Garagedeurbesturing Complete set



Vergelijkbare documenten
Codeslot DCS Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Friedland Draadloze libra zender + 200m ontvanger/bel

Klemmenblok. Werking Van De Besturingslogica

Energiekosten-meetapparaat energy control 230

NEDERLANDS CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 89/392/EEG, BIJLAGE II, DEEL B)

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Elektronische jaloezieinbouwschakelaar

RDS Xtra thermometer. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

UHF-ontvangstmodule. Bestnr Stand: 02/95 Wijzigingen voorbehouden

Alarmsirene. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Achteruitrijdalarm PDC 200

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

ASTRA-satellietinstallatie

Microfoon DMW-916. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

JAZZ. Geblokkeerde (onomkeerbare) elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Éénfasevoeding 230 Vac.

Draadloze doorgangsmelder

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W

Power Cap 1,0 Farad STC-1000

Dynamische microfoon WH-002A

Thermo-klok. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

INFRAROOD FOTOCEL VOOR AUTOMATISCHE POORTEN EN HEKKENS F100 E

Bestnr Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

GECODEERDE FOTOCELLEN IR/IT 2241

Bestnr VÖLKNER Terugmeldingsmodule

Nachtkijker Sibir NVB-2,5x

SWING. Modellen en specificaties SWING/I SWING/R

Draagbare takellier. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Woelmuisvrij. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Bestnr Achteruitrijdsysteem SAILOR SA-615

Automatische antennerotor

Handleiding voor de installatie van de vleugelhekopener, type 400

Pro-design-tafellamp. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

STURING R70/2AC : 2 motoren

hama AV selector 300 automatic

Kalender-klok met rekenmachine

PROGRAMMEERBARE STURING

Bestnr PIR- bewegingsmelder Centauri BW2100

II PROGRAMMEERBARE STURING

Bestnr Elektrische raambediening "Lifter" 2-deurs

Bestnr TFT LCD kleurenbeeldscherm Module model LM-501

Spar-set "FHT 80 BTFn" Ventielaandrijving

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C

Laserwaterpas. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

ADVANTAGE. L /2010 rev 0. system ONE2 WI ONE2 WB INSTALLATIEHANDLEIDING

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender

allmatic Gebruikershandleiding HANDL Ampèrestraat TR Purmerend Tel: Fax:

PROGRAMMEERBARE STURING

CD-Radio-Wekker DB 72026

Thermostaatknop Honeywell

Halogeen lampenset. Bestnr.: wit chroom titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Water Tester. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209

Control 701, 702, 703

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

Metaal RTS codeklavier

NEDERLANDS SEL2641R433B4D. DIN-Rail ontvanger. De keuze van de installateur cdvibenelux.com

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Radio codeklavier RTS

Radiografische wandzender

TECNO. Leidingspanning Vac 230

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

Bewegingsmelder 180. Bestnr.: wit - Bestnr.: zwart - Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Accutrainer I AT-1. Bestnr

Bestnr mivoc Actieve subwoofer SW 1100 A

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

1. Beschrijving van de basis stuurkast

CATSCAT Kattentrainer

Binnenontvanger verlichting RTS - opbouw. Installatiehandleiding

Bestnr Passieve infrarood Bewegingsmelder RS8C

RAP3. Leidingspanning Vac 230 Motorvoeding Vdc 24 Max. stroomafname A 6 Max. opgenomen vermogen VA 180 Nominale koppel danm 26 Openingstijd sec. 2.

BASETech Snellader BTL-1

Installatie instructies

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

[6] Zoekmode activeren [7] Aanmelden zender

Bestnr Module SMD- Servotester

Power Monitor Pro. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

FlammEx rookmelder 230 V

VOLTCRAFT Digitale voltmeter module DVM 310 /210

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER

TECHNISCHE GEGEVENS U.M. CE.C

FOREST DIAMOND AFSTANDSBEDIENING X460

Afstandsbediening Telis 16 RTS

1.1 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGEL

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

AFR-100 FITTING DIMMER

AEX-701 SIGNAALVERSTERKER

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING


Digitale inbouwschakelklok

TDC3. Specificaties. Zelfblokkerende elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Monofasevoeding 230 Vac.

BoxControl R D 400 besturing voor DFM(-ZE) en DKM(-ZE)

ONDERSTEUNENDE HANDLEIDING VLEUGELPOORTOPENER SW31000 UG

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

Zonne-energie-accu. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Transcriptie:

G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 23 30 Garagedeurbesturing Complete set Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.com

Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! overbodig is. De aandrijving van de EURO DOUBLE is daarentegen niet verkrijgbaar in een zelfremmende uitvoering en daarom is hierbij de installatie van een slot nodzakelijk. 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE SPECIFICATIES Afb. 1 3 4 Introductie Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Lees eerst deze handleiding volledig en zorgvuldig door voordat u de garagedeuraandrijving in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst, Nederland: 053 428 54 80 Ma. vr. 09.00 : 20.00 uur EURO BAT - EURO DOUBLE garagedeuraandrijving Bij de EURO BAT - EURO DOUBLE gaat het om een elektromechanische garagedeuraandrijving met een spindelsysteem voor de bewegingsoverdracht naar de garagedeur. Door de terugloopblokkering van de EURO BAT aandrijving wordt de deur bij stilstaande motor mechanisch vergrendeld, zodat de installatie van sloten 2 5 2 6 Tabel 1: Technische eigenschappen 1 1) Motoraggregaat 2) Stroomkabel 3) Spindel 4) Aansluiting voor 5) Aansluiting achter 6) Knikbescherming Model BAT DOUBLE Voedingsspanning 230V~ - 50 Hz 24 VDC 230V~ - 50 Hz Opgenomen vermogen 280 W 70 W 280 W Opname 1.2 A 3 A 1,2 A Elektromotor (toeren/ min.) 1400 900 Warmtebescherming 140 C 140 C Condensator 8µF / 400V 8µF / 400V Max. schuif- / trekkracht 350 dan 300 dan 250 dan Nuttige slag spindel 300 mm / 400 mm Verplaatsingssnelheid spindel 1,6 cm/sec Werktemperatuur - 20 C - +55 C Gewicht 6,5 kg Beschermingssoort IP 44 Gebruiksfrequentie 20 50 20 Max. vleugellengte 3 m / 4 m 3

150 mm 2. ELEKTRISCH ONTWERP (standaard installatie) Afb. 2 A Z D B L 45 min. 1) Aandrijvingen 2) Fotocellen 3) Elektronische besturing 4) Signaalgever 5) Ontvanger 6) Knipperlicht Aanwijzingen: 1.) Gebruik voor het leggen van de stroomkabel een geschikte buis of slang. 2.) Aansluitkabels van NS- accessoires en 230 V WS stroomvoorziening ter bescherming door gescheiden omhulsel voeren. Tab. A Installatiematen Afb. A BEPALING VAN DE INSTALLATIEMATEN: ALGEMENE REGELS Bij installaties met van tabel A afwijkende waarden gelden voor de bepaling van de desbetreffende installatiematen de volgende regels: - voor deuropeningen bij 90 : a + b = c - voor deuropeningen > 90 : a + b < c - kleinere a en b maten komen overeen met hogere snelheden. Houd u aan de desbetreffende normen. - Maten a en b moeten minimaal een verschil van 4 cm hebben. Bij grotere waarden vinden de opening- en sluitbeweging met aanzienlijke afwijkingen in snelheid plaats. - Voor de aandrijving is minimaal Z = 45 mm noodzakelijk (zie afb. A). Als afmeting a vanwege de afmetingen van de staander resp. van de positie van het scharnier groter is dan de aanduiding in de tabel, moet er in de staander een uitsparing gemaakt worden volgens afb. b. Afb. B 300 mm 100 mm Tabel A: aanbevolen maten (in mm) Model α A B C ( 1 ) D ( 2 ) Z ( 3 ) L 300 90 145 145 290 100 45 895 110 125 125 290 80 45 895 400 90 195 195 390 150 45 1090 110 165 165 390 120 45 1090 ( 1 ) Nuttige slag zuigerstang ( 2 ) maximum maat ( 3 ) minimummaat 4 3. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING 3.1 Controle vooraf Om verzekerd te zijn van het juist functioneren van de aandrijving, moet de structuur van de bestaande resp. van de te maken deur voldoen aan de volgende eisen: 5

maximale vleugellengte 3 m (bij aandrijving met nuttige slag 300 mm) maximale vleugellengte 4 m (bij aandrijving met nuttige slag 400 mm) stevige en starre deurvleugelconstructie soepele, lineaire en gelijkmatige beweging van de vleugel in het totale loopbereik perfecte toestand van de bestaande scharnieren mechanische eindaanslagen Elektrisch slot bij aandrijving zonder terugloopblokkering Eventuele montagewerkzaamheden dienen voor de installatie van de deur gedaan te worden. De deurconstructie heeft directe invloed op de betrouwbaarheid en veiligheid van de aandrijving. 3.2 Installatie van de aandrijving 1) Meegeleverde achterste aansluiting volgens de gegevens van Tab. A aan de staander bevestigen en de lengte ervan indien nodig aanpassen aan de desbetreffende toepassing. Let op: om het systeem correct te laten werken, dient u zich beslist te houden aan de aangegeven maten. Bij ijzeren staanders de aansluiting direct op de staander lassen. Bij gemetselde staanders een overeenkomstige aansluitplaat (afb. 3) verzinken en deze vastlassen aan de aansluiting. 2) Aandrijving met behulp van de meegeleverde schroefverbindingen (afb. 3) bevestigen op de achterste aansluiting. 3) De aandrijving ontgrendelen (zie hfst. 6) 4) Spindel tot aan de uitslag er uit laten komen (afb. 4) 5) De aandrijving nu weer vergrendelen (zie hfst. 7). Aanwijzing: de ver- en ontgrendeling, zie 3) en 5) alleen uitvoeren bij zelfremmende aandrijving. 6) Spindel twee maal draaien met de wijzers van de klok mee (afb. 4). 7) Voorste aansluiting volgens aanwijzingen in afb. 5 verbinden met de spindel. Afb. 4 Afb. 5 Afb. 3 8) De deurvleugel sluiten en bij horizontale aandrijving de voorste aan sluitpositie op de deur bepalen (afb. 6). 6 7

