H E T H 0 N D E V E N

Vergelijkbare documenten
LPW. Datum excursie: Hokcode: D Plaats: Koersel Gids: Theo Nulens. Epilobium obscurum Donkergroene basterdwederik zz

Datum excursie: 11/06/2012 Hokcode: D Plaats: Koersel Gids: Bert Berten. Theo Nulens LPW

ECOLOGISCHE INVENTARISATIE. S y l v e s t e r

Datum excursie: 14/06/2010 Hokcode: C Plaats: Koersel Gids: Luc Vanoppen Deelnemers: Maurice Vanoppen LPW

Datum excursie: 26/04/2010 Hokcode: D Plaats: Zutendaal Gids: Bert Berten. Theo Nulens LPW

EENDENKOOI SCHIPLUIDEN

Bermbesluit. Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen

Opdracht Biologie Informatie planten voor herbarium

SLOBKOUSNIEUWS 29 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 18 jrg8

Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek

Datum excursie: 2/08/2010 Hokcode: D Plaats: As Gids: Lily Gora LPW

LPW. Datum excursie: 6/05/2013 Hokcode: D Plaats: Opoeteren Gids: Robert Delbroek

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Datum excursie: 23/07/2012 Hokcode: C Plaats: Tongerlo Gids: Peter Engelen. Sylvain Peeters LPW

Steenmeel als maatregel tegen verzuring in heide en bossen

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg8

Datum excursie: 10/06/2013 Hokcode: C Plaats: t Hasselt Bree Gids: Jaak Janssen. Bert Berten

Kennisdag 8 juni B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen

Natuurtoets ten behoeve van de wijziging van het bestemmingsplan van enkele percelen langs de Hoenderweg en de Vilstersedijk te Lemelerveld

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

Romain Timmermans Tom Delvaux

SLOBKOUSNIEUWS 31 jrg7

Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk

SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 34 jrg7

Natuurtoets ten behoeve van het nieuwbouwproject De nieuwe Landen 2 te Lemelerveld

Opnames van P.Q,s op de Golfbaan Cromstrijen volgens Tansley

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae

Opnames van P.Q,s op de Golfbaan Cromstrijen volgens Tansley 2014

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Datum excursie: 27/05/2013 Hokcode: D Plaats: Eisden Gids: Eric Bemelmans LPW

Datum excursie: 27/06/2011 Hokcode: D Plaats: Zolder Gids: David Beyen

Berminventarisatie 2013

Datum excursie: 2013/29/ Hokcode: D Plaats: Loksbergen Gids: Bert Berten Deelnemers: Georges Peters

6,5. Werkstuk door Z woorden 11 maart keer beoordeeld. Schermbloemenfamilie. Datum gevonden:

De spontane ondergroei van bosgemeenschappen onder verschillende hoofdboomsoorten

SLOBKOUSNIEUWS 19 jrg8

Veldbiologische Werken

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

18:30 uur. SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7. Volgende woensdag 16 augustus is de afspraak om

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

Verslag Eindejaars Plantenjacht 2015 Natuurgroep Kockengen

Degu SAB: veilig & onbeperkt

SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg7

Bedrijfsverplaatsing Rogaar Gemeente Assen. Quick scan Flora- en faunawet. In opdracht van Landschapsbeheer Het Witterveld

Inventarisatie planten op muren van (monumentale) bruggen en sluizen

Monitoring effecten duinbegrazing Vallei van het Veen - Vlieland Status van proefvlakken en exclosures

SLOBKOUSNIEUWS 19 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8

Moerasweide in Sonsbeek in 2000, 2010 en 2017

Datum excursie: 2/09/2013 Hokcode: D Plaats: Eisden Gids: Georges Peters LPW

Flora inventarisatie De Pan, 26 april 2011, met aanvullingen tot 2015 waarneming m hok opm Ecotopen 10 Robinia

Bermflora-onderzoek Aartselaar 2005

SLOBKOUSNIEUWS 29 jrg8

Zeven Gaten. KNNV afdeling Delfland. Margreet Hogeweg Jeannette van Zeijl Cor Nonhof

Nulmeting flora 2014 Antiverdrogingsmaatregelen Sint-Jansberg

Kennisdag 8 juni B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Bij de bespreking van het Noordelijke Weiland dienen we iets langer stil te staan. Dit toch

LIJST van waargenomen PLANTEN- SOORTEN tijdens de 1000-SOORTENDAG bij SCHAVEREN op

Water- en oeverplanten in de zandwinplas in de Hiensche Uiterwaarden bij Dodewaard

SLOBKOUSNIEUWS 22 jrg7

'rodelijst' Aegopodium podagraria. Aphanes arvensis Grote leeuwenklauw BE. Artemisia vulgaris. Calamagrostis epigejos. Centaurea cyanus Korenbloem GE

Habitattype 9190: Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur

SLOBKOUSNIEUWS 31 jrg8

HYPERICUM 9, juni 2010

Vegetatieonderzoek proefvlakken in het SES-gebied Boterdiepstrook te Groningen

Ekwadraat T.a.v. mevrouw K. Cnossen Postbus BP Leeuwarden B2012/151

Bermen rond de Haagse Beek

ï tng. E, Parée ARCHIEFtt1)5-~O~ Vegetatie inventarisatie kleidijk Hellegatpolder (7204F0401_A241 P2352)

Datum excursie: 7/06/2010 Hokcode: E Plaats: Hoeselt Gids: Bert Berten. Jean Vangrinsven LPW

SLOBKOUSNIEUWS 21 jrg8

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Rode lijst 1 Acer pseudoplatanus Gewone esdoorn 2 Achillea vulgaris Duizendblad 3 Aegopodium podagraria

Staddijk Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Familie blz flora

'rodelijst' Aegopodium podagraria. Artemisia vulgaris. Bolboschoenus maritimus

Vegetatieonderzoek op rundveebedrijven in de Noordelijke Friese Wouden in de zomer van 2005 door E.J. Weeda

Alle graslandplanten waargenomen in 2011, 2013, 2015; onderzoeker Ben Polman Hkl 2Lk 2Sph Zbr Zbr zbr 23e btp btp

Project Natuurvriendelijke Oevers Waal

SLOBKOUSNIEUWS 23 jrg8

LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur. Iepenarboretum, Amsterdam. EYE-plein, Amsterdam

Waardevolle slootkantplanten in het werkgebied van de Utrechtse Venen Een hulpmiddel bij herkenning

Paleobotanisch onderzoek aan een venige laag in het centrum van Alkmaar

. bepaald. + 15% klein % willekeurig. I.<5% vrij groot % willekeurig % willekeurig

Wandeling door de Esch in Rotterdam op 21 april 2017

Zeldzaamheid Ruine A3/A7 Tee A8/B9. Sloot C6

SLOBKOUSNIEUWS 17 jrg8

Appendix. See chapter (s) , 6 4,

Bijlage 4.1 Waarderingsresultaten van botanische macroresten

Poelzone C.J. Nonhof. KNNV afdeling Delfland

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Struiklaag 25% Eenstijlige meidoorn: Crataegus monogyna Grauwe wilg: Salix cinerea Spaanse aak: Acer campestre

