BEGROOTING VAN UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN DE VOLTOOIING VAN HET VESTINGSTELSEL, DIENST 19Ü6.

Vergelijkbare documenten
Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

XII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu VOORSTEL VAN WET 18 mei 2016

van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regels voor bedrijveninvesteringszones (Wet op de bedrijveninvesteringszones)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

van het Koninkrijk der Nederlanden

Artikel 40 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BEGROOTING VAN UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN DE VOL- TOOIING VAN HET VESTINGSTELSEL, DIENST VOORLOOPIG VERSLAG.

Bijlagen Tweede Kamer. 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

BEGROOTING VAN UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN DE VOLTOOIING VAN HET VESTINGSTELSEL, DIENST 19Ü6. ONTWERP VAN WET. Wu WILHELMINA, uu DE GRATIE GODS, KONINGIN JJKH NEDERLANDEN, PRIN- SES VAN OIIANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., EN/. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat. ingevolge de wet van 3 December 1874 (Staatsblad n. 193), houdende bepalingen omtrent liet beheer der gelden bestemd tot voltooiing van het vestingstelsel, eene afzonderlijke begrooting van de uitgaven voor dit onderwerp, voor den dienst van 1906, bij de wet behoort te worden vastgesteld; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Slaten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. üe begrooting van uitgaven ten behoeve van de voltooiing van het vestingstelsel, aangewezen bij de wet van 18 April 1874 (Staatsblad n. (J4), wordt voor den dienst van 190(5 vastgesteld als volgt: Art. 1. Jaarwedden, toelagen en daggelden voor tijdelijk in dienst zijnde civiele ingenieurs, opzichters en teekenaars, toelagen voor officieren en opzichters der genie, reis- en verblijfkosten, bureel- en lokaalbehoeften, aankoop van instrumenten, kaarten en verdere benoodigdhedeti /' 40 000. Art. 2. Nieuwe werken met al hetgeen kan geacht worden daartoe te beliooren; herstellen, veranderen en verbeteren van bestaande werken met den aankleve daarvan, aankoop en onteigening van perceelen; kosten van exploten en processen; afkoop van rechten; kosten en ongelden betrekkelijk koop- en andere overeenkomsten; het doen van grondboringen, waterpassingen, opmetingen, enz-.; een en ander voor de navermelde werken ter verbetering van de Nieuwe Hollandsche Waterlinie: 1. verbeteren van inundatiemiddelen in de geheele linie; 2. verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang, aan werken in de geheele linie f 25 800. Art. 3. Nieuwe werken met al hetgeen kan geacht worden daartoe te behooren; herstellen, veranderen en verbeteren van bestaande werken met den aankleve daarvan; aankoop en onteigening van perceelen; kosten van exploten en processen; afkoop van rechten; kosten en ongelden betrekkelijk koop- en andere overeenkomsten; het doen van grondboringen, waterpassingen, opmetingen, enz.; een en ander voor de navermelde werken ter verbetering van de Stelling van den Helder: 1. verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang, aan werken in de geheele stelling; 2. maken van eenvoudige scherfvrije onderkomens van beton in eenige werken van de stelling f 13 800. Art. 4. Nieuwe werken met al hetgeen kan geacht worden daartoe te behooren; herstellen, veranderen en verbeteren van bestaande werken met den aankleve daarvan; aankoop en onteigening van perceelen; kosten van exploten en processen; afkoop van rechten; kosten en ongelden betrekkelijk koop- en andere overeenkomsten; het doen van grondboringen, waterpassingen, opmetingen, enz.; een en ander voor de naverinelde werken ter verbetering van de Stelling van Amsterdam:

148 1. onteigening van gronden en uitvoering van voorbereidende werkzaamheden voor verschillende werken in de stelling; 2. maken van aardwerken, zandophoogingen, metsel- en betonwerk, enz. voor verschillende werken in de stelling; 3. maken van bomvrije gebouwen met toubehooren in verschillende werken in de stelling; 4. maken van pantseringen voor velschillende werken in de stelling; 5. ophoogen en maken van wegen en inundatiekaden en maken van bruggen en steigers; 6. inrichten en verbeteren van inundatiemiddelen; 7. maken van loodsen, munitie- en buskruitmagazijnen; 8. aanleg van beplantingen; 9 D. verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de geheele stelling; 10. onteigening van gronden en verdere werken ten behoeve van de drinkwatervoorziening ; 11. onteigening van gronden en verdere werken ten behoeve van het inrichten van groepdepots en sectorparken /' 503 000. Art. 5. Nieuwe werken met al hetgeen kan geacht worden daartoe te behooren; herstellen, veranderen en verbeteren van bestaande werken met den aankleve daarvan; aankoop en onteigening van perceelen; kosten van exploten en processen; afkoop van rechten; kosten en ongelden betrekkelijk koop- en andere overeenkomsten; het doen van grondboringen, waterpassingen, opmetingen, enz.; een en ander voor de na vermelde werken ter verbetering van de Stelling van 't Hollandsch Diep en het Volkerak: verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de positiën van Willemstad en Ooltgensplaat f 500. Art. 6. Nieuwe werken met al hetgeen kan geacht worden daartoe te behooren; herstellen, veranderen en verbeteren van bestaande werken met den aankleve daarvan; aankoop en onteigening van perceelen; kosten van exploten en processen; afkoop van rechten; kosten en ongelden betrekkelijk koop- en andere overeenkomslen; het doen van grondboringen, waterpassingen, opmetingen, enz.; een en ander voor de navernielde werken ter verbetering van de Stelling van de Monden der Maas en van het Haringvliet: verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de stelling ƒ 500. Art. 7. Materieel der genie voor het in staat van verdediging brengen der werken in verschillende stellingen f 9 500. Art. 8. Doen van voorzieningen, opmetingen, waterpassingen, grondboringen, enz. in de verschillende liniën en vestingen, alwaar, ingevolge de wet van 18 April 1874 (Staatsblad n. 64), werken tot voltooiing van het vestingstelsol aangelegd of verbeterd moeten worden en voor welke in de voorgaande artikels geene gelden zijn uitgetrokken /' 2 000. Art. 9. Onvoorziene uitgaven f 30 000. Totaal /'625 100. zeshonderd vijf en twintig duisend eenhonderd gulden. Artikel 2. Tot dekking der uitgaven, begrepen in de bij artikel l dezer wet vastgestelde begrooting, wordt aangewezen: a. de som van vijfhonderd twintig duisend eenhonderd gulden beschikbaar gesteld bij het VITIste hoofdstuk der begrooting van Staatsuitgaven voor het dienstjaar 1906; ft. het vermoedelijk batig slot der rekening van ontvang en uitgaaf wegens de begrooting ten behoeve van de voltooiing van hel vestingstelsel voor den dienst van 1905; c. de toevallige baten, welke gedurende het jaar 1906 uit den aanleg der vestingwerken kunnen voortvloeien.

149 Artikel 3. Wanneer het bedrag uitgetrokken bij een der artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van artikel l dezer wet ontoereikend wordt bevonden, kari het, met inachtneming van het voorschrift van het tweede lid van artikel 24 der wet van den 5den October 1841 (Staatsblad n. 40), door overschrijving uit artikel 9 van hetzelfde artikel l worden aangevuld. Artikel 4. Op artikel 9 van artikel l dezer wet worden aangewezen de tot het dienstjaar 1906 behoorende uitgaven, de voltooiing van het vestingstelsel betreffende, die hare omschrijving niet vinden in een der andere artikelen van genoemd artikel en moeten dienen ter voorziening in behoeften, die in den loop van dat dienstjaar onverwacht opkomen. Die uitgaven worden, voor elke.soort afzonderlijk, in de rekening gebracht en omschreven. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Oorlog, MEMORIE VAN TOELICHTING. Het bij dit wetsontwerp aangevraagde bedrag is in hoofdzaak bestemd voor het voltooien van die werken in de Stelling van Amsterdam, waarvoor bij vorige begrootingswetten reeds fondsen waren beschikbaar gesteld; voor de overige linie'n en stellingen zijn slechts geringe sommen voor verbeteringen van ondergeschikt belang uitgetrokken. ündergeteekende is van oordeel, dat niet langer moet worden voortgegaan met eene afwerking van de Stelling van Amsterdam op de wijze als in de laatste jaren geschied is. Waar hij beslist van meening is, dat eene krachtige en langdurige verdediging dier Stelling eerst mogelijk zal zijn als de kringstelling voltooid is, daar beschouwt hij het als een onafwijsbaren eisch, dal die voltooiing zoo spoedig mogelijk tot stand komt. Omtrent de maatregelen, die noodig zullen zijn om tot eene zoodanige spoedige voltooiing te geraken, kan ondergeteekende zich uit den aard der zaak thans nog niet uitlaten, te meer niet daar omtrent de verwezenlijking zijner denkbeelden in deze ook overleg met zijne ambtgenooten noodig is. Echter vertrouwt hij, binnen niet al te lang tijdsverloop daaromtrent voorstellen te kunnen indienen. In afwachting daarvan, heeft hij vermeend, bij dit wetsontwerp thans geen gelden te moeten aanvragen om te doen aanvangen met het aanbrengen van bomvrije gebouwen in twee forten in de Stelling van Amsterdam zooals in de laatste jaren gebruikelijk was. Uit dien hoofde is dan ook bij dit wetsontwerp voor de voltooiing dier Stelling een aanmerkelijk lager bedrag uitgetrokken, dan in de laatste jaren aan die voltooiing werd ten koste gelegd. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende de Vestingbegrooting voor den dienst 1905 (Gedrukte Stukken 1904 1905, 78 f n. 9) werd reeds medegedeeld, dat de waarschijnlijkheid zeer groot was, dat de uitkomsten van het toenmaals op het terrein der drinkwatervoorziening aan het Nieuwe Meer in uitvoering zijnde proefpompen bevredigend zouden blijken te zijn. Het is den ondergeleekende eene groote voldoening thans te kunnen mede-