Afb. 6 2) Voorzie het systeem van stroom en controleer de toestand van de LEDs volgens de gegevens uit de talbel in de handleiding van de elektronische besturing. 5. CONTROLE VAN DE AANDRIJVING Onderwerp de aandrijving en aanverwante onderdelen aan een grondige controle. De klant dient de pagina Informatie voor de gebruiker te krijgen, dient gewezen te worden op het gebruik volgens de voorschriften en het gebruik van de aandrijving en dient tevens gewezen te worden op mogelijke gevaren. 9) Voorste aansluiting met twee laspunten voorlopig aan de deurvleugel bevestigen. Aanwijzing: Deurconstructies, waarbij geen veilige aansluitbevestiging gegarandeerd kan worden, moeten dienovereenkomstig versterkt worden. 10) De aandrijving ontgrendelen (zelfremmende uitvoering) en door handmatig bewegen controleren, of de deur helemaal, d.w.z. tot aan de mechanische aanslagen, geopend kan worden en of dat gelijkmatig en gemakkelijk gaat. 11) Voorste aansluiting definitief aan de vleugel lassen. Hierbij moet u de aansluiting van de aandrijving tijdelijk losmaken, om deze te te beschermen tegen lasvonken. Aanwijzingen: 1. Alle bouten van de aansluitingen invetten 2. Als vastlassen onmogelijk is, kunnen de fixeerplaten van de voorste en achterste aansluiting ook vastgeschroefd worden. 12) Eventueel een tweede aandrijving volgens bovenstaande aanwijzingen installeren. 13) De behuizing van de elektronische besturing inbouwen, waarbij de in de handleiding genoemde maten aangehouden dienen te worden. 6. HANDMATIG GEBRUIK Als vanwege het uitvallen van de stroom resp. een storing in de werking het handmatig gebruik van de zelfremmende uitvoering nodig is, dient u de beschermende stop te verwijderen en de meegeleverde sleutel volgens afb. 7 in het ontgrendelingssysteem te steken. Aandrijving ontgrendelen door de sleutel te draaien in de sluitrichting (afb. 7). De vleugel met de hand openen resp. sluiten. Voor het handmatig bedienen van de deur bij de uitvoering zonder teruglopblokkering hoeft u alleen het slot te ontgrendelen. 7. HERSTEL VAN NORMAAL GEBRUIK Voor het herstellen van het normale gebruik van het systeem dient u de stroomtoevoer van de installatie te onderbreken, opdat elke beweging van de deur door een bij vergissing gegeven stuurimpuls vermeden wordt. Voor de vergrendeling van de aandrijving moet u de sleutel in de ontgrendelingsrichting van de vleugel draaien (afb. 7). Vergrendeld ontgrendeld Afb. 7 ontgrendeld vergrendeld 4. INGEBRUIKNAME 1) Programmeer de elektronische besturing volgens de desbetreffende aanwijzingen volgens uw individuele wensen. 8 9

8. BIJZONDERE TOEPASSINGEN Er zijn geen bijzondere toepassingen. 9. ONDERHOUD Controleer regelmatig de deurconstructie en vooral het vlekkeloos functioneren van de scharnieren. U dient regelmatig de elektronische inkleminrichting alsmede het functioneren van het ontgrendelingssysteem voor handmatig openen/ sluiten van de deur te controleren (zie het desbetreffende hoofdstuk). U moet de veiligheidsvoorzieningen van de installatie elke 6 maanden te controleren. 10. REPARATIE Voor reparatiewerkzaamheden kunt u zich wenden tot de Technische Dienst van Conrad Electronic Nederland BV, tel. 053 428 54 80. MICROPROCESSOR- STUURUNIT VOOR VLEUGELDEUREN GEBRUIKSAANWIJZING AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE 1. ALGEMENE EIGENSCHAPPEN De besturingsunit voor vleugeldeuren biedt dank zij de topprestaties leverende microprocessor een veelvoud aan prestaties en regelingen en garandeert verder door de elektronische controle een zeer actieve graad van veiligheid. Een zeer gevoelig elektronisch controlesysteem bewaakt continu de gang van zaken, om bij onregelmatigheden, die het juiste gebruik van de elektronische koppeling zouden kunnen beïnvloeden, door middel van blokkering van de besturing in te grijpen. De wezenlijke instellingen en de werkwijzen vinden plaats d.m.v. dip- switches, 10 terwijl de instellingen van tijden en motorvermogen met de zich op de besturing bevindende trimmer uitgevoerd worden. 6 ingebouwde LEDs geven continu de toestand van ingangen, uitgangen en eventuele defecten in de circulatie aan. 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Spanning stroomvoorziening 230 V~ (+6-10%) 50/60 Hz Opgenomen vermogen 840 W Max. motorbelasting 2 x 380 W Max. belasting accessoires 500 ma Max. belasting elektroslot 24 W Omgevingstemperatuur -20 C +50 C Zekeringen 4 Functielogica stapsgewijs / automatisch Openings- / sluitingstijd met trimmer instelbaar (van 6 tot 60 sec) Pauzetijd met trimmer instelbaar (van 0 tot 120 sec) Vertragingstijd met trimmer instelbaar: bij het openen vast (0 of 2 s); bij het sluiten instelbaar (van 0 tot 60 sec) Stootkracht met trimmer instelbaar Ingangen op klemstrip opening bewegende vleugel/ volledige opening Fotocel sluiten/ openen STOP / voedingsspanning + aarde / antenne Verbinder voor radiobesturing zendgevoelige kaarten Uitgangen op klemstrip stroomvoorziening accessoires 24 V~ / knipperlicht / LED-aanduiding / deurtoestand / motoren / stroomvoorziening elektroslot 12 V~ Afmetingen behuizing 90 x 195 x 250 mm Beschermingssoort behuizing IP54 3. BESCHRIJVING VAN DE KLEMSTRIPAANSLUITINGEN M1 HOOGSPANNING 3.1 NET Klemmen 1 2 3 (fase- aarde- nulleider). Spanning 230 V~ - 50/60 Hz. LET OP: Voor de juiste werking van de besturing is de aardverbinding absoluut noodzakelijk. 11

