Bij elke vraag kan je, indien gewenst, De Grote Bosatlas, 54e druk gebruiken.



Vergelijkbare documenten
Examen HAVO. Centraal Examen Havo Aardrijdskunde 2014 tijdvak 1 Opgaven aardrijkskunde

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-0131-a-14-1-b

Vraag Antwoord Scores

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Correctievoorschrift HAVO 2014

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 maandag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

aardrijkskunde vwo 2015-I

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

aardrijkskunde vwo 2015-I

Examen VWO. aardrijkskunde. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Opgave 3 Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Opgave 1 Gentrification in Williamsburg (New York)

aardrijkskunde havo 2017-I

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen aardrijkskunde havo I

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

aardrijkskunde havo 2015-II

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort.

Bij elke vraag kun je, indien gewenst, De Grote Bosatlas, 54e druk gebruiken.

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

Eindexamen aardrijkskunde oud progr vwo I

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen vwo aardrijkskunde 2013-I

aardrijkskunde havo 2018-II

Opgave 1 Globalisering in de auto-industrie

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-0131-a-17-1-b

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde

Opgave 5 Migratiepatronen in Zuidoost-Azië

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Opgave 7 Het regiem van de Rijn en zijrivieren in Duitsland

Bijlage VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. VW-0131-a-15-2-b

Vraagvormen in het CE Aardrijkskunde (HV) Geef Geef aan Leg uit Beredeneer Beschrijf Beargumenteer

Examen HAVO. aardrijkskunde Compex. Vragen 1 tot en met 23. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-0131-a-18-2-b

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort. Gebruik bron 1. In deze bron worden de nieuwe stedelingen genoemd.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

aardrijkskunde havo 2017-II

Eindexamen vwo aardrijkskunde I

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen horen bijlagen.

Bestudeer de bronnen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

Bijlage VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. VW-0131-a-15-1-b

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-0131-a-13-2-b

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2006-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo II

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen aaardrijkskunde havo 2008-II

Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel

Eindexamen aardrijkskunde vwo II

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen vwo aardrijkskunde 2013-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Eindexamen vwo aardrijkskunde II

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-0131-a-15-1-b

1 Landschap en klimaat in Turkije

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-0131-a-16-1-b

Eindexamen havo aardrijkskunde 2013-I

aardrijkskunde vwo 2015-I

Vraag Antwoord Scores. Mexico, Indonesië en Turkije 1 een grote bevolkingsomvang 1

aardrijkskunde vwo 2015-II

aardrijkskunde havo 2016-I

Voorronde Nationale Aardrijkskunde Olympiade 2019

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-0131-a-10-2-b

aardrijkskunde havo 2016-II

Transcriptie:

Bij elke vraag kan je, indien gewenst, De Grote Bosatlas, 54e druk gebruiken. Wereld Opgave 1 De millenniumdoelen Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen. De Verenigde Naties hebben in 2000 acht millenniumdoelen geformuleerd. Een van deze doelen is het terugbrengen van de armoede in de wereld. De Verenigde Naties gebruiken als maat voor armoede in een land het percentage van de inwoners dat minder dan $ 1,25 per dag te besteden heeft. Volgens de Verenigde Naties leven wereldwijd nu nog anderhalf miljard mensen onder deze grens. 1p 1 Geef een argument waarom het percentage inwoners dat minder dan $ 1,25 per dag te besteden heeft een betere indicator is voor de armoede in een land dan het bnp per inwoner. Gebruik bron 1. In de bron is een categorie landen weergegeven waarvan geen gegevens zijn opgenomen. Deze categorie kan in twee groepen landen verdeeld worden: groep a: landen als Libië, Irak, Somalië en Zimbabwe; groep b: westerse landen. 2p 2 Noteer de letters a en b onder elkaar op je antwoordblad. Schrijf achter elke letter waarom van de betreffende groep landen geen gegevens zijn opgenomen. Gebruik bron 2. Er worden verschillende afbeeldingsmethoden voor kaarten gebruikt. De kaart in bron 2 is een anamorfosekaart. 1p 3 Op welke wijze zijn de gegevens op deze kaart afgebeeld? Op basis van bron 2 lijkt armoede in Azië een groter probleem te zijn dan in Afrika. Toch vinden veel deskundigen dat armoede in Afrika een groter probleem is. 2p 4 Geef hiervoor twee argumenten. - 1 -

