Inspectierapport Buitenspel (KDV) Lange Wiep 1 4251XZ WERKENDAM Registratienummer 213669997 Toezichthouder: GGD West-Brabant In opdracht van gemeente: Werkendam Datum inspectie: 18-12-2017 Type onderzoek : Incidenteel onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 30-01-2018 MvB_ID254641
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing Buitenspel is een kindercentrum gelegen aan Lange Wiep 1 in Werkendam. Het kinderdagverblijf bestaat uit twee groepen. Op de groepen worden maximaal 25 kinderen opgevangen in de leeftijd van 0-4 jaar. Het kinderdagverblijf maakt gebruik van twee ruimtes. Ruimten Groepsruimte 1: 37m² Groepsruimte 2: 67m² Inspectiegeschiedenis 2014: registratie in Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen 2014: inspectie na start exploitatie: er is een overtreding geconstateerd op Domein 5 ouderrecht, item 5.3 klachten, voorwaarde 1 2015 Jaarlijkse inspectie: er zijn overtredingen geconstateerd op domein personeel en groepen en domein ouderrecht. Tijdens het nader onderzoek is gebleken dat de houder de bovenstaande overtredingen heeft opgelost. 2016: jaarlijkse inspectie. De houder voldoet aan alle getoetste wettelijke eisen. 2017 Jaarlijkse inspectie: De houder voldoet niet aan alle getoetste wettelijke eisen. Er is een overtreding geconstateerd op het domein Personeel en Groepen, item Verklaring Omtrent het Gedrag, voorwaarde 4. Nader onderzoek: De houder heeft de bovenstaande overtreding opgelost. Incidenteel onderzoek: De houder voldoet aan alle wettelijke eisen om de voor en vroegschoolse educatie te gaan verzorgen. Bevindingen op hoofdlijnen Op verzoek van de gemeente Werkendam heeft een incidenteel onderzoek plaatsgevonden, gericht op het domein Pedagogische Praktijk, Personeel en Groepen en Gezondheid en Veiligheid. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder voldoet aan de getoetste wettelijke eisen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Bij de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra 0-4 jaar van GGD-GHOR Nederland, versie januari 2015. De cursief weergegeven beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd hebben betrekking op de: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Ter verduidelijking van de beoordeelde pedagogische praktijk volgen enkele voorbeelden van observaties die door de toezichthouder op locatie zijn waargenomen. De observatie heeft plaatsgevonden op de baby en peutergroep. Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde bij de babygroep. Het biedt houvast voor kinderen. Wanneer de beroepskrachten gaan zingen, kondigen zij deze activiteit van te voren aan. De oudste kinderen weten wat er gaat komen en reageren enthousiast. Zij kennen de liedjes en gebaren. De beroepskrachten zijn vriendelijk, sensitief en spontaan. Zij maken regelmatig grapjes met de kinderen, er wordt veel plezier beleefd aan deze activiteit. Bij de peutergroep zijn de kinderen aan het spelen. De twee beroepskrachten spelen mee. Een leidster gaat met een groepje peuters een kleine kerstboom versieren, terwijl zij een verhaal voorleest. De kinderen luisteren geboeid en helpen enthousiast mee om het kerstboompje zo mooi mogelijk te maken. De kinderen zitten dicht bij de beroepskracht, zij voelen zich blijkbaar heel vertrouwd met haar en willen niets missen van deze activiteit. De beroepskracht heeft ook aandacht voor de wat stillere kinderen en geeft ze de ruimte ook mee te helpen. De kinderen krijgen regelmatig complimentjes. De sfeer is vrolijk. Wanneer twee kinderen wat wild met de versieringen omgaan, worden zij op een vriendelijke wijze door de beroepskracht terechtgewezen. Zij krijgen uitleg waarom zij niet zo wild moeten zijn en wat ze wel mogen doen. Op basis van de observatie is gebleken dat op het kinderdagverblijf de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van waarden en normen voldoende zijn gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview (Houder) Observaties (Praktijk) 4 van 11
Personeel en groepen Binnen het domein personeel en groepen zijn de medewerkers gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag en een passende beroepskwalificatie. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn beoordeeld door middel van presentielijsten en personeelsroosters. Er is beoordeeld of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten steekproefsgewijs ingezien. De verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma s van de beroepskrachten steekproefsgewijs ingezien. De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals is opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. Opvang in groepen De dagopvang bestaat uit twee stamgroepen. Babygroep 'Mini 1-2 tjes' voor kinderen van 0-2 jaar maximaal 9 kinderen Peutergroep 'Doelpuntjes' voor kinderen van 2-4 jaar maximaal 16 kinderen Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskracht-kind-ratio op de stamgroepen voldoet aan de wettelijke eisen. Gebruikte bronnen: Interview (Houder) Observaties (Praktijk) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 11
Veiligheid en gezondheid Binnen het domein veiligheid en gezondheid zijn de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIVG) is uitgevoerd op 30-5-2017. Er is gebruik gemaakt van een eigen methode gebaseerd op de Risicomonitor Veiligheid en Gezondheid. De RIVG heeft betrekking op de situatie bij de huidige inspectie. De RIVG is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risicoinventarisatie zijn actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. Het plan van aanpak is maar gedeeltelijk aanwezig. Er is geen compleet plan gemaakt wanneer, welke maatregelen worden genomen. Er is ook geen samenhang met de risico's en maatregelen beschreven. Hierdoor is het niet duidelijk wanneer de acties uit de risico-inventarisatie wel of niet zijn genomen. Wel zijn punten uit de risico inventarisatie behandeld in diverse overleggen en vastgelegd in de notulen. Het kostte enige inspanning om informatie terug te kunnen vinden. De toezichthouder heeft een gesprek gehad met de houder. De houder heeft aangegeven direct aan de slag te gaan met het ordenen van alle gegevens in het nieuwe jaar. De toezichthouder gaat er vanuit dat met de volgende inspectie alles op orde zal zijn. Gebruikte bronnen: Interview (Houder) Observaties (Praktijk) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag 6 van 11
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 11
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en 8 van 11
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Buitenspel Vestigingsnummer KvK : 000030181860 Aantal kindplaatsen : 25 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Stichting de Lange Wiep Adres houder : Lange Wiep 1 Postcode en plaats : 4251XZ WERKENDAM KvK nummer : 61046558 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD West-Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 076-5282000 Onderzoek uitgevoerd door : M van Bodegom Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Werkendam Adres : Postbus 16 Postcode en plaats : 4250DA WERKENDAM Planning Datum inspectie : 18-12-2017 Opstellen concept inspectierapport : 04-01-2018 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 30-01-2018 Verzenden inspectierapport naar houder : 05-02-2018 Verzenden inspectierapport naar : 05-02-2018 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 21-02-2018 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum Er is geen zienswijze of toelichting ontvangen. Het rapport blijft ongewijzigd. 11 van 11