A 2000/2/12. ARRET du 16 décembre 2002 dans l'affaire A 2000/2



Vergelijkbare documenten
1. Bij arrest van 29 februari 2000 heeft de Belgische Raad van State, afdeling administratie, uw Hof

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2

BENELUX ~ A 2004/4/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRET du 24 octobre En cause. Etat belge. contre. De La Fuente

Arrest van 15 december 2003 in de zaak A 2002/2 BENELUX-MERKENBUREAU VLAAMSE TOERISTENBOND. Procestaal : Nederlands

BENELUX ~ A 2003/2/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : TEXACO BELGIUM SA. contre COUCKY SPRL

Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/ Arrêt du 25 juin 2002 dans l affaire A 2000/

BENELUX ~ A 2004/2/6 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2. Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen.

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

BENELUX ~ A 2003/3/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : COMMERZBANK A.G. contre SABENA INTERSERVICE CENTER

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 17 december 1998 in de zaak A 97/ College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent 2.

BENELUX ~ A 2009/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1. Inzake. BOUSSE-GOVAERTS e.a. tegen COLORA BOELAAR

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1

ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/4. Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SILECI Procestaal: Nederlands

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VANDERPERREN - JACQUEMAR

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2010/8/10 ARREST. Inzake: Naam : Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Tegen:

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2006/5/12. ARREST van 29 april Inzake PET CENTER BVBA. tegen. Willem SCHOUTEN. Procestaal : Nederlands

BENELUX ~ A 2004/1/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 16 december Inzake. Polygon Insurance Company Limited. tegen

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/

Arrêt du 28 avril 2003 dans l affaire B 2001/ Langue de la procédure : le français

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2004/5/12. ARRET du 24 octobre En cause : DELHAIZE. contre DIOR. Langue de la procédure : le français

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2009/2/6 ARRET. En cause : FAUCON B. c.s. contre BRAINE-L ALLEUD SABLIERE S. A.

ARREST van 6 december 1999 in de zaak A 98/ ARRÊT du 6 décembre 1999 dans l affaire A 98/

ARRET Dans l affaire A 2011/1. En cause : ALLIANCE NATIONALE DES MUTUALITES CHRETIENNES contre: ASBL BUREAU BELGE DES ASSUREURS AUTOMOBILES

Arrest van 28 februari 2003 in de zaak A 2001/

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3

Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/

~ A 2003/1/13. Arrest van 25 juni 2004 in de zaak A 2003/1. Arrêt du 25 juin 2004 dans l'affaire A 2003/1. UNILEVER N.V. et IGLO-MORA GROEP B.V.

~ A 2008/3/11. Arrest van 17 december 2009 in de zaak A 2008/3 STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VLAAMS GEWEST

~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

Instantie. Onderwerp. Datum

2. Overwegende dat uit het vonnis de navolgende feiten blijken: - de bromfiets van Patricia Jooris stond geparkeerd op de openbare weg;

~ A 2008/2/11. Arrest van 17 december 2009 in de zaak A 2008/2 STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VLAAMS GEWEST

Arrest van 2 oktober 2000 in de zaak A 98/ Arrêt du 2 octobre 2000 dans l affaire A 98/

COUR DE JUSTICE BENELUX

Arrest van 25 september 2000 in de zaak A 97/

Arrêt du 25 mai 1999 dans l affaire A 97/

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/2

ARREST van 22 juni MULTIMEDIAMAATSCHAPPIJ VAN DE AUTEURS VAN DE VISUELE KUNSTEN, afgekort SOFAM CVBA, Procestaal : Nederlands

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/1

ARREST van 19 december 1996 in de zaak A 95/

Arrêt du 26 novembre 2001 dans l affaire B 2000/ Langue de la procédure : le français

Arrest van 24 februari 2003 in de zaak B 2001/

~ A 2005/1/9. ARREST van 29 juni Procestaal : Nederlands. ARRÊT du 29 juin 2006 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

BENELUX ~ A 2007/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 25 juni Inzake O.M. tegen F.T.A. METZELAAR. Procestaal : Nederlands

ARREST. College van Gedeputeerde Staten van Fryslân. Stichting De Faunabescherming ARRET. La députation provinciale de Frise

2. Overwegende dat de feiten waarop de door het Hof te geven uitleg moet worden toegepast, als volgt zijn samen te vatten :

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

HET BENELUX-GERECHTSHOF. In de zaak A 98/5

(artikel 5, lid 2, van het Verdrag van 31 maart 1965, betreffende de instelling en het statuut van het Hof)