Opgave 1 De millenniumdoelen bron 1 Percentage van de bevolking dat minder dan $ 1,25 per dag te besteden heeft (in 2011) Legenda: geen gegevens minder dan 10% 10% - 39% 40% of meer 0 2000 4000 km vrij naar: www.millenniumdoelenatlas.nl - 2 -

bron 2 Aantal mensen dat minder dan $ 1,25 per dag te besteden heeft (in 2011) vrij naar: www.millenniumdoelenatlas.nl - 3 -

Wereld Opgave 2 Handelsverkeer in een globaliserende wereld Gebruik atlaskaart 246A. Hieronder staan drie stellingen die van toepassing zijn op deze atlaskaart. a Uit de kaart blijkt dat er in 2009 sprake was van een triade in het mondiale handelsverkeer; b Uit de kaart blijkt dat er in 2009 sprake was van global shift; c In 2009 importeerden de Verenigde Staten en Canada samen voor 200 miljard euro meer dan dat ze exporteerden. 2p 5 Neem de letters a, b en c over op je antwoordblad. Schrijf achter elke letter of de stelling waar of niet waar is. Gebruik atlaskaart 246A. Het handelsverkeer van West-Europa is groter dan dat van Azië en Oceanië. Dat is opvallend omdat de interregionale handelsstromen van en naar Azië en Oceanië groter zijn. 2p 6 Beredeneer hoe deze situatie is ontstaan. Ga in je antwoord uit van West-Europa. Gebruik atlaskaart 246A. De regio s Azië en Oceanië en Midden-Oosten hadden in 2009 beide een positieve handelsbalans. 3p 7 Geef aan op welke wijze dit blijkt uit de atlaskaart; welk type exportproduct voor elk van deze regio s vooral bijdroeg aan de positieve handelsbalans. Multinationale ondernemingen uit westerse landen verplaatsen tegenwoordig niet alleen hun productieafdelingen naar landen als China, India en Brazilië. Steeds vaker worden ook andere bedrijfsonderdelen van de productieketen naar deze landen verplaatst. 3p 8 Geef een voorbeeld van een bedrijfsonderdeel dat tegenwoordig ook naar deze landen wordt verplaatst; twee redenen waarom het gekozen bedrijfsonderdeel tegenwoordig wél, maar zo n twintig jaar geleden nog niet, naar deze landen werd verplaatst. - 4 -

Aarde Opgave 3 De Dolomieten Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort. De Dolomieten vormen een gebergte in Noord-Italië met toppen tot meer dan 3.000 meter hoog. Het gesteente waaruit deze bergen zijn ontstaan is gevormd uit koraalriffen. 2p 9 Beschrijf de wijze waarop dit gesteente door plaattektoniek zo hoog is komen te liggen. Bij het cijfer 1 in de bron vindt veel mechanische verwering plaats. Dit type verwering wordt ook wel fysische verwering genoemd. 2p 10 Beschrijf twee manieren waarop dit type verwering bij het cijfer 1 plaatsvindt. Bij de letter A in bron 1 heeft een aardverschuiving plaatsgevonden. 2p 11 Leg uit dat dergelijke aardverschuivingen in de Dolomieten vooral in het voorjaar ontstaan. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. Gebruik kaartblad 110-111. De Dolomieten maken deel uit van de Alpen. Er bestaat een relatie tussen de exogene processen in de Alpen en het overheersende exogene proces in de Povlakte ten zuiden van de Alpen. 2p 12 Beschrijf deze relatie. - 5 -

Opgave 3 De Dolomieten bron 1 Bergtop in de Dolomieten bron: Cito - 6 -

Aarde Opgave 4 Landdegradatie in Turkije Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen. In Turkije is bodemerosie de meest voorkomende vorm van landdegradatie. Meer dan 80 procent van het landoppervlak wordt er ernstig of zeer ernstig door bedreigd. Gebruik bron 1. In het op de foto afgebeelde gebied vindt bodemerosie plaats. 2p 13 Welke twee aanwijzingen vind je daarvoor op de foto? Gebruik bron 2 en kaartblad 122-123. In een deel van Turkije vindt relatief weinig bodemerosie plaats. Dit is het droogste deel van Turkije. 2p 14 Leg uit dat juist dit deel van Turkije droog is. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. In het zuidoosten van Turkije vindt op grote schaal irrigatie plaats. 2p 15 Beschrijf de wijze waarop irrigatie hier kan leiden tot landdegradatie. In het Taurusgebergte, in het zuidwesten van Turkije, vindt veel ontbossing plaats. Dit leidt in het omliggende gebied regelmatig tot overstromingen. 2p 16 Leg uit dat ontbossing in het Taurusgebergte kan leiden tot overstromingen in het omliggende gebied. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. - 7 -