150 deelen, dat die uitkomsten ten volle aan de verwachting beantwoord hebben, doordat gebleken is, dat zonder eenig bezwaar, gedurende geruimen tijd, 15000 M 3, water per etmaal aan den bodem kan worden onttrokken, terwijl de hoedanigheid van het water daardoor niet achteruitgaat. Waar dit nu gebleken is, wordt het noodzakelijk geacht, de installatie zoodanig uit te breiden, dat, per etmaal, eene hoeveelheid van 15000 M", gereinigd water zal kunnen worden afgeleverd. De aan die uitbreiding verbonden kosten worden thans geraamd op ƒ420 000, /ijnde ƒ5000 meer dan het bedrag daarvoor aangegeven in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende de Vestingbegrooting voor den dienst 1904 (Gedrukte Stukken 1903-1004, 61, 11. 10). Op de onderwerpelijke begrooting is voor de beoogde uitbreiding een bedrag van ƒ174800 als eerste termijn uitgetrokken. Dat bedrag is in hoofdzaak bestemd voor: eene persleiding, wijd 0,45 M., naar Amsterdam, eene telephonische verbinding met het pompstation aan den Haarlemmerweg, te Amsterdam, een eerste termijn voor de uitbreiding der machinale inrichting met 2 stel werktuigen, de watervoorziening en brandleidingen op het terrein der inrichting. Onder verwijzing naar den toelichtenden staat, zij voorts, omtrent de hierna vermelde artikelen, het volgende aangeleekend: Art. 2. Van het voor de Nieuwe Hollandsche Waterlinie aangevraagde bedrag is ƒ3700 bestemd voor verbetering van tusscheiibatlerijen, ƒ12000 voor het maken van schuilplaatsen, ƒ6500 voor hel wijzigen van aard werken en ƒ3000 voor hét verbeteren der drinkwatervoorziening op verschillende forten. Art. 3. Het voor de Stelling van den Helder uitgetrokken bedrag van ƒ 13 800 is bestemd voor het verbeteren van het scherfvrij onderkomen in die Stelling. Art. 4. Het uitgetrokken bedrag van ƒ19000 voor het maken vanaardwerken, zandophoogingen, metsel- en betonwerk is bestemd voor den aanleg van een tweetal batterijen op het westfront der Stelling. Het voor het maken van bomvrije gebouwen uitgetrokken bedrag van ƒ 282 (500 is bestemd voor de voltooiing van de forten bij Kudelstaart en bij de Kwakel, waaronder begrepen hel maken van opstellingen voor snelvuurgeschut ten behoeve van de nabijverdediging dier werken. Van het bedrag van ƒ21400, uitgetrokken voor het maken van loodsen, munitie- en buskruitrnagazijnen, is ƒ9400 bestemd voor den bouw van eene bergloods bij het fort bij de'kwakel en ƒ12000 voor den bouw van eene loods op het terrein aan de Hembrug tot het opbergen van brandstoffen in vredestijd ten behoeve van de approviandeering van de stelling. Te dezer zake moge wijders verwezen worden naar de Memorie van Toelichting betreffende hel ontwerp van wet tot vaststelling van het VlIIste hoofdstuk der begrooting van Staatsuitgaven voor het dienstjaar 1906, ad art. 187. Art. 1. tiet voor het leveren van genie-materiaal aangevraagde bedrag is bestemd voor de aanschaffing van meubilair ten behoeve van in afwerking zijnde forten in de Slelling van Amsterdam. De Minister vau Oorlog, M. P. STAAL. BEKEKE.MNC; DEK MIDDELEN TOT DEKKING VAN IIE- MEDKAti DE/.EH HEGHOOTJN«. De middelen tot dekking der uitgaven, ten behoeve van de voltooiing van het vestingslelsel, dienst 190(5, zijn aldus te berekenen: Op hoofdstuk VIII der Staalsbegrooting voor 1875 is toegestaan ƒ3000000,00. De uitgaven bedragen ƒ2222762,40. Kleef dus beschikbaar op 1875 ƒ 777 237,60. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1876 is toegestaan ƒ2 700000,00.

