Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Nederlandse norm NEN 8005 (nl) Nederlandse invulling van NEN-EN 206: Beton - Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit Dutch supplement to NEN-EN 206: Concrete - Specification, performance, production and conformity Vervangt NEN 8005:2008; NEN 8005:2013 Ontw.; NEN 8005:2008/A1:2011 ICS 91.080.40; 91.100.30 november 2014
Normcommissie 353039 "Beton" THIS PUBLICATION IS COPYRIGHT PROTECTED DEZE PUBLICATIE IS AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Netherlands Standardization Institute. The Netherlands Standardization Institute shall, with the exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation. Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Netherlands Standardization Institute. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven. 2014 Nederlands Normalisatie-instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft Telefoon (015) 2 690 390, Fax (015) 2 690 190
Inhoud Voorwoord... 2 1 Onderwerp en toepassingsgebied... 3 2 Normatieve verwijzingen... 3 3 Definities, symbolen en afkortingen... 4 4 Classificatie... 4 4.1 Milieuklassen in verband met de omgevingsomstandigheden... 4 4.2 Betonspecie... 4 5 Eisen gesteld aan het beton en controlemethoden... 5 5.1 Basiseisen gesteld aan de grondstoffen... 5 5.2 Basiseisen gesteld aan de betonsamenstelling... 5 5.3 Eisen behorend bij de milieuklassen... 8 5.4 Eisen voor de betonspecie... 11 5.5 Eisen voor verhard beton... 12 6 Specificatie van beton... 12 6.2 Specificatie voor beton aan de hand van prestatie-eisen... 12 6.4 Specificatie voor genormaliseerd beton op samenstelling... 13 7 Levering van betonspecie... 13 7.2 Informatie van de producent van het beton aan de gebruiker... 13 7.3 Leveringsbon voor betonmortel... 13 8 Conformiteitscontrole en conformiteitscriteria... 13 8.1 Algemeen... 13 8.2 Conformiteitscontrole voor beton op prestatie-eisen... 14 9 Productiecontrole... 16 9.6 Personeel, uitrusting en installaties... 16 9.7 Doseren van de grondstoffen... 16 Bijlage D (normatief) Aanvullende eisen voor beton voor in het bijzonder geotechnisch werk... 17 Bijlage AA (informatief) Keuzeschema beoordeling chemische agressiviteit... 18 Bijlage BB (normatief) Afnamecontrole... 20 Bibliografie... 21 1
Voorwoord De Europese norm voor beton NEN-EN 206 Beton Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit geeft in een aantal paragrafen toestemming om gebruik te maken van nationale voorschriften respectievelijke bepalingen die van kracht zijn in het land waar het beton wordt toegepast. In bijlage M van NEN-EN 206 staat een overzicht van de paragrafen waar dit voor geldt. Deze norm, NEN 8005, geeft aan welke nationale voorschriften in die gevallen in Nederland moeten worden gebruikt. Daarnaast wordt toelichting gegeven op een aantal paragrafen van NEN-EN 206. NEN 8005 vormt samen met NEN-EN 206 één geheel en is derhalve niet separaat te gebruiken. NEN 8005:2014 vervangt NEN 8005:2008 en het bijbehorende wijzigingsblad A1:2011. Reden voor de huidige herziening van NEN 8005 is het verschijnen van EN 206:2013. Deze norm is voor Nederland als NEN-EN 206:2014 gepubliceerd en vervangt de NEN-EN 206-1:2005. De belangrijkste wijzigingen zijn: het verdwijnen van de tabel met de consistentieklassen uit 4.2.1. Deze tabel kon de onterechte indruk wekken dat bijvoorbeeld een mengsel beproefd als consistentieklasse S3 ook automatisch aan C3 en F3 zou voldoen; het opnemen van aanbevolen consistentieklassen voor zeer vloeibaar en zelfverdichtend beton (4.2.1). Tevens het opnemen van aanbevolen klassen voor de overige eigenschappen van zelfverdichtend beton (4.2.2). Dit is een gevolg van de introductie van klassen voor