Informatie: Dubbelwandige rvs Rookkanalen Schuetz INSTALLATIE-INSTRUCTIE SCHUETZ Dubbelwandig roestvast-stalen schoorsteensysteem 1. Toepassing en algemene informatie: Het SCHUETZ dubbelwandig (DW) schoorsteensysteem is uitermate geschikt voor toepassing op openhaarden, hout- en kolenkachels. Door toepassing van hoogwaardige materialen als roestvast-staal (type 304 en 316L) in combinatie met moderne productietechnieken wordt 10 jaar garantie gegeven mits het kanaal volgens de instructies geplaatst is, het kanaal uitsluitend uit originele Schuetz rookgasdoorvoer elementen bestaat en alleen hout en kolen gestookt worden. Bij de installatie zijn de bepalingen uit het Bouwbesluit van toepassing. In dit Bouwbesluit wordt verwezen naar de voorschriften NEN2757 (Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook van verbrandingstoestellen) en NPR 2758 (Nederlandse Praktijkrichtlijn voor NEN 2757). De maximale toepasbare gebruikstemperatuur bedraagt 450 C (continue). Het SCHUTZ kanaal kan alleen als onderdrukkanaal toegepast worden (druk lager dan omgevingsdruk). Ook mogen alleen droge rookgassen worden doorgevoerd. Bij elke onbevoegde modificatie of wijziging aan het systeemkanaal of onjuiste inbouw en/ of montage, vervalt de garantie en aansprakelijkheid van de leverancier. Om een goede schoorsteentrek te waarborgen, is voldoende luchttoevoer noodzakelijk. Indien de schoorsteentrek onvoldoende is, kan rookuitslag optreden. Indien de woning is ge.soleerd, kieren zijn afgedicht en er mechanische ventilatie is toegepast, moet een alternatieve luchttoevoer direct naar buiten worden aangebracht. Het stoken van afval in openhaard of kachel is niet toegestaan, evenals het gebruik van chemische schoorsteen- reinigingsmiddelen, omdat agressieve dampen de schoorsteenwand kunnen aantasten. Ook de slechte kwaliteit van de verbrandingslucht, door hoge concentraties van agressieve bestanddelen, kan de levensduur van het afvoermateriaal nadelig be.nvloeden ( b.v. halogenen uit spuitbussen). Barbecue.n in de openhaard of kachel is niet aan te bevelen, omdat de vette dampen zich afzetten op de binnenwand van het kanaal en zo kunnen bijdragen tot het ontstaan van een schoorsteenbrand. Bij eventuele schoorsteenbrand de brandweer waarschuwen, en het vuur in de haard temperen of doven. Doe dit bij voorkeur door de schoorsteenklep te sluiten(zuurstoftoevoer blokkeren), en eventueel het vuur te doven met zand
(geen water, dit geeft schade aan het schoorsteenkanaal). Na een schoorsteenbrand moet het kanaal altijd worden geïnspecteerd op mogelijke herbruikbaarheid. 2. Keuze diameter en kanaalverloop: Alvorens men met de installatie aanvangt, dient het beoogde tracé, de plaats van de sparingen in wanden, vloeren en dak te worden ingemeten. Ook rekening houden met eventuele obstakels zoals gordingen en balken. Let op dat de sterkte bij doorsnijdingen van constructies niet negatief beïnvloed wordt. Rookkanalen voor de natuurlijke afvoer van verbrandingsgassen, zoals bij openhaarden en kachels, moeten zoveel mogelijk een vertikaal kanaalverloop hebben. Bij noodzakelijke verslepingen dient bij voorkeur maximaal 2x een versleping van 30 (4 bochten totaal) of 1x een versleping van 45 (2 bochten totaal) toegepast te worden. De binnendiameter van het schoorsteenkanaal moet minimaal overeenkomen met de opgave van de fabrikant/ leverancier van het stooktoestel. De binnendiameter mag in geen geval kleiner zijn dan de aansluitmaat van het stooktoestel. Een te grote binnendiameter veroorzaakt condensatie (vervuiling) in het schoorsteenkanaal. De minimum toelaatbare hoogte van een kanaal, gerekend vanaf de bovenkant van het stooktoestel, is 3 meter. Bij openhaarden is de toe te passen kanaaldiameter afhankelijk van de haardopening, kanaallengte en eventuele verslepingen. 3. Constructie: Locatie schoorsteenkanaal: De uitmonding van een rookkanaal in een dakvlak dient met zorg bepaald te worden. De beste plaats is de nok van het dak of anders zo dicht mogelijk bij de nok. Bij daken met een dakhelling kleiner dan 23 graden geldt dat de uitmonding minimaal 0.5 meter boven het dak moet uitsteken. Voor daken met een dakhelling groter dan 23 graden geldt de volgende formule voor de berekening van de hoogte: Waarbij: h = de hoogte α = de dakhoek a = de horizontale afstand vanuit de nok tot de middenlijn van de uitmonding
