publicatie: 05-04-2012 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Vindplaats(en): Uitspraak vonnis RECHTBANK BREDA Sector civiel recht Civiel overig Kort geding algemeen dwangsommenrecht Rechtspraak.nl zaaknummer / rolnummer: 245969 / KG ZA 12-89 Vonnis in kort geding van 4 april 2012 in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PONTIFIX BV, gevestigd te Berkel-Enschot, gemeente Tilburg, 2. [eiser 2], wonende te [woonplaats], eisers, advocaat: mr. J. Smolders te Tilburg, tegen 1. [gedaagde 1], wonende te [woonplaats], 2. de commanditaire vennootschap TILBURGS AMBULATORIUM NEUROPSYCHOLOGIE, gevestigd te Tilburg, gedaagden, advocaat: mr. E.J.A. Vilé te Utrecht. Partijen zullen hierna Pontifix c.s. en [gedaagden] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding met producties, genummerd 1 t/m 11, - de bij brief van 21 maart 2012 van de zijde van [gedaagden] in het geding gebrachte producties, genummerd 1 t/m 15, - de bij telefaxbericht van 26 maart 2012 van de zijde van Pontifix c.s. in het geding gebrachte producties, genummerd 12 t/m 14, - de mondelinge behandeling gehouden op 27 maart 2012, - de pleitnota van de zijde van Pontifix c.s. en het ter terechtzitting in het geding gebrachte productie 15, - de pleitnota van de zijde van [gedaagden] en de ter terechtzitting van de zijde van [gedaagden] overgelegde stukken. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. Het geschil 2.1. Pontifix c.s. vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, primair: 1. de beide door [gedaagden] ten laste van Pontifix c.s. gelegde beslagen op de bankrekening van [eiser 2], de bankrekening van Pontifix en het woonhuis van [eiser 2] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis op te heffen; 2. [gedaagden] te veroordelen om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis alle medewerking te verlenen aan de ongedaanmaking van de (gevolgen van de) gelegde beslagen, waaronder in ieder geval, doch niet uitsluitend het verlenen van medewerking aan doorhaling van het gelegde beslag in het kadaster; 3. [gedaagden] te veroordelen om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de deurwaarder te instrueren dit vonnis na te leven; 4. [gedaagden] te gebieden de executie van het tussen partijen gewezen vonnis in kort geding van 25 juni 2010 met zaak- en rolnummer: 217823 / KG ZA 10-221 en het tussen partijen gewezen arrest in hoger beroep van 20 december 2011 met zaak-nummer HD.200.071.041 primair te staken en gestaakt te houden, subsidiair te staken en gestaakt te houden voor zover het betreft de sites genoemd in de mail van 4 januari 2012 van (de advocaat van) [gedaagden] met de drie screenshots; subsidiar: 5. te bepalen dat de door [gedaagden] gelegde beslagen op de bankrekening van [eiser 2], de bankrekening van Pontifix en het woonhuis van [eiser 2] zijn beperkt tot een bedrag van in totaal maximaal door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag; 6. de beide door [gedaagden] gelegde beslagen op de bankrekening van [eiser 2], de bankrekening van Pontifix en het woonhuis van [eiser 2] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis op te heffen voor zover deze een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag te boven gaan; 7. [gedaagden] te veroordelen om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis alle medewerking te verlenen aan de ongedaanmaking van de (gevolgen van de) gelegde beslagen, waaronder in ieder geval, doch niet uitsluitend het verlenen van medewerking aan doorhaling van het gelegde beslag in het kadaster; 8. [gedaagden] te veroordelen om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de deurwaarder te instrueren dit vonnis na te leven; 9. [gedaagden] te gebieden de executie van het tussen partijen gewezen vonnis in kort geding van 25 juni 2010 met zaak- en rolnummer: 217823 / KG ZA 10-221 en het tussen partijen gewezen arrest in hoger beroep van 20 december 2011 met zaaknummer HD.200.071.041 primair te staken en gestaakt te