Reparatie handleiding

Vergelijkbare documenten
Instructiehandleiding

Afstandsbediening PU-5

Instructiehandleiding

Gebruiksaanwijzing afstandsbediening ПУ-27

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

Gebruikershandleiding

Montage handleiding. Luchtverwarmers PLANAR-2D-12/24 PLANAR-4DM2-12/24-P PLANAR-44D-12/24-GP-P PLANAR-8DM-12/24-P

Gebruikershandleiding

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Byzoo Sous Vide Hippo

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Klepspeling stellen mm, bij koude motor

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel


INNOVATORS IN MOTION

Onderhoud RR Trading CV Compact

code Foutmelding Omschijving en Mogelijke oplossingen

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320

Aroma Perfection System.

Henks Reparatie Werkplaats - Van IJsendijkstraat LC - Purmerend - Bedienings display

INFRAROODSTRALER FUEL IS 40 INSTRUCTIEBOEKJE

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Onderhoud 92% pelletkachels

Onderhoud 98% pelletkachels

QSTART Modem. ADVERS LLC Russia, , Samara, ul. Novo-Sadovaya 106 Production +7(846)

Installatiehandleiding

Vloeistof stand kachels / Stand kachel

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

KERN DLB_A01 Versie /2011 NL

LASER WATERPAS FL 245HV - FLG 245HV-GREEN

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

Lithium Jumpstarter en DC power source GEBRUIKSAANWIJZING. Lees goed de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Montage- en gebruiksaanwijzing

Bedrijfsvoorschriften

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 HDR-105 HALOGEEN DIMMER/SCHAKELAAR MET TRANSFORMATOR

TOMA. Alles in deze gebruiksaanwijzing aangegeven met het symbool zijn veiligheidswaarschuwingen. Volg deze instructies altijd.

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Handleiding Spanningsregelaar Type Auto-Lite

Bedienungsanleitung Elektrischer Kamin KH 1117 Istruzioni per l'uso Camino elettrico KH 1117 Mode d'emploi Cheminée électrique KH 1117

Onderhoud Petite en Alessia Pelletkachel

Hotto boilerkraan plaatsen

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *


Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

UNIPHOS ASP-40 Handpomp Handleiding

Gebruiksaanwijzing Decontaminatie-Unit 320

Motor Scooter Alarm Systeem. Installatie handleiding

De-/montage handleiding VAG DSG6 02E Mechatronic

Gebruikers- en montagehandleiding Pijpdakventilator MPV

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER

(zie afbeelding 3) Nm (65 mm) Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) Nm (60 mm) Nm (11 mm)

Onderhoud Easy, Italfuoco en Milano

INSTALLATIEHANDLEIDING

Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof)

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we

AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR. 2x 3x

Byzoo Sous Vide Turtle

AWS-3500 MINI INBOUWSCHAKELAAR (V2)

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 2 en Color Player receiver.

Branderketel 12V DC/ 24 V DC

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

OC Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0

Gebruikershandleiding

AWMD-250 MINI INBOUWDIMMER MULTI

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Gebruiksaanwijzing Baritest

HUDSON REED NL ALGEMENE HANDLEIDING THERMOSTATISCHE DOUCHEPANELEN

KABELTESTER en DIGITALE MULTIMETER. Turbotech TT1015

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

Montagehandleiding Elektrische aandrijving. Garage- en bedrijfsdeuren voor zelfmontage

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AILS-3500 OPBOUWSCHAKELAAR

Onderhoud RR Trading CV Pelletkachels

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ALED-003 DRAADLOZE LED SPOT

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

Carburateur reinigen en afstellen 4T 50cc

Installatie handleiding Centrale Deurvergrendeling De Basis unit. Schema type 1

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

AANSLUITSCHEMA 1 - VOOR CV HOUTKACHELS Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een bestaand cv systeem

Banden de- en montage machine

EM1620 DirectDrive. Montage instructies V01 NE M LOCKS BV. Vlijtstraat BN Doetinchem Nederland

MK99 NL AUTOMATISCH IN WERKING TREDENDE STARTONDERBREKER MET ELEKTRONISCHE SLEUTEL EN OVERRIDE NOODCODE

PACK TYXIA 541 et 546

AGDR-300 STEKKERDOOS DIMMER

Installatie instructie

Transcriptie:

NL Reparatie handleiding Preoperationele diesel verwarmer 14TC-Mini АДВР.144.00.00.000 РК