Voorkom dat er een te grote kanaallengte buiten het dak gemonteerd moet worden. Het kanaal kan in een dergelijk geval teveel afkoelen wat de trek niet bevorderd. Bij een lengte van meer dan 1.5 meter moet een tuibeugel gemonteerd worden in het midden van de laatste sectie en middels minstens 3 tuidraden vastgezet worden. De maximale lengte zonder verdere ondersteuning is 3 meter. Verder dient U te voorkomen dat zich onnodige verslepingen van het kanaal voordoen. Bochten verhogen de luchtweerstand in het kanaal en vertragen de rookgassnelheid (dus de trek). Voorkom ook een te grote versleping tussen bochten. Er geldt een maximum van 2 meter (horizontaal gemeten). De hoek waaronder een kanaal maximaal mag staan is 45graden. Horizontale verslepingen zijn verboden. (behalve voor de afsluiting van het verbrandingstoestel). MONTAGE: Als de diameter en de te gebruiken onderdelen voor het systeem zijn bepaald, moet u het systeem inmeten, rekening houdend met obstakels in de constructie. Kies de lengte van de secties zo dat de verbinding tussen twee secties en dus de klemband niet samenvalt met een doorvoer of ondersteuning. Let op dat de werkende lengte van een sectie (lengtes en bochten) 5cm korter is dan de aangegeven lengte. Met andere woorden; een sectie van een meter kent een werkende lengte van 95cm). Voorkom aanraking van de DW-secties met brandbare materialen, en houdt daarom een minimale afstand daarmee van 75mm. Gebruik bij de doorvoer door het dak of de vloer brandseparatieplaten. Voor het vastzetten van het systeem aan de bouwkundigenconstructie wordt gebruik gemaakt van beugels. Plaats de eerste om de eerste sectie na de aansluiting. Vervolgens dient u per verdieping een verdiepingsondersteuning te plaatsen en tussen de verdiepingen dienen om
de 1,5 meter muurbeugels te worden toegepast (minimaal 2) gelijkmatig verdeeld over de lengte. Bij de doorvoer van het dak dient een dakdoorvoer te worden gebruikt. De meeste SCHUETZ schoorsteenelementen worden in dozenverpakking aangeleverd. Controleer of de kanalen niet zijn beschadigd voordat de montage wordt begonnen. Start de kanaalopbouw van onderaf, naar boven. Breng een hartlijn van het tracé aan op de wanden. De onderdelen dienen spanningsvrij gemonteerd te worden. Het gewicht van de elementen mag niet op het toestel rusten. Let tijdens de montage op de juiste richting van plaatsen. Op de buitenpijp is een sticker aangebracht, met hierop de montagerichting afgebeeld. Bij een verkeerd geplaatst kanaal vervalt de garantie. OMKOKERING: In de meeste gevallen dient een omkokering, vervaardigd uit onbrandbaar materiaal te worden toegepast. Binnen het gebouw en bij doorvoeringen door een wand, vloer of dak waar de voorgeschreven brandveiligheid van de bouwconstructie nadelig be.nvloed wordt, dient een omkokering toegepast te worden. Materialen geschikt als omkokering zijn: Brandwerende plaat minimaal 12 mm. dikte, zoals Promatect-H (onbrandbaar volgens NEN 6064). Gasbeton, gipsblokken, metselwerk uit kalkzandsteen of baksteen met een minimale dikte van 50 mm. Betonwanden. Binnen de omkokering mogen zich geen brandbare materialen bevinden. De omkokering moet bij woningen met houten vloeren/ wanden/dakbeschot in zijn geheel doorlopen en mag bijvoorbeeld niet per verdieping worden onderbroken (zie installatievoorbeelden). Er mag zich geen kanaalverbinding binnen de vloerdikte bevinden. Bij vloeren van beton mag de omkokering worden onderbroken. Echter niet zodanig dat de brandwerendheid nadelig wordt be.nvloed. De