houden, subsidiair te staken en gestaakt te houden voor zover het betreft de sites genoemd in de mail van 4 januari 2012 van (de advocaat van) [gedaagden] met de drie screenshots; primair en subsidiair: 10. te bepalen dat alle geboden en verboden hoofdelijk zijn en dat Peeters en de CV hoofdelijk, en bij gebreke van hoofdelijkheid, ieder voor de helft een dwangsom verbeuren van EURO 10.000,-- per dag voor iedere dag dat [gedaagden] na betekening van dit vonnis in gebreke zijn met de naleing van voormelde geboden en verboden, met bepaling dat in totaal aan dwangsommen maximaal EURO 300.000,-- kan worden verbeurd; 11. te bepalen dat voor vermeldingen waaraan Pontifix c.s. actief heeft bijdragen Pontifix c.s. in de toekomst slechts de dwangsom kan verbeuren nadat twee weken zijn verlopen na een ingebrekestelling, onder bepaling dat dit een inspanningsverbintenis is en dat een enkele mail/verwijderverzoek aan de desbetreffende website volstaat; 12. te bepalen dat voor vermeldingen waaraan Pontifix c.s. niet actief heeft bijgedragen Pontifix c.s. inde toekomst primair geen dwangsom zal verbeuren, subsidiair slechts de dwangsom kan verbeuren nadat twee weken zijn verlopen na een ingebrekestelling, onder bepaling dat dit een inspanningsverbintenis is en dat een enkele mail/verwijderverzoek aan de desbetreffende website volstaat; 13. te bepalen of het tussen partijen gewezen vonnis in kort geding van 25 juni 2010 met zaak-

en rolnummer: 217823 / KG ZA 10-221 en het tussen partijen gewezen arrest in hoger beroep van 20 december 2011 met zaaknummer HD.200.071.041 een inspannings- of resultaatsverplichting inhouden, of die inspannings- of resultaatsverplichting ook geldt voor vermeldingen waaraan Pontifix c.s. niet actief heeft bijgedragen, of er een waarschuwingsplicht geldt, en of in het geval van een inspanningsverplichting een enkele mail / verwijderverzoek aan de desbetreffende website volstaat; en voor zoveel mogelijk Pontifix c.s. hoofdelijk, en bij gebreke van hoofdelijkheid, ieder voor de helft te veroordelen tot vergoeding: 14. van de reële proceskosten van dit geding ex artikel 1019h Rv aan Pontifix c.s., conform de de door Pontifix c.s. overgelegde specificatie; 15. tot vergoeding aan Pontifix c.s. van de wettelijke vertragingsrente ex artikel 6:119 BW over de proceskostenveroordeling, vanaf twee weken na dagtekening van dit vonnis; 16. van de nakosten te begroten op EURO 131,--, zonder betekening, dan wel EURO 199,-- in geval van betekening en in alle gevallen maximaal de helft van het geliquideerde salaris c.q. daarvoor bevelschrift ex artikel 237 lid 4 Rv af te geven. 2.2. [gedaagden] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 3. De beoordeling 3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten: - Voor de feiten in deze procedure verwijst de voorzieningenrechter naar de vaststaande feiten zoals opgenomen in het vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 25 juni 2010, onder zaak- en rolnummer 217823 /KG ZA 10-221 en het tussen partijen gewezen arrest in hoger beroep van 20 december 2011 met zaaknummer HD.200.071.041. - Bij voormeld vonnis van 25 juni 2010 heeft de voorzieningenrechter onder meer als volgt beslist: ( ) in recoventie verbiedt Pontifix B.V. en [eiser 2] om vanaf vijf dagen na de betekening van dit vonnis het gebruik van de naam TILBURGS AMBULATORIUM NEUROPSYCHOLOGIE en/of de afkorting TAN voort te zetten ter aanduiding van hun beroepsmatige activiteiten in de gezondheidszorg, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EURO 1.000,-- voor iedere dag dat deze veroordeling door de betreffende partij wordt overtreden, met bepaling dat elke partij maximaal EURO 100.