ARREST van 16 december 1998 in de zaak A 95/ ARRET du 16 décembre 1998 dans l affaire A 95/

BENELUX A 96/2/12. Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Inzake : BEAPHAR. tegen NEDERMA. Procestaal : Nederlands

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

~ B 2009/1/12. Arrest van 29 oktober 2009 in de zaak B 2009/1. Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom

~ A 2009/3/14. Arrest van 23 december 2010 in de zaak A 2009/3 GMBH DAEWOO ELECTRONICS EUROPE. Arrêt du 23 décembre 2010 dans l affaire A 2009/3

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ~ A 2011/4/10. ARREST van 15 februari 2013 In de zaak A 2011/4. Inzake: tegen: Procestaal: Nederlands

Arrest van 23 mei 1996 in de zaak B 95/ Arrêt du 23 mai 1996 dans l affaire B 95/

Arrest van 29 november 2001 in de zaak A 99/

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

Arrest van 26 juni 2000 in de zaak A 98/

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter F. Debaedts en de rechters-verslaggevers L.P. Suetens en P. Martens, bijgestaan door de griffier L.

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

Dr Chr.A. van der KLAAUW

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau

Vertaling 2 HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak B 94/1

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

Rolnummer Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ~ Zaak A 2006/2 METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. / BELGISCHE STAAT

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

TEKST VAN HET VERDRAG, ZOALS GEWIJZIGD DOOR DE PROTOCOLLEN VAN 10 JUNI 1981 EN 23 NOVEMBER 1984 (Officieuze coordinatie)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F.

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

BESCHIKKING VAN 23 AUGUSTUS 2010 In de zaak A 2009/4. Verkoopmaatschappij Frenko B.V., ORDONNANCE DU 23 AOUT 2010 dans I'affaire A 2009/4

Rolnummer Arrest nr. 121/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2009/5/10. ARREST van 24 juni Inzake. VAN HILST B.V. e.a. tegen THE JAGUAR COLLECTION LTD

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

Hof van Cassatie van België

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

eisers tot cassatie van een arrest, op 25 november 1997 gewezen vertegenwoordigd door mr. Francis Marck, advocaat bij de balie

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF A 2000/2/12 ARRET du 16 décembre 2002 dans l'affaire A 2000/2 En cause : 1. AVES 2. LIGUE ROYALE BELGE POUR LA PROTECTION DES OISEAUX contre REGION WALLONNE en présence de parties intervenantes Langue de la procédure : le français ARREST van 16 december 2002 in de zaak A 2000/2 Inzake : 1. AVES 2. KONINKLIJK BELGISCH VERBOND VOOR DE BESCHERMING VAN DE VOGELS tegen WAALS GEWEST alsmede tussenkomende partijen Procestaal : Frans GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL TEL. (0) 2.519.38.61 FAX (0) 2.513.42.06 curia@benelux.be GREFFE 39, RUE DE LA RÉGENCE 1000 BRUXELLES TÉL. (0) 2.519.38.61 FAX (0) 2.513.42.06 curia@benelux.be

Vertaling 2 BENELUX-GERECHTSHOF in de zaak A 2000/2 1. Gelet op het op 29 februari 2000 door de Belgische Raad van State, afdeling administratie, gewezen arrest in de zaak van de vereniging zonder winstoogmerk Aves (hierna : Aves) en de vereniging zonder winstoogmerk het Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels (hierna : het Verbond), tegen het Waals Gewest, en de tussenkomende partijen Koninklijke Belgische Ornithologische Federatie, vereniging zonder winstoogmerk, Club Maria van Bourgondië, vereniging zonder winstoogmerk, Morel Patrick, Beroepsvereniging van de Sint-Hubertus Club van België, Jagersliga, Internationale Vereniging Federatie van Jagersverenigingen in de Europese Economische Gemeenschap, de Belgische Ornithologische Unie, vereniging zonder winstoogmerk, waarbij overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof aan dit Hof een vraag van uitleg van de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18 wordt gesteld ; TEN AANZIEN VAN DE FEITEN : 2. Overwegende dat de feiten blijkens het arrest als volgt kunnen worden samengevat : (1) Aves en het Verbond hebben op 17 november 1994 beroep bij de Belgische Raad van State ingesteld tot vernietiging van diverse bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 1994 betreffende de bescherming van de vogels in het Waals Gewest, met name van artikel 36, 2, tweede lid, vierde volzin, en derde lid, van dat besluit. (2) Artikel 36 maakt deel uit van afdeling 4 van Hoofdstuk IV van Titel IV van genoemd besluit, welke afdeling het opschrift «De vangtuigen en -installaties» draagt. In 1 van artikel 36 is bepaald dat de vangst (van de door het besluit beschermde vogels) enkel kan plaatsvinden bij middel van een niet-automatische klepkooi (in de officiële Nederlandse vertaling van het besluit is sprake van slagkooi). In 2 wordt de door het besluit toegestane klepkooi in drie alinea s als volgt beschreven :

