ThinkCentre. Handboek voor de gebruiker Type 9212 en 9213

Vergelijkbare documenten
Gids voor het vervangen van hardware Type 8129, 8132, 8133 Type 8134, 8135, 8136

Gids voor het vervangen van hardware Typen 8141, 8142, 8145 Typen 8420, 8421, 8426

ThinkCentre. Gids voor het vervangen van hardware Typen 8424, 8425, 8428 Typen 8171, 8172, 8173

ThinkCentre. Gids voor het vervangen van hardware Type 9212 en 9213

ThinkCentre Gids voor het installeren en vervangen van hardware

Handboek voor de gebruiker Type 8129, 8132, 8133, 8134 Type 8135, 8136

ThinkCentre. Gids voor het vervangen van hardware Typen 8143, 8144, 8146 Typen 8422, 8423, 8427

Derde uitgave (september 2007) Copyright Lenovo 2005, Gedeelten Copyright IBM Corp

ThinkCentre Gids voor het installeren en vervangen van hardware. Machinetype 9120, 9127, 9129, 9134, 9136, 9139, 9141, 9143, 9156, 9158, 9171, 9191

Gids voor het vervangen van hardware Lenovo 3000 J Series. Typen 7387, 7388, 7389, 7393, 7394, 7395

ThinkCentre Gids voor het installeren en vervangen van hardware. Machinetype 9126, 9128, 9130, 9135, 9137, 9140, 9142, 9144, 9157, 9159, 9169, 9189

Handboek voor de gebruiker Type 8288, 8297, 8326 Type 8329, 8342, 8380

Handboek voor de gebruiker Type 8290, 8291, 8292, 8463, 8464 Type 8465, 8469, 8472, 8708, 8709 Type 8712, 8713, 8719, 8771, 8772 Type 8776, 8777,

Lenovo 3000 J Series

Lenovo 3000 J Series

ThinkStation Gids voor het installeren en vervangen van hardware

ThinkCentre Gids voor het installeren en vervangen van hardware

Gids voor het vervangen van hardware Typen 8700, 8701, 8705, 8717, 8973 Typen 8975, 8979, 8983, 8985, 8991 Typen 8995, 9265, 9269, 9277, 9279 Typen

Handboek voor de gebruiker Type 8104, 8105, 8106, 8107, 8108, 8109 Type 8117, 8118, 8119, 8120, 8121

ThinkCentre Gids voor installeren en vervangen van hardware. Machinetypen 6417, 6418, 6449, 6453

Derde uitgave (september 2007) Copyright Lenovo 2005, Gedeelten Copyright IBM Corp

Gids voor het vervangen van hardware Type 8287, 8296, 8299, 8327, 8340 Type 8343, 8381, 8782, 8783, 8784 Type 8785, 8786, 8788

Lenovo 3000 J Series

Gids voor het vervangen van hardware Lenovo 3000 J Series. Typen 7390, 7391, 7392, 7396, 7397, 7398

Gids voor het vervangen van hardware Type 8104, 8105, 8106, 8107 Type 8108, 8109, 8117, 8118 Type 8119, 8120, 8121

Controlelijst bij het uitpakken

Gids voor het vervangen van hardware Typen 8012, 8794, 8798, 8802 Typen 8806, 8811, 8816

Gids voor het vervangen van hardware Type 8288, 8297, 8326 Type 8329, 8342, 8380

ThinkCentre Gids voor het installeren en vervangen van hardware. Machinetypen 6008, 6068, 6074, 6079, 6082, 9012, 9018, 9087, 9096, 9163, 9172, 9193

ThinkCentre Handboek voor de gebruiker

ThinkPad T Series. Installatie. Controlelijst bij uitpakken. h Netsnoer h Boeken: h AC-adapter h Telefoonsnoer. h Computer h Batterij.

Gids voor het vervangen van hardware Typen 8011, 8793, 8797, 8801 Typen 8805, 8810, 8814

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION A6000

Gids voor het vervangen van hardware Typen 8009, 8791, 8795, 8799 Typen 8803, 8807, 8812

NetVista. Handboek voor de gebruiker A60 Type 6838 A60i Type 6848

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Handboek voor de gebruiker Lenovo 3000 J Series. Typen 7387, 7388, 7389, 7393, 7394, 7395

Handboek voor de gebruiker Typen 8012, 8794, 8798, 8802 Typen 8806, 8811, 8816

ThinkCentre. Handboek voor de gebruiker Typen2296,8191,8198,8199,8316,8434

UW COMPUTER UPGRADEN

Handboek voor de gebruiker Typen 8011, 8793, 8797, 8801 Typen 8805, 8810, 8814

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION MEDIA CENTER M8000

Handboek voor de gebruiker Lenovo 3000 J Series. Typen 7390, 7391, 7392, 7396, 7397 en 7398

Handboek voor de gebruiker Typen 8009, 8791, 8795, 8799 Typen 8803, 8807, 8812

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Handboek voor de gebruiker Type 8293, 8294, 8295, 8466, 8467 Type 8468, 8473, 8474, 8710, 8711 Type 8714, 8715, 8773, 8774, 8778 Type 8779, 8818,

ThinkCentre. Handboek voor de gebruiker Typen 8185, 8186, 8187, 8188, 8189 Typen8190,8192,8193,8194,8195 Typen8196,8197,8432,8433

UW COMPUTER UPGRADEN

Gids voor het vervangen van hardware Type 9300, 9301, 9636, 9638, 9640 Type 9641, 9642, 9643, 9644, 9645

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Specificaties. Specificaties. Specificaties PCG-R600HMPD/PCG-R600HMP. Besturingssysteem. Processor. Harde schijf. Standaard RAM.

ThinkCentre Gids voor het installeren en vervangen van hardware. Machinetypen 6062, 6065, 6071, 6076, 6089, 9011, 9014, 9071, 9089, 9162, 9182, 9303

Lenovo 3000 J Series

UW COMPUTER UPGRADEN

Gebruik onderstaande stappen in combinatie met tabel 1 en fig 1. Aansluiting Functie A

F G H. Beschrijving LED s en hoorbare alarmen LED Geluid Uitgang Opladen Beschrijving Wat te doen? - - Nee Ja UPS is

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Handboek voor de gebruiker

De TRUST 2 PORT USB 2.0 PCI CARD werkt niet op MAC.

INTRODUCTIE. Voorzorgsmaatregelen. Systeem Vereisten NEDERLANDS

Opstarten. Hoofdstuk 1

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel.