sparingsmaten in deze situatie: buitendiameter kanaal + 20 mm. Dit is voldoende om het kanaal door de vloer heen te steken. Indien het kanaal toegepast wordt in combinatie met brandbare dakbedekking (b.v. rieten daken), dient een trekkende kap met vonkenvanger met maaswijdte max. 9x9 mm. te worden geïnstalleerd. Het SCHUETZ DW-kanaal is volgens de CE norm getest en brandveilig bevonden onder kenmerk CE0099/CPD/A71/0016 EN1856-1:2003). Binnenshuis moet - uit oogpunt van brandveiligheid - de schoorsteen vanaf de eerste verdiepingsvloer worden voorzien van een omkokering, die is gebouwd van materialen, die onbrandbaar zijn volgens NEN 3881. (bijv. Supalux/Nobrando etc.) met een dikte van minimaal 12mm. De ruimte tussen het kanaal en de omkokering dient dan minstens 50mm te bedragen. Gebruik bij omkokering i.p.v. muurbeugels; omkokeringsbeugels. Eveneens is belangrijk, dat de bouw van het DW-kanaal de voorgeschreven brandwerendheid van plafond of vloerconstructie niet nadelig be.nvloedt. Vul nooit de ruimte tussen het kanaal en de omkokering met isolerend materiaal. ONDERHOUD Veeg minstens 2 keer per jaar het rookkanaal, zowel aan het begin als halverwege het stookseizoen. Geadviseerd wordt dit werk door een erkend Schoorsteenveegbedrijf (lid van de A.S.P.B. ; Algemene Schoorsteenvegers Patroons Bond) te laten uitvoeren, en het betalingsbewijs goed te bewaren.
Indien calamiteiten zich zouden voordoen, kunt u zich bij betrokken partijen verweren. 4. ONDERDELEN DUBBELWANDIGE SECTIES De DW-secties zijn in meerdere lengtematen verkrijgbaar. De secties worden in elkaar geschoven, en wel zo dat een sectie schuift over de top van de sectie eronder. Dit is van het grootste belang, omdat de constructie van het kanaal is gebaseerd op een naar buiten/binnenafwaterend systeem. (condens) Indien onder een bepaalde hoek (max. 45 ) een versleping gemaakt moet worden, gebruik dan de DW-Bochtstukken. DUBBELWANDIGE BOCHTEN SCHUTZ levert dubbelwandige bochten van 30 en 45. Hoe minder scherp de bocht, des te minder nadelige invloed op de trek. Voorkom dat u, indien u het kanaal onder een bepaalde hoek en over een bepaalde afstand moet verslepen, te grote afstanden moet overbruggen. De afstand waarover u het kanaal wenst te verslepen mag max. 2 meter bedragen (horizontaal gemeten). Bochten worden net als DW secties over de top van de sectie, die zich eronder bevindt, geschoven en middels een klemband vastgezet. T-STUK 90 Deze wordt geleverd samen met een afsluitdop aan de onderzijde. Een T-stuk wordt hoofdzakelijk gebruikt om een horizontale aansluiting van een gesloten verbrandingstoestel (kachel) mogelijk te maken, en het kanaal geheel uit het zicht, achter de muur te kunnen plaatsen. Indien de afsluitdop aan de onderzijde bereikbaar blijft, kan deze toegang bieden voor inspectie en onderhoud (vegen) van het rookkanaal. Een T-stuk wordt veelal in combinatie met een aansluitstuk (onder) gebruikt. PASPIJP Een paspijp wordt gebruikt om korte restafstanden te overbruggen waarvoor secties te groot zijn. Houdt de lengte altijd iets langer om indrukking van de isolatie op te vangen. De paspijp aanbrengen, de omsteekzijde vastzetten door middel van 4 RvS parkers en de insteekzijde met een klemband. KLEMBAND Bij verschillende kanaaldelen wordt de onderlinge verbinding vastgezet met een RVS klemband. De klemband wordt over de verbinding geplaatst. Draai bij montage de bout van de klemband eerst los en klik vervolgens de klemband dicht en draai daarna de bout weer aan. AANSLUITSTUK & CONTRA-AANSLUITSTUK Een aansluitstuk verloopt van enkelwandig naar dubbelwandig en wordt gebruikt om het verbrandingstoestel op het kanaalsysteem aan te sluiten. Naast het aansluitstuk (onder) levert SCHUTZ ook een contra-aansluitstuk (boven), die verlopen van dubbelwandig naar enkelwandig. Dit contra-aansluitstuk maakt het mogelijk om het DW systeemkanaal eenvoudig aan te kunnen sluiten op bijvoorbeeld een bestaande schoorsteen.
