Orde van Dienst 16 april 2017 Eerste Paasdag Welkom en mededelingen Zingen Psalm 146c: 1, 5 en 7 Alles wat adem heeft love de Here, zinge de lof van Isrels God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefd' en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Alles wat adem heeft love de Here 5. O gij verdrukten, die onrecht moet lijden, Hij die u recht verschaft is hier! Hongrige, Hij wil u spijze bereiden, dorstige, zie de heilsrivier! Zijt gij geboeid, Hij maakt u vrij; God schenkt genade velerlei. 7. Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen Hem die zo grote dingen doet. Alles wat adem heeft roepe nu amen, zinge nu blijde: God is goed! Love dan ieder die Hem vreest Vader en Zoon en Heilge Geest! Stil gebed Bemoediging en groet Zingen Lied 632: 1, 2 en 3 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven. Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven. Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht, heeft Hij ons licht aangeheven. Dit is de dag Waren wij dood door de zonde, verminkt en verloren, doven van harte, verhard om zijn woord niet te horen, Hij is zo groot, Hij overmande de dood. Wij zijn in Jezus herboren.
Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden. Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen en zo voortaan eren uw heilige naam en U in waarheid aanbidden. Verootmoediging en genade verkondiging Leefregel Zingen Liedbundel 77: 1 Machtig God, sterke rots Machtig God, sterke Rots, U alleen bent waardig. Aard en Hemel prijzen U, glorie voor Uw Naam. Lam van God, hoogste Heer, heilig en rechtvaardig, Stralend Licht, Morgenster, niemand is als U. Prijst de Vader, prijst de Zoon, prijst de Geest, die in ons woont. Prijst de Koning der Heerlijkheid, prijst hem tot in eeuwigheid. Dienst van het Woord Gebed bij de opening van het Woord Schriftlezingen 1e schriftlezing Exodus 14: 9-14 9 De Egyptenaren achtervolgden hen, en haalden hen in bij Pi-Hachirot, waar het volk van Israël zijn kamp had opgeslagen, dicht bij de zee, tegenover Baäl-Sefon. 10 Toen de Israëlieten de farao zagen naderen, met al zijn paarden, wagens en ruiters en al zijn voetvolk, werden ze doodsbang en riepen ze de HEER luidkeels om hulp. 1 1Ze zeiden tegen Mozes: Waren er soms in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven? Hoe kon u ons dit aandoen! Waarom hebt u ons uit Egypte weggehaald? 12 Hebben we niet al in Egypte gezegd: Laat ons toch met rust, laat ons maar als slaven voor de Egyptenaren werken, want dat is altijd nog beter dan om te komen in de woestijn? 13 Maar Mozes antwoordde het volk: Wees niet bang, wacht rustig af. Dan zult u zien hoe de HEER vandaag voor u de overwinning behaalt. De Egyptenaren die u daar nu ziet, zult u hierna nooit meer terugzien. 14 De HEER zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen. 2e schriftlezing Johannes 20: 1-18
1 Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. 2 Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben. 3 Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. 4 Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. 6 Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, 7 en hij zag dat de doek die Jezus gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. 8 Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. 9 Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan. 10 De leerlingen gingen terug naar huis. 11 Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, 12 en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. 13 Waarom huil je? vroegen ze haar. Ze zei: Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd. 14 Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 15 Waarom huil je? vroeg Jezus. Wie zoek je? Maria dacht dat het de tuinman was en zei: Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen. 16 Jezus zei tegen haar: Maria! Ze draaide zich om en zei: Rabboeni! (Dat betekent meester.) 17 Houd me niet vast, zei Jezus. Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is. 18 Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: Ik heb de Heer gezien! En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had. Zingen Liedbundel 76: 1, 2 en 3 U zij de victorie, nu en immer weer. Uit een blinkend stromen, daalde d engel af, heeft de steen genomen, van t verwonnen graf: U zij de glorie Zie hem verschijnen, Jezus, onze Heer, Hij brengt al de zijnen, in zijn armen weer. Weest dan volk des Heren, blijde en welgezind, en zegt telkenkere, Christus overwint! Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft. In zijn goddelijk wezen, is zijn glorie groot; niets heb ik te vrezen, in leven en in dood. Verkondiging
Meditatief orgelspel Zingen Liedbundel 75: 1, 2 en 3 Samen in de naam van Jezus Heffen wij een loflied aan Want de geest spreekt alle talen En doet ons elkaar verstaan Samen bidden, samen zoeken Naar het plan van onze heer Samen zingen en getuigen Samen leven tot zijn eer Samen in de naam van Jezus Heel de wereld moet het weten Dat God niet veranderd is En zijn liefde als een lichtstraal Doordringt in de duisternis De weg van god is niet te keren Omdat hij er over waakt En de geest verbreekt de grenzen Die door mensen zijn gemaakt Prijs de Heer, De weg is open Naar de Vader naar elkaar Jezus Christus, triomfator, mijn verlosser, middelaar Vader met geheven handen Breng ik U mijn dank en eer Het is uw Geest die mij doet zeggen Jezus Christus is de Heer Dankgebed Collecte Zingen Lied 624: 1, 2 en 3 Christus, onze Heer, verrees, Heilge dag na angst en vrees, Die verhoogd werd aan het kruis, bracht ons in Gods vrijheid thuis, Christus, onze Heer, verrees Prijst nu Christus in ons lied, haleluja, die in heerlijkheid gebiedt, die aanvaardde kruis en graf, dat Hij zondaars 't leven gaf, Maar zijn lijden en zijn strijd, heeft verzoening ons bereid,
Nu is Hij der heemlen Heer, Englen juublen Hem ter eer, Zegen Zingen Amen, Amen, Amen. Respons Amen, amen, amen. Dat wij niet beschamen. Jezus Christus, onze Heer. Amen, God, Uw naam ter Eer.