Johan Van Meerbeek Gustaaf Grouwels Annemie Verheyden Jeroen Vanden Borre

PWG-excursie naar Quackjeswater op 7 augustus 2013

GROOT MALPIEVEN. Fotoreportage: een jaar na ven-herstelwerken. (ge VALKENSWAARD. Jacques van Kessel

sterke verdroging 2) verandering samenstelling kwelwater

SLOBKOUSNIEUWS 17 jrg7

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

PWG-excursie naar riviereiland De Zaag op 25 april 2018

Transcriptie:

HET HODEVE ' i

We behoeven niet te verhelen, dat ons overijsselse landschap, naar menselijke begrippen althans, een oeroud landschap is dat op een veelbewogen geschiedenis kan bogen. adat het nu eens als eebodem, dan weer als kustenlandschap had gefungeerd kwam Twente eindelijk definitief als een deel van het vasteland boven de eespiegel. Daarna, nauwelijks deelgenoot geworden in de explosieve ontwikkeling van het planten- en dierenleven tijdens het tertiaire tijdvak, brak het Pleistoceen aan dat voor het noordelijk halfrond van one aardbol gekenmerkt werd door de gesel van de ijstijden die werden afgewisseld door klimatologisch mildere perioden. Vooral de derde ijstijd, het Riss-glaciaal of Saalien, toen de ijstongen van de noordelijke gletschers diep in ons land doordrongen, heeft een nog altijd ichtbare stempel op one landschappen gedrukt. De nederlandse stuwwallen van het Gooi en de Veluwe, de Sallandse- en Twentse ruggen behoren tot de opvallendste door het gletscherijs gevormde objecten. Bovendien voerde het ijs grote hoeveelheden gesteentenn van allerlei herkomst aan. De opmerkame wandelaar al echter ook fijnere schakeringen in het landschap opvallen. Oude essen, landscheidingen, grafheuvels, plaatselijk aanweige andconcentraties, oals de bekende haren bijvoorbeeld, en glooiende andruggen ullen hem niet ontgaan. Ingrijpende landbouwstructuren en de schier onveradigbare wegenbouw en de uitbreiding van steden en dorpen hebben veel van het oude aanien verdoeeld, o niet geheel en al uitgewist. Een opvallende en eker in ons verhaal passende andrug treffen we ten westen van Tubbergen aan. De Almelose weg naar genoemd plaatsje gaat er overheen. Op het hoogste punt staat het standbeeld van de Eerwaarde Dr. Schaepman wiens stenen blik op de oostelijke stuwwal van Twente, die van ijn plaats bij gunstig weer goed is te ien, is gericht. aar recente inichten ou dee tubbergse hoogte, op de geomorfologische kaart van ederland aangegeven als stuwwal, weleens geen stuwwal kunnen ijn. Hij heeft eker met het glaciale gebeuren te maken maar men is meer en meer geneigd om aan te nemen, dat we hier te doen hebben met een in de scandinavische landen veel voorkomende reliefvorm die de geologen esker noemen. Een esker is een langgerekte, uit fijne- en grove gesteenten opgebouwde formatie die ijn oorsprong vindt in spleten en tunnels onder het ich terugtrekkende landijs. Ook de tubbergse rug is smal en strekt ich glooiend lager wordend in de richting van Albergen uit waar we hem passeren over de weg Almelo, Albergen, Reutum. Aan de voet ten westen van, laten we hem maar o noemen, one tubbergse esker strekt ich een laagte uit waarin het park-, bosen heide-achtige landgoed Schultenwolde is gelegen; een oase te midden van een intensief gebruikt agrarisch land. Een oud andpad, de Vikkersweg, deelt Schultenwolde in een uidelijk parkachtig gebied en een noordelijk ruig landschapje waarin het Hondeven ligt. Dit Hondeven wordt vaak, en eker niet ten onrechte, als een pingorelict uit de ijstijd aangeduid. Wanneer we enig verband oeken tussen de aanweigheid van die tubbergse esker daar boven en het Hondeven hier beneden, dan ou ook dit wellicht niet ten onrechte ijn. Het is bekend, dat H E T H 0 D E V E

pingo's ontstaan in laag gelegen gebieden en dat we hun resten daarom kunnen aantreffen in bijvoorbeeld oude rivier- en beekbeddingen. Om dit te begrijpen ouden we een pingo in levende lijve moeten ien. Daarvoor echter moeten we naar het noorden, naar het poolgebied waar de ijstijd nog altijd heer en meester is. Daar vinden we de permafrost, de eeuwig bevroren bodem, die de moederschoot is van pingo's en andere merkwaardig ijsbouwsels, de arctische gebieden eigen. De permafrost kan tot een diepte van enige honderden meters reiken. Slechts de bovendste laag van de bevroren bodem kan gedurende de korte poolomer ontdooien. De toendraflora ontwikkelt ich in die periode bijonder snel en groei, bloei en vruchtetting spelen ich in fracties van de tijd af die de flora op lagere breedten daarvoor nodig heeft. Plantenresten leidden tot veenvorming in de bovendste laag, die bij het invallen van de poolwinter van boven af bevriest. Dee ogenaamde actieve laag komt nu onder druk te staan. Ten gevolge daarvan treden vervormingen op die aanleiding geven tot het ontstaan van omvangrijke ijslenen en bolvormige ijsmassa's. Het aanweige plantenmateriaal kan gedurende de poolomer als isolatie werken en o kunnen de ingesloten ijsstructuren van jaar tot jaar in omvang toenemen. Scheurt of breekt die isolerende dekmantel, dan krijgt de schaarse poolomerwarmte de gelegenheid.om o'n bouwsel te ontdooien en het akt in elkaar. Bij een pingo vormt het omlaag geakte dekmateriaal een wal die een waterplas omsluit; het pingorelict is geboren. Men neemt onder voorbehoud aan, dat aan de hand van in one streken in pingoresten gevonden organisch materiaal, de conclusie mag worden getrokken dat dee pingo,s tijdens een permafrostperiode tussen I8 000 en II 000 voor one jaartelling ijn ontstaan. Dee periode valt dan samen met het Wurmglaciaal of Weichselien, ook wel de toenratijd genoemd toen het poolijs ons land niet meer bereikte. a de grote dooi voltrokken ich door belangrijke klimaatsverbeteringen ingrijpende veranderingen in flora en fauna. Dientengevolge wijigde ich ook de samenstelling van de menselijke bewoners. Jagers en rendiervolken trokken noordwaarts. Stammen van de steen-, brons en vroege ijertijd deden achtereenvolgens hun intrede en elk drukte ijn stempel op het landschap dat inmiddels rijk aan plante- en diersoorten was geworden. Evenwel, tijdens de bronstijd al nam het bosareaal in omvang af. De heidevelden breidden ich uit. Processen die in de voortschrijdende tijd niet te stuiten bleken, markewetten en maalschappen ten spijt. Gerief- en stookhout waren nu eenmaal onontbeerlijk voor de nog kleine gemeenschappen. Gedurende de middeleeuwen en daarna nam de behoefte aan hout elfs nog toe waardoor vanelfsprekend de bossen slonken en en er nog meer heide voor in de plaats kwam. Wanneer we een overijsselse landkaart van omstreeks de eeuwwisseling raadplegen ien we dat de twentse bodem toen voor een groot deel met heidevelden was bedekt. Ook het Hondeven in de buurt van Tubbergen komt op dee kaart, als een blauw stipje getekend, voor. De situatie moet ich sindsdien snel hebben gewijigd. In een Wetenschappelijke Mededeling van de K...V. van I965 wordt het Hondeven beschreven als "een ven op oude Maats". Maten of meden ijn, oals bekend, halfwilde hooilanden. auwelijks merkbaar ligt de ringwal van het Hondeven iets hoger dan het maaiveld. Je hebt vanaf de ingang Vikkersweg een