151 De middelen over 1876 bedroegen dus ƒ3477237,60. De uitgaven bedragen /' l 650848,17». Bleef dus beschikbaar op 1876 f \ 826394,4.2*. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooling voor 1877 is toegestaan ƒ 2 610000,00. De middelen over 1877 bedroegen dus /' 4436 394,42 '. De uitgaven bedragen / 2 918 549,17. Op 1877 bleef alzoo beschikbaar f l 517 845,25 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1878 is toegestaan f i 880 000,00. De middelen over 1878 bedroegen dus f 'A 397 845,25». De uitgaven bedragen ƒ2551431,23 5. Op 1878 bleef alzoo beschikbaar ƒ846414,02. Op hoofdstuk VIII der Slaatsbegrooting voor 1879 is toegestaan ƒ2 897 000,00. De middelen over 1879 bedroegen dus ƒ3743414,02. De uitgaven bedragen ƒ1929480,20 5. Op 1879 bleef alzoo beschikbaar ƒ l 813 933,81 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1880 is toegestaan ƒ 2 540 000,00. De middelen over 1880 bedroegen dus ƒ4353933,81 5. De uitgaven bedragen ƒ2347958,73. Op 1880 bleef alzoo beschikbaar f 2 005975,08'. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1881 is toegestaan /l 400000,00. De middelen over 1881 bedroegen dus /'3405975,08 5. De uitgaven bedragen ƒ2122872,39. Op 1881 bleef alzoo beschikbaar ƒ1283102,69 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1882 is toegestaan ƒ l 987000,00. De middelen over 18S2 bedroegen dus ƒ3270102,69 5. De uitgaven bedragen /' 2109195,98. Op 1882 bleef alzoo beschikbaar f l 160 006,71". Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1883 is toegestaan ƒ2591 400,00. De middelen over 1883 bedroegen dus ƒ3752306,71 5. De uitgaven bedragen ƒ2231978,38 5. Op 1883 bleef alzoo beschikbaar / 1520328,33. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1884 is toegestaan ƒ l 446600,00. De middelen over 1884 bedroegen dus ƒ2966928,33. De uitgaven bedragen ƒ l 548626,91 5. Op 1884 bleef alzoo beschikbaar ƒ1418301,41 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1885 is toegestaan ƒ l 663900,00. De middelen over Ib85 bedroegen dus ƒ3082201,41 5. De uitgaven bedragen /'2 520 036,98. Op 1885 bleef alzoo beschikbaar ƒ562161,43 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1886 is toegestaan /'l 912 970,00. De middelen over 1886 bedroegen dus ƒ2475134,43". De uitgaven bedragen ƒ 1 608 463,01 r '. Op 1886 bleef alzoo beschikbaar ƒ866671,42. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1887 is toegestaan ƒ l 677 780,00. De middelen over 1887 bedroegen dus ƒ2544451,42. De uitgaven bedragen ƒ 1525921 > 85 5. Op 1887 bleef alzoo beschikbaar ƒ l 018529,56». Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1888 is toegestaan ƒ l 026000,00. De middelen over 1888 bedroegen dus ƒ2044529,56 5. De uitgaven bedragen ƒ888815,50 5. Op 1888 bleef alzoo beschikbaar ƒ l 155714,06. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1889 is toegestaan ƒ 928 500,00. De middelen over 1889 bedroegen dus ƒ2084214,06. De uitgaven bedragen ƒ 1337882,93. Op 1889 bleef alzoo beschikbaar ƒ 746331,13. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1890 is toegestaan ƒ977500,00, en bij de wet tot verhooging van dit hoofdstuk ƒ350000,00. De middelen over 1890 bedroegen dus ƒ2073831,13. De uitgaven bedragen ƒ 1858302,62". Op 1890 bleef alzoo beschikbaar ƒ 215 528,50». Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1891 is toegestaan f l 422 000,00, en bij de wet tot verhooging van dit hoofdstuk ƒ 630 000,00. De middelen over 1891 bedroegen dus ƒ2267528,50 5. De uitgaven bedragen ƒ 1931 110,74. Op 1891 bleef alzoo beschikbaar ƒ336417,76 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1892 is toegestaan ƒ l 300000,00, en bij de wet tot verhooging van dit hoofdstuk ƒ 75 000,00. De middelen over 1892 bedroegen dus ƒ1711417,76 5. De uitgaven bedragen ƒ1374870,72 5. Op 1892 bleef alzoo beschikbaar ƒ336547,04. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1893 is toegestaan ƒ l 904000,00. De middelen over 1893 bedroegen dus ƒ2240547,04. De uitgaven bedragen f l 787 102,31. Op 1893 bleef alzoo beschikbaar ƒ 453444,73. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1894 is toegestaan ƒ l 591 000,00.