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren; - In hoger beroep i s bij voormeld arrest van 20 december 2011 onder meer als volgt beslist: ( ) Vernietigt het vonnis waarvan beroep in reconventie voor zover de vordering van [gedaagden] ten aanzien van het verbod op gebruik van de domeinnaam tanpsyhologie.nl is afgewezen en, in zoverre opnieuw rechtdoende: verbiedt Pontifix en [eiser 2] om vanaf vijf dagen na betekening van dit arrest het gebruik van de domeinnaam tanpsychologie.nl voort te zetten ter aanduiding van hun beroepsmatige activiteiten in de gezondheidszorg, zulks op straffe van een dwangsom van EURO 1.000,00 voor iedere dag dat deze veroordeling door de betreffende partij wordt overtreden, met bepaling dat elke partij maximaal EURO 100.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren; - Bij brief van 3 januari 2012 van de zijde van [gedaagden] aan [eiser 2] wordt het volgende medegedeeld: ( ) U heeft het verbod tot het gebruik van de naam Tilburgs Ambulatorium Neuropsychologie en de afkorting TAN in ernstige mate en voortdurend overtreden. Op de website bedrijf.nl en daarmede bij Google is vermeld: TAN Tilburgs Ambulatorium Bosscheweg 57

5056 KA Berkel-Enschot. Op de website is van bedrijf.nl is bovendien informatie over TAN Tilburgs Ambulatorium verstrekt, die geheel overeenstemt met de beschrijving die mevrouw Peeters voor haar bedrijf voert.( ) Daarbij is [eiser 2] gesommeerd tot betaling van een dwangsom van EURO 100.000,--. -Bij e-mailbericht van 4 januari 2012 is van de zijde van [gedaagden] een afschrift van de betreffende sites gezonden, zijnde zoek-uw-bedrijf.nl. De zoekterm tanpsychologie levert op de zoekmachine Google een vermelding op naar de website van zoek-uw-bedrijf.nl. - Bij deurwaardersexploiten van 10 februari 2012 is ten laste van [eiser 2] executoriaal beslag gelegd op zijn woonhuis, alsmede derdenbeslag op zijn bankrekening. Ten laste van Pontifix is executoriaal derdenbeslag gelegd op haar bankrekening bij ABN AMRO Bank te Tilburg. 3.2. Pontifix c.s. leggen aan hun vorderingen verkort weergegeven ten grondslag dat zij op geen enkele manier het aan hen gegeven verbod hebben overtreden, zodat geen dwangsommen zijn verbeurd. 3.3. [gedaagden] stellen dat [eiser 2] het opgelegde verbod heeft overtreden, zodat dwangsommen zijn verbeurd. 3.4. Het gestelde spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vorderingen en wordt door [gedaagden] niet betwist. 3.5. Tussen partijen is in geschil de executie van dwangsommen door [gedaagden] ten laste van Pontifix c.s. In een dergelijk geval moet degene die daar aanspraak op maakt feiten stellen en zo nodig bewijzen die rechtvaardigen dat dwangsommen zijn verbeurd. Dat betekent dat op het moment dat de executie wordt aangevangen de executerende partij aan de geëxecuteerde duidelijk dient te maken wat de feitelijke grondslag van de executie is. Dit vereiste geldt omdat de wederpartij er belang bij heeft om te weten waartegen hij zich moet verweren en of hij redenen heeft om in kort geding een executiegeschil aanhangig te maken. Dit leidt ertoe dat de beoordeling van de vraag of dwangsommen zijn verbeurd dient plaats te vinden aan de hand van de feiten die [gedaagden] hebben ingeroepen toen zij de executie zijn aangevangen. 3.6. In de brief van 3 januari 2012 (productie 5 van de zijde van [gedaagden]) is door [gedaagden] aan [eiser 2] bericht dat inbreuk op het verbod heeft plaatsgevonden doordat op de website bedrijf.nl en daarmede bij Google is vermeld: TAN Tilburgs Auditorium Bosscheweg 57 5056 KA Berkel-Enschot. Bij e-mailbericht van 4 januari 2012 (productie 4 bij dagvaarding) hebben [gedaagden] verduidelijkt dat het gaat om de sites van zoek-uw-bedrijf.nl. Gelet daarop zal de voorzieningenrechter deze grondslag onderzoeken. Een behoorlijke procesorde verzet zich ertegen dat [gedaagden] nieuwe gronden aanvoeren en deze onder de executie leggen, zodat de nieuw aangevoerde gronden buiten beschouwing zullen worden gelaten. 