aantal passen nodig om het wateroppervlak te ien, een blauw. oog bij een wolkenloe hemel. Van oever tot oever meet het ven ongeveer I50 X I25 meter. De diepte is gemiddeld eventig centimeter. Het ijn redelijke maten voor een pingoven. De vrijwel gladde- en andige bodem is bedekt met een laagje uiterst fijn verweerd plantemateriaal dat bij beroering in wolken omhoog wervelt. Onder het wateroppervlak weven plukken Bronmos (Fontinalis) met de kenmerkende diepgroene kleur De uurgraad van het water is van een gehalte waarin hogere waterplanten ich niet thuis voelen. Wageningse studenten hebben ich enige jaren geleden diepgaand bemoeit met de macro flora en fauna van de overijsselse vennen. Zij schatten bij die gelegenheid de uurgraad van het water op 4.!8-4.20. Wanneer we het ven vanaf de uidelijke oever observeren merken we het volgende op. De oeverwal is ten dele bedekt met Smele (Deschampsia) en Pijpestrootje (Molinia caerulea) met hier en daar pollen Veenbies (Scirpus cespitosus), Veldbies (Luula campestris), eggesoorten en wat Duinriet (Calamagrostis epigeos). Een groepje berken aan de westkant orgt voor een onderbreking van dee omoming waardoor ter plaatse de stijle oeverwand ichtbaar is. Langs de noordelijke- en oostelijke oever domi- neren russen die plaatselijk in het water vooruitgeschoven posten vormen. Zij hebben het aanien van drijftillen, hetgeen e natuurlijk niet ijn. De bruine en strogele resten van de overjarige oevervegetatie worden al vroeg in het voorjaar opgefleurd door de witte vaantjes van het Veenpluis (Eriophorum angustifolium). Het ijn de vruchpluien van dee dan al uitgebloeide, tot de Cypergrassenfamilie behorende, planten. De bloei elve is weinig opvallend hetgeen ook het geval is met de bloemen van het Eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum). De soortnaam vaginatum duidt op de fraaie schede waaruit de stengel van de aar tevoorschijn komt. Bij rijpheid bungelen de gele helmknoppen van de op windbestuiving aangeween bloeisels vrijelijk naar buiten. Al heel vlot metamorfoseren e tot de ilvergrij~ pluisbolletjes die, meestal diep verborgen tussen oude planteresten, aan de aandacht van de voorbijganger ontsnappen. Dat is ook wel eens de bedoeling van een reegeit die haar kalfje verstopt in een bed van dit daarvoor wel heel gunstige materiaal. Wanneer we een eindweegs het smalle pingopad over de westelijke oeverwal volgen tot de reeds eerder gesignaleerde berkengroep dan kunnen we daar even halt houden bij een Lijsterbes (Sorbus aucuparia). Dee plek biedt een goed overicht. In het oosten ligt onder opgaand geboomte het bungalootje van de familie Ledeboer, de eigenaars van dit mooie brokje natuurgebied. oordelijk liggen boerderijen te midden van weiden en akkers. Voor enkele jaren nog was dit hoger gelegen deel van de pingowal rijk begroeid met Struikheide (Calluna Vulgaris). Dee vegetatie ging bij het lager worden van het terrein in westelijke richting over in een dopheide vegetatie. og steeds vinden we in dit gebied Jeneverbes (Juniperus communis), wat Brem (Citysus scoparius), struikjes Kraaiheide (Empetrum nigrum), Veenbes (Oxycoccus palustris), Stekelvaren (Dryopteris) en Vuilboom (Frangula alnus). Overigens is het aanien van dit landschap de laatste jaren geheel veranderd. Een foto van een aantal jaren geleden toont hoe die verandering begon. In I982 was er aan de voet van de ringwal een smalle strook Smele ichtbaar. Sinds-

dien is de Smele, bijgestaan door Pijpestrootje in een snel tempo opgerukt, omhoog tegen de pingowal op als wel omlaag het dopheideveld in. "Vergrassing", heet dat. Dit nu sterk vergraste heideveld grenst aan een lager gelegen landpad dat het scheidt van een nog wat dieper gelegen ininking die steeds met water is gevuld. In dit bekken heeft ich Riet (Phragmites australis) massaal kunnen ontwikkelen. We treffen terijde een broekbosje aan waar een aantal gewone, aardige planten ich hebben gevestigd. Braam (Rubus fruticosus), Kamperfoelie (Lonicera periclymenum), Hop (Humulus lupulus) en Haagwinde (Calystegia sepium). De Appelbes (Aronia), die een haag langs genoemd landpad vormt, is van amerikaanse afkomst en hier verwilderd of wellicht lang geleden aangeplant. Bij de ingang van het pad aan de Vikkersweg, nog al eens door landbouwvoertuigen bereden, treffen we de resten aan van een oud plantensamenlevinkje. Tussen Struis- en Straatgras groeien Stekelbrem (Genista anglica), Rolklaver (Lotus corniculatus), Wilde bertram (Achillea ptarmica) en Vlasleeuwenbekje (Linaria vulgaris). Het Grasklokje (Campanula rotundifolia) en ijn verwant het Zandblauwtje (Jasione montana) ijn er sinds enige jaren verdwenen. Het Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), dat een voorkeur voor open plekken heeft, kwam er voor in de plaats. Voor een onderoek in het rietveld ijn laaren onontbeerlijk. Wat de plantenliefhebber in dit rietveld aan afwisseling in soorten mist, wprdt hem ruimschoots vergoed door de rijke variaties in kleur en voorkomen van het riet gedurende de seioenen en eker ook tijdens het verloop van de dag. Toch, een speurneus vindt altijd wel iets naar ijn gading en o geeft ook ons rietveld wel een bijonderheid prijs. In een drassig hoekje, tussen riet en Veenmos (Sphagnum) verbor gen, ontdekken we een plek waar de tot de Aronskelkfamilie behorende Slangewortel (Calla palustris) ich thuis voelt. Dee mooie plant bloeit in mei en doet het later in de omer vaak nog eens over. We kunnen daarom ijn besvruchten in verschillende stadia van rijpheid, van groen tot vuurrood aantreffen. De witte bladen, die de bloeikolf omgeven, ijn slechts schutbladen.de eigenlijke bloemen ijn om de aar opgesteld, de vrouwelijke onderaan, de mannelijke boven. Als moerasplant wortelt de Slangewortel, evenals de Gele Lis (Iris pseudacorus) en de Lisdodde (Typha latifolia) die hier beide ook voorkomen, in ompige bodems. We staan er niet bij stil, maar het verblijf in ulke uurstofarme milieus stelt de plant wel voor problemen. Een wortel- of stengeldoorsnede van bijvoorbeeld de Gele Lis laat ons iets van de oplossing ien. De doorsnede verraadt de wijdmaige bouw van het planteweefsel. Het vaatstelsel elve is voorien van ruime luchtkanalen waardoor de uurstofvooriening van de assimilerende weefsels naar het wortelstelsel plaats vindt. Tussen het riet verspreid vinden we hier nog Waternavel (Hydrocotyle vulgaris) en Wateraardbei (Potentilla palustris), weinig in aantal maar tegenwoordig is de hand van de plantenliefhebber gauw gevuld. Het rietland eindigt vrij plotseling wanneer de bodem overgaat in een wat hoger gelegen andig terrein. Vooral tijdens de bloei van de heide iet het er hier bekoorlijk uit. Verspreid staande berken en dennen vormen de coulissen van dit miniatuur. Het vormt een overgang naar een schraal dennebos met wat karige ondergroei van Bosbes (Vaccinium myrtillus) en Rankende helmbloem (Corrydalis claviculata). In een aangrenende poel bloeien in het voorjaar rijkelijk de