Vertaling 3 «De niet-automatische slagkooi bestaat uit een gesloten ruimte met een maximum inhoud van 50 dm 3. Hij moet de vorm hebben van een rechthoekig parallellepipedum waarvan de maximale lengte en breedte 60 cm en 40 cm zijn en waarvan de minimale hoogte 20 cm is. De wanden ervan moeten uit metaalgaas, traliewerk, weefsels met natuurlijke of synthetische vezels gemaakt zijn. De wanden van de slagkooi moeten platte vlakken vormen, elk begrensd door ten minste vier ribben. Slechts een wand mag beweegbaar zijn. De slagkooi kan enkel door toedoen van de vanger gespannen of opnieuw gespannen worden. De bevoorrader regelt zelf het kantelen van het rek. Naar gelang de afstelling kan het : a) automatisch in werking treden ; b) of in werking treden bij middel van een koord». (3) Het Verbond en Aves vorderen de vernietiging van de hierboven onderstreepte bepalingen in zoverre daardoor klepkooien met een trekkoord zijn toegestaan. Zij voeren aan dat uit de Nederlandse versie van artikel 2.3 van Benelux-Beschikking M (72) 18 blijkt, dat de enige kooien die zijn toegestaan klepkooien zijn, terwijl klepkooien met een trekkoord ingevolge die beschikking verboden zouden zijn, waarbij de bedoeling is te vermijden dat er een speelse aantrekkingskracht van de vangst zou uitgaan, welke aantrekkingskracht zonder een trekkoord haast niet zou bestaan; 3. Overwegende dat de Raad van State bij arrest van 29 februari 2000 de volgende vraag van uitleg aan het Benelux-Gerechtshof heeft gesteld : «Staat artikel 2.3 van de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18 eraan in de weg dat het gebruik van slagkooien die in werking treden door middel van een koord wordt toegestaan?» ;

Vertaling 4 TEN AANZIEN VAN HET VERLOOP VAN HET GEDING : 4. Overwegende dat het Hof een gewaarmerkt afschrift van het arrest van de Belgische Raad van State aan de Ministers van Justitie van België, Nederland en Luxemburg heeft gezonden ; 5. Overwegende dat Mr. Alain Lebrun, advocaat bij de balie te Luik, een memorie voor het Verbond en Aves heeft ingediend ; dat Mr. Jean-Marie Van der Mersch, advocaat bij de balie te Brussel, een memorie voor het Waals Gewest heeft ingediend ; 6. Overwegende dat buiten het debat dient te worden gehouden de door Mr. P. Taquet, advocaat te Welkenraedt, ingediende memorie voor de Fédération Ornithologique Wallonne die geen partij bij de zaak is ; 7. Overwegende dat partijen ter zitting van 19 maart 2001 hun standpunten mondeling hebben laten toelichten door hun raadslieden ; dat zij pleitnota's hebben overgelegd ; 8. Overwegende dat de Plaatsvervangend Advocaat-Generaal J.-Fr. Leclercq op 6 september 2001 schriftelijk conclusie heeft genomen ; TEN AANZIEN VAN S HOFS BEVOEGDHEID : 9. Overwegende dat uit de samenhang tussen artikel 1, 1.3, van het Tweede Protocol ter uitvoering van artikel 1, lid 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, ondertekend te Brussel op 11 mei 1974, en bijlage III ervan, enerzijds, en artikel 2.2 van het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 20 juni 1977, tot wijziging van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, ondertekend te Brussel op 10 juni 1970, anderzijds, blijkt dat de Beschikking van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18, welke overeenkomstig artikel 19 a) van het Unieverdrag ter uitvoering van genoemde Benelux-Overeenkomst is genomen en is bekendgemaakt in België, de Staat waar de vraag van uitleg is gerezen, in het bijvoegsel bij het Belgisch Staatsblad van 29 september 1978, een gemeenschappelijke rechtsregel is, die met toepassing van artikel 1 van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof is aangewezen en voor de uitleg waarvan het Hof op grond van artikel 6 van genoemd Verdrag bevoegd is ;