152 De middelen over 1894 bedroegen dus f 2 044 444,73. De uitgaven bedragen ƒ l 660534,19". Op 1894 bleef alzoo beschikbaar f 383910.53 5. Oj) hoofdstuk VIII der Staatsbegroting voor 1895 is toegestaan ƒ l 125,000,00. Bate wegens bijdrage door den Haarlemmermeerpolder in de kosten van het maken van eene dubbele schutsluis. een gedeelte slnperdp, zandophoo<.'ing(>n voor een fort, enz. in den Haarlemmermeerpolder by Aalsmeer ƒ42500,00. De middelen over 1895 bedroegen dus /'1551 410.53 5. De uitgaven bedragen f l 107491,52. Op 1895 bleef alzoo beschikbaar f 443 919,01 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1896 is toegestaan / 797 000,00. De middelen over 1896 bedroegen dus ƒ1240919,01 8. De uitgaven bedragen ƒ760007,87 6. Op 1896 bleef alzoo beschikbaar ƒ480911,14 Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1897 is toegestaan ƒ1 050000,00. De middelen over 1897 bedroegen dus ƒ 1530911,14. De uitgaven bedragen ƒ 1045570,97. Op 1897 bleef alzoo beschikbaar ƒ 485340,17. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1898 is toegestaan f\ 100000,00, en bij de wet tot verhooging van dit hoofdstuk ƒ9000,00. De middelen over 1898 bedroegen dus ƒ1594340.17. De uitgaven bedragen ƒ 1 227 683,47. Op 1898 bleef alzoo beschikbaar ƒ366656,70. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1899 is toegestaan ƒ619000,00. De middelen over 1899 bedroegen dus ƒ985656,70. De uitgaven bedragen ƒ652570,26. Op 1899 bleef alzoo beschikbaar ƒ 333 1)86,44 Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1900 is toegestaan ƒ 851 000,00. De middelen over 1900 bedroegen dus ƒ 1184086,44. De uitgaven bedragen ƒ888292,64 6. Op 1900 bleef alzoo beschikbaar ƒ295793,79 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1901 is toegestaan ƒ850000,00. De middelen over 1901 bedroegen dus ƒ l 145793.79 5. De uitgaven bedragen ƒ 889118,04. Op 19(11 bleef alzoo beschikbaar ƒ 256675,75 5. Op hoofdstuk VIII der Staatsbogrooling voor 1902 is toegestaan ƒ932380,00. De middelen over 1902 bedroegen dus ƒ t 189055,75 5. De uitgaven bedragen ƒ l 094239,22 5. Op 1902 bleef alzoo beschikbaar ƒ94816.53. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1903 is toegestaan ƒ l 116500,00. De middelen over 1903 bedroegen dus ƒ l 211 316,53. De uitgaven bedragen ƒ 1087238,02. Op 1903 bleef alzoo beschikbaar ƒ 124078,51. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1904 is toegestaan ƒ t 145 000,00. De middelen over 1904 bedroegen dus ƒ 1269078,51. Blijkens den staat der uitgaven over 1904, als bijlage bij het ontwerp dezer begrooting voor 1906 gevoegd, zullen de uitgaven over 1904 ongeveer bedragen ƒ 1000715,00. Op l»04 blijft dus vermoedelijk beschikbaar ƒ268363,51. Op hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1905 is toegestaan ƒ965000,00. De middelen over 1905 worden dus geschat te bedragen ƒ 1233363,51. De uitgaven over dit jaar zullen niet hooger zijn dan ƒ l 128363,51. Over 1905 blijft dus vermoedelijk nog beschikbaar ƒ 105 000,00. Bij de Staatsbegrooting. Vlllste hoofdstuk, voor 1906 wordt ter bestrijding der uitgaven voor de voltooiing van het vestingstelsel gevraagd ƒ ->20 100,00. De middelen over 1906 kunnen dus worden geraamd op het bedrag van ƒ 625 100,00. TOELICHTENDE STAAT, betreffende het geheele bedrag van de kosten der werken, welke ztjn begrepen in de begrooting van uitgaven ten behoeve van de voltooiing van het vestingstelsel, dienst 1906. Art. 2. Nieuwe Hollandsche Waterlinie: 1. Verbeteren van inundatiemiddelen in de geheele linie. Besteed in 1882 ƒ95750; in 1883 f W); in 1884 ƒ600; in 1885 ƒ26320; in 1886 ƒ51610; in 1887 ƒ650; in 1888 ƒ22040; in 1889 ƒ23770; in 1890 ƒ4284; in 1891 ƒ14055; in 1892 ƒ4720; in 1893 ƒ50200; in 1894- ƒ37910; in 1895 ƒ20040; in 1896/'43 691; in 1897 ƒ1815; in 1898 ƒ9173; in 1899 ƒ8455; in 1900 ƒ10380; in 1901 ƒ8440; in 1902 ƒ7115; in 1903 ƒ496; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ50; wordt thans aangevraagd: Memorie.