gagelstruiken (Myrica gale), die door kleur en geur opvallen. Dee plek vormt een soort overgangsone van natuurgebied, via een restje broekbos, een ingesloten akkerlandje, een stuk heide waar eens een voa ijn burcht had, naar akker- en weideland. Een watertje en een versleten akkerwal vormen een soort begrening tussen beide. We ien ook hier, oals elders in one landschappen, de Gagel langaam maar eker verdwijnen. Voor een goed deel is dit struikgewas wel geofferd aan paasgebruiken en als versiering in bloemstukjes gestoken. Het in vele tuinen groeiende, altijd groene, heestertje Skimmia japonica met de al in de winter aanweige trossen rose bloemknoppen schijnt de decoratieve taak van gagel over te nemen. Zulks niet elden tot toorn en ongerief van vele tuinbeitters. De gedroogde en verpulverde bloemen en blaadjes van de Gagel ullen we onder de benaming: "Herba Myrte" in one tegenwoordige apotheken nauwelijks meer aantreffen. We beschikken nu over agressievere middelen tegen motten en vlooien. Voor een verkenning van de oostelijke- en noordelijke omgeving van het Hondeven beginnen we bij de grote werfkei op de uidelijke oever. Onder een Grove den (Pinus sylvestris) kleurt het groen van de Rankende helmbloem (Corydalis claviculata). Reukgras (Anthoxanthum odoratum) is hier als weidegras wellicht verdwaald. Het gras bevat de op de tong bitter smakende stof cumarine die bij het drogen van de plant de specifieke geur verspreidt die o kenmerkend is voor hooi. Er ijn tal van planten die cumarine bevatten, oals vele schermbloemigen die bij aanraking vervelende huidreacties kunnen verooraken. Wat dichter bij het water vinden we mooie pollen Veenbies (Scirpus cespitosus) en de Fijnbladige knolrus (Juncus bulbosus) in geelschap van de niet algemeen voorkomende Bruine snavelbies (Rhynchospora fusca) en Duinriet (Calamachrostis epigeos), dat ich hier even goed thuis voelt als in het duin. Iets verder op doen een paar vreemdelingen, de Reuen ilverspar (Abies grandis) en de Sitkaspar (Picea sitchensis) hun best om er wat van te maken. Of e de hoogte en omvang ullen bereiken van hun soortgenoten in hun vaderland Amerika mogen we gerust in twijfel trekken. Aan hun voet heeft ich een geurige bosschage Gagel gevestigd en in de beschutting daarvan vinden we het circumpolaire gewas Kraaiheide (Empetrum niger). Hij is een echte vroegbloeier die al in maart ijn roe-rode bloemen opent. Ze ijn sierlijk, maar o klein dat e de wandelaar nauwelijks opvallen en een loep is voor een goede verkenning een onmisbaar gereedschap. Je kunt met de uit slechts twee soorten bestaande plantenfamilie der Kraaiheide-achtigen (Empetraceae) alle kanten op. De rode bloempjes kunnen tweeslachtig ijn, de struiken elf eenof tweehuiig. Met insecten heeft Empetrum geen bemoeienis. Voor een over in noordelijke streken doorgedrongen plant, hij komt elfs op Groenland voor, is windbestuiving de aangeween weg. Die regel past hij hier ook toe en de vele warte bessen die de struikjes dragen bewijst wel dat hij opgaat. De Kraaiheide beschermt ich tegen overmatige verdamping door de bladeren naar onderen om te rollen, over dat de bladranden elkaar elfs raken. De jonge twijgen van Empetrum niger ijn opvallend rood. Dit in tegenstelling tot ijn buiten one grenen

-------------------- ------ voorkomende soortgenoot Empetrum hermaphroditum die groene twijgen heeft. De Kraaiheide om het Hondeven blijkt ich er best thuis te voelen, hetgeen niet iets is van vandaag of gisteren. Bij een publicatie van Ir. J.L. van Soest in atura van augustus I940 is een verspreidingskaartje van Kraaiheide in ederland opgenomen. Daaruit blijkt, dat dit gewas ich sindsdien prachtig heeft weten te handhaven. Het breidt ich hier elfs uit, oals ook elders in ederland het geval schijnt te ijn. Bij het Hondeven vindt de uitbreiding plaats vrijwel in overeenstemming met de wije die wordt vermeld in Flora eerlandica, Deel IV, aflevering I. "Kraaiheide", o luidt de tekst, "ou ich gaarne vestigen op plaatsen waar Struikheide afsterft. Empetrum kan ich dan snel uitbreiden en de hei plaatselijk verdringen". We kunnen dit proces op een aantal plaatsen eer goed volgen en daarbij mag worden opgemerkt, dat de heide hier om het Hondeven dus aan drie opvolgers de eer moet geven: de Bochtige smele, het Pijpestrootje en de Kraaiheide. Het oostelijke gebied bestaat uit sterk vergraste Dopheide (Erica tetralix). oordelijker domineert Struikheide waar echter ook de vergrassing de kop opsteekt terwijl op hoger gelegen delen de Kraaiheide terrein wint. Jeneverbes, Grove den,lijsterbes, gagelbosjes en enkele aangeplante sparren orgen voor de nodige afwisseling in dit gebied~ dat al naar de weersomstandigheden drassige plekken toont. Bij voldoende neerslag ontstaan er elfs heideplassen die ich vrij lang kunnen handhaven en met het in het water weerspiegelende Veenpluis een aantrekkelijk aanien bieden. Verspreid komt er de Klokjesgentiaan (Gentiana Pneumonanthe) voor. Op enkele plaatsen treffen we Beenbreek (arthecium ossifragum) aan. Een opvallende verschijning met ijn wavelgele bloemen en wollige meeldraden met rode helmknoppen. Ook de vierslippige rode bloemen van de Veenbes (Oxycoccus quadripetalis) met hun korte-, witte meeldraden vragen one aandacht. Er komen twee onnedauwen voor, de Rondbladige onnedauw (Drosera rotundifolia) waarvan de bloemsteel rechtstreeks vanuit de roet van blaadjes omhoog groeit en de Kleine onnedauw (Drosera intermedia) waarvan de stengel meer ijdelings weggroeit. De Zonnedauw met ijn verraderlijk mooie blad wordt hier jammergenoeg nog al eens verameld. "Voor medicinale doeleinden", oals dat dan heet. Op een plaats maar komt het voor, het Heidekartelblad (Pedicularis sylvatica). In oude flora's al men hem vergeefs onder de benaming Heidekartelblad vinden. Kort geleden vond er een soort herdoop van een aantal nederlandse plantennamen plaats. Voordien noemden we dit fraaie plantje Boskartelblad wat veel meer in overeenstemming was met ijn wetenschappelijke soortnaam "sylvatica" dat bosbewonend betekent. Kenmerkend is in ieder geval voor Heidekartelblad dat ene tandje op ijn roe bovenlip. Zijn soortgenoot Moeraskartelblad heeft er twee. Reeenwissels leiden van de voedselrijke maisakkers naar het ven dat de dieren van drinkwater vooriet. De bloeiwije van de Mais (Zea Maya) is ingesteld op windbestuiving, oals dit bij de meeste grasachtigen het geval is. De maispollen moeten, wanneer e eermaal een stempel hebben bereikt, een bijonder lange weg afleggen om bij de eicel te komen.