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

EM4028 R2 10/100/1000 Mbps PCI Network Adapter

FB Sweex 3 Port FireWire PCI Card FB Sweex 4 Port FireWire PCI Card

Handboek voor de gebruiker Type 2292, 6343, 6349, 6350 Type 6790, 6791, 6792, 6793, 6794, 6795, Type 6823, 6825

Packard Bell Easy Repair

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION ELITE M9000

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Eerste uitgave (april 2007) Copyright Lenovo 2005, Gedeelten Copyright IBM Corp

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Dell Vostro 430 Technische informatie over installatie en functies

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Handboek voor de gebruiker Type , 9301, 9636, 9638, 9640 Type 9641, 9642, 9643, 9644, 9645

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ PRESARIO SR5000

HP 2700 Ultra-Slim dockingstation Gebruikershandleiding

M920t Gebruikershandleiding en handboek voor hardwareonderhoud

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer

Dell Latitude Informatie over installatie en functies. Vooraanzicht. Waarschuwingen

Handleiding voor upgrades en service

TRUST 5 PORT USB 2.0 UPGRADE KIT & HUB

4 Installatie van het stuurprogramma

M710e Gebruikershandleiding en handboek voor hardwareonderhoud

Packard Bell Easy Repair

Mocht één van bovenstaande onderdelen ontbreken, neem dan contact op met de leverancier.

Handleiding voor upgrades en service. Printed in

Inhoud. Opmerking! Let op:

WAARSCHUWING: Algemene veiligheidsinstructies

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Hardware. De computer bestaat uit :

Packard Bell Easy Repair. Packard Bell Easy Repair

: Minimaal 650Mb vrije ruimte : Beschikbare IDE interface connector

Mac Pro eerste generatie harde schijven en de harde schijf dragers (begin 2008)

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Transcriptie:

ThinkCentre Handboek voor de gebruiker Type 9212 en 9213

ThinkCentre Handboek voor de gebruiker Type 9212 en 9213

Opmerking Lees eerst Belangrijke veiligheidsvoorschriften op pagina v en Bijlage D, Kennisgevingen, op pagina 43. Eerste uitgave (februari 2005) Copyright IBM Corp. 2005.

Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsvoorschriften.. v Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is..v Algemene veiligheidsrichtlijnen........vi Onderhoud.............vi Netsnoeren en voedingsadapters......vi Verlengsnoeren en aanverwante apparaten... vii Stekkers en aansluitingen........ vii Batterijen.............. vii Warmte en ventilatie van het product.... viii Veiligheid van CD- en DVD-stations..... viii Aanvullende veiligheidsvoorschriften......ix Kennisgeving lithiumbatterij.........ix Veiligheidsvoorschriften voor de modem.....x Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen...x Veiligheidsvoorschriften voor de voedingseenheid.xi Overzicht............. xiii Informatiebronnen............ xiii Hoofdstuk 1. Opties installeren..... 1 Voorzieningen..............1 Beschikbare opties............4 Specificaties..............5 Benodigd gereedschap...........6 Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit.............6 Externe opties installeren..........6 Aansluitingen aan de voorkant van de computer.7 Aansluitingen aan de achterkant van de computer 8 Stuurprogramma s...........9 De kap verwijderen............10 De plaats van componenten.........11 Onderdelen op de systeemplaat........11 Geheugenmodules............12 Adapters installeren...........13 Interne stations installeren.........15 Stationsspecificaties...........15 Een station installeren in vak 1 of 2.....17 Een vaste-schijfstation installeren in vak 3...18 Stations aansluiten............20 Het eerste optische-schijfstation aansluiten...20 Een extra optische-schijfstation of parallel ATA vaste-schijfstation aansluiten........20 Een serieel ATA-vaste-schijfstation aansluiten..21 Beveiligingsvoorzieningen installeren......21 Beveiligingssloten...........22 Geïntegreerd kabelslot..........23 Hangslot..............24 Wachtwoorden............24 De batterij vervangen...........24 Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) 25 De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten...26 Hoofdstuk 2. De Setup Utility gebruiken 27 De Setup Utility starten..........27 Instellingen bekijken en wijzigen.......27 Wachtwoorden gebruiken..........27 Gebruikerswachtwoord.........27 Configuratiewachtwoord.........28 Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen..28 Security Profile by Device gebruiken......28 Een opstartapparaat kiezen.........28 Een tijdelijk opstartapparaat kiezen.....29 De opstartvolgorde wijzigen........29 De Setup Utility afsluiten..........29 Bijlage A. Systeemprogramma s bijwerken................ 31 Systeemprogramma s...........31 Het BIOS bijwerken met een diskette.....31 Het BIOS bijwerken (flashen) vanuit het besturingssysteem...........32 Herstel na een fout bij het bijwerken van POST/BIOS..............32 Bijlage B. De muis schoonmaken... 33 Optische muis.............33 Muis met bal..............33 Bijlage C. Handmatige modemopdrachten............. 35 Basic AT-opdrachten...........35 Extended AT-opdrachten..........37 MNP/V.42/V.42bis/V.44-opdrachten......38 Fax Class 1-opdrachten..........39 Fax Class 2-opdrachten..........39 Spraakopdrachten............40 Bijlage D. Kennisgevingen...... 43 Kennisgeving televisie-uitvoer........44 Handelsmerken.............44 Trefwoordenregister......... 45 Copyright IBM Corp. 2005 iii