153 2. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de geheele linie. Besteed in 1882 ƒ43600; in 1883 ƒ120810; in 1884 ƒ118320; in 1885 ƒ82000; in 1886 ƒ76730; in 1888 ƒ2870; in 1889 ƒ4830; in 1890 ƒ10906; in 1891 ƒ11625: in 1892 ƒ16160; in 1893 ƒ15520; in 1894 ƒ27310; in 1895 ƒ34400; in 1896 ƒ29174; in 1897 ƒ17157; in 1898 ƒ11356; in 1899 ƒ22942; in 1900 ƒ25940; in 1901 ƒ29100; in 1902 ƒ44030; in 1903 ƒ17509; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ30425, van 1905 /'25700; wordt thans aangevraagd ƒ25800. Totaal wordt thans aangevraagd ƒ25800. Art. 3. Stelling van den Helder. 1. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de geheele Stelling. Besteed in 1883 ƒ2940; in 1884 ƒ10600; in 1885 ƒ360; in 1886 ƒ4060; in 1887 ƒ6760; in 1888 ƒ19330; in 1889 ƒ21945; in 1890ƒ38450; in 1891 ƒ15990; in 1892 ƒ12530; in 1893 ƒ10450; in 1894 ƒ29230; in 1895 ƒ25560; in 1896 ƒ13242; in 1897 ƒ6058; in 1898 ƒ32963; in 1899 ƒ9665; in 1900 ƒ7920; in 1901 ƒ22995; in 1902 ƒ4640; in 1903 ƒ9227; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ36108, van 1905 ƒ11000; wordt thans aangevraagd: Memorie. 2. Het maken van eenvoudige scherfvrije onderkomens van beton in eenige werken van de Stelling. Besteed in 1902 ƒ28420; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ12396; wordt thans aangevraagd ƒ13800. Totaal wordt thans aangevraagd ƒ13800. Art. 4. Stelling van Amsterdam. 1. Onteigening van gronden en uitvoering, van voorbereidende werkzaamheden voor verschillende werken in de Stelling. Besteed in 1883 ƒ1800; in 1884 ƒ90220; in 1885 ƒ 239 700; in 1886 ƒ162400; in 1887 ƒ48600; in 1888 ƒ113270; in 1889 213332; in 1890 ƒ 127 750; in 1891 / 00 600; in 1892/27240; in 1893 ƒ290740; in 1894 ƒ123910; in 1895 ƒ74310; in 1896 ƒ43750; in 1897 ƒ15706; in 1898 ƒ14023; in 1899 ƒ10875; in 1900 ƒ4850; in 1901 ƒ15075; in 1902 ƒ5795; in 1903 ƒ7445; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ2400, van 1905 ƒ3000; wordt thans aangevraagd: Memorie. 2. Maken van aardvverken, zandophoogingen, metsel- en betonwerken, enz. voor verschillende werken in de Stelling. Besteed in 1885 ƒ383230; in 1886 ƒ160520; in 1887 /759450; in 1888 ƒ311220; in 1889 ƒ465800; in 1890 ƒ534000; in 1891 ƒ667690; in 1892 ƒ448930; in 1893 ƒ383550; in 1894 ƒ312370; in 1895 ƒ254400; in 1896 ƒ 120955; in 1897 ƒ54562; in 1898 ƒ8835; in 1901 ƒ7200; in 1902 ƒ45475; in 1903 ƒ21995; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ23653, van 1905 ƒ30000; wordt thans aangevraagd ƒ 19 000. 3. Maken van bomvrije gebouwen met ioebehooren in de verschillende werken in de Stelling. Besteed in 1897 ƒ742848; in 1898 ƒ942374; in 1899 ƒ277549; in 1900 ƒ4311390; in 1901 ƒ216590; in 1902 ƒ461140; in 1903 ƒ505102; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ664806, van 1905 ƒ894000; wordt thans aangevraagd ƒ282600. 4. Maken van pantseringen voor verschillende werken in de Stelling. Besteed in 1900 ƒ110890; in 1901 ƒ130730; in 1902 ƒ65675; in 1903 ƒ10461; wordt thans aangevraagd: Memorie. 5. Ophoogen en maken van wegen en inundaliekaden en maken van bruggen en steigers. Besteed in 1890 ƒ100; in 1891 ƒ95660; in 1892 ƒ <54830; in 1893 ƒ «2 240; in 1894 ƒ42780; in 1895 ƒ194320; in 1896 ƒ169224; in 1897 ƒ19469; in 1898 ƒ36392; in 1899 ƒ88547; in 1900 ƒ 46 330; in 1901 ƒ56170: in 1902 ƒ28830; in 1903 ƒ20670; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ31 997; wordt thans aangevraagd: Memorie. 6. Inrichten en verbeteren van inundatiemiddeleri. Besteed in 1887 ƒ9390; in 1888 ƒ134740; in 1889 ƒ70580; in 1890 /362860; in 1891 ƒ212200; in 1892 ƒ98510; in 1893 ƒ161410; in 1894 ƒ121 710; in 1895 ƒ26960; in 1896 ƒ8; in 1897 ƒ992; in 1898 ƒ12853; in 1899 ƒ4850; in 1900 ƒ26470; in 1901 ƒ18400; in 1902 ƒ15490; in 1903 ƒ700; zal vermoedelijk besleed worden op den dienst van 1904 ƒ 17 362, van 1905 ƒ450; wordt thans aangevraagd: Memorie. 7. Maken van loodsen, munitie- en buskruitmagazijnen. Besteed in 1891