Mais heeft nog een andere belager dan ree, haas en konijn. De_ Builenbrand (Ustilago Zea), die tot het schimmelrijk behoort, kan alle delen van de maisplant aantasten. Dee parasiet vertoont ich aanvankelijk als een ilver-grije verschijning. Wanneer de sporen rijp ijn vervalt het ilverige tot een bruine, milliarden sporen bevattende massa. Overigens ontgaan ons de om het Hondeven meer opvallende paddestoelen, oals de Kruloom (Paxillus involutus), Parelamaniet (Amanita rubescens), Zwavelkopje (Hypholoma fasciculare), Elfenbankje (Trametes versicolor) en Berkewam (Piptoporus betulinus) om er maar enkele te noemen, eker niet. De Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) vinden we niet alleen in de hei. Dee fraaie verschijning maakt blijkbaar graag ijn opwachting langs de paden van het Hondeven waar hij in geelschap van de vaak massaal optredende Witte snavelbies (Rhynchospora alba) voorkomt. De Witte snavelbies is overigens geen algemeen voorkomende vertegenwoordiger van de Cypergrassenfamilie. Gentianen vallen, waarook we e ontmoeten, op door hun kleuren en vormenrijkdom. Ze spreken van oudsher tot de menselijke verbeelding en er is in de berglanden geen bloem ooit veelvuldiger afgebeeld dan juist de gentiaan. Voor de beoekende insecten echter ijn het volkomen akelijke instellingen die stuifmeel en nectar leveren. Andersom is het insect een akenvriend die de gewenste bestuiving tot stand brengt. Alles is goed geregeld. Zodra de in knop nog gedraaid opgevouwen kroonbladen ich hebben ontrold is de bloem klaar voor het beoek. Hommels behoren tot de vaste klanten van de blauwe klokjes die met hun groene stippelrijen op de binnenijde van de kroonbladen de weg naar de ich op de bodem bevindende nectarbakjes aangeven. De kroon laat nabij de bodem opvallend veel licht door. Bij het bloembeoek strijkt het insect met ijn lichaam langs de naar buiten gekeerde helmknoppen en neemt o het stuifmeel op. De meeldraden ijn eerder rijp dan de er bovenstaande stempel. Zo is kruisbestuiving dus verekerd. Een vlindertje, het Gentiaanblauwtje (Lycaena Alcon) beoekt de Klokjesgentiaan met andere bedoelingen. Het van dee vlindersoort bruine wijfje legt haar eitjes op de buitenijde van de bloemkroon. De rupsen die er uitkomen banen ich al vretend een weg naar het sappige en voedselrijke vruchtbeginsel in het binnenste van de bloem, waar ij hun verdere ontwikkeling voortetten. Bij het invallen van de duisternis vouwen de gentianen hun bloemen dicht. Een ander blauw biedt ons het jaarlijks terugkerende liefdesfeest van de Blauwe waterjuffers (Agrion Puella). Bij honderden en meer wermen e dan rond, de lichtblauwe mannetjes en de grijsgroene joffers. Wanneer een mannetje het wijfje in de tang heeft genomen buigt ij het achterlijf naar voren om het sperma van hem over te nemen. Bij dit gebeuren vormen de beide lijfjes samen een rondje, de paringscirkel genoemd. Een wonderijk geicht die vele te water geraakte joffers, die, met de vleugels wiekend, als pijlsnelle bootjes door het water klieven. Wanneer de bloei van de russen, Knolrus (Juncus bulbosus), Trekrus (Juncus squarosus), Zomprus (Juncus articulatus), de Snavelegge (Carex rostrata) heeft dan al aad geet, afloopt, besluit de heide het omerfeest.

In feite kennen we voor het woord heide twee begrippen, heide als veld en heide als struik. De heide als veld leeft nog voort in vele streeknamen oals het Lemelerveld Vasserveld en otterveld om er maar enkele te noemen. In dee betekenis ien we de heide, als van ouds her, als leverancier van vlees, wol, honing, was, mest en brandhout. Over de oorsprong van het woord heide tast men min or meer in het duister. Profesor P. Stoutjensdijk meent, dat het een afleiding kan ijn van het noorse woord "heior" waarmee een ruige vlakte met laag struikgewas, heide en kraaiheide wordt bedoeld. Er ijn echter nog ander woorden die.in aanmerking kunnen komen, het germaanse woord chaittyo bijvoorbeeld. Het gotische haithi en het saksische hetha komen, wat klank betreft, heel dicht in de buurt. In een malenboek van I690 van het Maalschap Meerderbosch op de Veluwe wordt gesproken van het "dopheetsvelt" en dat herinnert ons aan het sallandse dorp Heeten, dat eens door heidevelden omringd was. Met de heide als plant is het wat eenvoudiger gesteld, althans wat de afkomst van de wetenschappelijke benaming betreft. De namen Calluna en Erica ijn o ingeburgerd dat vrijwel een ieder weet welke plant wordt bedoeld. Calluna is afgeleid van het griekse woord "kallunein" dat reinigen of vegen betekent. Dit roept onmiddelhjk herinneringen op aan de tot ver in de eeste helft van dee eeuw in gebruik ijnde heidebeems, die naarmate de heidevelden door ontginningen verdwenen, steeds eldamer werden. Erica ontleent ijn naam aan het griekse "ereikein", dat breken betekent. Iedereen die wel eens Dopheide heeft geplukt kent het verschijnsel van de o gemakkelijk afbrokkelende oudere dophei twijgen. Dop- en Struikheide gaan een innige samenleving aan met wortelschimmels die behulpaam ijn bij de voedselopname uit de karige bodems waarop de heidestruiken leven. Tot het struikgewas behoren dee Heide-achtigen, die langer plegen te leven dan de vele een- en tweejarige planten die one flora telt, de kruidachtigen dus. De dop- en struikhei beschermen ich tegen overmatige verdamping door hun blad diep ineen te rollen. De dopheide is bovendien nog sterk behaard. De bloeitak van struikheide draagt weinig blad maar vlak onder de bloemen vinden we een roetje van dicht opeengesloten bladeren, die doen denken aan een kelk. De kelk echter wordt gevormd door vier losstaande paars-rose bladen, die de enigsins klokvormige, in vier slippen eindigende bloemkroon omgeven. De intensiteit van de kleur van kroon- en kelkblaadjes van heide kan bijonder varieren. Uiterst elden ullen we heidestruiken met geheel witte bloemen aantreffen. Zo'n eldaamheid nu vinden we bij het Hondeven. Bij een matige vergroting al ien we in de heidebloem de acht donkergekleurde helmknoppen die elk verbonden ijn met een sierlijk aanhangsel. Aan dee aanhansels had het, nu als Ericales bekend staande plantengeslacht, vroeger ijn naam Bicornes of Tweehoornigen te danken. Wanneer het stuifmeel rijp is springen de helmknoppen open. Ze lijken dan op met stuifmeel gevulde schepjes. De insecten die de bloemen beoeken komen ongetwijfeld in aanraking met die helmknopaanhangsels waardoor de helmknop omkiept en het stuifmeel over de beoeker wordt uitgestrooid.