Opgave 4 Landdegradatie in Turkije bron 1 Landschap in Turkije bron: Ministry of Environment and Forestry of Turkey, Turkish National Action Program on Combating Desertification, Ankara, 2006 bron 2 Bodemerosie in Turkije Bu. Zwarte Zee Georgie Gr. Istanbul Ankara Trabzon Armenie Izmir Konya Iran Diyarbakir Middellandse Zee Gaziantep Syrie Irak Legenda: gering matig ernstig zeer ernstig 0 140 280 km vrij naar: http://www.unccd.int/actionprogrammes - 8 -

Ontwikkelingsland Indonesië Opgave 5 De Grasbergmijn in Papua Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen. Het Amerikaanse mijnbouwbedrijf Freeport-McMoRan heeft van de regering van Indonesië een vergunning gekocht om ertsen uit de Grasbergmijn te winnen. 2p 17 Geef twee redenen waarom de regering van Indonesië deze vergunning verkocht aan een buitenlands bedrijf en niet aan een Indonesisch bedrijf. Gebruik bron 1. Bij de ertswinning in de Grasbergmijn in Papua zijn drie partijen betrokken: het Amerikaanse mijnbouwbedrijf Freeport-McMoRan, de regering van Indonesië en de Papoea s. Bij deze ertswinning is op meerdere ruimtelijke schalen sprake van een duidelijke centrum-periferieverhouding. 2p 18 Noteer twee van deze ruimtelijke schalen op je antwoordblad. Geef voor elke ruimtelijke schaal aan op welke wijze er sprake is van een centrum-periferieverhouding. Gebruik bron 1. 2p 19 Geef twee gegevens uit deze bron waaruit blijkt dat Indonesië niet optimaal profiteert van de bodemschatten uit de Grasbergmijn. Stelling: de winning van erts in Papua draagt bij aan het verminderen van de regionale ongelijkheid in Indonesië. 2p 20 Geef een argument vóór en een argument tegen deze stelling. - 9 -

Opgave 5 De Grasbergmijn in Papua bron 1 De Indonesische provincie Papua (op het eiland Nieuw-Guinea) is rijk aan delfstoffen. De Grasbergmijn heeft de grootste goud- en koperreserves van de wereld. Het Amerikaanse mijnbouwbedrijf Freeport-McMoRan is voor 60 procent eigenaar van deze mijn. Met de modernste machines worden de ertsen uit de open groeve gehaald. Het fijngemalen kopererts wordt vermengd met water en via pijpleidingen naar de haven van Timika vervoerd. Vandaar wordt het naar smelterijen elders in de wereld verscheept. Bij de Grasbergmijn werken ongeveer zesduizend mensen, waaronder slechts een paar honderd Papoea s, de oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Guinea. De meeste van deze werknemers uit Papua wonen in Tembagapura en de snelgroeiende havenstad Timika. Zij hebben daar nu onder andere de beschikking over een eigen ziekenhuis, scholen en een winkelcentrum. De Amerikaanse medewerkers wonen in een bewaakte luxueuze buitenwijk van Timika. Papoea s die vanwege de mijnbouw uit hun oorspronkelijke woongebied werden verdreven, wonen nu in een krottenwijk ten noorden van deze stad. bron 2 Papua vrij naar: http://www.infomine.com/minesite Sorong Manokwari P A P U A GROTE OCEAAN Jayapura Fakfak Bandazee Nabire Grasbergmijn Tembagapura Timika Arafurazee Merauke PAPOEA NIEUW-GUINEA vrij naar: akrockefeller.com 0 110 220 km - 10 -

Ontwikkelingsland Indonesië Opgave 6 Platentektoniek in Indonesië Op atlaskaart 156B zijn de drie verschillende typen plaatgrenzen te zien. 2p 21 Geef aan bij welk type plaatgrens in het algemeen de minst zware aardbevingen voorkomen; waardoor de aardbevingen bij dit type plaatgrens het minst zwaar zijn. Gebruik atlaskaart 156B. 2p 22 Geef aan op welk van de vijf grote Indonesische eilanden het aardbevingsrisico het kleinst is; wat de oorzaak is van dit relatief kleine aardbevingsrisico. Gebruik atlaskaart 156B. 2p 23 Leg uit dat in het noorden van Sulawesi wel actieve vulkanen voorkomen en op de rest van het eiland niet. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. Gebruik atlaskaart 156B. Ten (zuid)westen van Sumatra ligt een rij eilanden. Evenwijdig hieraan bevindt zich op Sumatra een rij vulkanen. 2p 24 Leg uit dat op Sumatra vulkanen zijn ontstaan, terwijl dit op de rij eilanden ten (zuid)westen van Sumatra niet het geval is. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. - 11 -