3.7. In dit executiegeschil is slechts aan de orde de vraag van dwangsommenrecht of al dan niet een dwangsom is verbeurd. Bij de beoordeling van de vraag of [eiser 2] ingevolge het vonnis dwangsommen heeft verbeurd, dient de voorzieningenrechter zich te beperken tot de toetsing van de ter uitvoering van het vonnis verrichte handelingen van [eiser 2] aan de inhoud van de veroordeling zoals deze door uitleg moet worden vast-gesteld. Daarbij dient het doel en de strekking van de veroordeling tot richtsnoer te worden genomen, in die zin dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel. Bovendien geldt bij een meer algemeen geformuleerd of multi-interpretabel verbod dat een redelijke uitleg daarvan meebrengt de draagwijdte ervan beperkt te achten tot handelingen waarvan niet kan worden betwijfeld dat zij, mede gelet op de gronden waarop het verbod werd gegeven, vallen onder het verbod. 3.8. De tekst van de veroordeling zoals uitgesproken bij vonnis van de voorzieningenrechter van

25 juni 2010 luidt: Verbiedt Pontifix B.V. en [eiser 2] om vanaf vijf dagen na de betekening van dit vonnis het gebruik van de naam TILBURGS AMBULATORIUM NEUROPSYCHOLOGIE en/of de afkorting TAN voort te zetten ter aanduiding van hun beroepsmatige activiteiten in de gezondheidszorg, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EURO 1.000,-- voor iedere dag dat deze veroordeling door de betreffende partij wordt overtreden, met bepaling dat elke partij maximaal EURO 100.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren; In dit geval geeft het vonnis enige uitleg in rechtsoverweging 4.9, waarin staat: Aan [eiser 2] en Pontifix zal verboden worden om de handelsnaam Tilburg Ambulatorium Neuropsychologie en de afkorting TAN te gebruiken voor dezelfde beroepsactiviteiten als Peeters en TAN C.V. Dat betekent met name dat zij deze namen niet meer mogen gebruiken op hun briefpapier of website ter aanduiding van hun eigen praktijk. 3.9. Het gerechtshof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter ten aanzien van voormelde veroordeling bekrachtigd zonder verdere overwegingen te wijden aan de inhoud en reikwijdte van de veroordeling. Dat betekent dat het vonnis in eerste aanleg leidend is bij de uitleg. 3.10. Gelijk hiervoor is overwogen stellen [gedaagden] dat [eiser 2] inbreuk op het gegeven verbod heeft gepleegd door de vermelding op de website van zoek-uw-bedrijf.nl en daarmede bij Google : TAN Tilburgs Auditorium, Bosscheweg 57, 5056 KA Berkel-Enschot. Dit verwijt betreft dus niet de concretisering van het verbod uit het vonnis, nu met voormelde vermeldingen geen sprake is van gebruik op briefpapier of op de eigen website van Pontifix c.s. Het verwijt houdt in dat inbreuk is gemaakt op het algemeen geformuleerde verbod. Dat daarvoor mogelijkheid bestaat volgt uit de woorden met name die voorafgaan aan de concretiseringen. 3.11. Op grond van vaste rechtspraak van de Hoge Raad - HR, 3 januari 1964, NJ 1964, 445 (Lexington) en HR, 18 februari 1966, NJ 1966, 208 (Klokkenspel) - is van overtreding van een algemeen verbod pas dan sprake als: een redelijke uitlegging van een verbod als het onderhavige meebrengt de draagwijdte daarvan beperkt te achten tot handelingen, waarvan in ernst niet kan worden betwijfeld, dat zij, mede gelet op de gronden waarop het verbod werd gegeven, inbreuken, als door den rechter verboden, opleveren. Dat betekent dat buiten twijfel dient te staan dat sprake is van een handelen als bedoeld in het verbod. Als daarover twijfel kan bestaan bij de veroordeelde is er geen dwangsom verbeurd. In een kort geding als dit moet de voorzieningenrechter een inschatting maken hoe de bodemrechter in executiegeschil zal gaan oordelen. 3.12. Het vonnis verbiedt de voortzetting. Bij de genoemde uitlegregel past dat het moet gaan om gebruik dat dus door [eiser 2] zelf is begonnen. [eiser 2] stelt dat hij nimmer informatie heeft geplaatst op, dan wel verstrekt aan de website van zoek-uw-bedrijf.nl en dat hem onbekend is hoe laatstgenoemde haar informatie verwerft. Op verzoek van [eiser 2] om hierover informatie te verstrekken is van de zijde van zoek-uw-bedrijf.nl niet geantwoord. 