zelfverdichtend beton in NEN-EN 206. het opnemen van vervangingspercentages voor grof toeslagmateriaal door recyclingmateriaal die afhankelijk zijn van het soort recyclingmateriaal en de van toepassing zijnde milieuklassen (5.2.3.4 tabel A) het opnemen in de norm (5.3.1 opmerking 3 en tabel E) van een definitie voor het begrip massabeton. het opnemen in de norm van de mogelijkheid om in bouwdelen waarin massabeton wordt toegepast een cement, of een combinatie van cement en vulstof(fen) met een bindmiddelfunctie, toe te passen met een klinkergehalte lager dan 20 % (5.2.2). het opnemen in de norm van de mogelijkheid om, onder voorwaarden, in bouwdelen waarin massabeton wordt toegepast de maximaal toelaatbare water-cementfactor water-bindmiddelfactor aan te passen (5.3.1 tabel F) Verder is de tekst op diverse punten aangepast. De commissie die deze norm heeft opgesteld, heeft naast de status van NEN-normcommissie tevens de status van voorschriftencommissie 12 Beton van de stichting SBRCURnet. Met deze combinatie willen NEN en stichting SBRCURnet, in het belang van alle bouwpartijen, optimale onderlinge afstemming bevorderen van de activiteiten van beide organisaties. 2
Nederlandse invulling van NEN-EN 206: Beton Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit 1 Onderwerp en toepassingsgebied NEN 8005 geeft normatieve bepalingen voor die aspecten die volgens NEN-EN 206 nationaal mogen worden geregeld. Daarnaast worden bepaalde paragrafen van NEN-EN 206 van een toelichting voorzien. Deze norm is bedoeld te worden toegepast in samenhang met NEN-EN 206:2014. 2 Normatieve verwijzingen De volgende documenten waarnaar is verwezen zijn onmisbaar voor de toepassing van dit document. Bij een gedateerde verwijzing is alleen de aangehaalde versie van het desbetreffende document van toepassing. Bij een ongedateerde verwijzing is de laatste versie van het desbetreffende document (met inbegrip van de correctiebladen en wijzigingsbladen) van toepassing. NEN 3543 Nederlandse aanvulling op NEN-EN 13055-1 "Lichte toeslagmaterialen - Lichte toeslagmaterialen voor beton, mortel en injectiemortel" NEN 3550 Cement volgens NEN-EN 197-1 of NEN-EN 14216, met aanvullende speciale eigenschappen Definities en eisen NEN 5905 Nederlandse aanvulling op NEN-EN 12620 Toeslagmaterialen voor beton NEN 5960 Beton Bepaling van de water-cementfactor/water-bindmiddelfactor van betonspecie NEN 6722 Voorschriften beton - Uitvoering 1) NEN-EN 197-1 Cement Deel 1: Samenstelling, specificatie en conformiteitscriteria voor gewone cementsoorten NEN-EN 206:2014 Beton Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit NEN-EN 450-1:2012 Vliegas voor beton Deel 1: Definitie, specificaties en conformiteitscriteria NEN-EN 12350-1:2009 Beproeving van betonspecie Deel 1: Monsterneming NEN-EN 12390-1:2012 Beproeving van verhard beton Deel 1: Vorm, afmetingen en verdere eisen voor proefstukken en mallen NEN-EN 12390-3:2009 Beproeving van verhard beton Deel 3: Druksterkte van proefstukken NEN-EN 12620+A1 Toeslagmateriaal voor beton NEN-EN 13055-1 Lichte toeslagmaterialen Deel 1: Lichte toeslagmaterialen voor beton, mortel en injectiemortel NEN-EN 13670 Het vervaardigen van betonconstructies 1) NEN-EN 14216 Cement Samenstelling, specificaties en conformiteitscriteria voor bijzondere cementsoorten met erg lage hydratatiewarmte NEN-EN 15167-1 Gemalen gegranuleerde hoogovenslak voor gebruik in beton, mortel en injectiemortel Deel 1: Definities, specificaties en conformiteitscriteria 1) Vanwege het verschijnen van NEN-EN 13670 moest NEN 6722 worden ingetrokken. NEN 8670 is een aanvullingsnorm op NEN-EN 13670 en een restnorm van NEN 6722. Echter, ten tijde van het schrijven van deze norm is NEN 8670 nog niet gereed. Daarom wordt hier nog verwezen naar NEN 6722, ondanks dat deze in september 2013 is ingetrokken. 3