4. BESCHRIJVING VAN DE KLEMSTRIPAANSLUITINGEN M2 HOOGSPANNING 4.1 KNIPPERLICHT Klemmen 4 5 (fase nulleider). Gebruik een knipperlicht met 230 V~ (40 W) werkspanning. Als het knippersysteem aangesloten wordt, begint het als bevestiging van een juiste aansluiting van de besturing op de stroomkabel te knipperen. 4.2 AANDRIJFMOTOR 1 Klemmen 6 7 8 (openen samen sluiten). Aandrijfmotor van vleugel 1 voor dubbele deuren aansluiten. Gebruiken bij aansluiting van de aandrijfmotor voor enkele deur. LET OP: bij verkeerde of ontbrekende aansluiting van de aandrijfmotor wordt de besturingsunit geblokkeerd en wordt deze toestand aangegeven d.m.v. diagnose-led 6. 4.3 AANDRIJFMOTOR 2 Klemmen 9 10 11 (openen samen sluiten). Aandrijfmotor van vleugel 2 voor dubbele deuren aansluiten. Niet aansluiten bij enkele deur. Opmerkingen: 1) voor het leggen van de elektrische kabels dient u overeenkomstige starre en/ of flexibele slangen te gebruiken. 2) Verbindingskabel van accessoires met laagspanning steeds scheiden van de 230V~-voedingskabels. Voor de voeding van het apparaat zijn kabels met een doorsnede van minimaal 1,5 mm2 voorzien. Om elke interferentie te voorkomen moet u gescheiden kabelmantels gebruiken. 3) Op de behuizing bevinden zich 4 boringen ø25, die doorgebroken kunnen worden, waar kabelhouders Pg 16 met minimaal IP 54 in aangebracht kunnen worden (niet meegeleverd). 5. BESCHRIJVING VAN DE KLEMSTRIPAANSLUITINGEN M3 LAAGSPANNING 12 5.1 LED TOESTAND DEUR Klemmen 12 13. De signaleer- LED geeft steeds de toestand en de deurbeweging weer. UITGESCHAKELD = deur dicht; INGESCHAKELD = deur geopend. LANGZAAM KNIPPEREN = deur in openingsfase; SNEL KNIPPE- REN = deur in sluitingsfase. 5.2 FOTOCEL SLUITINGSBEVEILIGING Klemmen 14 15 (normaal gesloten circuit). De toestand van deze ingang wordt door LED 1 weergegeven. Op dit circuit wordt alle veiligheidsapparatuur aangesloten (fotocellen, drukbewakers, detector enz.), die door het openen van het contact een beveiligende werking hebben op de sluitbeweging. De werking is afhankelijk van de via dip-switch 4 uitgevoerde programmering. Opmerking: Voor het installeren van meerdere veiligheidsinstallaties, NCcontacten in serie schakelen. Als er geen veiligheidsapparatuur gebruikt wordt, dient deze ingang overbrugd te worden. Het weer sluiten van de deur kan met de aansluiting in serieschakeling van een 24-uurs timer op de sluitingsfotocellen geblokkeerd worden. 5.3 FOTOCEL OPENINGSBEVEILIGING Klemmen 15 16 (normaal gesloten circuit). De toestand van deze ingang wordt door LED 2 weergegeven. Op dit circuit wordt alle veiligheidsapparatuur aangesloten (fotocellen, drukbewakers, detector enz.), die door het openen van het contact een beveiligende werking hebben op de openingsbeweging. Bij het vrijgeven van het contact wordt de deur weer geopend. Opmerking: Voor het installeren van meerdere veiligheidsinstallaties, NCcontacten in serie schakelen. Als er geen veiligheidsapparatuur gebruikt wordt, dient deze ingang overbrugd te worden. 5.4 STOP Klemmen 17 18 (normaal gesloten circuit). De toestand van deze ingang wordt weergegeven via LED 3. Op dit circuit wordt elk apparaat (b.v. een toets) aangesloten, dat door openen van het contact de beweging van de deur kan laten stoppen. Als de STOP- installatie niet aangesloten wordt, moet deze ingang overbrugd worden. 13