154 f 54 590; in 1892 ƒ11 750; in 1893 /' 58 830; in 1894 f 227 900; in 1895 f 131 830; in 18% ƒ82277; in 1898 ƒ1483; in 1899 ƒ23534; in 19(10 ƒ19315; in 1901 ƒ16020; in 1902 ƒ21030; in 1903 ƒ18991»; wordt thans aangevraagd ƒ 21 400. 8. Aanleg van beplantingen. Besteed in 1890 ƒ11950; in 1891 ƒ10285; in 1892 ƒ42580; in 1893 ƒ (i 400; in 1894 ƒ2800; in 1895 ƒ 3 785; in 18% ƒ2050; in 1897 ƒ1050; in 1898 ƒ525; in 1899 ƒ2060; in 1900 ƒ900; in 1901 ƒ15910; in 1902 ƒ15290; in 1903 ƒ27515; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ7948, van 1905 ƒ5000; wordt thans aangevraagd ƒ3700. 9. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de geheele Stelling. Besteed in 1892 ƒ3990; in 1893 ƒ30970; in 1894 ƒ30150; in 1S95 ƒ10485; in 1890 ƒ 5 003; in 1897 ƒ 25(175; in 1898 ƒ2730; in 1899 ƒ9115; in 1900 ƒ10915; in 1901 ƒ14000; in 1902 ƒ8010; in 1903 ƒ l 789; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ1200, van 1905 /'2 (100; wordt thans aangevraagd ƒ l 500. 10. Onteigening van gronden en verdere werken ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Besteed in 1898 ƒ29395; in 1899 ƒ2820; in 1900 ƒ400; in 1901 ƒ122380; in 1902 ƒ 188080; in 1903 ƒ271 152; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ75103, van 1905 ƒ20000; wordt thans aangevraagd ƒ174800. 11. Onteigening van gronden en verdere werken ten behoeve van het inrichten van groepdepots en sectorparken. Besteed in 1900 /'12710; in 1901 ƒ83520; in 1902 ƒ79205; in 1903 ƒ53807; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ41 770, van 1905 ƒ43400; wordt thans aangevraagd Memorie. Totaal wordt thans aangevraagd ƒ503000. Art. 5. Stelling van 't Hollandsen Diep en het Volkerak. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de positiön van Willemstad en Ooltgensplaat. Besteed in 1888 ƒ K» 200; in 1889 ƒ2700; in 1890 ƒ53420; in ^91 ƒ29535; in 1892 ƒ17300; in 1893 ƒ1230; in 1894- ƒ7880; in 1895 ƒ12915; in 18% ƒ II» 123; in 1897 ƒ2587; in 1898 ƒ1 540; in 1899 ƒ1251; in 1901 ƒ500; in 1902 ƒ500; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1905 /500; wordt, thans aangevraagd ƒ609. Art. (>. Stelling van de Monden der Maas en net Haringvliet. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de Stelling. Besteed in 1884 ƒ5210; in 1885 ƒ20000; in 1880 ƒ31000; in 1887 ƒ200; in 1888 ƒ11050; in 1889 ƒ29510; in 1890 ƒ31240; in 1891 ƒ7495; in 1892 ƒ24300; in 1893 ƒ S 200; in 1894 / 12230; in 1895 ƒ10700; in 1890 ƒ9102; in 1897 / 10590; in 1898 ƒ2391»; in 1899 ƒ5 784; in 1900 ƒ10025; in 1901 /505; in 1902 ƒ2050; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1905 ƒ500; wordt thans aangevraagd ƒ500. Art. 1. Materieel der genie voor het in staat van verdediging brengen deiwerken in verschillende Stellingen. Besteed in 1887 ƒ14190; in 1888 ƒ40000; in 1889 ƒ 44 2.10; in 1890 ƒ48310; in 1891 ƒ39005; in 1892 ƒ24210; in 1893 ƒ91070; in 1894 ƒ 72 720; in 1895 ƒ33330; in 1890 ƒ21 100; in 1897 ƒ11700; in 1898 ƒ13041; in 1899 ƒ35983; in 1900 ƒ73920; in 1901 ƒ56030; in 1902 ƒ43130: in 1903 ƒ57872; zal vermoedelijk besteed worden op den dienst van 1904 ƒ24039, van 1905 ƒ18900; wordt thans aangevraagd / 9 500. VERZAMELING. Art. 2. Nieuwe Hollandsche Waterlinie. Wordt thans aangevraagd / 25 800. Art. 3. Stelling van den Helder. Wordt thans aangevraagd ƒ 13800. Art. 4. Stelling van Amsterdam. Wordt thans aangevraagd ƒ 503 000. Art. 5. Stelling van 't Hollandsen Diep en het Volkerak. Wordt thans aangevraagd ƒ500. Art. 0. Stelling van de Monden der Maas- en het Haringvliet. Wordt thans aangevraagd ƒ 500. Art. 7. Materieel der genie. Wordt thans aangevraagd ƒ9500. Komt bij: de bedragen der artikelen in de vestirigbegrooting, als: artikel 1

