Orde van dienst op zondag 18 november 2018 De Regenboog, aanvang 10:00 uur Voorganger : Mw. Wil Bettenhaussen-Baak Lector : Maries Verheijke Organist : Gerard Baak Collectes - Binnenlands diaconaat - Wijkwerk - Wijkbegroting VOORBEREIDING Orgelmuziek Als de beamer uitgaat en het orgel zwijgt wordt het stil in de kerk Stilte Welkom en mededelingen U mag gaan staan Aanvangslied: 'In de veelheid van geluiden' Lied 283: 1, 2 en 3 Moment van bezinning Groet en bemoediging Vervolg aanvangslied: 'Laat uw dauw van vrede dalen' Lied 283: 4 en 5 U mag gaan zitten Kyrië We zingen: 'Wij zoeken hier uw aangezicht' Lied 281: 1 t/m 5 Gebed Glorialied: 'De zon straalt van uw aangezicht' Lied 281: 6 t/m 10 DIENST VAN HET WOORD Gebed om de Heilige Geest Gesprek met de kinderen Met de kinderen zingen we: 'Wij gaan voor even uit elkaar' Tijdens het naspel gaan de kinderen naar hun nevendienst
1 e Schriftlezing: Exodus 30: 11 t/m 16 We zingen: 'Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer' Psalm 84: 1 en 2 2 e Schriftlezing: Marcus 12: 38 t/m Marcus 13: 2 We zingen: 'Here Jezus, om uw woord' Lied 314: 1, 2 en 3 Verkondiging Wat is veel? Wat is weinig? We hebben hier vanmorgen al even bij stilgestaan met de kinderen. Veel of weinig is altijd relatie tot iets anders. En veel of weinig kan met geld, met economie te maken hebben maar natuurlijk ook met ieder aspect van ons leven. Liefde, mogelijkheden tot ontplooiing, zelfbewustzijn, vrede kennen, familie of vrienden hebben. Niets is abstract te beoordelen het is altijd in relatie met de omstandigheden. We lazen twee Bijbelgedeelten. Waarschijnlijk was het tweede uit Marcus u meer bekend dan het eerste uit Exodus. Beide hebben met geld te maken, met de economie. En geld is belangrijk want: Geld speelt geen rol, dat kun je alleen zeggen als je er genoeg van hebt. Een arme hoor ik dat nog niet zeggen. Dat geld niet perse gelukkig maakt dat weten we ook wel. Daarom kennen we ook de uitdrukking: Geld is niet alles. Nee, dat is zeker waar. Ons fragment uit Exodus gaat over een merkwaardige zaak: losgeld wanneer een volkstelling wordt gehouden. Voor het simpele feit van het tellen van het volk is een losgeld nodig om te voorkomen dat het volk getroffen wordt door een plaag. Het moet ermee te maken hebben dat er een taboe rust op het tellen van mensen. Dat was vroeger zo. We kunnen dat wel van ons afschuiven als antieke gedachten, waar wij niks meer mee kunnen, maar staat het wel zo ver van ons af? Tellen geeft macht. Het getal wordt vanuit de oudheid als het eigendom van de goden gezien, cijfers hebben een onvoorstelbare invloed. Want zijn kosten en baten niet belangrijk voor alle plannen die je maakt. Dat is persoonlijk, in de kerk en in de politiek.. Wat daar becijferd wordt raakt ons allemaal. Getallen, getallen. Vooral het tellen van mensen is soms bedenkelijk. Daarmee wil een heerser zijn macht op papier krijgen, zwart op wit de mogelijkheden: zoveel belastinggeld, zoveel soldaten. Om die reden moest er in het oude Israël verzoening gedaan worden. Hiermee wordt erkent : eigenlijk begeven we ons hiermee op goddelijk terrein. En om te onderstrepen dat mensen niet aan andere mensen en zelfs niet aan zichzelf toebehoren, maar aan God, Dat zoenoffer is een vast bedrag: met nadruk wordt dat gezegd: Rijken dragen als losprijs voor hun leven niet meer af dan een halve sjekel, armen niet minder. Eerst denk je misschien dat is ook niet eerlijk. Waarom niet bijdragen naar draagkracht. Nee, hier niet. Het oude Israël kent wel degelijk procentuele belastingen, men gaf een tiende deel van je inkomsten. Maar het gaat hier niet om een belasting, het gaat hier om geld voor je leven, en daarin is er geen verschil, mag er geen verschil zijn.