Opmerking: Voor het installeren van meerdere STOP- installaties dient u de NC- contacten in serie te schakelen. 6. BESCHRIJVING VAN DE KLEMSTRIPAANSLUITINGEN M4 LAAGSPANNING 6.1 IMPULS B OPENING BEWEGENDE VLEUGEL Klemmen 19 20 (normaal geopend circuit). De toestand van deze ingang wordt aangegeven via LED 4. Op dit circuit wordt elke installatie (toets, besturing via zender enz.) aangesloten, die bij het sluiten van een contact een door de motor gegeven opening-/ of sluitimpuls van de deurvleugel kan geven. Opmerking: Voor het installeren van meerdere impulsgevers contacten parallel schakelen. 6.2 IMPULS A VOLLEDIGE OPENING Klemmen 20 21 (normaal geopend circuit). De toestand van deze ingang wordt aangegeven door LED 5. Op dit circuit wordt elke installatie (toets, besturing via zender enz.) aangesloten, die bij het sluiten van een contact een door de motor gegeven opening-/ of sluitimpuls van beide deurvleugels kan geven. Opmerking: Voor het installeren van meerdere impulsgevers contacten parallel schakelen. 6.3 STROOMVOORZIENING ACCESSOIRES Klemmen 22 23 (24 V~). Let op: de maximale belasting van de accessoires bedraagt 500 ma. 6.4 ELEKTROSLOT Klemmen 24 25. Op dit circuit een 12V~ elektroslot aansluiten. Opmerking: Op motor 1 elektroslot aanbrengen. 6.5 ANTENNE Klemmen 26 27, antenne-ingang. Deze moet niet gebruikt worden, als de ontvanger al een eigen antenne-ingang bezit. 7. JUMPERS VOOR KEUZE VAN MOTOR 1 OF MOTOREN 1 EN 2 Afhankelijk van het soort deur (1 of 2 vleugels) jumper JP1 op de volgende manier verschuiven: OP = (circuit open) alleen motor 1 voor deuren met slechts één vleugel. CL = (circuit gesloten) motoren 1 en 2 voor deuren met twee vleugels. 8. INSTALLATIE VAN DE ZEND- ONTVANGER De stuurunit is uitgerust voor het monteren van een mono- of tweekanaals ontvangst- module van een uitgezonden signaal. Voor het installeren de elektrische stroom uitschakelen en de module met de daarvoor bedoelde connector M5 in de behuizing verbinden. 9. JUMPERS VOOR KEUZE TWEE KANALEN Als connector M5 verbonden is met een tweekanaals ontvangstmodule, kan het tweede kanaal op impuls 8 (opening bewegende deurvleugel) in- of uitgeschakeld worden d.m.v. de jumpers JP2 JP3. Ingeschakelde jumpers = tweede kanaal actief; jumpers uitgeschakeld = tweede kanaal niet actief. 10. CONTROLE- LEDs LEDs ACTIEF INACTIEF LED 6 diagnose 1. Fotocel sluiten Veiligheden niet Veiligheden Langzaam: juiste ingeschakeld ingeschakeld werking 2. Fotocel open Veiligheden niet Veiligheden Snel: elektronische ingeschakeld ingeschakeld koppelingsschakeling 3. STOP Sturing niet actief Sturing geactiveerd schadelijk vanwege 4. Impuls B Sturing geactiveerd Sturing niet actief verkeerde verbinding 5. Impuls A Sturing geactiveerd Sturing niet actief van de motoren 14 N.B.: LED- toestand in rust vetgedrukt aangegeven 15

11. TRIMMER INSTELLINGEN 11.1 INSTELLEN KRACHT Vor het regelen van de kracht dient u trimmer A, de drempelregelaar van het beveiligingssysteem te gebruiken. Om het draaimoment te verkleinen, dient u de trimmer in tegengestelde richting te draaien. Voor het verhogen van het draaimoment draait u de trimmer in de richting van de wijzers van de klok. Het verdient aanbeveling het draaimoment in overeenstemming te laten zijn met de geldende richtlijnen. 11.2 PAUZE Voor het instellen van de pauzetijd (bij automatische werking) gebruikt u trimmer B. De periode kan ingesteld worden van 0 tot 120 seconden. 11.3 OPENEN/ SLUITEN Voor het instellen van de lengte van de openings- / sluitingstijd van de deur gebruikt u trimmer C. De tijdsduur kan ingesteld worden van 6 tot 60 sec. Opmerking: Voor de beste prestaties van het systeem dient u de openings-/ sluitingstijd indien nodig zo in te stellen dat de elektromotor nog een paar seconden na aankomst van de vleugel bij de eindaanslag stroom blijft krijgen. 12. DIP-SWITCH INSTELLINGEN (SW 1) 1 2 3 4 FUNCTIELOGICA Stapsgewijs OFF Automatisch ON PARKEERFUNCTIE (alleen bij aut. werking) Ontvangt geen impulsen tijdens openen en pauze OFF Niet ingeschakeld ON KRACHTSLAG Uitgeschakeld OFF Ingeschakeld ON FOTOCEL SLUITEN Blokkeert en keert beweging om OFF Blokkering en vrijgave na vrijlaten ON Opmerking: Alle instellingen uitvoeren bij uitgeschakelde besturingsunit en gesloten deur. 11.4 VLEUGELVERTRAGING Als het nodig is de deurbeweging te verschuiven voor het correct openen en sluiten van de deur, kan de vleugelbeweging vertraagd worden. Deze regeling vindt plaats met trimmer D. De trimmer in elke andere positie 2 sec vast. Bij het sluiten vertraging van de door motor 1 aangedreven vleugel: instelbaar van 0 tot 30 sec. Opmerking: Als de openings- / sluitingstijd onder de waarde van de ingestelde vertragingstijd ligt, sluit de vertraagde vleugel pas na afloop van de sluitingstijd. Als het wenselijk is dat gelijktijdig openen of sluiten van de vleugels gewenst is, dient de trimmer ingesteld te worden op de minimumwaarde. In dit geval wordt de stroomstoot steeds uitgeschakeld. 16 17

