CNS-themadienst Sionskerk Nunspeet 18 november 2018 Voorganger: ds. David Rodenburg Kopje onder en weer boven! Orgel: Wouter Rouvoet, piano: Eddy van t Hof, gitaar: Rosalie van t Hof, drum: Jesse Mulder Zang: Roos van de Kolk, Elisa Mulder en Rebecca van Dorth Zingen voor de dienst: k Heb Jezus nodig (Op Toonh. 403) 'k Heb Jezus nodig, heel mijn leven. 'k Heb Jezus nodig, dag aan dag. In m'n handel, in m'n wandel, in m'n slapen en ontwaken, 'k heb Hem nodig, dag aan dag. 'k Wil Jezus volgen, heel mijn leven. 'k Wil Jezus volgen, dag aan dag. In m'n handel, in m'n wandel, in m'n slapen en ontwaken, 'k wil Hem volgen, dag aan dag. k Stel mijn vertrouwen (Op Toonh. 444) 'k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God. Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij. 'k Zie naar Hem op en 'k weet: Hij is mij steeds nabij! Een ouderling heet ons welkom en doet enkele mededelingen vooraf
We gaan staan en zingen: Ps. 121: 1, 2 (oude berijming) 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Vanwaar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Mijn hulp is van den HEER' alleen, Die hemel, zee en aarde, Eerst schiep, en sinds bewaarde. Hij is al treft u 't felst verdriet, Uw Wachter, die uw voet Voor wankelen behoedt; Hij, Isrels Wachter, sluimert niet; Geen kwaad zal u genaken; De HEER' zal u bewaken. We zijn stil om God te vragen: wilt U bij ons zijn? De dominee spreekt het Onze hulp uit en doet ons de groeten van God We zingen: Opw. 640 (themalied bovenbouw) Ik hef mijn ogen op naar de bergen, waar komt mijn hulp vandaan? Ik hef mijn ogen op naar U, Heer, die mij bij zal staan. Mijn hulp is van U, Heer, die alles heeft gemaakt. U zult voorkomen dat ik wankel of val. U bent mijn beschermer die over mij waakt, die niet sluimeren of slapen zal. Wat kan mij gebeuren door zon of door maan? U bent mijn schaduw, U bent er altijd. Bewaart heel mijn leven; mijn komen en gaan, U beschermt mij tot in eeuwigheid. Mijn hulp is van U, Heer! Mijn hulp is van U, Heer, van U! De 10 geboden: God geeft ons regels om te leven met Hem en met elkaar
We zingen: Opw. 263 (Er is een Verlosser) Er is een Verlosser, Jezus, Zoon van God. Kostbaar Lam van God, Messias, heilig God is Hij. Jezus, mijn Verlosser, niemand is aan U gelijk. Kostbaar Lam van God, Messias, maakt van zonden vrij. Dank U, o mijn Vader. U gaf uw eigen Zoon, uw Geest als hulp voor ons totdat het werk op aarde is gedaan. Ja, de dag zal komen dat ik Jezus zie. Dan zal ik mijn Koning dienen voor eeuwig en eeuwig. We bidden We lezen uit de Bijbel: Jona 1 en 2 (Bijbel in Gewone Taal) Op een dag kreeg Jona, de zoon van Amittai, een opdracht van de Heer. De Heer zei: Ga op reis naar Nineve. Wáárschuw de mensen in die grote stad. Want ik heb gezien dat ze slechte dingen doen. En Jona ging op reis, maar niet naar Nineve. Hij wilde naar Tarsis vluchten, zo vér mogelijk bij de Heer vandaan. Jona kwam in de haven van Jafo. Daar vond hij een schip dat naar Tarsis zou varen. Hij betaalde voor de reis, en ging mee naar Tarsis. Zo vér mogelijk bij de Heer vandaan. Maar de Heer zorgde voor een zware storm. De zee ging zo wild tekeer, dat het schip bijna in stukken brak. De zeemannen begonnen Jona vragen te stellen: Waarom gebeurt dit? Wat doe je hier? Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je? Bij welk volk hoor je?