Verkoop Autoterm LLC Trikatas street 4, Riga Letland, LV-1026 +371 20110229 Е-mail: sales@autotermeurope.com www.autoterm-europe.com Productie ADVERS 106, ul.novo-sadovaya, Samara, 443068 RUSSIE +7(846)263-07-97 www.autoterm.ru Service Autoterm LLC Trikatas street 4, Riga Letland, LV-1026 +371 25529999 Е-mail: service@autotermeurope.com Inhoud Algemene technische gegevens... 3 2 Veiligheidsmaatregelen... 4 Configuratie en markering van de basisknopen van de verwarmer... 4 4 Mogelijke defecten van de verwarmer, hun oorzaken en methoden van de correctie..4 5 Bestemming, reparatie en vervanging van de onerdelen van de verwarmer... 7 5.1 Bestemming, demontage en vervanging van de bougies... 8 5.2 Bestemming, demontage en vervanging van de thermometers en overhitting thermometers... 9 5.3 Bestemming, demontage en vervanging van de vuur indicator... 12 5.4 Bestemming, demontage en vervanging van de luchtpomp... 14 5.5 Bestemming, demontage en vervanging van de verbrandingskamer... 16 5.6 Bestemming, demontage en vervanging van de warmtewisselaar... 17 5.7 Bestemming, demontage en vervanging van de elektrische motor met de pomp... 19 5.8 Bestemming, demontage en vervanging van de besturingsblok... 20 5.9 Bestemming, demontage en vervanging van de afstandsbediening...21 5.10 Bestemming, demontage en vervanging van de brandstofpomp...22 6 Technologische uitrusting voor de bediening en reparatie... 24 Afkortingen die in COU gebruikt worden: BB - besturingsblok; AB - afstandsbediening; LDB - lage druk blok; VI - vuur indicator; LP - luchtpomp. 2

Deze reparatiehandleiding (verder in de tekst RH) is bestemd voor het personeel dat met bediening en reparatie van de preoperationele diesel verwarmers 14TC-Mini (verder in de tekst - verwarmer) bezig houdt. Hierin de methoden zich bevinden van het bepalen van de defecten, en ook de methoden van het bepalen van geldigheid van de knopen en de noodzaak voor hun vervanging. In de handleiding zijn er de algemene technische gegevens, de beschrijvingen van de knopen en hun bestemming in de verwarmer uitgelegd, ook de methoden van hun gebruik en reparatie gegeven, en de algemene verschillen tussen de modellen uitgelegd. Bij de reparatie van de verwarmer moet deze handleiding gebruikt, de cataloog van onderdelen en van de montage units. Reparatiehandleiding kan sommige minder belangrijke constructieve veranderingen die ingebracht zijn door het producent nadat deze handleiding al gedrukt is, niet bevatten. 1 Algemene technische gegevens Algemene technische gegevens van de verwarmer zijn in de tabel 1 te vinden. Technische gegevens zijn met ±10% omgeschreven, ze zijn bij de temperatuur van 20 С gekregen en bij de nominale elektrische spanning. Tabel 1 Nominale elektrische spanning, B 24 12 Soort brandstof Diesel volgens de normen GOST 305, afhankelijk van de buitenlucht temperatuur Warmtedrager Warmteproductie, kwt: - in de regime vol - in de regime middel; - in de regime zacht Brandstofverbruik, l/huur - in de regime vol - in de regime middel; - in de regime zacht Gebruikte capaciteit Wt, niet meer dan: - in de regime vol - in de regime middel; - in de regime zacht - in de regime afkoeling - bij de inshakeling binnen de 90 sec 3 14,5 9,2 4,0 1,9 1,2 0,5 113 100 76 46 155 antivries, antivries Regime van de schakeling en pauze Handmatig of automatisch Massa, kg, niet meer dan 16 14,5 9,2 4,0 1,9 1,2 0,5 124 95 74 46 144

Veiligheidsmaatregelen 2.1 Bij de reparatie moeten volgende instructies voor de werkbescherming gevolgd worden: 2.2 Het overtreden van de regels van de exploitatie kunnen tot brand leiden. 2.3 Een werkplek moet een brandblussysteem bevatten. 2.4 Het gebruik van de verwarmer absoluut verboden is als het afkoelsysteem niet gevuld is. 2.5 Het is verboden om brandstof bi te vullen als de motor aan het werken is. 2.6 Het is verboden om een verwarmer in gesloten ruimtes of in de ruimtes met slechte verluchting te gebruiken. 2.7 Het is verboden om een verwarmer van de elektrische voeding uit te schakelen tot de einde van het werkcyclus. 2.8 Het is verboden om connectoren aan de afstandsbediening en de besturingsblok aan te sluiten en ervan af te sluiten bij de ingeschakelde voeding. 3. Configuratie en markering van de basisknopen van de verwarmer. 3.1 Configuratie, basisknopen en onderdelen die bij de verwarmer horen, zijn in de COU (cataloog van onderdelen en units) te vinden. 3.2 Schema van de elektrische aansluitingen is in de gebruiksaanwijzing te vinden. 4. Mogelijke defecten van de verwarmer, hun oorzaken en methoden van de correctie Tijdens de exploitatie van de verwarmer kan een defect voorkomen. Een defect wordt op een defect code ontdekt op de afstandsbediening «ПУ-11М». Defect codes, oorzken die tot het defect zijn geleid, en methode van correctie zijn in het tabel 2 te vinden. Ook zijn er andere mogelijke defecten die door de besturingsblok niet te diagnosticeren zijn, bijvoorbeeld: verlies van de luchtdichtheid door de warmtewisselaar (doorbranding), of van de doorbranding van de pakkingen, verlaagde warmteproductie als resultaat van de productie van roet op de binnenzijde van de warmtewisselaar, of vervuiling van de filter in de brandstofpomp. De bovengenoemde defecten kunnen op een visuele manier ontdekt worden. HET IS VERBODEN OM DE VERWARMER TE EXPLOITEREN BIJ HET VERLIES VAN DE LUCHTDICHTHEID DOOR DE WARMTEWISSELAAR. Tijdens de exploitatie van de verwarmer kunnen sommige van zijn elementen stoppen met werken welke elementen vervangen kunnen worden zonder de verwarmer van de auto af te halen (bijvoorbeeld: vervanging van besturingsblok, pomp, bougie, afstandsbediening, brandstofpomp). 4