NEN-EN 45501 ISO 3310-1 Metrologische aspecten van niet-automatische weeginstrumenten Controlezeven Technische eisen en beproevingen Deel 1: Draadzeven van metaal 3 Definities, symbolen en afkortingen Aanvullend op NEN-EN 206 wordt het volgende opgemerkt: 3.1.1.19 genormaliseerd beton op samenstelling OPMERKING In Nederland is geen norm beschikbaar voor genormaliseerd beton op samenstelling. Daarom kan genormaliseerd beton op samenstelling in Nederland niet worden toegepast. 4 Classificatie 4.1 Milieuklassen in verband met de omgevingsomstandigheden (1) OPMERKING 1 Vanwege de bij de constructeur aanwezige kennis over de situering en functie van de betonconstructie bepaalt de ontwerper respectievelijk de ontwerper/constructeur welke milieuklasse(n) op een bepaald bouwdeel van toepassing is (zijn). De op een bepaald bouwdeel van toepassing zijnde milieuklasse(n) is/zijn aangegeven in de projectspecificatie en/of op de desbetreffende bouwtekening(en). OPMERKING 2 De indeling van zeewater kan worden gemaakt op basis van de hieronder vermelde gemiddelde samenstelling van het Nederlandse zeewater: gemiddeld gehalte aan sulfaat SO 4 2- : 2 780 mg/l; gemiddeld gehalte aan magnesium Mg 2+ : 1 330 mg/l. Zie ook de voetnoot d in tabel D. (2) OPMERKING 3 Bij gevaar voor chemische aantasting anders dan door grond en grondwater, kan binnen milieuklasse XA de subklasse worden bepaald door gebruik te maken van bijlage AA. 4.2 Betonspecie 4.2.1 Consistentieklassen OPMERKING Tenzij vooraf anders is overeengekomen, worden voor de beoogde consistentie de volgende klassen (volgens NEN-EN 206) aanbevolen: Droog: Aardvochtig: Half plastisch: Plastisch: Zeer plastisch: Vloeibaar: Zeer vloeibaar: Zelfverdichtend: C0 C1 S2 S3 F4 F5 SF1 SF2 4.2.2 Aanvullende eigenschappen voor zelfverdichtend beton OPMERKING Tenzij vooraf anders is overeengekomen, worden voor de aanvullende eigenschappen de volgende klassen (volgens NEN-EN 206) aanbevolen: Viscositeit: VF1 of VF2 Blokkeringsmaat: PJ1 of PJ2 Stabiliteit: SR1 of SR 2 4
5 Eisen gesteld aan het beton en controlemethoden 5.1 Basiseisen gesteld aan de grondstoffen 5.1.1 Algemeen (1) OPMERKING Voor de bepaling van de geschiktheid van grondstoffen voor toepassing in beton kan CUR-rapport 2002-6 worden geraadpleegd. 5.1.3 Toeslagmaterialen (1) Natuurlijk normaal en zwaar toeslagmateriaal en luchtgekoelde hoogovenslak moeten voldoen aan NEN-EN 12620 en NEN 5905. Licht toeslagmateriaal moet voldoen aan NEN-EN 13055-1 en NEN 3543. (2) Als betongranulaat en menggranulaat komen uitsluitend in aanmerking de betongranulaten en menggranulaten die voldoen aan NEN-EN 12620 en aan de desbetreffende bepalingen van NEN 5905, en waarvan de volumieke massa ρ rd ten minste 2 000 kg/m 3 bedraagt. Als baksteengranulaat komen uitsluitend in aanmerking de baksteengranulaten die voldoen aan NEN-EN 12620 en aan de desbetreffende bepalingen van NEN 5905, en waarvan de volumieke massa ρ rd ten minste 1 500 kg/m 3 bedraagt. (3) Het gebruik van toeslagmaterialen waarvoor volgens NEN-EN 12620 aanvullende eisen nodig zijn, is niet toegelaten. 5.2 Basiseisen gesteld aan de betonsamenstelling 5.2.1 Algemeen (4) OPMERKING In Nederland is geen norm beschikbaar voor genormaliseerd beton op samenstelling. Daarom kan genormaliseerd beton op samenstelling in Nederland niet worden toegepast. 