kiept en het stuifmeel over de beoeker wordt uitgestrooid. Het is opvallend, dat wanneer wandelaars door de heide struinen of de wind de heide beroert, er wolken stuifmeel vrij komen. Ook kan het ij~, dat bij windstil en onnig weer een sluier van heidepollen boven het veld hangt. Dee massale productie van stuifmeel en de ver uit de heidebloemen stekende stempels ouden er voor kunnen pleiten dat Calluna ook windbestuiving voor lief neemt. a de bloei krommen ich de kelkbladen naar binnen en het is opvallend hoe lang daarna nog de bloemkleur behouden blijft. De sierlijke, klokvormige bloemen van de dopheide tonen eenelfde bestuivingsmechanisme als dat van de struikhei maar ongetwijfeld ijn de stuifmeelkiepjes van de eerstgenoemde nog mooier uitgevallen. We ien steeds weer, hoe Moeder atuur haar scheppingen met vindingrijkheid en vernuft toerust. Ook het heidegewas, dat voor one voorouders ovele eeuwenlang een onschatbare levensbron was, is goed bedeeld met eigenschappen die het in staat stelt om te overleven. Met dee ode aan one helaas steeds meer in verdrukking komende heidegewassen besluiten we one verkenningen om het Hondeven, indachtig aan de eertijds alom bekende- en nu vrijwel vergeten slotwoorden van dr. Fob r. Brouwer aan het einde van ijn radionatuurpraatjes op ondagmorgen, dat "Al wat leeft en groeit, ons altijd weer boeit". Huib Klein.

Toelichting bij de inventarisatielijsten$ V 210 Veenmos-rietland 301 Erica-vegetatie W S 403 406 Hydrocotyle-vegetatie Caltha-grasland Z H 413 708 Tredplantvegetatie Eikesingels B 801 Elebroekbos D 804 Eike-berkebos Indeling vegetatietypen naar 'Handleiding milieuinventarisatie overijssel flora/vegetatie fauna', mei 1986. Determinatie en naamgeving volgens Heukels (1982) De inventarisatie werd uitgevoerd in de periode mei t/m september 1988 door: Karel Hesselink Huib Klein Pierre Marnette Thomas de Meij Ron Poot Chris van Waardenburg Dinant Wanningen

Wetenschappelijk ederlands B D H S V W Z Achillea millefolium Duiendblad, s Achillea ptarmica Wilde bertram, s w Aegopodium podagraria Zevenblad, Agrostis cappilaris Struisgras,gewoon s Agrostis gigantea Struisgras.hoog Alisma plantago-aquatica Waterweegbree,grote s Alnus glutinosa Els,warte B D H s Alopecurus geniculatus Vossestaart,geknikte Amelanchier lamarckii Krenteboompje,drents D Angelica sylvestris Engelwortel,gewone s Anthoxanthum odoratum Reukgras, s w Anthriscus silvestris Fluitekruid, Apera spicaventi Windhalm, Aronia x prunif olia Appelbes, v Arrhenatheru~ elatius Glanshaver, s Artemisia vulgaris Bijvoet, Athyrium filix-femina Wijfjesvaren, D H s Bel lis perennis Madelief je, w Betula pendu la Berk,ruwe D Betula pubescens Berk,achte B D H s v w Calamagrostis canescens Hennegras, Calamagrostis epigeios Duinriet, v Calla palustris Slangewortel, v Calluna vulgaris Struikheide, D w Calystegia sepium Winde,haag w Cardamine hirsuta Veldkers,kleine Cardamine pratensis Pinksterbloem, Carex curta Zegge,omp B Carex hirta Zegge,ruige w Carex nigra Zegge.warte B Carex ovalis Zegge,hae w Carex panicea Zegge,blauwe Carex remota Zegge,ijle D H s Carex rostrata Zegge,snavel Carex vesicaria Zegge, blaas B v Castanea sativa Kastanje,tamme D Cerastium arvense Hoornbloem,akker Cerastium f ontanum Hoornbloem,gewone s w Chenopodium album Ganevoet,mel Cirsium arvense Distel,akker w Cirsium palustre Kale Jonker, s Cirsium vulgare Distel,speer Corydalis claviculata Helmbloem,rankende D Corylus avellana Haelaar, D Cytisus scoparius Brem, w Inventarisatielijst Hondeven (1988) Hok 43 Heukels 1982 Pagina-nr. 1 08/02/89

Pagina-nr. 2 08/02/89 Inventarisatielijst Hondeven (1988) Hok 43 Heukels 1982 Wetenschappelijk ederlands B D H S V W Z Dactylis glomerata Kropaar, H s w Deschampsia cespitosa Smele,ruwe s Deschampsia f lexuosa Smele,bochtige D H Digitalis purpurea Vingerhoedskruid, D s Drosera intermedia Drosera rotundif olia Zonnedauw.kleine Zonnedauw.ronde Dryopteris cartusiana Stekelvaren,smalle D Dryopteris dilatata Stekelvaren,brede H v Elymus repens Kweek, s w Empetrum nigrum Kraaiheide, Epilobium tetragonum Wilgeroosje,kantig s Equisetum arvense Heermoes, Equisetum f luviatile Holpijp, s Equisetum palustre Lidrus, w Erica tetralix Dopheide, D v Erigeron canadensis Fijnstraal,canadese Eriophorum angustifolium Veenpluis, v Eriophorum vaginaturn Wollegras,eenarig Eupatorium cannabium Koninginnekruid, D H s Fagus sylvatica Beuk, D Festuca ovina sub. Schapegras,fijnbladig s w tenuifolia Festuca rubra Zwenkgras.rood w Filipendula ulmaria Moerasspirea, s Frangula alnus Sporkehout, B D H v Fraxinus excelsior Es,gewone Galeopsis tetrahit Hennepnetel,gewone H Galinsago ciliata Knopkruid,harig Galium aparine Kleefkruid, s Galium mollugo Walstro,glad s Galium palustre Walstro,moeras s Gamereon angustif olium Wilgeroosje,knikkend D w Genista anglica Brem,stekel w Gentiana pneumonanthe Gentiaan,klokjes w Geum urbanum agelkruid,gewoon s Glechoma hederacea Hondsdraf, s Glyceria fluitans Mannagras, s Gnaphalium uliginosum Droogbloem,moeras Hedera helix Klimop, D Heracleum sphondyliurn Bereklauw, s Hieracium laevigatum Havikskruid,stijf Hieracium pilosella Muieoor, s Hieracium umbellatum Havikskruid,scherm w Holcus lanatus Witbol,gestreepte H s w Holcus mollis Witbol,gladde