Tabel 2 Defect code Defect omschrijving 01 Overhitting 02 03 04 05 06 Mogelijke overhitting ontdekt. Overhitting thermometer is defect Thermometer is defect Vuur indicator is defect Ingebouwde thermometer is defect Defect oorzaak Thermometer van overhitting of thermometer geeft aan de temperatuur hoger dan 102 C. Te hoge snelheid van de temperatuur verhoging Kortsluiting, breuk, defect van de besturingsblok Kortsluiting op de romp, of een breuk. Defect van de besturingsblok. Thermometer werkt niet (bevindt zich in de besturingsblok) Aanbevolen methoden van de correctie van het defect Controleer in het geheel de vochtcontour of daarin lucht aanwezig is. Controleer de pomp (punt 5.7). Controleer de thermometers (punt 5.2). Aansluitingssnoeren en connector controleren. Controleer de thermometer (punt 5.2). Controleer de Vuur indicator (punt 5.3). Besturingsblok vervangen (punt 5.10) 09 Bougie is defect Kortsluiting, breuk Controleer de bougie (punt 5.1). 10 Luchtpomp is defect - draait moeilijk Te veel wrijving in de lagers of het propeller raakt het rolletje aan. 27 28 Tabel 2 Luchtpomp is defect - de motor draait niet Luchtpomp is defect - de motor draait met de permanente snelheid Oxidatie van de contacten in de stekkerdoos. Zit vast vanwege de breuk van een lager of een rotor. Contact met buiten voorwerpen etc. Besturingspaneel van de elektrische motor of van de besturingsblok is defect. Controleer de luchtpomp (punt 5.4). 12 15 13 Uitschakeling, te hoge spanning (Hoger dan 16W/30W) Uitschakeling, te lage spanning (lager dan 10,5W/20W) Pogingen om in te schakelen, zijn over. Aansteking is niet gebeurd (2 keer). Spanning regulator is defect. Accu is defect. Geen brandstof Onvoldoende aantal brandstof komt binnen De gassen uitloop leider of lucht inlaatklep is defect. Controleer terminals op de accu en de ingevoerde elektrische keten. Accu controleren als nodig is, hem opladen of vervangen. Controleer de werking van de spanning regulator van de auto. Controleer aanwezigheid van de brandstof Brandstofpomp controleren. Lucht inlaatklep en uitlaatpijp controleren. 5

Onvoldoende opwarming van de bougie, besturingsblok is defect. De sleuf is vervuild. Ø 1,5 mm in de bougie van de verbrandingskamer. 14 De lamp is defect Breuk of kortsluiting. 16 17 20 29 78 Vuur indicator koelt onvoldoende af Brandstofpomp is defect Geen verbinding tussen de afstandsbediening en de vewarmer Te veel keer het vuur was afgebroken tijdens de werking Vuur breekt af tijdens de werking Tijdens het blazen is de verwarmer niet voldoende afgekoeld. Kortsluiting of breuk in de elektrische keten van de brandstofpomp. Kortsluiting of breuk in de elektrische keten van de brandstofpomp. Controleer de bougie (punt 5.1). Controleer de verbrandingskamer (punt 5.5). Snoeren en stekkerdoos controleren. Controleer de pomp (punt 5.7). Lucht inlaatklep en uitlaatpijp controleren. Vuur indicator controleren Controleer of er een kortsluiting of breuk aanwezig is in de elektrische keten van de brandstofpomp. Controleer of de snoeren die naar de overhitting thermometer gaan, geïsoleerd zijn. Aansluitingssnoeren en connector controleren. Controleer het aantal en invoer brandstof. Controleer het systeem van de luchtinvoer voor verbranding en de gassen uitlaatpijpen. Als de verwarmer komt is de werking, moet er de brandstofpomp gecontroleerd worden en als nodig is, vervangen. Controleer lucht inhaalklep, gassen uitlaatpijp en invoer brandstof, corrigeer defecten, als nodig de brandstofpomp en vuur indicator vervangen. 5 Bestemming, reparatie en vervanging van de onderdelen van de verwarmer Onderdelen van de verwarmer zijn in de cataloog van onderdelen en units te zien (COU). Voor de vervanging en controle van de onderdelen van de verwarmer moet de verwarmer deels uit elkaar gezet worden. Het is toegestaan om de verwarmer deels uit elkaar te zetten ook in de auto als er bij deze een bereik tot de demontage van de besturingsblok vrij is. 6