155 wordt thans aangevraagd / 40 000; artikel 8 wordt thans aangevraagd ƒ2 000; artikel 9 wordt thans aangevraagd ƒ30000. Totaal wordt thans aangevraagd f 025 100. STAAT DER UITGAVEN OVER 1904. Art. 1. a. Toelagen en daggelden aan teekenaars, buitengewone opzichters, enz. ƒ 17 «22. 6. Toelagen aan officieren en opzichters der genie ƒ 7 734. c. Reis- en verblijfkosten ƒ 3 02(i. d. Schadeloosstelling voor bureel- en lokaalbehoeften /' 2 250. Totaal ƒ 30902. Art. 2. Werken tot verbetering der Nieuwe Hollandsche Waterlinie: 1. Verbeteren van inundatiemiddelen in de geheele linie f 50. 2. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de geheele linie ƒ 30425. Totaal ƒ 30475. ') Art. 3. Werken tot verbetering van de Stelling van den Helder: 1. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de geheele Stelling ƒ 48504. Totaal ƒ 48504. 2 ) Art. 4. Werken tot verbetering van de Stelling van Amsterdam: 1. Onteigening van gronden en uitvoering van voorbereidende werkzaamheden voor verschillende werken in de Stelling f 2 400. 2 Maken van aard werk en, zandophoogjngen, metsel- en betonwerk, enz. voor verschillende werken in de Stelling ƒ 23 653. 3. Maken van bomvrije gebouwen met toebehooren in verschillende werken in de Stelling ƒ 664 806. t. Maken van pantseringen voor verschillende werken in de Stelling ƒ 664 806. 5. Ophoogen en maken van wegen en inundatiekaden en maken van bruggen en steigers f 31 997. 6. Inrichten en verbeteringen van inundatiemiddelen f 17362. 7. Maken van loodsen, munitie- en buskruitmagazijnen. 8. Aanleg van beplantingen f 7948. 9. Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de geheele Stelling f t 200. 10. Maken van werken ten behoeve van de drinkwatervoorziening ƒ75103. 11. Onteigening van gronden en verdere werken ten behoeve van het inrichten van groepdcpots en sectorparken ƒ 41 776. Totaal ƒ' 866 245. Art. 5. Werken tot verbetering van de Stelling van 't Hollandsen Diep en het Volkerak: Verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de positiè'n van Willemstad en Ooltguiisplaat. Art. 6. Werken tot verbetering van de Stelling van de Monden der Maas en van het Haringvliet: Verschillende verbeteringen van ondergeschikt belang aan werken in de Stelling. Art. 1. Materieel der genie voor hel in staat van verdediging brengen der werken in verschillende Stellingen ƒ 24 639. Art. 8. Opmetingen enz., betreffende werken in liniöu en vestingen, hiervoor niet vermeld. Art. 9. Onvoorziene uitgaven. :l ) TOTAAL ƒ 1000715. ') Op dit artikel is overgeschreven van art. 9: Onvoorziene uitgaven" f 5 975. ') Op dit artikel is overgeschreven van art. 9: Onvoorziene uitgaven" f 29200. 3 ) Van dit artikel overgeschreven op de artt. 2 en 3: f 5975 en f 29200.

m^m