s v v s s w s v w v w w s s s s w s w s w s w s s w s v w s s v s w D H D B D H B D D D H D H B B D Hop, Waternavel, St. Janskruid, Biggekruid,gewoon Hulst, Lis,gele Rus,greppel Rus.knol Bieeknoppen, Rus,veld Rus,pit Rus,draad Rus,trek Jeneverbes, Dovenetel,paarse Akkerkool, Kroos,klein Leeuwetand,herfst Margriet, Vlasbekje, Raaigras.engels Kamperfoelie,wilde Rolklaver,moeras Veldbies,gewone Veldbies,dichtbloemige Wolfspoot, Koekoeksbloem,echte Wederik, Kamille,schijf Kamille.echte Hengel, Pijpestrootje, Vergeetmijnietje,omp Vergeetmijnietje,ruw Gagel, Beenbreek, Vogelpootje, Veenbes, Kartelblad,heide Melkeppe, Timotheegras, Riet, Den,grove Weegbree,srnalle Humulus lupulus Hydrocotyle vulgaris Hypericum perforatum Hypochaeris radicata!lex aquif olium Iris pseudacorus Juncus buf onius Juncus bulbosus Juncus conglomeratus Juncus acutiflorus Juncus ef fusus Juncus f ilif ormis Juncus squarrosus Juniperus cummunis Lamium purpureum Lapsana communis Lemna minor Leontodon autumnalis Leucanthemum vulgare Linarea vulgaris Lolium perenne Lonicera periclymenum Lotus uliginosus Luula campestris Luula multiflora sub. congesta Lycopus europaeus Lygnis f los-cuculi Lysimachia vulgaris Matricaria discoidea Matricaria recutita Melampyrum pratense Molinea caerulea Myosotis laxa Myosotis ramosissima Myrica gale arthecium ossifragum Ornithopus perpusillus Oxycoccus palustris Pedicularis sylvatica Peucedanum pulustre Phleum pratense Phragmites australis Pinus silvestris Plantage lanceolata B D H S V W Z ederlands Wetenschappelijk Inventarisatielijst Hondeven (1988) Hok 43 Heukels 1982 Pagina-nr. 3 08/02/89

Plantago major Weegbree,grote Poa annua Straatgras, Poa nemoralis Schaduwgras, B D Poa trivialis Beemdgras,ruw s Polygonum aviculare Varkensgras, Polygonum convolvulus Zwaluwtong, Polygonum hydropiper Waterpeper, s Polygonum persicaria Perikkruid, w Potentilla anserina Zilverschoon, w Potentilla erecta Tormentil, w Potentilla palustris Wateraardbei, v Prunella vulgaris Brunel,gewone w Prunus serotina Vogelkers,amerikaanse D Prunus spinosa Sleedoorn, Pteridium aquilinum Adelaarsvaren, H s Quercus robur Eik,omer D H s Querctis rubra Eik,amerikaanse D s Ranunculus repens Boterbloem.kruipende s w Rhynchospora alba Snavelbies,witte Rhynchospora fusca Snavelbies,bruine Rubus fruticosus s. l. Braam, D H s Rumex acetosa Zuring,veld s Rumex acetosella Zuring,schape s Rumex obtusif olius Zuring,ridder s w Rununculus acris Boterbloem,scherpe s Salix aurita Wilg,geoorde Salix repens Wilg,kruip w Sambucus nigra Vlier,gewone D H s Scirpus caespitosus Bies,veen Scleranthus annuus Hardbloem,eenjarige Scrophularia nodosa Helmkruid,knopig Senecio viscosus Kruiskruid,kleverig Senecio vulgaris Kruiskruid,klein s Silene dioica Koekoeksbloem,dag D H s Sium latif olium Watereppe,grote v Solanum dulcamara Bitteroet, Solanum nigrum achtschade.warte Solidago virgaurea Guldenroede,e~hte Sonchus arvensis Melkdistel,akker Sorbus auquiparia Lijsterbes,wilde D H Spergula arvensis Spurrie,gewone Stachys sylvatica Andoorn,bos s Stellaria graminea Grasmuur, s w Stellaria media Vogelmuur, s Stel lar ia uliginosa Moerasmuur, Wetenschappelijk ederlands B D H S V W Z Inventarisatielijst Hondeven (1988) Hok 43 Heukels 1982 Pagina-nr. 4 08/02/89

s s w s w s w v w D s w D s w s Succisa pratensis Blauwe knoop, Sysimbrium officinale Raket,gewone Tanasetum vulgare Boerenwormkruid, Taraxacum officinale Paardebloem, Teesdalia nudicaulis Tasjeskruid,klein Tori lis japonica Doornaad,hegge Trifolium dubium Klaver,kleine Trifolium hybridum Klaver,basterd Trifolium pratense Klaver,rode Trifolium repens Klaver.witte Typ ha latif olia Lisdodde,grote Urtica dioica Brandnetel,grote Urtica urens Brandnetel,kleine Vaccinium myrtillus Bosbes,blauwe Vaccinium vitis-idaea Bosbes.rode Valeriana off icinalis Valeriaan,echte Veronica. agrestis Ereprijs,akker Vicia cracca Wikke,vogel Vicia sativa Wikke.voeder Viola arvensis Viooltje,akker B D H S V W Z Wetenschappelijk ederlands Inventarisatielijst Hondeven (1988) Hok 43 Heukels 1982 Pagina-nr. 5 08/02/89

Z H Z H H Z H Z H H s Duiendblad, Wilde bertrarn, Zevenblad, Struisgras,gewoon Struisgras,hoog Waterweegbree,grote Els,warte Vossestaart,geknikte Krenteboompje,drents Engelwortel,gewone Reukgras, Fluitekruid, Windhalm, Appelbes, Glanshaver, Bijvoet, Wijfjesvaren, Madelief je, Berk,ruwe Berk,achte Hennegras, Duinriet, Slangewortel, Struikheide, Winde,haag Veldkers,kleine Pinksterbloem, Zegge,omp Zegge,ruige Zegge,warte Zegge,hae Zegge,blauwe Zegge,ijle Zegge,snavel Zegge,blaas Kastanje,tamme Hoornbloem,akker Hoornbloem,gewone Ganevoet,mel Distel,akker Kale Jonker, Distel,speer Helmbloem,rankende Haelaar, Brem, Achillea millef olium Achillea ptarrnica Aegopodium podagraria Agrostis cappilaris Agrostis gigantea Alisma plantago-aquatica Alnus glutinosa Alopecurus geniculatus Amelanchier lamarckii Angelica sylvestris Anthoxanthum odoratum Anthriscus silvestris Apera spicaventi Aronia x prunif olia Arrhenatherum elatius Artemisia vulgaris Athyrium filix-fernina Bèllis perennis Betula pendula Betula pubescens Calamagrostis canescens Calamagrostis epigeios Calla palustris Calluna vulgaris Calystegia sepium Cardamine hirsuta Cardamine pratensis Carex curta Carex hirta Carex nigra Carex ovalis Carex panicea Carex remota Carex rostrata Carex vesicaria Castanea sativa Cerastiurn arvense Cerastium f ontanum Chenopodium album Cirsiurn arvense Cirsium palustre Cirsiurn vulgare Corydalis claviculata Corylus avellana Cytisus scoparius D H S Z ederlands Wetenschappelijk Pagina-nr. 1 08/02/89 Vondsten inventarisatie Hondeven Hok 44 Heukels 1982