Afb. 1 - Verwarming blok (zicht van boven) Afb. 1a - Verwarming blok (zicht van de zijkant, zonder deksels van de thermometers) 7

5.1 Bestemming, demontage en vervanging van de bougies Bougie (afb. 2) zorgt voor de aansteking van de mix van gas en lucht tijdens het starten van de verwamer. Om werking te controleren en een bougie te vervangen moet u het volgende doen: Brandstof invoer naar de verwarmer blokkeren (de loopband an brandstof van de verwarmer afsluiten en in een container plaatsen); connector van de bougie losbinden; gareel losmaken en een rubber kapje van de bougie af krijgen; bougie losdraaien; connector van de bougie aansluiten en verwarmer inschakelen. Let op de manier hoe de bougie wordt opgewarmd: hij moet heet worden ongeveer tot het midden van de opwarming element vanaf het einde. Als de element vanaf het midden of vanaf het einde en tot de base wordt opgewarmd, is de bougie defect. Als de bougie te weinig wordt opgewarmd, moet u de besturingsblok controleren. Vervang de BB met een goed werkende. Als na de vervanging de verwarmer het goed doet, dan was de vervangen BB defect. Als de bougie wordt niet opgewarmd, moet u zijn werking controleren. Daarvoor moet u de connector van de bougie losbinden en de bougie aan de bron van de stroom verbinden met de spanning van 9 of 19W (afhankelijk van de bougie) en over 30 sec moet u de gebruikte stroom meten. Controleer hoe de bougie wordt opgewarmd. De gebruikte stroom moet tussen de 5,2 tot 6,78А (voor 9W) en van 2,5 tot 3,4 (voor18w) zijn. Testtijd moet niet langer dan 90 sec zijn. Tijd tussen de inschakelingen - minstens 180 sec. Als de bougie één van de bovengenoemde eisen niet voldoe, moet hij vervangen worden. Bij de vervanging van de bougie worden de montage acties in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd. Bij de vervanging van de bougie moet de ring van de bougie vervangen worden (afb. 2). Als de bougie goed werkt, moet u de snoeren en de contacten van de snoeren in de connector van de bougie controleren. Als de contacten schoon zijn, moet de bougie vervangen worden en de schakeling herhaald. Als de verwarmer met een nieuwe bougie niet werkt, moet u de BB met een goed werkende vervangen en de schakeling herhalen. Als na de vervanging de verwarmer het goed doet, dan was de vervangen BB defect. Rubber kapje Bougie Afb. 2 - Bougie Ring 8

5.2 Bestemming, demontage en vervanging van de thermometers en overhitting thermometers Thermometers en overhitting thermometer zijn samengesteld in een complex van thermometers (afb. 3). Thermometers zijn voor de temperatuur controle bestemd van het op te warmen vloeistof en temperatuur controle van de warmtewisselaar. Thermometer en overhitting thermometer zin gelijk aan elkaar en bestaan uit de microschema in de metalen romp. Afb. 3 - Montage van de thermometers. Verwarmers die voor 05-2016 zijn geproduceerd, hebben thermometers in volgorde gemonteerd zoals op afb. 1a en afb. 4. Afb. 4 - Volgorde van de thermometers. In mei 2016 is een verandering ingebracht, de overhitting thermometer is van beneden naar boven verplaatst van de romp. Beneden in de romp op de oude plaats is een afsluitdop gezet (afb. 4a). 9

Een nieuwe zettingsplaats voor een thermometer Afsluitdop Afb. 4 - Volgorde van de thermometers. Afhankelijk van de gegevens van de thermometers sopt de besturingsblok de werking van de verwarmer zodra bepaalde voorwaarden zijn bereikt: temperatuur die door een van de thermometers wordt getoond is hoger dan 102 С; te hoge snelheid van de temperatuur verhoging (meer dan 10 per sec); Als een fout aan de thermometer ligt en niet aan de kwaliteit van de afkoelingsvocht of een pomp, moeten thermometers gecontroleerd worden. 10