Jona antwoordde: Ik hoor bij het volk van Israël. De Heer van de hemel is mijn God. Hij is de God die de zee en het land gemaakt heeft. Jona vertelde dat hij op de vlúcht was voor de Heer. Nu werden de zeemannen pas écht bang. Ze vroegen hem: Hoe kun je dat dóen? Wat moeten wij nu met jou doen, zodat de zee weer rustig wordt? Want het ging steeds harder stormen. Jona zei tegen de zeemannen: Gooi mij maar in zee, dan zal de zee jullie met rust laten. Want het is mijn schuld dat jullie in deze zware storm terechtgekomen zijn. Toen gooiden ze Jona in zee. Meteen werd de zee rustig. De Heer stuurde een grote vis om Jona op te eten. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis. Daar bad hij tot de Heer, zijn God. Dit is het gebed van Jona: Toen ik bang was, riep ik naar u, Heer. Van u kreeg ik antwoord. Ik was bijna dood, ik schreeuwde om hulp. U hebt mij gehoord. U gooide mij midden in de diepe zee. Het water was óveral. Hóge golven rolden over me heen. En ik dacht: U stuurt mij wég, nóóit meer zal ik uw heilige tempel zien. Het water sloeg over mijn hoofd. De zee was overal om me heen. Mijn hoofd zat vast in waterplanten. Ik ging naar de diepte, waar de bergen beginnen. Ik leek voor altijd gevangen in het land van de dood. Maar U, Heer, trok mij levend uit het graf. Toen het einde van mijn leven kwam, dacht ik weer aan U, Heer. Ik bád tot U, in uw heilige tempel hóórde u mij. Veel mensen dienen waardeloze goden. Ze verlaten de God die helpen kan. Maar ik niet! Ik zal U met offers danken, en een lied voor u zingen. Alles wat ik beloof, zal ik doen. Want alleen U, Heer, brengt redding! ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Toen gaf de Heer opdracht aan de vis om Jona uit te spugen op het land. Voor de tweede keer kreeg Jona een opdracht van de Heer. De Heer zei: Ga op reis naar Nineve. Waarschuw de mensen in die grote stad. Vertel hun wat ik tegen je zeg. Nu deed Jona wél wat de Heer gezegd had. Hij ging op reis naar Nineve. De kinderen zingen: Jona, Jona (OTH 374 themalied onderbouw) (de kinderen van groep 1 t/m 5 komen naar voren) Ik wil niet. Maar Jona die zei: 'Nee'. 'Ik wil niet naar die nare stad, de mensen daar die kunnen me wat', zei Jona en hij ging op pad tot hij een schip gevonden had dat voer naar Tarsis over zee en niet naar Ninevé. O Ik wil niet. Maar God ging met hem mee. Hij stuurde 't schip in een orkaan en de mensen riepen: 'We vergaan'. En ach het lot wees Jona aan die zei: 'Ik heb wat doms gedaan. Ik wou niet luist'ren naar Gods woord, gooi mij maar overboord.' Ik wil niet. Maar daar zwom een vis in zee die lustte Jona al te graag. Drie dagen zat hij in zijn maag daar riep hij: 'Heer, U zij geloofd, ik zal doen wat ik heb beloofd.' En de vis zwom pijlsnel naar het strand en spuugde hem aan land. O O Ik wil wel. Ik ga al. Ik ga naar Ninevé.
Ja is ja, nee is nee (Opw. Kids 149) Ja is ja, nee is nee Beloofd, is beloofd Jezus wil je helpen als jij in Hem gelooft Ja is ja, nee is nee Beloofd, is beloofd Jezus wil je helpen als jij in Hem gelooft Hij is een God van liefde Hij houdt heel veel van jou Hij zal je nooit verlaten want Hij is altijd trouw Ook wij moeten dit leren om altijd trouw te zijn en doen wat we beloven dat geldt voor groot en klein De dominee legt voor ons uit: Kopje onder en weer boven We zingen: Gez. 337: 4, 5, 7 (LvK 1973) Wij staan geschreven in zijn hand, Hij voert ons naar 't Beloofde Land. Als kinderen gaan wij zingend voort. De Vader is het die ons hoort. Met Noach en zijn regenboog, Mozes die uit Egypte toog en Jona uit het hart der zee, bidt heel uw kerk aanbiddend mee. Gij heft de aarde aan het licht door diepte heen en door gericht, eens zal zij bloeien als een roos, een dal van rozen, zondeloos! We danken samen we zijn even stil om voor onszelf te bidden en samen bidden we het Onze Vader
We mogen iets geven voor de collecte We gaan staan en zingen: Gez. 434: 1, 2 (LvK 1973) Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here. Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in 't licht als op adelaarsvleug len geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven. We krijgen de zegen van God: Hij belooft met ons mee te gaan! Daarop zeggen we: Amen! Wilt u reageren n.a.v. deze dienst? Hebt u behoefte aan een gesprek? Neem gerust contact op met ons! *De scriba: Henk Stoel scribasionskerk@hervormdnunspeet.nl *De wijkpredikant: ds. David Rodenburg, tel. 0341-258104 drodenburg@hervormdnunspeet.nl Fijn dat jij / u er was vanmorgen! Een goede week gewenst. Ga met God Na de dienst is er koffie en thee of fris. Neem even de tijd om elkaar te ontmoeten!