iv Handboek voor de gebruiker

Belangrijke veiligheidsvoorschriften Deze informatie helpt u uw IBM personal computer veilig te gebruiken. Volg alle bij uw computer geleverde instructies en bewaar alle documentatie. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de IBM Garantieverklaring. IBM hecht groot belang aan de veiligheid van de klant. Onze producten worden ontworpen met het oog op veiligheid en effectiviteit. Personal computers zijn echter elektronische apparaten. Netsnoeren, voedingsadapters en andere onderdelen kunnen een veiligheidsrisico opleveren dat, met name bij onjuist gebruik en misbruik, kan leiden tot schade en lichamelijk letsel. Om deze risico s te verkleinen, dient u de bij het product geleverde instructies te volgen, zich te houden aan alle waarschuwingen op het product zelf en in de bedieningsinstructies, en de informatie in dit document zorgvuldig te lezen. Door de in dit document opgenomen informatie en de bij het product geleverde instructies nauwkeurig op te volgen, beschermt u zichzelf tegen gevaren en maakt u de werkomgeving van de computer een stuk veiliger. Opmerking: In deze informatie wordt gewag gemaakt van voedingsadapters en batterijen. IBM levert externe voedingsadapters niet alleen bij mobiele personal computers, maar ook bij bepaalde andere producten (zoals luidsprekers en beeldschermen). Als u een dergelijk product in bezit hebt, is deze informatie ook daarop van toepassing. Bovendien kunnen er in uw computer interne batterijen ter grootte van een munt ( knoopcellen ) zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computers. Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken. Bepaalde schade aan producten is zó ernstig dat het product niet meer mag worden gebruikt voordat het is geïnspecteerd en, indien nodig, gerepareerd door een geautoriseerde onderhoudstechnicus. Net als bij andere elektronische producten dient u goed op het product te letten wanneer u het aanzet. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat u een geur waarneemt of rook danwel vonkjes uit de machine ziet komen. Het kan ook zijn dat u een ploppend, krakend of sissend geluid hoort. Dit kan erop wijzen dat een van de interne elektronische componenten op een gecontroleerde manier defect is geraakt. Het kan echter ook een indicatie zijn van een mogelijk gevaarlijke situatie. Neem in dergelijke gevallen nooit risico s en probeer niet zelf een diagnose te stellen. Controleer de computer en haar componenten regelmatig op schade, slijtage of andere tekenen van gevaar. Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product dan niet. Neem contact op met het IBM Support Center of met de fabrikant van het product. U krijgt dan te horen hoe u het product kunt inspecteren en, indien nodig, kunt laten repareren. In het onwaarschijnlijke geval dat een van de onderstaande omstandigheden zich voordoet of als u twijfelt aan de veiligheid van het product, stopt u het Copyright IBM Corp. 2005 v

gebruik van het product, haalt u de stekker uit het stopcontact en ontkoppelt u de telefoonkabels. Neem voor verdere instructies contact op met het IBM Support Center. v Gebarsten, gebroken of anderszins beschadigde netsnoeren, stekkers, voedingsadapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden. v Aanwijzingen voor oververhitting, rook, vonken, vuur. v Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen). v Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product. v Aanwijzingen dat er vloeistof is gemorst of dat er iets op de computer, het netsnoer of de voedingsadapter is gevallen. v De computer, het netsnoer of de voedingsadapter is blootgesteld aan water. v Het product is gevallen of op welke manier dan ook beschadigd. v Het product werkt niet normaal als u de bedieningsinstructies volgt. Opmerking: Als u een van deze situaties opmerkt bij een niet-ibm product (bijvoorbeeld een verlengsnoer), gebruik het dan niet meer totdat u contact hebt gehad met de fabrikant van het product en nadere instructies hebt ontvangen, of totdat u een geschikt vervangend product hebt. Algemene veiligheidsrichtlijnen Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel of schade te verkleinen: Onderhoud Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het IBM Support Center. Doe alleen een beroep op serviceleveranciers die door IBM zijn geautoriseerd om reparaties uit te voeren aan uw specifieke product. Opmerking: Bepaalde onderdelen kunnen door de klant zelf worden vervangen. Dergelijke onderdelen worden Customer Replaceable Units of CRU s genoemd. Indien er sprake is van een CRU en de klant een onderdeel dus zelf kan vervangen, wordt dit expliciet aangegeven en wordt er documentatie met instructies verstrekt. U dient zich bij het uitvoeren van dergelijke reparaties of vervangingen strikt aan de instructies te houden. Zorg altijd dat het product uit staat en dat de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald vóórdat u met de vervangingsprocedure begint. Bij vragen neemt u contact op met het IBM Support Center. Netsnoeren en voedingsadapters Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd. Wikkel het netsnoer nooit rond de voedingsadapter of enig ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren. Leid netsnoeren altijd zodanig dat ze niet in de knel zitten en dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen. vi Handboek voor de gebruiker

Voorkom dat het snoer en de voedingsadapter in aanraking komen met vloeistof. Laat een snoer of een voedingsadapter nooit achter in de buurt van een gootsteen, een bad of douche, een toilet of vloeren die met vloeibare schoonmaakmiddelen worden gereinigd. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting. Sluit de netsnoeren en signaalkabels altijd in de juiste volgorde aan en zorg dat de stekkers altijd stevig in het stopcontact zitten. Gebruik geen voedingsadapter waarvan de pennetjes op de stekker sporen van roest of corrosie vertonen of waarvan de behuizing zichtbaar oververhit is geweest. Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is. Verlengsnoeren en aanverwante apparaten Controleer of elk verlengsnoer, elke piekspanningsbeveiliging, elke noodvoeding en elke verdeelstekker die u gebruikt, bestand is tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u een verdeelstekker gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekker. Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op met een elektricien. Stekkers en aansluitingen Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen. Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant. Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact. Dit is en veiligheidsvoorziening. Sluit de stekker niet aan op een stopcontact zonder aarde. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of specificaties van groepen, neem dan contact op met een elektricien. Zorg dat het netsnoer dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de apparatuur bevindt. Zorg dat het snoer niet helemaal strak staat; hierdoor kan het slijten. Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of daar uit haalt. Batterijen Alle PC s bevatten een niet oplaadbare celbatterij die de systeemklok van stroom voorziet. Daarnaast zijn veel mobiele producten, zoals ThinkPad-notebooks, voorzien van een oplaadbare batterij die het systeem van stroom voorziet. De batterijen die door IBM voor uw product worden geleverd, zijn getest op compatibiliteit en mogen alleen worden vervangen door onderdelen die door IBM zijn goedgekeurd. Belangrijke veiligheidsvoorschriften vii