Om de werking van de thermometer te controleren moet de verwarmer deels uit elkaar gezet worden. Verwijder het deksel van de besturingsblok en controleer de spanning die de thermometers tonen. De uitgangsspanning bij 0 С maakt 2,73W. Spanning groeit met de groei van de temperatuur. Als de temperatuur met 1 С is gegroeid, verhoogt de uitgangsspanning met 0,01 W. Het is beter om te testen op een afgekoelde vocht (de temperatuur ervan moet ongeveer aan de temperatuur in de ruimte gelijk zijn). Vergelijk de temperatuur die door thermometers wordt getoond en de feitelijke temperatuur van de vocht. Bij de kortsluiting of als de gegevens op één van de thermometers komen niet overeen met de feitelijke temperatuur van het vloeistof, wordt de thermometer als niet geldig beschouwd en moet vervangen worden. Demontage en vervanging van de thermometer worden op de volgende manier uitgevoerd: blokkeer de invoer van brandstof naar de verwarmer; sluit de verwarmer van de voeding af; giet de afkoelvloeistof uit het systeem van de auto*; buig de pallen af en verwijder het deksel van de besturingsblok; maak de contacten van de snoeren van de connectoren los, eerst de schroeven losmaken; draai de montage schroeven van de deksels van de thermometers af; draai een schroef, verwijder een pal van één thermometer, haal hem ut de romp van de verwarmer en vervang met een nieuw, doe hetzelfde met de tweede thermometer; Bij de vervanging van de montage van de thermometers moet de montage in tegenovergestelde volgorde plaatsvinden, waarbij een verbinding van het contact met de snoer die een zwarte markering (of een zwarte snoer) heeft, moet in de nest van het connector gezet worden met een markering in de vorm van een zwart punt biven de nest van het connector. Nadat de thermometer geïnstalleerd is, moet er antivries ingevuld is en de lucht verwijderd uit de vloeistof loopband, volgens de instructies van het producent van de auto. *Bij de vervanging van de montage van de thermometers als het vloeistof niet af te gieten is, is het mogelijk om de pijpen met een lijmtang dicht te knijpen en met de vinger een gat van de thermometer dicht te maken. Let op: bij deze methode van de vervanging van de thermometer moet het duidelijk zijn dat de motor is uitgeschakeld en de temperatuur van het vloeistof niet hoger dan 40ºС is. 11

5.3 Bestemming, demontage en vervanging van de vuur indicator Vuur indicator (afb. 5) is bestemd om aanwezigheid van het vuur in de verbrandingskamer te constateren. Hij ziet eruit als een pijp met daarin een thermische stel met twee uitgangen gemonteerd. Afb. 5 - Vuur indicator Vuur indicator controleren bij het ontdekken van een defect 05, 16 tabel 2. Als een fout wordt vertoond bij het inschakelen van de verwarmer, moeten er de volgende acties genomen worden: blokkeer de invoer van brandstof naar de verwarmer; sluit de verwarmer van de voeding af (het basis connector losbinden); buig de pallen af en verwijder het deksel van de besturingsblok; maak contacten van de snoeren van de vuur indicator van het connector los, eers de schroeven losdraaien; Spanning controleren. VI moet kortsluiting laten zien of een spanning van niet hoger dan 5 Om. Als VI een breuk laat zien, dan is hij defect en moet vervangen worden. Kanaal van de VI van de besturingsblok controleren. In plaats van de VI een contrastekker zetten (afb. 5a). Voeding inschakelen. Als bij de inschakeling van de motor geen VI defect verschijnt, werkt de BB goed. Schakel de verwarmer in en verwijder de contrastekker. Voor de verdere diagnostiek moet er de verwarmer uit elkaar gezet worden. Daarvoor: de montage schroeven van de luchtpomp naar de ovengangsstuk losdraaien (als niet mogelijk de luchtpomp te verwijderen, moet u het afkoelvloeistof afgieten en de verwarmer van het vervoermiddel afkrijgen); Moer losdraaien die VI aan de overgangsstuk vastzet, en VI uithalen. Weerstand controleren tussen de uitgangen en de romp van de indicator. Weerstand moet niet minder dan 100 Mom zijn bij de spanning van 100 W. Bij het meten van de weerstand moet de buitentemperatuur van 15 tot 35ºС zijn, vochtdichtheid niet meer dan 80%. Als de weerstand van de isolatie aan deze eisen niet voldoet, moet VI vervangen worden. 12

Als er een fout verschijnt tijdens de werking van de verwarmer dan bevat mogelijk een thermische stel een breuk of de polariteit van de aansluiting verkeerd is. Een defect kan op twee manieren ontdekt worden: 1) VI uit dde romp van de warmtewisselaar halen (afb. 6), zijn contacten aan de multimeter (aan de contacten van het temperatuur meten) aansluiten en opwarmen, bij voorbeeld met een aansteker. Er moet een langzame temperatuurverhoging plaatsvinden. Als de temperatuur in grote stappen verandert of de betekenis gelijk aan de originele wordt, is de VI defect. Bij deze kan de breuk weg zijn na de afkoeling. 2) Haal de VI uit de romp van de warmte wisselaar, meet de weerstand die VI bij de opwarming toont. Weerstand bij de romptemperatuur moet ca 3 milliwolt zijn. Bij de uitgang die door een rode pijp is gemarkeerd moet de weerstand van de positieve polariteit vergeleken met de uitgang die door een zwarte pijp is gemarkeerd. Bijj de breuk is de VI defect en moet vervangen worden. Om een fout te vermijden bij het controleren van de werking van de vuur indicator moet deze met een goed werkende indicator vervangen worden. Als met een nieuwe indicator zal de oorzaak van het defect van de verwarmer verwijderd worden, moet de vervangen indicator als een niet werkende gezien worden. Bij de vervanging van de vuur indicator worden de montage acties in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd. Als het defect van VI niet gecorrigeerd is, moet de polariteit van zijn aansluiting (de snoer met de zwarte markering is met het contact van de connector BB gemarkeerde met een zwart punt, afb. 6a). Waarschijnlijk is er een fout gebeurd bij de markering op de snoeren van de VI. Om te controleren of de markeringen op de snoer juist zijn, controleer de contacten met een magneet. Contact van de snoer met de zwarte markering moet op een magneet reageren. Afb. 6 - contrastekker Afb. 6a - VI aan de BB aansluiten 13