13. WERKINGSLOGICA 14. VEILIGHEIDSZEKERINGEN FOTOCEL SLUIT FOTOCEL OPENT Geen effect Blokkeert impuls Blokkeert Impuls Blokkeert en keert om of Blokkeert impuls en bij blokkeert en bij herstel herstel vindt hervatting hervatting in functie van plaats. Dip-Sw 4 Geen effect Blokkeert en bij herstel hervatting in functie Blokeert impuls als die Blokeert impuls voor sluiten geven wordt Geen effect Blokkeert impuls Blokkeert impuls en stelt pauze in tot vrijgifte Blokeert en keert om of Blokkeert en bij herstel blokkeert en bij herstel hervatting in functie hervatting in functie van Dip-Sw 4 Blokkeert impuls Blokkeert en bij herstel hervatting in functie Blokkeert impuls als die Blokkeert impuls voor sluiten wordt gegeven VEILIGHEIDSZEKERINGEN VEILIGHEIDSZEKERINGEN F1 = F5A 250 V 5x20 motor F3 = F2A 250 V 5x20 Elektroslot F2 = F500mA -250V 5 x 20 accessoires F4 = T315mA 250 V 5x20 logica 15. AANSLUITSCHEMA Impuls A Impuls B (volledige opening) (opening bewegende vleugel) Gaat open Wordt direct weer gesloten Blokkeert gebruik en opent bij volgende Blokkeert gebruik en sluit weer bij volgende Beweging wordt weer hervat in omgekeerde richting Opent/pauzeert en sluit weer, bij aanhoudende impuls pauze tot vrijgifte is ingesteld Direct weer sluiten. Bij houdende impuls worden volgende impulsen geblokkeert en tot aan vrijgifte wordt pauze ingesteld. Blokkeert en opent weer Blokkeert en opent weer of geen effect in functie van Dip-Sw 2 Beweging wordt hervat in omgekeerde richting IMPULSEN STOP Blokkeert impuls Blokkeert het gebruik en gaat over in stopfunctie Blokkeert impuls Blokkeert werking en gaat over in stoppositie Blokkeert Impuls 230 V~ 50/60 Hz knipperlicht aandrijfmotor 1 condensator aandrijfmotor 2 blauw blauw stop Led voor aanduiding toestand deur overige veiligheidsapparatuur opening bewegende vleugel totale opening antenne elektroslot fotocellen bescherming openen externe ontvanger (als ontvangst M5 niet gebruikt wordt) DEURTOE- STAND GESLOTEN OPEN IN SLUITFASE IN OPENINGS- FASE IN STOPFASE GESLOTEN OPENEN IN PAUZEPOS. IN SLUITFASE IN OPENINGS- FASE IN STOPFASE condensator fotocellen sluiten AUTOMATISCH STAPSGEWIJS 18 19

