ULTRACOUSTIC ACX1000. Korte handleiding. versie 1.0 juni 2006

Vergelijkbare documenten
MINIAMP GMA100. Korte handleiding Versie 1.1 mei 2006

NEDERLANDS. Korte handleiding. Versie 1.0 Mei 2001 THUNDERBIRD BX108

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Dit symbool wijst u er altijd op dat er nietgeïsoleerde gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig is deze

DIGITAL MONITOR SPEAKERS MS20/MS40

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften. 2) Bewaar deze voorschriften. 3) Neem alle


U-CONTROL UCA200. Gebruiksaanwijzing. Versie 1.0 januarie 2006

EUROPORT EPA40. Korte handleiding. Versie 1.0 april 2007


EUROPORT MPA400. Handleiding A50-A


ULTRABASS BX1800. Korte handleiding. Versie 1.2 april 2006

Gebruiksaanwijzing POWERLIGHT PL2000. Professional Rack Light and Power Distributor

EUROPORT EPA40. Handleiding A

ULTRABASS BT108 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften 2) Bewaar deze voorschriften

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften LET OP: Verwijder in geen geval de bovenste

PC MAC Intel of AMD CPU met kloksnelheid 400 MHz of beter G3 met 300 MHz of beter. Windows XP, Mac OS of beter, 10.

TUBE ULTRAGAIN MIC100

EUROLIVE S1020/S1220/S1220F/S1520/S1530/S1800S. Gebruiksaanwijzing A

Gebruiksaanwijzing MONITOR SPEAKERS MS. High-Performance, Active 16-Watt Personal Monitor System

TRUTH B2030A/B2031A. Korte handleiding. v

EUROLIVE B312A/B315A. Gebruiksaanwijzing A

EUROLIVE B212A/B215A. Handleiding A

EUROLIVE B212A/B215A. Handleiding A

GEBRUIKSAANWIJZING MPA-BOX ACTIEF OMROEPSYSTEEM

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften 2) Bewaar deze voorschriften LET OP: Verwijd

EUROLIVE P1020/P1220/P1220F/P1520/P2520/P1800S. Gebruiksaanwijzing A


DC IN 18V 3A. Gebruiksaanwijzing EUROPORT EPA Watt Handheld PA System with Microphone and Rechargeable Battery

EUROLIVE B312A/B315A. Gebruiksaanwijzing.

VIRTUBE VT100FXH/VT100FX/VT250FX/VT50FX. Handleiding A

EUROLIVE E1220A/E1520A. Gebruiksaanwijzing A

GUITAR COMBO GTX30/GTX60. Handleiding A


Handleiding Matrix/Mixer/Zendlijnversterker ZLV603

Gebruiksaanwijzing TRUTH B2031A/B2030A. High-Resolution, Active 2-Way Reference Studio Monitor

Vrij. Vrij. Pin 3 Pin 1 (Aarde) Pin 2

ULTRABASS BB410. Gebruiksaanwijzing NEDERLANDS. Version 1.1 september 2004

Uw gebruiksaanwijzing. BEHRINGER EP2500

Gebruiksaanwijzing ULTRALINK PRO MX882. Ultra-Flexible 8-Channel Splitter/Mixer

EUROPOWER PMP2000. Korte handleiding. Versie 1.2 mei 2007

8 CHANNEL MUSIC MIXER CHANNEL MUSIC MIXER

Gebruiksaanwijzing CABLE TESTER CT100. Professional 6-in-1 Cable Tester

STUDIO-CONDENSATORMICROFOON C-1




Gebruiksaanwijzing PRO MIXER DX626. Professional 3-Channel DJ Mixer with BPM Counter and VCA Control

U-CONTROL UMX25. Korte handleiding. versie 1.1 augustus 2006

User Manual ULTRA-DI DI20. Professional Active 2-Channel DI-Box/Splitter

EUROLIGHT BLM420. Gebruiksaanwijzing. Versie 1.1 April 2006

Gebruiksaanwijzing ULTRAVOICE XM1800S. 3 Dynamic Cardioid Vocal and Instrument Microphones (Set of 3)

EUROLIVE F1220A. Handleiding A

EUROPOWER PMH518M. Korte handleiding. Versie 1.1 april 2006



Gebruiksaanwijzing TUBE ULTRAGAIN MIC100. Audiophile Vacuum Tube Preamplifier with Limiter

MAA 406 Stereo eindversterker

U heeft zowel een AudioCast Zender als een AudioCast Ontvanger nodig om een compleet SoundCast AudioCast systeem te vormen!