Leefomgeving Opgave 7 Wateroverlast in de Achterhoek Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort. De Achterhoek maakt deel uit van het stroomgebied van de IJssel. In de zomer van 2010 viel in delen van de Achterhoek in korte tijd extreem veel regen. De enorme hoeveelheid regen leidde echter niet tot wateroverlast langs de IJssel, omdat het debiet van de rivier op dat moment klein was, zoals gebruikelijk in deze tijd van het jaar. 2p 25 Geef twee oorzaken voor het kleine debiet dat Nederlandse rivieren als de IJssel in de zomer hebben. Door verstening van het oppervlak in het stroomgebied is het regiem van de IJssel veranderd. 2p 26 Leg uit op welke wijze verstening van het oppervlak het regiem van de IJssel heeft veranderd. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. Gebruik bron 1. Bij een zeer hevige en langdurige regenbui in de zomer van 2010 ontstond in Lichtenvoorde wateroverlast. Dat juist in Lichtenvoorde wateroverlast ontstond, had niet alleen te maken met verstening. 2p 27 Leg met behulp van bron 1 uit dat juist in Lichtenvoorde wateroverlast kon ontstaan. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. Om te voorkomen dat er in de toekomst weer wateroverlast in Lichtenvoorde ontstaat, kunnen wadi s (droge beddingen) of vijvers worden aangelegd. 2p 28 Leg met behulp van een onderdeel uit de drietrapsstrategie uit dat deze maatregelen kunnen bijdragen aan het voorkomen van nieuwe overstromingen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. - 12 -

Opgave 7 Wateroverlast in de Achterhoek bron 1 Topografische kaart van Lichtenvoorde en omgeving bron: Grote Topografische Atlas van Nederland, deel 3, 1997-13 -

Leefomgeving Opgave 8 Wonen en winkelen in de binnenstad van Venlo Bestudeer de bronnen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen. Gebruik de atlas. De gemeente Venlo wil graag dat Venlo uitgroeit tot dé winkelstad in Midden-Limburg. 1p 29 Van welke stad zal Venlo de meeste concurrentie kunnen verwachten? Gebruik bron 1. De gemeente Venlo wil Q4 ontwikkelen tot een aantrekkelijke woonwijk. Een ruimtelijk kenmerk dat Q4 hiervoor geschikt maakt is de ligging aan de Maas. 1p 30 Welk ander ruimtelijk kenmerk maakt Q4 hiervoor geschikt? Gebruik bron 2. De gemeente Venlo wil het woningaanbod in Q4 sterk veranderen. 2p 31 Beredeneer op welke manier deze verandering van het woningaanbod de leefbaarheid in de wijk kan verbeteren. Gebruik de bronnen 2 en 3. In de plannen van de gemeente Venlo moet Q4 een levendige wijk worden. Daartoe wordt de verbinding met de Maas versterkt. 4p 32 Geef met behulp van de bronnen drie veranderingen die in Q4 zullen plaatsvinden waardoor de verbinding met de Maas wordt versterkt; aan op welke manier deze veranderingen samen de wijk levendiger kunnen maken. - 14 -

Opgave 8 Wonen en winkelen in de binnenstad van Venlo bron 1 Ligging van de wijk Q4 in Venlo bron 2 bron: Grote Topografische Atlas van Nederland, deel 4, 1997 Q4: Binnenstedelijk wonen in een culturele omgeving De wijk Q4 (vierde kwadrant van de binnenstad van Venlo) werd in de Tweede Wereldoorlog grotendeels verwoest tijdens een bombardement. De wijk werd weer opgebouwd. Rond 1980 was het een wijk met ernstige drugsproblematiek. De wijk stond met de rug naar het water gekeerd. Door aaneengesloten bebouwing en een drukke Maasboulevard was de rivier vanuit Q4 moeilijk bereikbaar. De gemeente Venlo wil dat Q4 in 2015 een binnenstedelijke woonwijk is die het centrum van Venlo vergroot en aantrekkelijker maakt. De verbinding met de Maas wordt versterkt. Er komen winkels en een gevarieerder aanbod van woningen (gerenoveerd en nieuw, huizen en appartementen, koopwoningen en huurwoningen). Aan de Maaskade komen appartementenblokken met op de begane grond ruimte voor horeca. vrij naar: www.venlo.nl/gemeente_en_beleid - 15 -

bron 3 De situatie in Q4 voor en na herontwikkeling De witte blokken op de onderste afbeelding geven nieuwbouw weer. vrij naar: Gemeente Venlo - Q4, januari 2008-16 -