ZENDERGESTUURDE BESTURING SERIE 40,6 CODERING SERIE DATUM L5078E 40,6 10/09/98 Dit product is in de laboratoria van de fabrikant getest en technisch afgenomen. Bij de installatie moet u beslist letten op de ter beschikking gestelde informatie. 1. Beschrijving Het zendergestuurde besturingssysteem uit de serie 40,6 is samengesteld uit zenders met 2 en 4 kanalen alsmede uit een 10-wegs Molex ontvanger. Deze ontvanger is zowel geschikt voor directe toepassing op Castali schakelpanelen als voor aansluiting op een interfacekaart met uitgang op het klembord. In het laatste geval worden kaart en interface geleverd met een behuizing voor bescherming buiten zoals in afb. 4. 2. Eigenschappen van de zender De zenders met 2 en 4 kanalen werken op een frequentie van 40.685 MHz en gevoed door een meegeleverde 12-V-DC- alkaline batterij. De overgebrachte code kan via de microschakelaar in het gedeelte boven de batterij (10-weg dip-switches, max. 1024 combinaties; zie afb. 1 letter A ) ingesteld worden. 3. Eigenschappen van de ontvanger De ontvanger kan: op een voor de opname ervan ontworpen Castali- apparaat ingezet worden (10-weg Molex- steekcontact) binnen in de steekbox op de interface geïnstalleerd worden, zie afb. 4. De ontvanger heeft een frequentie van 40.685 MHz. De voedingsspanning kan gekozen worden via de brug H (zie afb. 5), en wel tussen 12 en 24 VAC/DC. De ontvanger beschikt over een relaisuitgang op het klembord A (afb. 5) en over een antenne-ingang ( G afb. 5). Om een beter bereik te krijgen (d.w.z. een grotere maximum afstand tussen zender en ontvanger) verdient het aanbeveling op het daarvoor bedoelde klembord een afgeschermde 20 resp. professionele antenne aan te sluiten. Gebruik voor de aansluiting van de antenne een coax kabel van het type RG 58/U (max. lengte 5 m) of een coax kabel van het type RG 213/U (max. lengte 30 m). De antenne vormt het punt voor het peilen van de ontvanger en moet daarom op de vanuit de zender het best zichtbare plaats geïnstalleer worden. Daarbij dient u de nabijheid van metalen voorwerpen te vermijden. Bij de levering is inbegrepen een ferrietantenne, die een duidelijke verbetering van het bereik mogelijk maakt (zie M afb. 5). Dank zij de programmeertoets P2 en de wistoets P1 kunnen de zenders volgens de aanwijzingen in hfst. 5 ingevoerd worden in het geheugen van de ontvanger (capaciteit 50 codes). 4. Keuze van de voedingsspanning De ontvanger kan via de pins 2 en 3 van het Molex steekcontact of via de klemmen 6 en 7 van de interfacekaart voorzien worden van een 12 24 VAC/DC spanning. 5. Programmeren en wissen van de codes Met behulp van de toetsen P1 en P2 kunnen op de ontvanger de operaties Invoegen van een nieuwe code alsmede het wissen van de totale codelijst uitgevoerd worden. De keuze van de voedingsspanning kan geschieden via brug H in afb. 5. PROGRAMMERING Plaats de dip-switches A (afb. 1) van de eerste te programmeren zender in de gewenste positie. Voorzie de ontvanger op de juiste wijze van spanning (zie hfst. 4). Druk op toets D (afb. 5). De rode LED E (afb. 5) brandt, om op de lopende programmastap te wijzen. Voer een overdracht uit door op een willekeurige toets van de zender te drukken. De code wordt opgeslagen in het geheugen van de ontvanger. Tijdens het opslaan knippert de LED. Na afloop van deze stap keert de LED terug naar de toestand van permanent branden, het is nu mogelijk een volgen de code in te voeren. Stel nu verder alle dip-switches A (afb. 1) van de te programmeren zenders op dezelfde manier in of programmeer andere zenders met een andere 21

codering. Er kunnen maximaal 50 zenders geprogrammeerd worden (max. geheugencapaciteit). N.B.: Een reeds in het geheugen opgeslagen zender kan niet nogmaals opgeslagen worden. In dit geval knippert de LED tijdens de activering ca. 1 sec met hoge frequentie, om aan te geven dat de zender al opgeslagen is. Druk na het afsluiten van de procedure nogmaals op de programmeer toets ( D in afb. 5), om de procedure te beëindigen. De LED gaat uit. De procedure wordt echter in ieder geval binnen 10 sec na de laatste codeinvoer beëindigd. Ook bij het wegvallen van de voedingsspanning blijven de codes in het geheugen behouden. Let op: na het indrukken van de programmeertoets heeft u 10 sec de tijd tot aan het uitvoeren van de eerste overdracht. Als u binnen deze tijd niets doet, verlaat de ontvanger automatisch de programmeringfase. Om deze fase opnieuw te activeren moet u opnieuw op de programmeringtoets drukken. WISSEN VAN ALLE CODES * Druk op toets F in afb. 5. De rode LED knippert. Druk binnen 6 sec opnieuw op dezelfde toets, om het wissen te bevestigen. De bevestiging wordt door het sneller knipperen van de LED gesignaleerd. NB: voor het oproepen van de wisfase moet steeds de programmeerfase verlaten worden en omgekeerd. 6. KANAALADRESSEN De uitgangen van de ontvanger ( A1 / relais met sluiter en B1 / open collector) kunnen slechts met een van de vier kanalen, beschikbaar op een met de frequentie van 40.685 MHz werkende zender, geactiveerd worden. Kies het gewenste kanaal m.b.v. de jumpers B en C op de ontvanger (afb. 5). Als bijvoorbeeld kanaal 1 op jumper B gekozen wordt, moet voor het activeren van uitgang B de overdracht plaatsvinden met het kanaal van zender 1. NB.: Deze keuzemogelijkheid maakt tevens de gelijktijdige activering van de uitgangen A en B van de ontvanger met een van de vier zendkanalen mogelijk. Deze functie kunt u realiseren door het instellen van de jumpers B en C op hetzelfde kanaal. 7. KEUZE VAN HET UITGANGSRELAIS- TYPE Het op de ontvanger ingebouwde relais kan van het mono- of bistabiele type zijn, afhankelijk van de configuratie van de jumper I (afb. 5). NB.: De bistabiele functie is, indien gekozen (zie afb. 5) alleen actief op de kanalen 2 en 4. 8. TECHNISCHE SPECIFICATIES Ontvanger: - ontvangstfrequentie 40,685 MHz - impedantie van de antenne-ingang 50 Ohm - via jumpers kiesbare voedingsspanning 12 24 VAC/DC - ruststroomverbruik 14 ma - stroomverbruik bij geactiveerd relais 40 ma - werktemperatuur -20 C - / + 55 C Zender: - draagfrequentie 40,685 MHz - modulatie A1d - stroomvoorziening met alkaline batterij 12 VDC - stroomverbruik 30 ma - werktemperatuur -10 C / +50 C - maximum aantal kanalen 4 - code 32 bit 1 Buitenafmetingen 2 Vervangen van de batterij 22