5.2.2 Keuze van het cement Van de in tabel 1 van NEN-EN 197-1 genoemde cementen zijn de volgende cementen altijd generiek toepasbaar: CEM I (portlandcement); CEM II/A-S en CEM II/B-S (portlandslakcementen); CEM II/A-V en CEM II/B-V (portlandvliegascementen); CEM II/B-T (portlandleisteencement); CEM III/A en CEM III/B (hoogovencementen). Voor het aantonen van de generieke toepasbaarheid van de overige in NEN-EN 197-1 genoemde cementen moet gebruik worden gemaakt van de procedure zoals beschreven in CUR-aanbeveling 48. Voor cementen die voldoen aan NEN-EN 197-1 of NEN-EN 14216 en waarvan de generieke toepasbaarheid niet is aangetoond, geldt dat het cement mag worden toegepast daar waar de specifieke geschiktheid de prestatie van het bouwdeel positief beïnvloed. Specifieke geschiktheid van het cement moet worden aangetoond door te toetsen op één of meer relevante duurzaamheidsaspecten zoals 5
genoemd in CUR-aanbeveling 48 eventueel aangevuld met relevante testmethoden, bijvoorbeeld hydratatiewarmte. De cementen CEM III/C en VLH III/C (klinkergehalte lager dan 20 % (massapercentage)) mogen alleen worden toegepast in bouwdelen met massabeton. Voor de definitie van massabeton zie 5.3.1 opmerking 3 en tabel E. Combinaties van cement(en) en vulstof(fen) voor toepassing in beton met een klinkergehalte lager dan 20 % (massapercentage) berekend ten opzichte van de som van de cementen en als bindmiddel meegerekende vulstof(fen) mogen alleen worden toegepast in bouwdelen met massabeton. OPMERKING Het toetsen op duurzaamheid vindt plaats op basis van Beoordelingswijze geschiktheid van beton met vulstoffen (hoofdstuk 5 van CUR-aanbeveling 48). Het referentiebeton behoort te zijn vervaardigd met een referentiecement behorend bij de van toepassing zijnde milieuklasse overeenkomstig de tabel in bijlage A van CUR-aanbeveling 48. Toepassing van deze betonsoorten, de wijze waarop de geschiktheid wordt aangetoond, en eventuele aanvullende eisen met betrekking tot verwerking en uitvoering, moeten vooraf schriftelijk worden overeengekomen tussen producent en gebruiker. Voor cementsoorten met de aanvullende speciale eigenschap wit moet van NEN 3550 gebruik worden gemaakt. 5.2.3 Keuze van het toeslagmateriaal 5.2.3.4 Gerecyclede toeslagmaterialen en kunstmatig vervaardigde toeslagmaterialen In beton met toeslagmaterialen als bedoeld in (1) van 5.1.3 van NEN-EN 206 mag het natuurlijke harde dichte grove toeslagmateriaal beperkt worden vervangen door betongranulaat, metselwerkgranulaat, grof licht toeslagmateriaal of een combinatie daarvan zie tabel A. Daarbij geldt aanvullend dat ten hoogste 10 % (volumepercentage) van de totale hoeveelheid natuurlijk hard dicht grof toeslagmateriaal door metselwerkgranulaat, grof licht toeslagmateriaal of een combinatie daarvan mag worden vervangen. Tabel A Maximum vervangingspercentage van grof toeslagmateriaal (in volumepercentage) Soort recyclinggranulaat Volumieke massa Milieuklasse ρ rd (kg/m 3 ) X0 Overige milieuklassen type A1 (betongranulaat) 2 200 50 % 30 % type A2 (betongranulaat) 2 000 50 % 20 % type B (menggranulaat) 2 000 50 % 20 % type C (metselwerkgranulaat) 1 500 25 % 10 % OPMERKING 1 Type A2 betongranulaat betreft betongranulaat met een lagere dichtheid dan type A1. OPMERKING 2 Voor metselwerkgranulaat kan CUR-aanbeveling 5 worden geraadpleegd; voor menggranulaat CUR-aanbeveling 80 en voor het vervangen van het natuurlijke harde dichte grove toeslagmateriaal door betongranulaat kan CUR-aanbeveling 112 worden geraadpleegd. 5.2.3.5 Weerstand tegen alkali-silicareactie OPMERKING Bij gebruik van CUR-aanbeveling 89 en NEN 5905 wordt geacht aan het in de normtekst van NEN-EN 206 gestelde te zijn voldaan. 6