GROOTMEMBRAAM CONDENSATORMICROFOON C-3

PLL ALARM CLOCK RADIO Model : FRA252

EUROLIVE B1220DSP. Gebruiksaanwijzing V

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften. 2) Bewaar deze voorschriften. 3) Neem alle wa

Gebruiksaanwijzing EUROLIVE E1520 /E1220. Processor-Controlled 400-Watt 2-Way PA Loudspeaker/Floor Monitor


U-CONTROL UMX49/UMX61

ULTRABASS BXR1800H. Gebruiksaanwijzing. versie 1.0 mei 2007

Owner s Manual. ZT Amplifiers. Lunchbox Acoustic. Acoustic/Vocal Amplifier LBA1

NOVANEX G22 GEBRUIKSHANDLEIDING

STUDIO CONDENSER MICROPHONES C 4

Gebruiksaanwijzing ULTRATONE KT108. Ultra-Compact 15-Watt Keyboard Amplifier with VTC-Technology and Original 8" BUGERA Speaker

Gebruiksaanwijzing CABLE TESTER CT100. Professional 6-in-1 Cable Tester

VERMOGENVERSTERKER VPA2650M

Gebruiksaanwijzing ULTRABASS BX Watt Bass Amplifier with Original BUGERA Speaker and VTC-Technology

Soundmate 1 ORDERCODE D3213

Gebruiksaanwijzing ULTRA-DI PRO DI800. Professional Mains/Phantom Powered 8-Channel DI-Box

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Gebruiksaanwijzing ULTRAGAIN PRO-8 DIGITAL ADA8000. Audiophile 8-Channel A/D & D/A Converter with Premium Mic Preamplifiers and ADAT Interface

Gebruiksaanwijzing SINGLE DIAPHRAGM CONDENSER MICROPHONE. Gold-Sputtered Large-Diaphragm Studio Condenser Microphone

Handleiding Matrix/Mixer/Zendlijnversterker ZLV2081

SONIC ULTRAMIZER SU9920

CS-1600 HANDLEIDING. CS-1600_manual_nl

Uw gebruiksaanwijzing. BEHRINGER UFO202

e 914 Gebruiksaanwijzing

Inhoud: KLANTENSERVICE... 7 Eerste hulp bij storingen... 7 Hebt u meer ondersteuning nodig??... 8

Gebruiksaanwijzing DUAL DIAPHRAGM CONDENSER MICROPHONE B-2 PRO. Gold-Sputtered Large Dual-Diaphragm Studio Condenser Microphone

Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar TCP320/00. Gebruiksaanwijzing

ES-S7B. Buitensirene.

Roadstar Platenspeler met stereoradio TTR-8630

Power Amplifier Q2 - Q4 AUDAC PROFESSIONAL AUDIO EQUIPMENT. Power Amplifier Q2 Q4. Gebruikershandleiding & Installatiegids

Gumax Terrasverwarmer

Bedieningen Dutch - 1

OUTPUT2 OUTPUT1 MIN VOL CV NORM. Gebruiksaanwijzing FOOT CONTROLLER FCV100. Ultra-Flexible Dual-Mode Foot Pedal for Volume and Modulation Control

Handleiding 400C comboversterker

SP-1700 HANDLEIDING. SP-1700_manual_nl

Gebruiksaanwijzing ULTRACOUSTIC AT108. Ultra-Compact 15-Watt Acoustic Instrument Amplifier with VTC-Technology and Original 8" BUGERA Speaker

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

NEDERLANDS. Korte handleiding. Versie 1.4 april 2007 EUROPOWER PMH2000

Home Control Intelligent Stopcontact. Eerste stappen

Transcriptie:

Korte handleiding versie 1.0 juni 2006

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften. 2) Bewaar deze voorschriften. 3) Neem alle waarschuwingen in acht. 4) Volg alle voorschriften op. 5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water. 6) Reinig het uitsluitend met een droge doek. LET OP: Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door bevoegde personen uitgevoerd te worden. WAARSCHUWING: Om het risico op brand of elektrische schokken te beperken, dient u te voorkomen dat dit apparaat wordt blootgesteld aan regen en vocht. Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan neerdruppelend of opspattend water en er mogen geen met water gevulde voorwerpen zoals een vaas op het apparaat worden gezet. Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig is deze spanning is voldoende om gevaar voor elektrische schok op te leveren. Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedieningsen onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende documenten. Wij vragen u dringend de handleiding te lezen. 7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te bedekken. Plaats en installeer het volgens de voorschriften van de fabrikant. 8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken (ook versterkers) die warmte afgeven. 9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw stopcontact passen, laat het contact dan door een elektricien vervangen. 10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding gelopen kan worden en dat het niet wordt samengeknepen, vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt waar ze het apparaat verlaten. 11) Gebruik uitsluitend door de producent gespecificeerd toebehoren c.q. onderdelen. 12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met de wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die door de producent is aangegeven, of die in combinatie met het apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een wagen dient men voorzichtig te zijn bij het verrijden van de combinatie wagen/apparaat en letsel door vallen te voorkomen. Technische veranderingen en veranderingen in het productuiterlijk onder voorbehoud. Alle gegevens komen overeen op het moment van de drukoplage. De hier afgebeelde of vermelde namen van andere bedrijven, instellingen of publicaties en de desbetreffende logo s zijn geregistreerde handelsmerken van de desbetreffende houders. Het gebruik hiervan is op géén enkele wijze een aanspraak op het desbetreffende handelsmerk en vertegenwoordigt géén bestaande band tussen de houder van het handelsmerk en BEHRINGER. Voor de juistheid en volledigheid van de gegeven beschrijvingen, afbeeldingen en aanwijzigen neemt BEHRINGER géén enkele vorm van aansprakelijkheid. De afgebeelde kleuren en specificaties kunnen onbeduidend van het product afwijken. Distributeurs en handelaren zijn geen gevolmachtigden van BEHRINGER en hebben geen enkele bevoegdheid om BEHRINGER op welke wijze dan ook juridisch te binden, zij het impliciet of expliciet. Dit boek is auteursrechtelijk beschermd. Ieder verveelvoudiging, bijv. nadrukken, ook uittrekselsgewijs, en iedere reproductie van de afbeeldingen, ook in veranderde toestand, is alleen met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH toegestaan. BEHRINGER is een geregistreerd handelsmerk. 2006 BEHRINGER International GmbH. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. BEHRINGER International GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland Tel. +49 2154 9206 0, Fax +49 2154 9206 4903 13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact. 14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is geraakt, bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of - stekker is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in terecht zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of wanneer het is gevallen. 15) WAARSCHUWING Deze onderhoudsinstructies zijn uitsluitend bedoeld voor gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrische schokken te beperken, mag u geen andere onderhoudshandelingen verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan, tenzij u daarvoor gekwalificeerd bent. 2

1. INLEIDING Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u door de aankoop van de ULTRACOUSTIC ACX1000 in ons stelt. Met de ULTRACOUSTIC heeft u een moderne 2-kanaals-versterker aangeschaft, die bij de meest uiteenlopende toepassingen uitstekende sounds en een snelle en overzichtelijke bediening garandeert. De volgende handleiding dient ter verklaring van de gebruikte specifieke begrippen en nodigt u uit, het apparaat met al zijn functies goed te leren kennen. Bewaart u de handleiding na lezing alstublieft zorgvuldig, zodat u ze altijd bij de hand heeft, wanneer u nog eens iets wilt overlezen. WAARSCHUWING! Wij moeten u erop wijzen, dat hoge geluidsvolumes het gehoor danwel uw koptelefoon kunnen beschadigen. Draait u alstublieft alle LEVELregelaars naar links voordat u het apparaat aanzet. Let altijd op een passend geluidsvolume. 1.1 Voordat u begint Teneinde een veilig transport te waarborgen werd de ULTRACOUSTIC in de fabriek zorgvuldig verpakt. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de buitenkant van het apparaat beschadigd is geraakt. Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons terug, maar neemt u dringend eerst contact op met uw dealer en het transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders teniet kan worden gedaan. Gebruik alsjeblieft de originele doos om schade bij opslag en verzending te vermijden. Laat zonder toezicht geen kinderen met het apparaat of verpakkingsmateriaal omgaan. BELANGRIJKE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE In de buurt van sterke radiozenders en hoogfrequente bronnen kan er een negatieve beïnvloeding van de geluidskwaliteit ontstaan. Maak de afstand tussen zender en apparaat groter en gebruik afgeschermde kabels voor alle en. 1.1.3 Online-registratie Registreer uw nieuw BEHRINGER-apparaat na aankoop zo snel mogelijk op onze website www.behringer.com (respectievelijk www.behringer.nl ) en lees de garantievoorwaarden aandachtig door. BEHRINGER geeft een jaar* garantie, gerekend vanaf de aankoopdatum, op materiaal- en productiefouten. Zo nodig kunt u de garantievoorwaarden in de Nederlandse taal op onze website onder http://www.behringer.com opvragen of telefonisch onder +49 2154 9206 4131 opvragen. Mocht uw product van BEHRINGER defect raken, willen wij het zo snel mogelijk repareren. Neemt in dat geval direct contact op met de BEHRINGER-leverancier waar u het apparaat gekocht heeft. Als uw BEHRINGER-leverancier niet bij u in de buurt gevestigd is, kunt u ook direct contact opnemen met een van onze vestigingen. Op de originele verpakking van het apparaat vindt u een lijst met de adressen van onze BEHRINGER-vestigingen (Global Contact Information/European Contact Information). Als er voor uw land geen contactadres vermeld is, kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde importeur. Onder het kopje Support op onze website www.behringer.com kunt u ook de contactadressen vinden. Als uw apparaat, samen met de aankoopdatum, bij ons geregistreerd is, wordt het afhandelen van uw garantieaanspraken aanmerkelijk eenvoudiger. Hartelijk dank voor uw medewerking! * Voor klanten binnen de Europese Unie kunnen er hiervoor andere bepalingen geldig zijn. Verdere informatie is voor EU-klanten via de BEHRINGER Support Duitsland verkrijgbaar. Neem alsjeblieft de milieuvoorschriften in acht bij het weggooien van het verpakkingsmateriaal. Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en stelt u de ULTRACOUSTIC niet in de buurt van verwarmingen op, om oververhitting van het apparaat te voorkomen. Voordat u de ULTRACOUSTIC op het stroomnet aansluit, dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld! Het apparaat wordt door middel van de meegeleverde netkabel met appaatstekker aangesloten. Deze voldoet aan de nodige veiligheidseisen. Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in geen geval de aarding van de apparaten c.q. de netkabel te verwijderen of onklaar te maken. De MIDI- (IN) verloopt via een gestandaardiseerde DIN-steekverbinding. De dataoverdracht geschiedt potentiaalvrij via opto-koppelingen. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3 AANSLUITEN. 1. INLEIDING 3