Probeer nooit de batterij open te maken of te repareren. Zorg dat de batterij niet gedeukt of doorboord wordt en niet in contact komt met open vuur. Voorkom kortsluiting van de metalen contactpunten. Stel de batterij niet bloot aan water of andere vloeistoffen. Laad de batterij uitsluitend op volgens de instructies in de productdocumentatie. Door misbruik of onoordeelkundig gebruik kan de batterij oververhit raken, waardoor er gassen of vonken uit de batterij of knoopcel kunnen komen. Als uw batterij beschadig is of als u merkt dat de batterij spontaan leegloopt of dat er zich vreemd materiaal rond de contactpunten van de batterij afzet, staak het gebruik van de batterij dan onmiddellijk en bestel een nieuwe bij de fabrikant. Als batterijen lange tijd ongebruikt worden gelaten, kan de kwaliteit ervan teruglopen. Bij bepaalde oplaadbare batterijen (met name lithium-ionenbatterijen) kan het ongebruikt laten van de batterij in ontladen toestand leiden tot een verhoogde kans op kortsluiting, waardoor de levensduur van de batterij wordt verkort en er tevens een veiligheidsrisico ontstaat. Zorg dat oplaadbare lithium-ionenbatterijen niet helemaal ontladen raken en bewaar deze batterijen niet in ontladen toestand. Warmte en ventilatie van het product Computers produceren warmte als ze aan staan en als de batterijen worden opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebook-pc s een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: v Houd de computer niet te lang op schoot als de computer in bedrijf is of de batterij wordt opgeladen. Tijdens de normale werking produceert de computer enige warmte. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken. v Gebruik de computer niet en laad de batterijen niet op in de buurt van licht ontvlambare of explosieve materialen. v Ventilatieopeningen, ventilatoren en/of koelribben maken deel uit van het product omwille van de veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg dat deze voorzieningen nooit worden geblokkeerd of uitgeschakeld. Veiligheid van CD- en DVD-stations In CD- en DVD-stations draait de disc met een hoge snelheid rond. Indien een CDof DVD-disc gebarsten of anderszins fysiek beschadigd is, kan het gebeuren dat deze bij gebruik in het CD- of DVD-station breekt of zelfs versplintert. Om verwonding ten gevolge van dergelijke situaties te voorkomen, en om de kans op schade aan uw machine te verkleinen, doet u het volgende: v Bewaar CD/DVD-discs altijd in hun originele verpakking. v Bewaar CD/DVD-discs nooit in de felle zon of in de buurt van een warmtebron. v Haal CD/DVD-discs uit de computer wanneer ze niet worden gebruikt. v Zorg dat CD/DVD-discs niet worden verbogen en plaats ze niet met kracht in de computer of in de verpakking. v Controleer vóór gebruik steeds of de CD/DVD-discs geen barsten vertonen. Is een disc gebarsten of beschadigd, gebruik hem dan niet. viii Handboek voor de gebruiker

Aanvullende veiligheidsvoorschriften GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet; voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer. v Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten. v Sluit ook het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangesloten aan op een correct geaard stopcontact. v Gebruik indien mogelijk slechts één hand bij het aansluiten en loskoppelen van signaalkabels. v Zet een apparaat nooit aan als dit brand-, water- of structuurschade vertoont. v Ontkoppel alle netsnoeren, telecommunicatiesystemen, netwerken en modems voordat u de kap van het apparaat opent, tenzij de installatie- of configuratieinstructies expliciet anders voorschrijven. v Als u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent, houd u dan bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels aan het volgende: Aansluiten: 1. Zet alles UIT. 2. Sluit eerst alle kabels aan op de apparaten. 3. Sluit de signaalkabels aan. 4. Steek de stekker in het stopcontact. 5. Zet het apparaat AAN. Ontkoppelen: 1. Zet alles UIT. 2. Haal eerst de stekker uit het stopcontact. 3. Ontkoppel de signaalkabels. 4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten. Kennisgeving lithiumbatterij Let op! Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Gebruik ter vervanging alleen IBM-batterijen met onderdeelnummer 33F8354 of een gelijksoortige batterij die door de leverancier wordt aanbevolen. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen. Houd u aan het volgende: v Gooi de batterij niet in water v Verwarm de batterij niet boven 100 C v Haal de batterij niet uit elkaar Gooi de batterij niet zomaar weg, maar breng deze naar een vergaarplaats voor klein chemisch afval. Belangrijke veiligheidsvoorschriften ix

Veiligheidsvoorschriften voor de modem Neem ter voorkoming van brand, elektrische schokken of verwondingen bij het gebruik van telefonische apparatuur altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: v Installeer geen telefoonbedrading tijdens onweer. v Installeer geen telefoonaansluitingen in natte ruimtes tenzij de aansluiting speciaal ontworpen is voor gebruik in natte ruimtes. v Raak geen telefoonkabels of -stekkers aan die niet geïsoleerd zijn. v Wees voorzichtig bij het installeren of doortrekken van telefoonlijnen. v Gebruik de telefoon niet tijdens onweer, tenzij u een draadloos model hebt. Er bestaat een kleine kans op een elektrische schok als gevolg van blikseminslag. v Geef gaslekken in de buurt van de telefoon niet telefonisch door. Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen Sommige IBM PC-modellen worden standaard geleverd met een CD-ROM-station of een DVD-station. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn ook los als optie te verkrijgen. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn laserproducten. Deze stations voldoen in de Verenigde Staten aan de eisen gesteld in de Department of Health and Human Services 21 Code of Federal Regulations (DHHS 21 CFR) Subchapter J voor laserproducten van Klasse 1. De stations voldoen aan de eisen gesteld in de International Electrotechnical Commission (IEC) 825 en CENELEC EN 60 825 bedoeld voor laserproducten van klasse 1. Let bij het installeren van een CD-ROM- of DVD-station op het volgende. Let op! Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Als u de behuizing van het CD-ROM-station of het DVD-station opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. Het CD-ROM-station of het DVD-station bevat geen onderdelen die moeten worden vervangen of onderhouden. Open de behuizing van het CD-ROM-station of het DVD-station niet. Sommige CD-ROM-stations of DVD-stations bevatten een ingebouwde laserdiode van klasse 3A of 3B. Let op het volgende. GEVAAR Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal. x Handboek voor de gebruiker

Veiligheidsvoorschriften voor de voedingseenheid Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd. Binnen componenten waarop dit label is bevestigd, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus. Deze componenten bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden. Als u een probleem met een van deze onderdelen vermoedt, waarschuw dan een onderhoudstechnicus. Belangrijke veiligheidsvoorschriften xi

xii Handboek voor de gebruiker

Overzicht Informatiebronnen Hartelijk gefeliciteerd met uw aanschaf van deze computer. In deze computer zijn de nieuwste ontwikkelingen verwerkt op het gebied van PC-technologie. De computer kan bovendien worden uitgebreid. Door hardwareopties te installeren, kunt u de mogelijkheden van de computer eenvoudig uitbreiden. In deze publicatie vindt u instructies voor het installeren van externe en interne opties. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. Het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd, bevat informatie over het installeren van de computer en het starten van het besturingssysteem. Dit boekje bevat ook informatie over het oplossen van de meest voorkomende problemen, over herstelprocedures voor de software en over hulp, service en garantie. Raadpleeg Access IBM (op het bureaublad) voor nadere informatie over uw computer. Als u toegang hebt tot internet, kunt u daar de meest recente informatie over uw computer bekijken. U vindt er de volgende informatie: v Installatie- en verwijderingsinstructies voor CRU s v Publicaties v Informatie voor het oplossen van problemen v Informatie over onderdelen v Downloads en stuurprogramma s v Links naar andere nuttige informatiebronnen Deze vindt u informatie via: http://www.ibm.com/pc/support/site.wss/document.do?lndocid=part-video Copyright IBM Corp. 2005 xiii