De rijke die royaal wil zijn en voor zijn leven wel een klein kapitaal overheeft, die moet dat hier nu net niet doen, en de arme moet het toch maar opbrengen, om zijn eigenwaarde: Mensen zijn niet te berekenen Je bent niet 2x modaal, of onder of boven de Balkenende-norm, dat is een getal! Wat kost een oudere, wat kost een gehandicapte, wat kost een vluchteling. We snappen allemaal dat je niet om sommige van die berekeningen heen kunt al kun je ook aan de andere kant beginnen. Vaststellen wat er minimaal nodig is voor een menswaardige zorg en dan kijken hoe je dat samen opbrengt. Een actualiteit van de dag In het oude Israël wordt de opbrengst van het losgeld gebruikt om de eredienst in de tent van samenkomst in stand te houden. De plek om het goed te houden tussen God en mensen. Naar bijbels besef is eredienst ontmoeting, God ontmoeten, de relatie onderhouden. Mensen ontmoeten, de relatie onderhouden. Iets om bij stil te staan en dat gebeurt hier ook in de Regenboog. In de eredienst zoeken naar de verbinding met God en met elkaar. En op welke manier dat het beste, het diepste gaat is een zoektocht door alle tijden heen. Geld om de eredienst in stand te houden. Dat komen we ook tegen in het evangelieverhaal. Er waren veel soorten offerkisten in de tempel, allen met een speciaal doel maar hier gaat het over de algemene offerkist die buiten in de voorhof stond waar iedereen mocht komen. Die was bedoeld voor de instandhouding van de tempel en het salaris van de priesters. Probeert het eens voor te stellen de situatie van Jezus en de leerlingen. Ze zitten in een van de bijgebouwen van de tempel met het uitzicht op de voorhof. Jezus leert de mensen om hem heen zoals een joodse rabbi dat doet. En dan is de situatie zo dat er aanschouwelijk onderwijs wordt gegeven. Het dient zich aan vlak voor hun neus. Drie kleine scènes, een drieluik: de woorden van Jezus over de schriftgeleerden met hun dure gewaden, de muntjes van de weduwe, en de bewonderende woorden van een leerling over de tempel. Alle drie die scènes gaan over de godsdienst zoals die gepraktiseerd wordt. Over Schriftgeleerden, over de collecte in de tempel, en over de tempel zelf. Jezus is vaak kritisch tegenover het godsdienstig bedrijf. Hij wil het niet afschaffen zeker niet, maar de tempel moet weer een huis van gebed worden, geen commerciële onderneming. Ontmoeting van God en mensen in eerlijkheid en eenvoud. De tent van samenkomst. In een van die drie kleine scenes zie je zo de tegensteling. De dure kleren van de schriftgeleerden, het respect dat ze krijgen, de beste plaatsen en een hoog declaratiegedrag. Daarnaast de weduwe, geen geld voor mooie kleren, weinig respect, ze heeft immers niet veel om te geven, zeker niet de beste plaats bij gelegenheden.. We zien veel geld die rijken in de offerkist gooien en het kleine beetje van de weduwe. En daar springt Jezus op in. Je zou zeggen een gelijkenis gebeurt voor zijn ogen. Kijk goed wat er gebeurt. Kijk door de dingen heen, laat je niet misleiden.. En dat geld ook voor ons elke dag. Laat je niet misleiden. Want lange gebeden zijn niets waard als je intussen verkeerd handelt, de arme benadeelt. Laten we aandachtig kijken, niet het werk op zich van de Schriftgeleerden valt Jezus af maar hun levenswandel, hun integriteit. Het is niet echt, zegt hij, maar schone schijn. En daar spreekt Jezus dan ook hard over. Zij zullen strenger beoordeeld worden, zij weten beter, zij kunnen beter.