2. BEDIENINGSELEMENTEN 2.1 Het frontpaneel Afb. 2.1: De bedieningselementen op het frontpaneel De bus waar INSTRUMENT bij staat, is de 6,3 mm klinkeringang van het instrumentkanaal van uw ULTRACOUSTIC, waar u uw gitaar aan kunt aansluiten. U gebruikt hiervoor een in de handel gebruikelijke 6,3 mm mono-klinkerkabel (niet uit de bouwmarkt, maar uit de muziekvakhandel). Wilt u tijdens repetities en concerten geen onaangename verrassingen beleven, neemt u dan een contactgeluidgedempte kabel. De PHASE-schakelaar draait de fase van het instrumentkanaal met 180 om. Deze functie dient om terugkoppelingsproblemen of fasefouten met tweetonige afneemsystemen op te heffen. Met behulp van de TUNER-schakelaar wordt de uitgang van het instrumentkanaal stil gezet. Het gitaarsignaal is altijd bij de TUNER-bus aan de achterzijde van de ACX1000 beschikbaar. Aan deze bus kunt u een extern stemapparaat aansluiten. De GAIN-regelaar bepaalt het geluidsvolume van het instrumentkanaal. Bij oversturing van het instrumentkanaal licht de CLIP-LED op. Zet u het ingangsvolume zachter door middel van de GAIN-regelknop totdat de CLIP-LED net niet meer oplicht. Zolang de CLIP-LED bij pieksignalen af en toe oplicht is er niets aan de hand; het instrumentkanaal beschikt over voldoende uitsturingsreserves. Met behulp van de BASS-regelknop van het EQ-gedeelte kunnen de basfrequenties in het instrumentkanaal hoger of lager worden ingesteld. De MID-regelknop stelt de middelste frequenties in het instrumentkanaal hoger of lager in. De TREBLE-regelknop regelt het bovenste frequentiebereik van het instrumentkanaal. Met de ATTACK-regelknop heeft u de mogelijkheid het aanslaggeluid speciale nadruk te geven. Wanneer u met uw vingers speelt (Fingerpicking), dan draait u de ATTACKknop naar rechts. Hoe verder u deze regelaar naar rechts draait, hoe meer nadruk krijgt de klank van de ULTRACOUSTIC. Let u er alstublieft op dat, wanneer alle drie de regelknoppen van het EQ-gedeelte in het instrumentkanaal helemaal naar links gedraaid zijn, er nog maar een zwak signaal bij de luidsprekers aankomt. De FEEDBACK 1-regelknop stuurt een notch-filter aan, waarmee u feedbackfrequenties of andere ongewenste bijgeluiden kunt verwijderen. Het frequentiebereik loopt van 65 Hz tot 400 Hz. Teneinde stoorfrequenties op te sporen en te onderdrukken, dient u de FEEDBACK 1-regelknop langzaam te draaien. De FEEDBACK 2-regelknop bepaalt de gebruiksfrequentie van een tweede notch-filter. Het frequentiebereik loopt van 150 Hz tot 900 Hz. Via de EFFECT-regeling bepaalt u het effectaandeel van het in de effectmodule geselecteerde effect voor het instrumentkanaal. De bus waar MIC bij staat, is de symmetrische XLRmicrofooningang van het microfoon-/line-kanaal. De symmetrische LINE/INST.-bus van het microfoon-/linekanaal is speciaal geschikt voor signalen met line-niveau, zoals bijv. keyboards, samplers. Met de +48 V-schakelaar zet u de fantoomvoeding voor de XLR-mikrofooningang aan. Zodoende wordt de voor condensatormikrofoons benodigde bedrijfsspanning geactiveerd. De GAIN-regelknop bepaalt het geluidsvolume van het microfoon-/line-kanaal. Bij oversturing van het microfoon-/line-kanaal licht de CLIP- LED op. Zet u het ingangsvolume zachter door middel van de GAIN-regelknop totdat de CLIP-LED net niet meer oplicht. Zolang de CLIP-LED bij pieksignalen af en toe oplicht is er niets aan de hand; het instrumentkanaal beschikt over voldoende uitsturingsreserves. Met behulp van de BASS-regelknop in het EQ-gedeelte kunt u de basfrequenties in het microfoon-/line-kanaal hoger of lager zetten. Met de MID-regelknop kunt u de middelste frequenties in het microfoon-/line-kanaal hoger of lager instellen. De TREBLE-regelknop regelt het hoogste frequentiebereik van het microfoon-/line-kanaal. Door middel van de ENHANCER-regelaar kunnen er aan het signaal in het microfoon-/line-kanaal extra hoge tonen worden toegevoegd. Dit verhoogt de mate van doordringendheid en de helderheid van het audiosignaal. De FEEDBACK 1-regelknop stuurt een notch-filter aan, waarmee u feedbackfrequenties of andere ongewenste bijgeluiden uit het microfoon-/line-kanaal kunt filteren. Het frequentiebereik loopt van 650 Hz tot 4 khz. Teneinde stoorfrequenties op te sporen en te onderdrukken, dient u de FEEDBACK 1-regelknop langzaam te draaien. 4 2. BEDIENINGSELEMENTEN