5.4 Bestemming, demontage en vervanging van de luchtpomp Luchtpomp (afb. 7) pompt de lucht naar de verbrandingskamer om voor verbranding in alle regimes te zorgen. Verandering in het gebruik van de lucht die naar de verbrandingskamer wordt gepompt gebeurt dankzij de verandering van de snelheid van het draaien van het propeller in de luchtpomp. Snelheid van het draaien van het propeller verandert door het SHIM signaal dat door de besturingsblok wordt gegeven volgens het programma. Luchtpomp voert het afblazen van de verbrandingskamer uit voor het begin en na het einde van het verbrandingsproces met als doel het afkoelen van de verbrandingskamer, het verwijderen van de vocht en de resten van brandstof. Als de motor of het propeller defect is (dit wordt vanwege het geluid en een zwakke stroming van de lucht gemerkt) moet de luchtpomp vervangen worden. Als de luchtpomp niet draait moet zijn werking gecontroleerd worden. Tijdelijk sluit het contact van de blauwe snoer op het contact van de zwarte snoer als op afb. 8. LP moet langzaam snelheid verhogen, na het afsluiten worden de toeren van de LP langzamer, Demontage an de luchtpomp moet op deze manier uitgevoerd worden: blokkeer de invoer van brandstof naar de verwarmer; sluit de verwarmer van de voeding af (het basis connector losbinden); demonteer het deksel van de BB en sluit de contacten van de LP af van de connectoren; draai de montage schroeven van de BB aan de luchtpomp los; draai de montage schroeven van de LP aan de overgangsstuk los, maak LP los van de overgangsstuk; Bij de vervanging van de luchtpomp worden de montage acties in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd. Let op! U moet de luchtpomp helemaal met de nieuwe vervangen. 14

Propeller Motor Deksel Lucht inlaatklep Afb. 7 - luchtpomp Afb. 8 - Controle van de werking van de LP 15

5.5 Bestemming, demontage en vervanging van de verbrandingskamer Verbrandingskamer (afb.9) is bestemd voor het creëren en verbranden van de mix van brandstof en lucht. Het signaal van het defect van de verbrandingskamer is: dat de verwarmer niet kan starten bij alle andere goed werkende elementen van de verwarmer), doorbranding van de romp of de binnendelen van de kamer; te hoge (meer dan 500 С) temperatuur van de uitlaatgassen; te lage productiviteit van warmte. Controleer de verbrandingkamer, waarvoor u de verwamer deels uit elkaar moet zetten op zulke volgorde: blokkeer de invoer van brandstof naar de verwarmer; sluit de verwarmer van de voeding af; giet de afkoelvloeistof uit het systeem van de auto af; verwijder de verwarmer van het vervoermiddel; draai de bougie los: demonteer de luchtpomp; demonteer de vuur indicator; draai de moeren los en verwijder de draaier; draai de schroef van de gareel af (afb. 1) en maak de overgangsstuk van de romp van de verwarmer los; Als tijdens het proces van het controleren van de verbrandingskamer er verbrandde onderdelen of een doorbranden romp met de kamer vervangen worden, Bij de vervanging van de verbrandingskamer worden de montage acties in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd, bi deze moet de afdekkap die tussen de verbrandingskamer en de overgangsstuk is gezet, vervangen (zie COU). Ook moet de warmtewisselaar gecontroleerd worden volgens p. 5.6. Sleuf Ø1,5 mm Afb. 9 - Verbrandingskamer 16