BEVESTIGINGS-BEUGELS Het SCHUETZ-systeem kent 4 soorten bevestigingsbeugels: -Muurbeugel: Ter bevestiging van het kanaal aan brandvrije (steenachtige) muren. -Dakbevestigingsbeugel: In graden verstelbaar. Ter bevestiging van het kanaal aan horizontale en schuine daken. -Verdiepingsondersteuning: Ter bevestiging op een betonnen of steenachtige verdiepingsvloer. -Omkokeringsbeugel: Om het systeem in een omkokering te kunnen bevestigen. De klemband van de beugels valt om het kanaal en wordt d.m.v. 2 bouten stevig vast gezet. Muur- / Omkokeringsbeugels dienen om de 1,5 meter toegepast te worden en voor en na iedere versleping, om het systeemkanaal voldoende ondersteuning te geven. BRANDSEPARATIE-PLAAT De brandseparatieplaten verzekeren een voldoende afstand tussen het DW systeemkanaal en brandbare materialen. De standaard (vlakke) separatieplaat wordt gebruikt in combinatie met de verdiepingsondersteuning, c.q. ingeval van dakdoorvoeren in een plat dak. DAKDOORVOER/DAKPLATEN SCHUTZ maakt het mogelijk om voor ieder type dak een standaard doorvoer te maken, die alle in combinatie met de stormkraag + siliconenkit (niet meegeleverd), voor een perfecte waterdichtheid garant staan. De dakplaat hellend en plat dienen om ingeplakt te worden in een bitumeuze dakbedekking. De plakplaat ervan dient volledig in de dakbedekking te worden opgenomen. De dakplaat+loodslab wordt gebruikt voor daken met een steenachtige of rieten bedekking. STORMKRAAG De stormkraag wordt in alle gevallen direct boven de uitmonding van de dakplaat om het DW-kanaal in siliconenkit aangebracht, en middels een schroef stevig aangedraaid. SCHOORSTEENKAP SCHUTZ kent 2 typen schoorsteenkappen: -Regenkap: Toepasbaar, waar de uitmonding van het kanaal gunstig uitkomt ten opzichte van omliggende bebouwing. De kap wordt gebruikt in combinatie met een topsectie of contra-aansluitstuk. -Trekkende regenkap: Noodzakelijk, daar waar de uitmonding van het kanaal ongunstig uitkomt ten opzichte van omliggende bebouwing. Bij brandbare dakbedekkingen of in bosrijke omgevingen bent u verplicht een vonkenvanger te plaatsen op het rookkanaal. Informeer tijdig bij uw verzekeraar en de gemeente naar specifieke voorwaarden. Bij de installatie zijn de bepalingen uit het Bouwbesluit van toepassing. In dit Bouwbesluit wordt verwezen naar de voorschriften NEN2757 (Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook van verbrandingstoestellen) en NPR 2758 (Nederlandse Praktijkrichtlijn voor NEN 2757). Webshop, www.rookkanalen.info mei 2014