De FEEDBACK 2-regelknop bepaalt de gebruiksfrequentie van een tweede notch-filter. Het frequentiebereik loopt van 1,5 khz tot 9,5 khz. Via de EFFECT-bediening bepaalt u het effectaandeel van het in de effectmodule geselecteerde effect voor het microfoon-/line-kanaal. De WARMTH-bediening regelt de buis-emulatie van de ULTRACOUSTIC. Hoe verder u deze knop naar rechts draait, hoe meer boventonen er bij de signalen in het instrumenten/of het microfoon-/line-kanaal bij worden gemixt. Het is alsof er een decente glans over het signaal ligt, dat zo meer transparantie en doordringendheid krijgt. Aan de hand van dit CONTROLELAMPJE kunt u goed zien, hoeveel boventonen er door de WARMTH-bediening worden bijgemixt. Zorg voor een correcte uitsturing van de twee kanalen om het maximale effect uit de buis-emulatie te halen. Bij signaalpieken moeten de CLIP-LED s oplichten. De CLIP-LED s mogen echter nooit voortdurend aan zijn. De PHASE-schakelaar draait de fase van het cumulatieve signaal met 180 om. Deze schakelaar gebruikt u bij terugkoppelingsproblemen. De MASTER-knop bepaalt het totale geluidsvolume van de ULTRACOUSTIC. In het master-gedeelte is de ULTRACOUSTIC van een limiterveiligheidsstroomkring voorzien. De LIM-LED geeft aan wanneer deze veiligheidsstroomkring actief is. De ACX1000 is aan de achterkant van een AUX-ingang voorzien. Met de MUTE-schakelaar kunt u de AUX-ingang stil zetten. Met de AUX LEVEL-regeling in het mastergedeelte bepaalt u het volume van het AUX-signaal dat via de AUX IN oftewel de TAPE IN-bussen aan de achterkant van de ULTRACOUSTIC ingevoerd wordt (bijv. drum computer, playback). ULTRACOUSTIC ACX1000 De ACX1000 is met een geïntegreerde effectmodule toegerust, die over 23 verschillende effectgroepen beschikt en in totaal 99 effectvariaties met bijbehorend programmanummer biedt. Door de vier PRESET-toetsen kunt u per toets een effectprogramma opslaan en oproepen. Om een met de PROGRAM-bediening uitgekozen preset op te slaan, drukt u een van der vier PRESET-toetsen ca. twee seconden lang in, tot de bijbehorende LED aangaat. Om een opgeslagen preset op te roepen, drukt u eenvoudig op de betreffende PRESET-toets. De met de EFFECT-bedieningen ingestelde mengverhoudingen worden natuurlijk mee opgeslagen. Om het MIDI-ontvangstkanaal in te stellen, drukt u op de PRESETtoetsen 3 en 4. Daarna selecteert u een MIDI-kanaal met de PROGRAM-bediening (1 tot 16, on voor Omni, OF voor inaktief) en verlaat het menu, door het indrukken van een willekeurige PRESET-toets. Met de PROGRAM-bediening kiest u één van de 99 effectprogramma s. De INSTRUMENT CLIP-LED gaat bij dreigende oversturing van de effectmodule branden. Wanneer u deze CLIP-LED ziet branden, zet u het ingangsvolume van het instrumentkanaal zachter. De MIC CLIP-LED gaat bij dreigende oversturing van de effectmodule branden. Wanneer u deze CLIP-LED ziet branden, zet u het ingangsvolume van het microfoon-/linekanaal zachter. Het DISPLAY toont het programmanummer van de preset die momenteel actief is. Op de tabel van de effectmodule ziet u een overzicht van de verschillende effectgroepen en de bijbehorende programmanummers. Weergave van de tekens -- betekent dat de effectmodule niet actief is. Wanneer u de POWER-schakelaar aan de achterkant inschakelt, brandt deze POWER-LED. Uiteraard moet u uw ULTRACOUSTIC vantevoren correct aan het stroomnet hebben aangesloten (zie hoofdstuk 3 AANSLUITEN ). 2.2 De achterkant Afb. 2.2: De en aan de achterkant Met de POWER-schakelaar zet u de ULTRACOUSTIC aan. ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat u het apparaat met het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of het aangegeven voltage overeenkomt met de netspanning ter plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, dient men absoluut hetzelfde te gebruiken. Bij sommige apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om te kunnen schakelen. Denkt u er alstublieft aan, dat er bij gebruik van het apparaat bij 120 V buiten Europa, zekeringen met hogere waarden geplaatst dienen te worden. (zie hoofdstuk 3 AANSLUITEN ). Een IEC-APPARAATBUS dient ter verbinding met het stroomnet. Een geschikte netkabel wordt meegeleverd. SERIENUMMER. Sluit de stekker van de meegeleverde voetschakelaar aan deze FOOTSWITCH-bus aan. Via de voetschakelaar kunt u de vier effectpresets oproepen. MIDI IN. Deze geeft de mogelijkheid, de ULTRACOUSTIC met een MIDI-afstandbediening te gebruiken. Via Program Changes kunt u de effectprogramma s omschakelen. 2. BEDIENINGSELEMENTEN 5