Schone schijn. Ik denk dat we ons allemaal daar wel eens aan bezondigen. Dat we zaken mooier voordoen dan ze zijn, dat we onszelf mooier voordoen dan we zijn. Maar hard wordt het aangerekend als we de mensen die al zo weinig hebben ook nog benadelen en zelf een goede sier maken. Dan volgt de middelste scene. De weduwe, de vrouw zonder inkomen, gooit twee muntjes in de schatkist. Wij zouden zeggen twee cent. Niks in vergelijking van al dat geld van de rijken. Of toch wel? Kijk, zegt Jezus, kijk goed en realiseer je dat deze vrouw veel meer geeft dan al die anderen. Zij geeft alles wat ze heeft. Ze geeft haar levensonderhoud, ze geeft dus eigenlijk haar leven. Hier wordt dus wel naar draagkracht gerekend. Toch is het niet in tegenspraak met Exodus.. Daar lag het accent op een geldbedrag dat juist duidelijk moest maken dat het leven van ieder mens arm of rijk evenveel waard is in Gods ogen. Maar daar gaat het bij Jezus ook om. Daar in die vrije collecte wordt duidelijk dat haar muntjes net zoveel waard zijn dan een zak met geld van de rijke. Nee, nog meer waard zelfs. Geven naar draagkracht, het lijkt er niet op. Zij geeft alles. Vindt u dat ook niet wat veel, verbaasd u dat ook? Is het niet dom van de vrouw om alles weg te geven. Hoe moet ze dan leven. Waar moet ze eten van kopen. Waarom zegt Jezus niet dat zij helemaal niets hoeft te geven. Dat doet hij niet. Alles geven. En dan ook nog voor een gebouw waarvan Jezus even later zegt dat die in puin zal raken. Of gaat het hier om heel wat anders? Jezus, laat zien dat deze vrouw haar hele leven geeft. Dat doet ze voor de tempel. Voor de tent van samenkomst. De vrouw vertrouwt eigenlijk haar leven toe aan God, totaal. Alles voor de ontmoeting. God en zij. Ze investeert haar bestaan voor de relatie met God met twee cent. Wat is dat veel. Dat is dus veel. Niet precies wat je vrijwillige bijdrage is, niet hoeveel uur je inzet voor kerk en maatschappij, geen meetlat langs gebeden en vrome woorden maar je leven in vertrouwen bij God neerleggen ook als je het moeilijk hebt. Marcus plaatst dit verhaal aan het beging van de lijdensweg van Jezus en het kan niet anders of zijn weg klinkt al wat doorheen. Jezus zelf zou alles geven. Zijn hele leven. Jezus zelf betaalt het losgeld voor ons allemaal. Dat is veel. Hier in deze tent van samenkomst mogen wij ons leven voor god neerleggen met alles wat daar in is. En ja, dat mag naar draagkracht en dan kan het heel veel zijn, al heb je het gevoel dat het maar een beetje is. Hier in de tent van samenkomst mogen we iedere keer opnieuw bidden, zingen, je tijd, je geld je adem offeren. God en elkaar ontmoeten om je leven grond te geven. Om te ontvangen en te delen. En wat is dat veel, heel veel. Amen. Meditatief orgelspel CREDO ons antwoord op het gehoorde woord We zingen: 'Ga maar gerust' Lied 912 in wisselzang 1 allen, 2 vrouwen, 3 mannen, 4 vrouwen, 5 mannen, 6 allen
De kinderen komen terug van hun nevendienst Inzameling van de gaven Gebeden Dankgebed, voorbeden, stil gebed besloten met het gezamenlijk bidden van het 'Onze Vader' U mag gaan staan Slotlied: 'Nu wij uiteengaan' Lied 423: 1, 2 en 3 Zegen Als antwoord op de zegen zingen wij: 'Amen'