3 Rangschikking van de kanalen 5 Ontvangstkaart om direct in te steken 4 Wissen van geheugens A = relaisuitgang A B = keuze uitgang B C = keuze uitgang A D = programmeertoets E = weergave- LED F = wistoets G = antenne-ingang H = keuzetoets voor voeding I = Molex- aansluiting 1 = niet verbonden 6 = massa 2 = massa 7 = Com. relais A1 3 = 12-24 VAC/DC 8 = N.O. relais A1 4 = massa 9 = niet verbonden 5 = open collector output B1 10 = niet verbonden ADAPTER VOOR RX-BEHUIZING P2 = programmeertoets P1 = wistoets 1 = relais A NO 2 = gewoon relais A 3 = NO 4 = NC 5 = NO 6 = massa 7 = 12/24 VAC/DC 24 25

KNIPPERLICHT 230 V / 24 V INSTALLATIE Opmerking: 230 VAC 50 Hz knipperlicht met knipperkaart 24 VDC knipperlicht zonder knipperkaart Wordt buiten of binnen gemonteerd met behulp van de meegeleverde houder (afb. 1 en 2). ELEKTRO-AANSLUITING De kabels A (afb. 3) moeten volgens de desbetreffende handleiding aangesloten worden op de besturing. De kabeldoorsnede moet minimaal 1,5 mm2 bedragen. ONDERHOUD Voor het vervangen van de gloeilamp (E27 230 V / 40W) (E14 24V/15W) zie afb. 4. afb. 1 afb.2 Infrarode fotocel voor veiligheidsinstallaties bij geautomatiseerde toegangen A371 TECHNISCHE KENMERKEN Bereik: 30 m (8 m bij installatie buiten) Signaal: infrarood gemoduleerd Golflengte I.R.: 880 nm Infraroodkegel: ± 5º Modulatiefrequentie: 1000 Hz Stroomvoorziening: 12/24 VGS/WS Stroomverbruik: 25 ma ontvanger 25 ma zender Schakeltijd: 15 ms Werktemperatuur: -20º C / +50 C Relaiscapaciteit: 0,5 A max. bij 24 V; 50 A max. bij 110 V Afmetingen: 110 x 50 x 25 mm Gewicht: 200 g De fotocel kan gevoed worden met een spanning tussen 12 en 24 V G/W. Wanneer de positionering, uitlijning en aansluiting van de A371 correct zijn uitgevoerd, is de rode LED op de ontvanger uit. Onderbreek de infraroodstraal meerdere keren, om het aanspreken van het relais (schakelen) te controleren. afb. 3 afb. 4 Bij iedere onderbreking van de straal moet de rode LED op de ontvanger oplichten. RODE LED BRANDT: A371 is niet uitgelijnd. RODE LED BRANDT NIET: A371 is uitgelijnd. A Bepaald door de functie-eigenschappen (smalle stralenbundel) van de A371 moeten er, als de wanden niet precies evenwijdig zijn, eventueel instellingen voor de uitrichting van de stralenbundel uitgevoerd worden. De uitrichting wordt met een tester uitgevoerd, waarmee de spanningswaarde op het testpunt van de ontvanger gemeten wordt. De optimale waarde moet tussen 0,5 en 0,6 V gelijkspanning liggen. 26 27

Het correctiesysteem voor het uitrichten bestaat uit 3 rubberen ringen, die tussen het klembord en de muur waarop de fotocel bevestigd is op de schroeven bevestigd worden. De instelling geschiedt door de schroeven er verder of juist minder ver in te draaien, tot de fotocel uitgelijnd is. De kap aan de voorkant van de fotocel er op plaatsen tot aan de aanslag en sluiten zoals weergegeven in fig. 9. De straal meerdere keren onderbreken en het aanspreken van het relais controleren. Fig. 2 Boorsjabloon Fig. 3 Voorste kap op sokkel verschuiven De deksel aan de voorkant met schroeven bevestigen (zie afb. 10). Zender Ontvanger Fig. 4 Draaien van de kap Fig. 5 Bevestiging en kabelingang In de openlucht Niet minder dan 25 cm Fig. 1 Aansluiting op de klemstrip Fig. 6 Overtollige kabel wegwerken Fig. 7 Uitlijnen 28 29

Fig. 8 Ontvanger Fig. 9 Sluiten van de A371 Fig. 10 Schroef om deksel vast te zetten (bij de levering inbegrepen). 30 31