Het audiosignaal van het instrumentkanaal kunt u aan de TUNER-uitgang afnemen en aan een stemapparaat doorgeven. Bij deze bus is het signaal altijd aanwezig. De symmetrisch uitgevoerde DIRECT OUT-bus met lineniveau voert het signaal van het instrumentkanaal. Deze bus gebruikt u, om dit signaal aan een eindtrap of mengpaneel door te geven. De ULTRACOUSTIC heeft ook een seriële stereo-masterinsertweg, waar u de externe effecten in kunt invoegen. Hier bevinden zich de MASTER INSERT SEND-bussen voor het linker- en het rechterkanaal, die met de effectapparaatingangen dienen te worden verbonden. Net zo goed kan hier echter ook een stereosignaal worden afgenomen. Dit zijn de MASTER INSERT RETURN-bussen die met de uitgangen van het externe effectapparaat worden verbonden. Denkt u er alstublieft aan dat bij gebruik van de seriële insert, de effectapparatuur niet op 100% effectsignaal ingesteld dient te zijn, aangezien er anders geen direct signaal is. Bij deze TAPE OUT-uitgang kunt u het audiosignaal van de ULTRACOUSTIC in stereo afnemen, bijvoorbeeld om het op te nemen. Hier worden cinch-bussen voor gebruikt. De TAPE IN-bussen hebben dezelfde functie als de AUX IN. Doordat hier echter cinch-bussen worden gebruikt, kunt u een tape-deck of een HiFi-installatie direct op de TAPE INbussen aansluiten. Via de AUX IN-ingang kan een extra stereosignaal in de ULTRACOUSTIC worden ingevoerd. Zo kunt u bijvoorbeeld met een drum computer of playback meespelen. Verder bestaat de mogelijkheid, de AUX IN in verbinding met de INSERT SEND als parallelle effectinsertweg te gebruiken. Daartoe verbindt u de INSERT SEND met de ingang en de AUX IN met de uitgang van het effectapparaat (INSERT RETURN-bussen mogen niet in gebruik zijn!). Zo wordt de signaalstroom in de versterker niet onderbroken en heeft u de mogelijkheid door middel van de AUX LEVEL-regeling zoveel extern effect uit het externe apparaat aan het originele signaal toe te voegen als u dat wenselijk acht. Let u er hierbij op, dat het effectapparaat op 100% effectsignaal (100% wet) is ingesteld. Dit is de MIC INS. SEND-bus van de insertweg in het microfoon-/line-kanaal. Deze bus kan met de ingang van een extern effectapparaat of van een compressor worden verbonden. Hier bevindt zich de MIC INS. RETURN-bus van de insertweg voor het microfoon-/line-kanaal, die met de uitgang van een extern effectapparaat dient te worden verbonden. Het instrumentkanaal beschikt ook over een insertweg. Dat is de INSTR. INS. SEND-bus. De INSTR. INS. RETURN-bus dient als terugkoppeling van het effectsignaal. 3. EFFECTEN De ULTRACOUSTIC valt op door de geïntegreerde multieffectprocessor, die met eersteklas en voor studiodoeleinden zeer bruikbare algoritmen is toegerust. De effectmodule heeft in totaal 99 presets te bieden, die in 23 verschillende effectgroepen zijn ingedeeld (vgl. tabel 2.1 in de Engelstalige handleiding). Elke effectgroep heeft meerdere, naar parameters onderling verschillend opgebouwde presets, die een breed spectrum van het betreffende effect c.q. van de betreffende effectcombinatie vertegenwoordigen. Het effectenpallet bestaat uit enkelvoudige (single), parallelle en dubbele effecten. Bij de enkelvoudige en parallelle effecten voeren beide kanalen een effect c.q. een effectcombinatie. Bij de dubbele effecten voert elk kanaal een eigen effect. Onder de vier PRESET-toetsen kunt u vier effectprogramma s opslaan, inclusief alle mengverhoudingen die u via de EFFECTbedieningen heeft ingesteld (origineel- naar effectsignaal voor beide kanalen). Om een door middel van de PROGRAM-bediening geselecteerde preset op te slaan, drukt u één van de vier PRESETtoetsen ca. twee seconden lang in, tot de bijbehorende LED gaat branden. Om een van de vier opgeslagen presets op te roepen, drukt u eenvoudig op de betreffende PRESET-toets of u gebruikt de meegeleverde voetschakelaar, waar ook vier toetsen opzitten. 3.1 MIDI-besturing Door de geïntegreerde MIDI-interface in de ULTRACOUSTIC bestaat de mogelijkheid de effectomschakeling ook via een MIDIsequencer (studiotoepassingen), een master-keyboard of een MIDI-footcontroller (live-toepassingen) te laten verlopen. Verbindt de MIDI IN-bus van de ULTRACOUSTIC met de MIDI OUT-bus van een MIDI-footcontroller. Nu activeert u de MIDIfuncties van de ULTRACOUSTIC. Dat doet u door ca. twee seconden lang de PRESET-toetsen 3 en 4 in te drukken. Daardoor gaan de twee controle-led s van de PRESET-toetsen 3 en 4 knipperen en de rechter decimaalpunt in het display licht op. Nu selecteert u met behulp van de PROGRAM-bediening een MIDIkanaal (1 tot 16, on voor Omni, OF voor inaktief) en verlaat u het menu door een willekeurige PRESET-toets in te drukken. Omni betekent dat de ULTRACOUSTIC op alle MIDI-kanalen relevante MIDI-data ontvangt en verwerkt. Uiteraard dient hetzelfde MIDI-kanaal ook bij de MIDI-footcontroller te zijn geselecteerd (handleiding MIDI-footcontroller). U kunt de presets via Program Changes per MIDI oproepen. Wanneer u Program Change 127 zendt, dan wordt de effectmodule van uw ACX1000 op bypass gezet, hetgeen betekent dat er geen effect te horen is. Zoals gebruikelijk bij MIDIprogrammawisselingen, komt Program Change 0 met programmanummer 1 overeen, Program Change 1 met programmanummer 2 enzovoort (vgl. tabel 4.1 in de Engelstalige handleiding). Met Program Change 99 tot 102 worden de presets opgeroepen die u onder de vier PRESET-toetsen heeft opgeslagen. Na het omschakelen is de preset direct actief, d.w.z. onafhankelijk van het feit of u vantevoren een bypass had ingesteld of niet. 6 3. EFFECTEN