xiv Handboek voor de gebruiker

Hoofdstuk 1. Opties installeren Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de voorzieningen en opties die voor de computer beschikbaar zijn. De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheugen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. Belangrijk Lees voordat u een optie installeert of verwijdert Belangrijke veiligheidsvoorschriften op pagina v. Deze voorzorgsmaatregelen en richtlijnen zorgen dat u veilig kunt werken. Voorzieningen In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstalleerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. Voor een lijst van de functies voor uw model gaat u naar de Setup Utility. Zie Hoofdstuk 2, De Setup Utility gebruiken, op pagina 27. Microprocessor (verschilt per model) v Intel Pentium 4 processor met ondersteuning van Hyper-Threading-techniek v Intel Pentium 4 processor v Intel Celeron D processor v Interne cache (grootte afhankelijk van modeltype) Copyright IBM Corp. 2005 1

Geheugen v Ondersteuning voor double data rate DIMM s (dual inline memory modules) v 512 kb flashgeheugen voor systeemprogramma s Interne stations v 3,5-inch plat 1,44 MB diskettestation v SATA (Serial Advanced Technology Attachment) intern vaste-schijfstation v Optisch station (bepaalde modellen) Videosubsysteem v Geïntegreerde grafische controller voor een VGA-beeldscherm v Aansluiting voor PCI Express x16 grafische kaart op de systeemplaat (bepaalde modellen) Audiosubsysteem v AC 97 met ADI 1981B Audio Codec v Microfooningang en hoofdtelefoonuitgang op het voorpaneel v Lijningang, lijnuitgang en microfoonaansluiting op achterpaneel v Ingebouwde mono luidspreker (bepaalde modellen) Koppelingsmogelijkheden v 10/100 Mbps geïntegreerde Broadcom Ethernet-controller (bepaalde modellen) v 10/100/1000 Mbps geïntegreerde Broadcom Ethernet-controller (bepaalde modellen) v Ondersteuning van de functie Wake on LAN v Softmodem V.90/V.44 (bepaalde modellen) Voorzieningen voor systeembeheer v RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in de Setup Utility heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem) v Beheer op afstand v Opstartvolgorde bij automatisch opstarten v System Management (SM) BIOS en software v Mogelijkheid tot het opslaan van resultaten van zelftest bij opstarten (POST) Input/output-voorzieningen v 25-pens ECP/EPP-poorten (Extended Capabilities Port/Extended Parallel Port) v Twee 9-pens seriële poorten (bepaalde modellen) v Zes 4-pens USB-poorten (twee op het voorpaneel en vier op het achterpaneel) v PS/2-muisaansluiting v Aansluiting voor PS/2-toetsenbord v Ethernet-poort v Aansluiting voor VGA-beeldscherm v Audio-aansluitingen (zie Audiosubsysteem) v IEEE 1394-aansluiting (bepaalde modellen) 2 Handboek voor de gebruiker

Uitbreidingsmogelijkheden v Vijf stationsvakken v Twee standaardaansluitingen voor PCI-kaarten (peripheral component interconnect) v Eén aansluiting voor een PCI Express x1-kaart v Eén aansluiting voor een PCI Express x16 grafisch kaart (bepaalde modellen) Voeding v 310 W voedingseenheid met handmatige voltageschakelaar v Automatische instelling invoerfrequentie (50/60 Hz) v Advanced Power Management v ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) Beveiligingsvoorzieningen v Gebruikerswachtwoord en configuratiewachtwoord v Mogelijkheid voor gebruik van een hangslot v Mogelijkheid tot het aanbrengen van een geïntegreerd kabelslot (Kensington-slot) v Instelbare opstartvolgorde v Opstarten zonder diskettestation, toetsenbord of muis v Werkstand Onbewaakt starten v Diskette- en vaste-schijfstationbesturing v I/O-besturing van seriële en parallelle poort v Beveiligingsprofielen per apparaat Vooraf geïnstalleerde software Uw computer wordt mogelijk geleverd met een set vooraf geïnstalleerde software. Als dit het geval is, bestaat deze uit het besturingssysteem, stuurprogramma s voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software. Besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) (varieert per model) Opmerking: Deze besturingssystemen zijn niet in alle landen beschikbaar. v Microsoft Windows XP Home v Microsoft Windows XP Professional Besturingssystemen (getest op compatibiliteit of gecertificeerd) 1 (verschilt per model) v Linux v Microsoft Windows 2000 1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan na het verschijnen van dit boekje worden geconcludeerd dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om na te gaan of een bepaald besturingssysteem is gecertificeerd voor of getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen. Hoofdstuk 1. Opties installeren 3

Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera s Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners Beveiligingsopties, zoals een kabelslot en een hangslot Beeldschermen IEEE 1394-apparaten (IEEE 1394-adapter vereist) v Interne opties Systeem geheugen, ook DIMM s (dual in-line memory modules) genoemd PCI-adapters (Peripheral Component Interconnect) PCI Express x1-adapter PCI Express x16 grafische kaart Interne stations, zoals: - Optische-schijfstations zoals CD- en DVD-stations - Vaste-schijfstation - Diskettestations en anderestations voor verwisselbare media Op de volgende webpagina s vindt u de meest recente informatie over de beschikbare opties: v http://www.ibm.com/pc/us/options/ v http://www.ibm.com/pc/support/ U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968) of neemt u contact op met uw wederverkoper of vertegenwoordiger. v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw wederverkoper of vertegenwoordiger. 4 Handboek voor de gebruiker

Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Hoogte: 492 mm Breedte: 175 mm Diepte: 450 mm Gewicht Minimumconfiguratie: 10,5 kg Maximumconfiguratie: 13,5 kg Omgevingsvoorwaarden Luchttemperatuur: Systeem aan: 10 C tot 35 C Systeem uit: 10 C tot 43 C Maximumhoogte: 2134 m Opmerking: De maximumhoogte van 2134 m is de maximumhoogte waarbij de opgegeven luchttemperatuur van toepassing is. Wanneer deze hoogte wordt overschreden, moet de luchttemperatuur lager zijn dan de opgegeven temperatuur. Luchtvochtigheid: Systeem aan: 8% tot 80% Systeem uit: 8% tot 80% Elektrische invoer Invoerspanning: Laag: Hoog: Minimum: 100 V wisselstroom Maximum: 127 V wisselstroom Invoerfrequentie: 50-60 Hz Instelling voltageschakelaar: 115 V Minimum: 200 V wisselstroom Maximum: 240 V wisselstroom Invoerfrequentie: 50-60 Hz Instelling voltageschakelaar: 230 V Opgenomen vermogen (bij benadering): Minimumconfiguratie bij levering: 0,09 kwatt Maximumconfiguratie: 0,32 kwatt Warmte-afgifte (bij benadering): Minimumconfiguratie: 75 Watt Maximumconfiguratie: 310 Watt Luchtverplaatsing Maximaal ongeveer 1,13 kubieke meter per minuut Geluidsniveau Gemiddelde geluidsproductie: Op de werkplek (0,5 meter): Niet actief: 27 dba In bedrijf: 33 dba Op één 1 meter: Niet actief: 24 dba In bedrijf: 30 dba Gedeclareerde geluidslimiet: Niet actief: 4,0 bel In bedrijf: 4,3 bel Opmerking: Het geluidsniveau werd vastgesteld in een gecontroleerde omgeving volgens de procedures van American National Standards Institute (ANSI) S12.10 en ISO 7779 en voldoet aan ISO 9296. De werkelijke geluidsniveaus kunnen de hier genoemde waarden overtreffen als gevolg van reflecterend geluid en andere geluidsbronnen. Het gedeclareerde geluidsniveau is een limiet; bij de meeste computers blijft het geluidsniveau onder deze waarde. Opmerking: Stroomverbruik en warmte-afgifte kunnen variëren en zijn afhankelijk van het aantal en het soort geïnstalleerde opties en de gebruikte optionele functies voor energiebeheer. Hoofdstuk 1. Opties installeren 5

Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties in de computer wilt installeren, hebt u een schroevendraaier nodig. Bij een aantal opties is hiervoor ook nog ander gereedschap vereist. Raadpleeg de instructies bij de optie. Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit Externe opties installeren Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Als u een optie installeert, maak de antistatische verpakking ervan dan nooit open voordat de installatieaanwijzingen u hiertoe opdracht geven. Neem bij het omgaan met opties en computeronderdelen de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen: v Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan. v Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters en geheugenmodules bij de randen vast. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan. v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam. v Installeer zo mogelijk de optie direct in de computer zonder hem eerst neer te leggen. Als u de optie neer moet leggen nadat u hem uit de verpakking hebt gehaald, leg hem dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond. v Leg de optie niet op de kap van de computer of op een metalen oppervlak. In dit gedeelte worden de externe aansluitingen van de computer beschreven. Hierop kunt u externe opties aansluiten, zoals externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor sommige externe opties moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie installeert, kunt u in dit gedeelte zien welke aansluiting u moet gebruiken. Met behulp van de instructies die bij het externe apparaat zijn geleverd, kunt u dat apparaat vervolgens aansluiten en de vereiste software of stuurprogramma s installeren. 6 Handboek voor de gebruiker

Aansluitingen aan de voorkant van de computer In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van de computer bevinden. Opmerking: Niet alle computermodellen beschikken over de volgende aansluitingen. 1 3 9 4 1 IEEE 1394-aansluiting 4 Microfoonaansluiting 2 USB-poort 5 Hoofdtelefoonaansluiting 3 USB-poort Hoofdstuk 1. Opties installeren 7

Aansluitingen aan de achterkant van de computer In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Diagnose-LED s 11 USB-poorten 2 Voltageschakelaar 12 Toetsenbordaansluiting 3 Aansluiting netsnoer 13 Aansluiting voor PCI Express x16-kaart (bepaalde modellen) 4 Audiolijningang 14 Aansluiting PCI-adapter 5 Audiolijnuitgang 15 Aansluiting PCI-adapter 6 Microfoonaansluiting 16 Aansluiting voor een PCI Express x1-kaart 7 Seriële poort 17 Muisaansluiting 8 Parallelle poort 18 Ethernet-poort 9 Aansluiting voor VGA-beeldscherm 19 Seriële poort (sommige modellen) 10 USB-poorten Opmerking: Sommige aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voorzien van een kleurcode. Dit vergemakkelijkt de aansluiting van de kabels. 8 Handboek voor de gebruiker

Aansluiting Beschrijving Audiolijningang Hiermee kunt u audiosignalen ontvangen van een extern audioapparaat, zoals een stereo-installatie. Als u een extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audiolijnuitgang van het apparaat met een kabel met de audiolijningang van de computer. Audiolijnuitgang Via deze uitgang worden audiosignalen van de computer verzonden naar externe apparaten, zoals actieve stereo luidsprekers (luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoons, multimediatoetsenborden of de audiolijningang van een stereosysteem of een ander extern opnameapparaat. Microfoonaansluiting Hier kunt u een microfoon aansluiten op de computer. Deze is vereist als u geluid wilt opnemen, bijvoorbeeld bij het werken met spraakherkenningssoftware. Seriële poort Hierop sluit u een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een 9-pens seriële poort. Parallelle poort Wordt gebruikt voor het aansluiten van een parallelle printer, een parallelle scanner of een ander apparaat dat gebruik maakt van een 25-pens parallelle poort. USB-poorten Hierop kunt u apparaten aansluiten waarvoor een USB-poort (Universal Serial Bus) vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner of een USB-printer. Als u meer dan zes USB-apparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USB-apparaten aan te sluiten. Toetsenbordaansluiting Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaardtoetsenbordaansluiting. Muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijsapparaat aansluiten dat geschikt is voor een standaardmuisaansluiting. Ethernet-poort Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor een LAN aansluiten. Opmerking: Om de computer te laten voldoen aan de FCCrichtlijnen dient u een Ethernet-kabel van categorie 5 te gebruiken. Stuurprogramma s U kunt stuurprogramma s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op internet. Installatie-instructies vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma s. Hoofdstuk 1. Opties installeren 9

De kap verwijderen Belangrijk Lees Belangrijke veiligheidsvoorschriften op pagina v en Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit op pagina 6 voordat u begint met het verwijderen van de kap. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit. 2. Haal alle stekkers uit het stopcontact. 3. Ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. Dit geldt voor netsnoeren, I/O-kabels en alle andere op de computer aangesloten kabels. 4. Verwijder eventueel aanwezige sloten waarmee de kap is vastgezet, zoals een hangslot of kabelslot. 5. Druk op de ontgrendelknop voor de kap die zich rechts op de kap bevindt, schuif de kap naar achteren en neem hem weg. 10 Handboek voor de gebruiker