5.6 Bestemming, demontage en vervanging van de warmtewisselaar. Warmtewisselaar (afb. 10) is bestemd om warmte van een hete gasstroming die van het verbranden van de mix van brandstof en lucht is gevormd naar het afkoeling vloeistof dat in de vloeistof kanaal van de verwarmer circuleert, over te geven. Het defect dat kan verschijnen tijdens het exploiteren van de warmtewisselaar is verlies van de luchtdichtheid. Signalen van het verlies van de luchtdichtheid door de verwarmer zijn gegrom of explosieve branding die veroorzaakt zijn door het vloeistof dat in de gas-lucht kanaal komt. Demontage van de verbrandingskamer moet op deze manier uitgevoerd worden: blokkeer de invoer van brandstof naar de verwarmer; sluit de verwarmer van de voeding af; giet de afkoelvloeistof uit het systeem van de auto af of gebruik een lijmtang; verwijder de verwarmer van het vervoermiddel; verwijder het deksel van de besturingsblok en maak de contacten van de thermometers los; draai een schroef van de gareel los (afb. 1) en maak de vebrandingskamer met de overgangsstuk en luchtpomp van de romp los; haal de warmtewisselaar uit de romp van de verwarmer; Bij de vervanging of het poetsen van de verbrandingskamer worden de montage acties in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd, bij deze moet een afdekring gecontroleerd zijn (zie COU) die tussen de warmtewisselaar en romp wordt gezet. Als er breuken, krassen of defecten in geometrie ontstaan, moet de ring vervangen worden. Voor het installeren van de warmtewisselaar moet u de klep op de thermometers losser maken (afb. 5). Bij het installeren van de warmtewisselaar moet hij op de juiste manier georiënteerd worden. Een van de binnenste ribben van de warmtewisselaar is korter dan de andere. Tegenover deze rib moet de vuur indicator gemonteerd worden. Nadat de warmtewisselaar is geïnstalleerd en de gareel is opgehaald moeten er kleppen op de thermometers opgehaald worden en de luchtdichtheid van de vloeistof kanaal van de verwarmer gecontroleerd worden. Luchtdichtheid moet getest worden met de perslucht met luchtdruk van 0.25 MPa (2,5 kgs/cm2). Testtijd is 5 minuten. Het dalen van de luchtdruk is niet toegestaan. 17

Afb. 10 - Warmtewisselaar. 5.7 Bestemming, demontage en vervanging van de elektrische motor met de pomp Elektrische motor met een pomp (afb. 11) is bestemd om voor de circulatie van de afkoelvloeistof in het systeem van de motor op te warmen en saloon van de auto op te warmen. Defecten van de pomp kunnen door de volgende redenen veroorzaakt: defect van het afkoelvloeistof (bevroren); buitenresten in de vloeistof kanaal; kortsluiting of breuk in de elektrische keten; slijtage van de werkende delen van de pomp; antivries lekkage. Let op! Bij de antivries lekkage. Moet de pomp vervangen worden! Het is verboden om een motor te exploiteren als de pomp niet luchtdicht is. Als de afkoelvloeistof is bevroren (besneeuwd) binnen de pomp, blijft de pomp werken maar hij kan het vloeistof niet bewegen. Warm de pomp op en vervang het afkoelvloeistof met de betere kwaliteit vloeistof. Als er buitenresten in de vloeistofkanaal zijn gekomen zoals grit of schaafsel kunnen ze de werking van de pomp verstoren. Het juiste signaal van de vervuiling van 18

de pomp is een zwakke circulatie van het werkend vloeistof. Om vervuiling te verwijderen moet u de pomp deels uit elkaar zetten. pomp van het vervoermiddel verwijderen (als nodig het afkoelvloeistof afgieten of lijmtang gebruiken); 4 schroeven losdraaien en het deksel verwijderen; deksel en propeller van buitenresten schoonmaken; deksel op zijn plaats terugzetten en de werking van de pomp controleren. Als de pomp niet kan starten moet u de elektrische keten controleren. Als er geen duidelike defecte van snoeren, moet u de voeding die met de werkspanning van de pomp overeenkomt aan de contacten van de pomp tijdig inschakelen. Als de pomp werkt, is hij in orde, Controleer de elektrische keten met de tester. Afb. 11 - Elektrische motor met de pomp. 19

5.8 Bestemming, demontage en vervanging van de besturingsblok Besturingsblok (afb. 12) wordt op de luchtpomp gezet en is bestemd voor de automatische besturing van de werking van de verwarmer. Hij zorgt voor de diagnostiek en controle voor alle knopen van de verwarmer tijdens het werk. Bij het bepalen van het defect van de besturingsblok moet er duidelijk gezien worden dat alle onderdelen van de verwarmer zijn in orde en daarna met de beveiliger nagekeken worden. Als de besturingsblok defect is moet hij vervangen worden en als de verwarmeer met de nieuwe besturingsblok zal werken, moet de vervangen blok als defect beschouwd en moet vervangen worden. Demontage van de besturingsblok van de verwarmer wordt op de volgende manier uitgevoerd: sluit de verwarmer van de voeding af; buig de pallen af en verwijder het deksel van de besturingsblok; alle connectoren losbinden; laat contacten van de snoeren van de thermometers, VI and LP van de connectoren van de besturingsblok los; draai de montage schroeven van de besturingsblok romp los, demonteer de BB. Montage van de besturingsblok wordt in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd, Luchtpomp Thermometers montage Vuur indicator Afb. 12 - Besturingsblok 20

5.9 Bestemming, demontage en vervanging van de afstandsbediening. Afstandsbediening (afb. 13, verder in de tekst bediening) is bestemd voor de bediening van de verwarmer en zorgt voor: het straten en stoppen van de verwarmer in handmatige regime; het werktijd zetten voor de verwarmer (3 uur of 8 uur); het tonen van het status van de verwarmer (werkt of niet, of werkt niet vanwege een defect). Om een fout te vermijden bij het beoordelen van de werking van de afstandsbediening moeten er elektrische contacten in dozen gecontroleerd worden. Als na het controleren is de werking van de bediening niet herstelt moet de bediening met een goed werkende vervangen. Als met een nieuwe bediening zal het defect verdwijnen, moet de vervangen bediening als defect beschouwd en moet vervangen worden. Demontage van de besturingsblok wordt op de volgende manier uitgevoerd: maak de bediening van het connector van de gareel los; demonteer bediening uit het console; Bij de verevanging van de bediening wordt montage in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd. Als de bediening goed werkt maar de verwarmer niet kan starten, moet er de elektrische keten in de gareel en BB gecontroleerd worden. Afb. 13 - Afstandsbediening 21