4. AANSLUITEN 4.1 Netspanning Voordat u de ULTRACOUSTIC op het stroomnet aansluit, dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld! De zekeringhouder aan de bus voor de net heeft driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan tegenover elkaar. De ULTRACOUSTIC is op de naast deze markeringen staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgezet door de zekeringhouder 180 te draaien. LET OP: Dit geldt niet voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning van 120 V~ zijn gemaakt! 4.2 Audioverbindingen De audioin- en uitgangen van de BEHRINGER ULTRACOUSTIC zijn met uitzondering van de MIC- c.q. de LINE/INST.-ingangen en de DIRECT OUT asymmetrisch uitgevoerd. Voor de tape in- en uitgangen dienen de in de handel gebruikelijke cinchsteekverbindingen te worden gebruikt. Zorgt u er alstublieft voor dat het apparaat uitsluitend door ter zake kundige personen aangesloten en bediend wordt. Tijdens en na het aansluiten dient men altijd op voldoende aarding van de persoon / personen die met het apparaat bezig is / zijn te letten, elektrostatische ontladingen e.d. kunnen de bedrijfseigenschappen anders nadelig beïnvloeden. ULTRACOUSTIC ACX1000 Afb. 4.3: 6,3-mm-stereoklinkerstekker 4.3 MIDI-Aansluiting De MIDI- aan de achterkant van het apparaat is van de internationaal genormeerde 5-polige DIN-bus voorzien. Om de ULTRACOUSTIC met andere MIDI-apparatuur te kunnen verbinden heeft u een MIDI-kabel nodig. Normaliter worden de in de handel gebruikelijke, fabrieksmatig geproduceerde kabels gebruikt. Let op dat Pin 4 met Pin 4 en Pin 5 met Pin 5 bij beide stekkers verbonden zijn. Afb. 4.1: XLR-verbindingen Afb. 4.2: 6,3-mm-monoklinkerstekker 4. AANSLUITEN 7