De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Optisch station 6 Optionele PCI-adapter 2 Geheugenmodules 7 System board 3 Voedingseenheid 8 Luidspreker 4 Vaste-schijfstation 9 Diskettestation 5 Aansluiting PCI-adapter Onderdelen op de systeemplaat De systeemplaat, ook wel het moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de computer. De systeemplaat zorgt voor de uitvoering van alle basisfuncties en ondersteunt daarnaast een verscheidenheid aan apparaten. Dit geldt zowel voor apparaten die vooraf in de fabriek zijn geïnstalleerd als voor apparaten die u op een later tijdstip zelf installeert. Hoofdstuk 1. Opties installeren 11

In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat. 1 Luidsprekeraansluiting 12 Aansluiting PCI-adapter 1 2 Geheugenaansluiting 4 13 Aansluiting PCI-adapter 2 3 Geheugenaansluiting 3 14 Seriële poort 2 4 Geheugenaansluiting 2 15 Aansluiting voor een PCI Express x1-kaart 5 Geheugenaansluiting 1 16 Jumper voor Wissen CMOS/Herstel 6 Aansluiting voorpaneel 17 Batterij 7 Aansluiting voor netvoeding 18 Aansluiting microprocessorventilator 8 Parallelle ATA IDE-aansluiting 19 Microprocessor 9 Aansluiting voor systeemventilator 20 Koelelement microprocessor 10 SATA-aansluitingen (4) 21 12v voedingsaansluiting 11 Aansluiting voor een PCI Express x16 grafisch kaart (bepaalde modellen) 22 Aansluiting voor diskettestation Geheugenmodules De computer beschikt over vier aansluitingen waarin u DIMM s (dual inline memory modules) kunt plaatsen, waardoor u het systeemgeheugen kunt uitbreiden tot maximaal 4.0 GB. Houd u bij het installeren van geheugenmodules aan de volgende regels: v Gebruik 1,8 V, 184-pens, DDR2 SDRAM (double data rate 2 synchronous dynamic random access memory). v Gebruik DIMM s van 256 MB, 512 MB of 1 GB in elke willekeurige combinatie. Opmerking: Er kunnen alléén DDR2 SDRAM DIMM s worden gebruikt. 12 Handboek voor de gebruiker

U installeert een geheugenmodule als volgt: 1. Verwijder de kap van de computer. Zie De kap verwijderen op pagina 10. 2. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie Onderdelen op de systeemplaat op pagina 11. 3. Open de klemmetjes. 4. Plaats de geheugenmodule boven op de geheugenaansluiting. Zorg ervoor dat uitsparing 1 van de geheugenmodule lijnt met de punt 2 op de systeemplaat. Duw de geheugenmodule voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vastklikken. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten op pagina 26. Adapters installeren In dit gedeelte leest u hoe u adapters kunt installeren of verwijderen. Uw computer beschikt over vier aansluitingen voor adapterkaarten. Er zijn twee aansluitingen voor PCI-kaarten (bepaalde modellen), één voor een PCI Express x16-kaart en één voor een PCI Express x1-kaart. U installeert een adapterkaart als volgt: 1. Verwijder de kap van de computer. Zie De kap verwijderen op pagina 10. Hoofdstuk 1. Opties installeren 13

2. Duw de blauwe adaptergrendel in de aangegeven richting en kantel hem open. 3. Verwijder het kapje van de gewenste aansluiting. 4. Haal de adapterkaart uit de antistatische verpakking. 5. Installeer de adapterkaart in de juiste aansluiting op de systeemplaat. 6. Sluit de adaptergrendel om de adapterkaart stevig vast te zetten. 14 Handboek voor de gebruiker

Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten op pagina 26. Interne stations installeren In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt installeren of verwijderen. Interne stations zijn apparaten waar de computer gegevens opslaat die later weer kunnen worden gelezen. U kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media. De volgende typen stations zijn beschikbaar: v Parallelle ATA vaste-schijfstations v Seriële ATA vaste-schijfstations v Optische-schijfstations zoals CD-, CD-RW- en DVD-stations v Stations voor verwisselbare media Opmerking: Deze andere stations worden ook wel IDE-stations genoemd (IDE = integrated drive electronics). Interne stations worden geïnstalleerd in vakken. In dit boek wordt gesproken van vak 1, vak 2 enzovoort. Wanneer u een intern station installeert, moet u er goed op letten of het vak dat u daarvoor wilt gebruiken geschikt is voor het desbetreffende type en formaat station. Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstalleerde station. Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende in de fabriek geïnstalleerde stations: v Een optische-schijfstation in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch diskettestation in vak 4 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 5 Hoofdstuk 1. Opties installeren 15

Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje. In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat. Hieronder ziet u een overzicht van het type en de afmetingen van de stations die in de verschillende vakken kunnen worden geïnstalleerd: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) v Optische-schijfstation zoals een CD- of DVD-station (vooraf geïnstalleerd in sommige modellen) v 3,5-inch vaste-schijfstation (hiervoor is een zg. Universal Adapter Bracket 5.25 to 3.5-inch vereist) v 5,25-inch station voor verwisselbare opslagmedia 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) v Optische-schijfstation zoals een CD- of DVD-station v 3,5-inch vaste-schijfstation (hiervoor is een zg. Universal Adapter Bracket 5.25 to 3.5-inch vereist) v 5,25-inch station voor verwisselbare opslagmedia 3 Vak 3 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch) v 3,5-inch SATA vaste-schijfstation v 3,5-inch PATA vaste-schijfstation 4 Vak 4 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch) 3,5-inch diskettestation (vooraf geïnstalleerd) 5 Vak 5 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch) 3,5-inch SATA vaste-schijfstation (vooraf geïnstalleerd) * De Universal Adapter Bracket, 5.25 to 3.5-inch kunt u bestellen bij de betere computerspeciaalzaak en via het IBM Support Center. 16 Handboek voor de gebruiker