5.10 Bestemming, demontage en vervanging van de brandstofpomp Brandstofpomp (afb. 11) is bestemd voor een gedoseerde invoer brandstof naar de vebrandruimte. Basisgegevens van de brandstofpomp: Nominale elektrische spanning is 12 W of 24 W; weerstand van de ontstekkingspoel: 1) 2,5-3 Om ( voor de 12 W brandstofpomp); 2) 14,5-16 Om (voor de 24 W brandstofpomp). capaciteit van de BP is op het etikette voor de 100 pompen aangegeven. Mogelijke soorten defecten van de brandstofpomp in de verwarmer: a) Tijdens het starten komt brandstof niet naar de brandstofpijp van de verwarner en het specifiek geluid in de brandstofpomp is niet te horen; b) Brandstofpomp werkt (het geluid is te horen) maar brandstof komt niet naar de brandstofpijp van de verwarmer; c) Pauze in de branding tijdens de werking van de verwarmer op max regime, zo te zeggen de brandstofpomp heeft de benodigde capaciteit niet. Het verwijderen van de verschenen defecten en het bepalen van de capaciteit van de brandstofpomp moet op de volgende manier uitgevoerd worden: voor het verwijderen van mogelijke defecten moet er aanwezigheid en kwaliteit van de brandstof in de bak gecontroleerd worden; controleer of de elektrische keten en de connectoren in order zijn; controleer of de brandstofpomp als ingeschakeld, werkt en er het specifiek geluid te horen is van het bewegen van de zuiger binnen de pomp; Het is mogelijk de brandstofpomp af te krijgen en te schudden om mogelijke verklevingen van de zuiger binnen de pomp vanwege het te lang bewaren of het preventieve maatregelen volgens de gebruiksaanwijzing te elimineren; Om de werking van de pomp is het mogelijk om voeding direct aan de contacten van de pomp tijdig aan te sluiten (als imitatie van impuls), de voeding moet met de werkspanning van de pomp overeenkomen. Als u het specifiek geluid hoort werkt de pomp goed controleer of de brandstofleider luchtdicht is op de heel loopband tot de brandstofpomp en van de brandstofpomp tot de verwarmer controleer of de filter schoon is, draai de ingangspijp van de brandstofpomp los en controleer de filter, als nodig is maak hem met benzine schoon en blaas door met de perslucht; 22

Als al de bovengenoemde defecten zijn verwijderd moet de brandstofpomp op capaciteit gecontroleerd worden. Capaciteit van de brandstofpomp moet met de op het etiketje aangegeven van ±10% voor 100 pompen overeenkomen. Als de capaciteit kleiner of groter moet de brandstofpomp vervangen worden; Demontage en montage van de brandstofpomp: maak de gareels los en verwijder de brandstofleider van de pijpen van de brandstofpomp; maak de elektrische keten los van de brandstofpomp; haal de brandstofpomp uit de gareel. Bij de vervanging van de brandstofpomp wordt montage in tegenovergestelde volgorde uitgevoerd. Pijp Balletje Uitgang Ingang Veer Filter Pakking Afb. 14 - Brandstofpomp 23

6 Technologische uitrusting voor de bediening en reparatie. 6. 1. Controle board. Voor de werkzaamheden op technische onderhoud en reparatie van de verwarmers mag er een stationair controle board gebruik worden die door het bedrijf OOO ADVERS wordt geproduceerd. Op het board kunnen de volgende werkzaamheden uitgevoerd worden: 1) het testen van de verwarmer en de kachel met behulp an de diagnostiek middelen, en het vinden van defecten; 2) controle van de werking van de brandstofpomp, luchtpomp, thermometers en overhitting thermometers, vuur indicator en bougie; 3) controle van de werking van de verwarmer en kachel na de reparatie. Basisgegevens en regels van het werk op het board zijn in de gebruiksaanwijzing omgeschreven voor het board DV 1105.000. Afb. 13 - Controle board van de verwarmer Opmerking. Het gebruiken van deze board helpt om snel en met een goede kwaliteit reparatie werkzaamheden uit te voeren aan verwarmers en kachels. 6. 2. USB adapter. ISB adapter is bestemd voor het aansluiten van de vloeistofverwarmers en luchtverwarmers aan de PC. Adapter wordt in plaats van de afstandsbediening aangesloten en helpt om diagnostiek voor de verwarmer uit te voeren met behulp van een speciaal programma. Meer informatie zie in de gebruiksaanwijzing voor een USB adapter. 24