H H H H H H H H Kropaar, Smele,ruwe Smele,bochtige Vingerhoedskruid, Zonnedauw,kleine Zonnedauw.ronde Stekelvaren,smalle Stekelvaren,brede Kweek, Kraaiheide, Wilgeroosje,kantig Heermoes, Holpijp, Lidrus, Dopheide, Fijnstraal,canadese Veenpluis, Wollegras,eenarig Koninginnekruid, Beuk, Schapegras.fijnbladig Zwenkgras.rood Moerasspirea, Sporkehout, Es,gewone Hennepnetel,gewone Knopkruid,harig Kleefkruid, Walstro,glad Walstro,moeras Wilgeroosje,knikkend Brem,stekel Gentiaan.klokjes agelkruid,gewoon Hondsdraf, Mannagras, Droogbloem.moeras Klimop, Bereklauw, Havikskruid.stijf Muieoor, Havikskruid,scherm Witbol,gestreepte Witbol,gladde Dactylis glomerata Deschampsia cespitosa Descharnpsia f lexuosa Digitalis purpurea Drosera intermedia Drosera rotundif olia Dryopteris cartusiana Dryopteris dilatata Elyrnus repens Empetrum nigrum Epilobium tetragonum Equisetum arvense Equisetum f luviatile Equisetum palustre Erica tetralix Erigeron canadensis Eriophorum angustifolium Eriophorum vaginatum Eupatorium cannabium Fagus sylvatica Festuca ovina sub. tenuif olia Festuca rubra Filipendula ulmaria Frangula alnus Fraxinus excelsior Galeopsis tetrahit Galinsago ciliata Galium aparine Galium mollugo Galium palustre Gamereon angustifolium Genista anglica Gentiana pneumonanthe Geum urbanum Glechoma hederacea Glyceria fluitans Gnaphalium uliginosum Hedera helix Heracleum sphondylium Hieracium laevigatum Hieracium pilosella Hieracium umbellatum Holcus lanatus Holcus mollis D H S Z ederlands Wetenschappelijk Pagina-nr. 2 08/02/89 Vondsten inventarisatie Hondeven Hok 44 Heukels 1982

H D Hop, Waternavel, St. Janskruid, Biggekruid,gewoon Hulst, Lis,gele Rus.greppel Rus.knol Bieeknoppen, Rus.veld Rus,pit Rus.draad Rus,trek Jeneverbes; Dovenetel,paarse Akkerkool, Kroos.klein Leeuwetand,herfst Margriet, Vlasbekje, Raaigras,engels Kamperfoelie,wilde Rolklaver,moeras Veldbies,gewone Veldbies,dichtbloemige Wolfspoot, Koekoeksbloem,echte Wederik, Kamille,schijf Kamille,echte Hengel, Pijpestrootje, Vergeetmijnietje,omp Vergeetmijnietje,ruw Gagel, Beenbreek, Vogelpootje, Veenbes, Kartelblad,heide Melkeppe, Timotheegras, Riet, Den,grove Weegbree.smalle Humulus lupulus Hydrocotyle vulgaris Hypericum perf oratum Hypochaeris radicata!lex aquifolium Iris pseudacorus Juncus buf onius Juncus bulbosus Juncus conglomeratus Juncus acutif lorus Juncus ef fusus Juncus f ilif ormis Juncus squarrosus Juniperus cummunis Lamium purpureum Lapsana communis Lem na minor Leontodon autumnalis Leucanthemum vulgare Linarea vulgaris Lolium perenne Lonicera periclymenum Lotus uliginosus Luula campestris Luula multiflora sub. congesta Lycopus europaeus Lygnis f los-cuculi Lysimachia vulgaris Matricaria discoidea Matricaria recutita Melampyrum pratense Molinea caerulea Myosotis laxa Myosotis ramosissima Myrica gale arthecium ossifragum Ornithopus perpusillus Oxycoccus palustris Pedicularis sylvatica Peucedanum pulustre Phleum pratense Phragmites australis Pinus silvestris Plantago lanceolata D H S Z ederlands Wetenschappelijk Pagina-nr. 3.08/02/89 Vondsten inventarisatie Hondeven Hok 44 Heukels 1982

H s H Z H Z H Z H Z Weegbree,grote Straatgras, Schaduwgras, Beemdgras,ruw Varkensgras, Zwaluwtong, Waterpeper, Perikkruid, Zilverschoon, Tormentil, Wateraardbei, Brunel,gewone Vogelkers,amerikaanse Sleedoorn, Adelaarsvaren, Eik,omer Eik,amerikaanse Boterbloem,kruipende Snavelbies,witte Snavelbies,bruine Braam, Zuring,veld Zuring,schape Zuring,ridder Boterbloem,scherpe Wilg,geoorde Wilg,kruip Vlier,gewone Bies.veen Hardbloem,eenjarige Helmkruid,knopig Kruiskruid,kleverig Kruiskruid,klein Koekoeksbloem,dag Watereppe,grote Bitteroet, achtschade,warte Guldenroede,echte Melkdistel,akker Lijsterbes.wilde Spurrie,gewone Andoorn.bos Grasmuur, Vogelmuur, Moerasmuur, Plantago major Poa annua Poa nemoralis Poa trivialis Polygonum aviculare Polygonum convolvulus Polygonum hydropiper Polygonum persicaria Potentilla anserina Potentilla erecta Potentilla palustris Prunella vulgaris Prunu~ serotina Prunus spinosa Pteridium aquilinum Quercus robur Quercus rubra Ranunculus repens Rhynchospora alba Rhynchospora fusca Rubus fruticosus s.l. Rumex acetosa Rumex acetosella Rumex obtusif olius Rununculus acris Salix aurita Salix repens Sambucus nigra Scirpus caespitosus Scleranthus annuus Scrophularia nodosa Senecio viscosus Senecio vulgaris Silene dioica Sium latif olium Solanum dulcamara Solanum nigrurn Solidago virgaurea Sonchus arvensis Sorbus auquiparia Spergula arvensis Stachys sylvatica Stellaria grarninea Stellaria media Stellaria uliginosa D H S Z ederlands Wetenschappelijk Pagina-nr. 4 08/02/89 Vondsten inventarisatie Hondeven Hok 44 Heukels 1982

Blauwe knoop, Raket,gewone Boerenwormkruid, Paardebloem, Tasjeskruid,klein Doornaad,hegge Klaver,kleine Klaver,basterd Klaver.rode Klaver.witte Lisdodde,grote Brandnetel,grote Brandnetel,kleine Bosbes,blauwe Bosbes.rode Valeriaan,echte Ereprijs,akker Wikke,vogel Wikke,voeder Viooltje,akker Succisa pratensis Sysimbrium officinale Tanasetum vulgare Taraxacum officinale Teesdalia nudicaulis Torilis japonica Trifolium dubium Trifolium hybridum Trifolium pratense Trifolium repens Typha latif olia Urtièa dioica Urtica urens Vaccinium myrtillus Vaccinium vitis-idaea Valeriana off icinalis Veronica agrestis Vicia cracca Vicia sativa Viola arvensis D H S Z ederlands Wetenschappelijk Pagina-nr. 5 08/02/89 Vondsten inventarisatie Hondeven Hok 44 Heukels 1982

Pagina-nr. 1 25/11/88 Latijn Paddestoelenvondsten Hondeven Mei t/m juli 1988 Dinant Wanningen ederlands Arnanita rubescens Collybia dryophila Exobasidiurn vaccinii Fornes f omentarius Hygrophoropsis auratiacus Hypholoma f asciculare Lactarius quietus Melanoleuca melaleuca Mycena sanquinolenta Omphalina swartii Paxillus involutus Parel amaniet Eikebladwammetje Bossebesvlag Tonder wam Valse hanekam Gewone wavelkop Kaneelkleurige melkwam Zwartwitte veldridder Kleine broedsteel Paars harttrechtertje Gewone kruloom Piptoporus betulinus Berkewam " Tephrocybe palustre Tremetes versicolor Xerocomus chrysenteron Veenmosgrauwkop Elfenbankje Roodstelige fluweelboleet