Een station installeren in vak 1 of 2 1. Verwijder de kap van de computer. Zie De kap verwijderen op pagina 10. 2. Verwijder het frontplaatje door op de blauwe knop te drukken (zie afbeelding). 3. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een platte schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 4. Als u een station voor verwisselbare opslagmedia installeert (bijvoorbeeld een DVD-station), verwijder dan het plastic paneeltje uit het frontplaatje door de plastic nokjes waarmee het paneeltje aan de binnenkant van het frontplaatje vastzit, naar elkaar toe te knijpen. Opmerking: Als u een 3,5-inch vaste-schijfstation installeert, moet u een zg. Universal Adapter Bracket, 5.25 to 3.5-inch gebruiken. Deze montagebeugel kunt u bestellen bij de betere computerspeciaalzaak en via het IBM Support Center. 5. PATA-stations moeten door middel van jumpers worden ingesteld als een master- of slave-apparaat. Voor SATA-vaste-schijfstations is het daarentegen niet Hoofdstuk 1. Opties installeren 17

nodig ze in te stellen als master of slave. Als u een SATA-vaste-schijfstation installeert, ga dan verder met stap 6. v Als dit station het eerste optische-schijfstation is, stelt u het in als masterapparaat. v Als dit station het extra optische-schijfstation is, stelt het dan in als slaveapparaat. v Als er in de vakken 1 en 2 een combinatie van een optische-schijfstation en een parallel ATA-vaste-schijfstation is geïnstalleerd, stel het vaste-schijfstation dan is als master en het optische-schijfstation als slave. Raadpleeg voor informatie over de master/slave-jumper de documentatie bij het station. 6. Voor een 5,25-inch station monteert u een montageklem aan de zijkant van het station. 7. Voor een 3,5-inch station monteert u het station in de Universal Adapter Bracket, 5.25 to 3.5-inch. 8. Schuif het station in het vak totdat het op zijn plaats vastklikt. Als u de Universal Adapter Bracket hebt gebruikt, zet die dan met schroeven vast. 9. Ga verder met Stations aansluiten op pagina 20. Een vaste-schijfstation installeren in vak 3 1. Verwijder de kap van de computer. Zie De kap verwijderen op pagina 10. 18 Handboek voor de gebruiker

2. Verwijder het frontplaatje door op de blauwe knop te drukken (zie afbeelding). 3. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van stationsvak 3 door het met een platte schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 4. PATA-stations moeten door middel van jumpers worden ingesteld als een master- of slave-apparaat. Voor SATA-vaste-schijfstations is het daarentegen niet nodig ze in te stellen als master of slave. Als u een SATA-vaste-schijfstation installeert, ga dan verder met stap 6. 5. Als er in de vakken 1, 2 en 3 een combinatie van een optische-schijfstation en een parallel ATA-vaste-schijfstation is geïnstalleerd, stel het vaste-schijfstation dan is als master en het optische-schijfstation als slave. Raadpleeg voor informatie over de master/slave-jumper de documentatie bij het station. 6. Installeer een beugel aan de zijkant van het station. Hoofdstuk 1. Opties installeren 19

7. Schuif het station in het vak totdat het op zijn plaats vastklikt. 8. Ga verder met Stations aansluiten. Stations aansluiten De stappen voor het aansluiten van een station zijn per type station verschillend. Gebruik een van de volgende procedures voor het aansluiten van het station. Het eerste optische-schijfstation aansluiten 1. Voor een station zijn twee kabels nodig: een voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat. 2. Zoek de signaalkabel met drie stekkers die is meegeleverd met de computer of het nieuwe station. 3. Zoek de PATA IDE-aansluiting op de systeemplaat. Zie Onderdelen op de systeemplaat op pagina 11. 4. Sluit het ene uiteinde van de signaalkabel aan op het station en het andere uiteinde op de PATA IDE-aansluiting op de systeemplaat. U voorkomt elektronische ruis door alleen de stekkers aan de uiteinden van de kabel te gebruiken. 5. Zoek de vieraderige voedingskabel met het label P4 op en sluit deze aan op het station. Een extra optische-schijfstation of parallel ATA vaste-schijfstation aansluiten 20 Handboek voor de gebruiker 1. Zoek de extra stekker op van de signaalkabel met drie stekkers die is aangesloten op de PATA IDE-aansluiting op de systeemplaat. Zie Onderdelen op de systeemplaat op pagina 11.

2. Sluit de extra stekker van de signaalkabel aan op het nieuwe station. 3. Zoek de vieraderige voedingskabel op en sluit deze aan op het station. Een serieel ATA-vaste-schijfstation aansluiten Een serieel vaste-schijfstation kan worden aangesloten op elke beschikbare SATA IDE-aansluiting. 1. Zorg dat u de bij het nieuwe station geleverde signaalkabel bij de hand hebt. 2. Zoek een beschikbare SATA IDE-aansluiting op de systeemplaat op. Zie Onderdelen op de systeemplaat op pagina 11. 3. Sluit het ene uiteinde van de signaalkabel aan op het station, en het andere uiteinde op een beschikbare SATA IDE-aansluiting op de systeemplaat. 4. Zoek een van de extra vijfaderige voedingskabels op en sluit deze aan op het station. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten op pagina 26. Beveiligingsvoorzieningen installeren Om diefstal en onbevoegd gebruik van de computer te voorkomen, kunt u gebruik maken van diverse beveiligingssloten. In de volgende gedeelten ziet u welke typen sloten beschikbaar zijn voor uw computer en hoe u ze kunt installeren. Naast het aanbrengen van sloten kunt u onbevoegd gebruik van software voorkomen door het toetsenbord met software te vergrendelen totdat een correct wachtwoord wordt getypt. Zorg dat de beveiligingskabels die u aanbrengt geen verbindingen van computerkabels onderbreken. Hoofdstuk 1. Opties installeren 21

Beveiligingssloten In onderstaande afbeelding ziet u waar de beveiligingssloten aan de achterkant van de computer zich precies bevinden. 1 Oog voor hangslot 2 Geïntegreerd kabelslot 22 Handboek voor de gebruiker

Geïntegreerd kabelslot Met een geïntegreerd kabelslot (ook wel Kensington-slot genoemd) kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastleggen. Met dit slot vergrendelt u tevens de kap van de computer. Het kabelslot wordt bevestigd in een uitsparing aan de achterkant van de computer en wordt met een sleutel geopend en gesloten. Dit is hetzelfde type kabelslot dat ook voor veel notebook-computers wordt gebruikt. U kunt een kabelslot rechtstreeks bestellen door naar http://www.pc.ibm.com/support te gaan en te zoeken op Kensington. Hoofdstuk 1. Opties installeren 23

Hangslot De computer is uitgerust met een oog voor een hangslot. Met een dergelijk slot kan worden voorkomen dat de kap wordt verwijderd. Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met de Setup Utility wachtwoorden instellen. Zie Wachtwoorden gebruiken op pagina 27. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten op pagina 26. De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals configuratie van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet. Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet. 24 Handboek voor de gebruiker