5. TECHNISCHE DATA AUDIOINGANGEN Instrumentkanaal ingangsimpedantie Microfoon-/line-kanaal Microfooningang Aux-/tape-ingang ingangsimpedantie Line-ingang ingangsimpedantie ingangsimpedantie AUDIOUITGANGEN Direct out-uitgang uitgangsimpedantie max. uitgangsniveau Tape-uitgang uitgangsimpedantie max. uitgangsniveau EINDVERSTERKER Eindtrapvermogen MIDI-INTERFACE Type DIGITALE VERWERKING Modulator Aftastsnelheid DISPLAY Type LUIDSPREKER Type Impedantie Toelaatbaar vermogen 6,3 mm mono-klinkerbus asymmetrische, HF-ontstoorde ingang ca. 10 MΩ XLR-bus symmetrische, HF-ontstoorde ingang ca. 25 kω 6,3 mm stereo-klinkerbus symmetrische, HF-ontstoorde ingang ca. 40 kω symmetrisch 20 kω asymmetrisch 6,3 mm mono-klinkerbussen/ cinch-bussen onsymmetrische, HF-ontstoorde ingang ca. 10 kω XLR-bus symmetrische, laagohmige lineniveau-uitgang ca. 200 Ω symmetrisch 100 Ω asymmetrisch +24 dbu symmetrisch cinch-bussen onsymmetrische, laagohmige line-niveau-uitgang ca. 100 Ω +20 dbu asymmetrisch 2 x 60 Watt 5-polige DIN-bus, MIDI IN 24-bits sigma-delta, 64/128-voudig oversampling 46,875 khz 2-cijferige, numerische LEDuitlezing 2 x 8" luidsprekers, Special Custom-Made Acoustic Speaker 8 Ω (8"-luidsprekers) max. 60 Watt (8"-luidsprekers) STROOMVOORZIENING Netspanning USA/Canada 120 V~, 60 Hz China/Korea 220 V~, 50 Hz VK/Australië 230 V~, 50 Hz Europa 230 V~, 50 Hz Japan 100 V~, 50-60 Hz Universeel exportmodel 120/230 V~, 50-60 Hz Netbelasting 42 W min. / 200 W max. Zekering 100-120 V~: T 5 A H 250 V 200-240 V~: T 2,5 A H 250 V Aansluiting op het net Standaard-apparaat AFMETINGEN/GEWICHT Afmetingen (H x B x D) ca. 17" (431,8 mm) x 23 2/3" (600,65 mm) x 10 3/5" (270,0 mm) / 12 3/10" (312,6 mm) Gewicht ca. 22 kg De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande aankondiging door. Technische data en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het product afwijken. 8 5. TECHNISCHE DATA