TEN AANZIEN VAN HET RECHT : Vertaling 5 10. Overwegende dat in de Beschikking van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18, overeenkomstig artikel 7 van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, de maatregelen ter bescherming van de in de Beneluxlanden in het wild levende vogelsoorten worden vastgesteld ; 11. dat in artikel 1 van die Beschikking onder a) en b) de beschermde vogelsoorten in de zin van genoemd artikel 7 worden aangewezen ; 12. dat het ingevolge artikel 2.1 onder meer verboden is vogels behorende tot de aldus aangewezen soorten te doden ; 13. dat het ingevolge artikel 2.2 onder meer verboden is vogels behorende tot de in artikel 1, onder b) aangewezen soorten te vangen ; 14. dat in artikel 2.3 is bepaald dat onverminderd de bevoegdheid van elk der Regeringen om het vangen van de in artikel 1, onder a) genoemde vogels geheel te verbieden, het vangen daarvan slechts kan worden toegestaan met behulp van niet-automatische klepkooien (in het Frans : cages non automatiques) met een maximum inhoud van 50 dm 3 ; 15. Overwegende dat, zoals in de Toelichting bij artikel 2 van de Beschikking naar voren wordt gebracht, de in dat artikel opgenomen verbodsbepalingen met het oog op de door de Benelux-Overeenkomst nagestreefde bescherming zijn uitgevaardigd ; 16. dat de Benelux-Staten op grond van artikel 2.3 weliswaar het vangen van bepaalde vogels kunnen toestaan, doch dat die toelating een strekking moet hebben, welke met het nagestreefde doel strookt ; 17. Overwegende dat daaruit volgt dat de woorden «niet-automatische klepkooi» («cage non automatique» of trébuchet non automatique) op een dusdanige manier moeten worden uitgelegd dat daardoor zowel de efficiëntie van het vangtuig als de aantrekkingskracht van het vangen wordt gereduceerd ; 18. Overwegende dat wanneer een klepkooi de mens in staat stelt de klep door middel van een trekkoord in beweging te brengen, zodat de vangst van meerdere vogels tegelijkertijd niet uitgesloten is, en dat derhalve de efficiëntie van het tuig daardoor wordt verhoogd en wanneer, daarenboven, het gebruik van het trekkoord de vangst een speelse aantrekkingskracht verleent, die bij een groter aantal vangers belangstelling kan wekken, de

Vertaling 6 door de Benelux-Overeenkomst nagestreefde bescherming niet wordt bereikt ; 19. dat zulk een tuig mitsdien niet kan worden aangemerkt als een niet-automatische klepkooi (cage non automatique) in de zin van artikel 2.3 van Beschikking M (72) 18 van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 ; 20. dat de vraag van uitleg derhalve moet worden beantwoord als hierna onder 26 is vermeld ; TEN AANZIEN VAN DE KOSTEN : 21. Overwegende dat het Hof volgens artikel 13 van het Verdrag de kosten moet vaststellen welke op de behandeling voor het Hof zijn gevallen, welke kosten omvatten de honoraria van de raadslieden van partijen, voor zover dit in overeenstemming is met de wetgeving van het land waar het bodemgeschil aanhangig is ; 22. dat krachtens de Belgische wetgeving de honoraria van de raadslieden van partijen niet zijn begrepen in de kosten die aan de in het ongelijk gestelde partij in rekening worden gebracht ; 23. dat op de behandeling voor het Hof geen andere kosten zijn gevallen ; 24. Gelet op de conclusie van de Plaatsvervangend Advocaat-Generaal J.-F. Leclercq ; 25. Uitspraak doende op de door de Belgische Raad van State bij arrest van 29 februari 2000 gestelde vraag ; VERKLAART VOOR RECHT : 26. Artikel 2.3 van de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18 staat eraan in de weg dat het gebruik van klepkooien met een trekkoord ("cages à trébuchet à tirant") wordt toegestaan in het geval die kooien beantwoorden aan de onder 18 vermelde voorwaarden.

Vertaling 7 Aldus gewezen door de heren W.J.M. Davids, president, R. Gretsch, eerste vicepresident, P. Marchal, tweede vice-president, J. Jentgen, M. Lahousse, P. Neleman, I. Verougstraete en R. Schmit, rechters, A. Hammerstein, plaatsvervangend rechter, en uitgesproken ter openbare zitting te Brussel op 16 december 2002 door de heer P. Marchal, voornoemd, in aanwezigheid van de heren J.-F. Leclercq, plaatsvervangend advocaat-generaal, en C. Dejonge, waarnemend hoofdgriffier.