5.2.5 Gebruik van vulstoffen 5.2.5.1 Algemeen (2) Het gebruik als vulstof type-ii is toegelaten voor poederkoolvliegassen behorend tot categorie N volgens 5.3.1 (fijnheid) van NEN-EN 450-1; poederkoolvliegassen behorend tot categorie A volgens 5.2.2 (gloeiverlies) van NEN-EN 450-1. Bij gebruik van poederkoolvliegassen behorend tot categorie S volgens 5.3.1 (fijnheid) van NEN-EN 450-1 en van poederkoolvliegassen behorend tot categorie B of categorie C volgens 5.2.2 (gloeiverlies) van NEN-EN 450-1 moet de geschiktheid van tevoren zijn aangetoond. Bovendien moet de wijze waarop de geschiktheid wordt aangetoond, van tevoren zijn overeengekomen. Bij gebruik van deze poederkoolvliegassen als vulstof type II, moet dit eveneens van tevoren zijn overeengekomen. Het gebruik als vulstof type II van poederkoolvliegassen die niet onder de werking van NEN-EN 450-1 vallen, is uitsluitend toegelaten indien de geschiktheid is aangetoond. OPMERKING 1 Voor het bepalen van de geschiktheid kan CUR-rapport 2002-6 worden geraadpleegd. Het gebruik als vulstof type II van gemalen gegranuleerd hoogovenslak dat voldoet aan NEN-EN 15167-1 is zonder meer toegelaten. OPMERKING 2 In Nederland is het bepalen van de geschiktheid voor het gebruik van gemalen gegranuleerd hoogovenslak in beton dat voldoet aan NEN-EN 206 uitgewerkt in de nationale BRL 9325. (4) OPMERKING 3 In Nederland kan voor een combinatie van hoogovencement en poederkoolvliegas een bindmiddelfunctie worden toegekend aan de poederkoolvliegas conform 5.2.5.2.2 van NEN-EN 206. Daarbij wordt onder de water-bindmiddelfactor verstaan de massaverhouding tussen het effectieve watergehalte en het (cement + k x poederkoolvliegas)-gehalte. (5) OPMERKING 4 In Nederland is het 'equivalent concrete performance concept' volgens 5.2.5.3 van NEN-EN 206 voor de gelijkwaardige prestatie van de combinatie van poederkoolvliegas/cement, gemalen gegranuleerde hoogovenslak/cement en kalksteenmeel/cement en combinaties hiervan als bindmiddel in beton uitgewerkt in de Nationale BRL 1802. 5.2.5.2 k-waarde voor vliegas, poederkoolvliegas, gemalen gegranuleerde hoogovenslak 5.2.5.2.2 k-waarde voor poederkoolvliegas die aan NEN-EN 450-1 voldoet In Nederland is voor beton dat cement CEM III/A en/of CEM III/B en poederkoolvliegas met een bindmiddelfunctie bevat, een k-waarde van 0,2 toegelaten voor de poederkoolvliegas voor alle sterkteklassen van het cement en in alle milieuklassen. Bij een combinatie van cementen kan de k-waarde van deze combinatie worden bepaald uit rechtlijnige interpolatie tussen de k-waarden op basis van de massaverhoudingen van de cementen. Het bovenstaande geldt voor zowel poederkoolvliegassen die aan NEN-EN 450-1 voldoen als poederkoolvliegassen die niet aan NEN-EN 450-1 voldoen, maar waarvan de geschiktheid voor gebruik in beton dat voldoet aan NEN-EN 206 is aangetoond (zie 5.2.5.1). 5.2.5.2.4 k-waarde voor gemalen gegranuleerde hoogovenslak die voldoet aan NEN-EN 15167-1 (1) OPMERKING In Nederland is geen k-waarde voor gemalen gegranuleerde hoogovenslak vastgelegd. 5.2.5.3 Concept voor de gelijkwaardige prestatie van beton (3) OPMERKING Voor uitwerking van het concept voor de gelijkwaardige prestatie van beton kan CUR-aanbeveling 48 worden geraadpleegd. 7
Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft Ja, ik bestel ex. NEN 8005:2014 nl Nederlandse invulling van NEN-EN 206: Beton - Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit 32.00 T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271 www.nen.nl/normshop Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop Gratis e-mailnieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V E-mail Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: 015 2 690 271 E-mail: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon 015 2 690 391, dagelijks van 8.30 tot 17.00 uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: www.nen.nl/leveringsvoorwaarden. LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview - 2018