3.13. [gedaagden] dragen de stelplicht en bewijslast van overtredingen in een bodem executiegeschil. [gedaagden] hebben niet gesteld dat [eiser 2] zelf informatie heeft verstrekt of doen verstrekken aan zoek-uw-bedrijf.nl. Reeds hierom voldoen [gedaagden] niet aan hun stelplicht. Nu zij evenmin de stelling van Pontifix c.s. - dat zij in ieder geval geen informatie aan zoek-uw-bedrijf.nl hebben verstrekt - gemotiveerd hebben weer-sproken, dient het uitgangspunt in dit kort geding te zijn dat [eiser 2] dat ook niet heeft gedaan. Dat betekent dat niet aannemelijk is gemaakt dat [eiser 2] is begonnen met informatieverstrekking met betrekking tot de bewuste namen en daarmee dus ook niets heeft voortgezet in de zin van het vonnis. Uit het voorgaande volgt dat [gedaagden] onvoldoende feiten hebben gesteld die de nu gelegde beslagen rechtvaardigen. Dit betekent dat de vorderingen van Pontifix c.s. op de na te melden wijze zullen worden toegewezen. 3.14. De primaire vorderingen sub 1 en 2 zullen worden toegewezen. De vordering sub 3 is zonder belang en wordt afgewezen. De vordering sub 4 en de daaraan verbonden

dwangsomveroordeling worden afgewezen. Een verbod om het vonnis te executeren is immers pas gerechtvaardigd als vast staat dat er geen overtreding meer zal kunnen worden vastgesteld. Dat is hier niet het geval. Op dit moment is slechts onbekend hoe zoek-uw-bedrijf.nl aan informatie kwam. Niet uitgesloten kan worden dat later alsnog zal blijken dat Pontifix c.s. daartoe hebben bijgedragen op een wijze die overtreding van het vonnis oplevert. De overige geschilpunten tussen partijen behoeven geen (nadere) bespreking en beslissing meer. 3.15. [gedaagden] zullen hoofdelijk, aldus dat bij betaling door de één de ander in zoverre, zal zijn bevrijd, als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proces-kosten. Pontifix c.s. hebben een kostenveroordeling gevraagd op basis van artikel 1019h Rv en daartoe een proceskostenoverzicht van hun advocaat in het geding gebracht. Nu het onderhavige geding - een executiegeschil over tenuitvoerlegging van een verbod tot merkinbreuk - valt onder het toepassingsgebied van de rechterlijke aanbeveling Indicatietarieven in IE-zaken,, zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, zullen de gevorderde proceskosten conform het overgelegde proceskostenoverzicht tot een bedrag van EURO 9.406,75 worden toegewezen. Voorts zullen [gedaagden] worden veroordeeld in het door Pontifix c.s. verschuldigde griffierecht en de exploitkosten van de dagvaarding. 3.16. De kosten aan de zijde van Pontifix c.s. worden begroot op: - dagvaarding EUR 76,17 - vast recht 575,00 - salaris advocaat 9.406,75 Totaal 10.057,92 De gevorderde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de proceskosten, alsmede de nakosten zijn niet weersproken en komen als gevorderd voor vergoeding in aanmerking. Gelet hierop zal het gevorderde bevelschrift ex artikel 237 lid 4 Rv worden afgewezen. 4. De beslissing De voorzieningenrechter: 4.1. heft op de beide door [gedaagden] ten laste van Pontifix c.s. gelegde beslagen op de bankrekening van [eiser 2], de bankrekening van Pontifix en het woonhuis van [eiser 2] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis; 4.2. veroordeelt [gedaagden] om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis alle medewerking te verlenen aan de ongedaanmaking van de (gevolgen van de) gelegde beslagen, waaronder in ieder geval, doch niet uitsluitend het verlenen van medewerking aan doorhaling van het gelegde beslag in het kadaster; 4.3. veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten aan de zijde van Pontifix c.s., tot op heden begroot op EURO 10.057,92, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis, alsmede met hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot vergoeding van de nakosten van EURO 131,00 indien geen betekening plaatsvindt, dan wel indien betekening plaatsvindt van EURO 199,00; 4.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; 4.5. wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. Leijten en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. Ganpat op 4 april 2012.