Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang

Vergelijkbare documenten
1 punt 3 /1 wordt opgeheven; 2 er wordt een punt 14 /2 ingevoegd dat luidt als volgt:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 (BS ) houdende toekenning van een subsidie aan het lokaal loket kinderopvang

Subsidies voor groepsopvang van schoolkinderen

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 maart 2016;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1496/1BIS

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0263/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 maart 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

VR DOC.1125/2

VR DOC.1589/2

VR DOC.1472/2BIS

Subsidie kinderopvang baby s en peuters: in de praktijk

VR DOC.0270/2

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 12;

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

ONDERSTEUNINGSREGLEMENT VOOR KINDEROPVANGPLAATSEN VOOR BABY S EN PEUTERS HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Locatiepremie

VR DOC.0952/2BIS

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen HOOFDSTUK II. - Algemene voorwaarden HOOFDSTUK III. - Plaatsen voor occasionele opvang HOOFDSTUK IV.

VR DOC.0472/1TER

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten

VR DOC.0136/2

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1450/2BIS

20/02/2014 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS. Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluiten van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 over de vergunningsvoorwaarden en de subsidies voor de kinderopvang van baby s en peuters

! wijzigingen bij besluit van , treden inwerking op

Subsidieberekening van de subsidies voor buitenschoolse kinderopvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

Brochure voorschotten groepsopvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

Subsidies inclusieve opvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Titel 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 1. Definities. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

In bepaalde omstandigheden kan een afwijking worden aangevraagd van het berekende inkomenstarief voor kinderopvang.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

gemeenteraad Besluit De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42, 1.

VR DOC.1391/1BIS

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding Wijzigingsbesluiten

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

DECREET HOUDENDE DE ORGANISATIE VAN KINDEROPVANG VAN BABY S en PEUTERS. Ann Lobijn

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

Brochure voorschotten gezinsopvang

VR DOC.1590/1

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding Wijzigingsbesluiten

Vlaamse Regering..3^L^

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

Kinderopvang in Vlaanderen. 6 maart 2014

! Versie vanaf (wijzigingen bij BVR van , treden in werking vanaf )

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

VR DOC.0786/2BIS

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro).

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport & Media

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

I. Situering Art. 4, eerste lid, 1 en 2 Decr.Vl. 20 april Art. 5, eerste lid, 3 Decr.Vl. 20 april 2012.

VR DOC.1498/2BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Subsidieberekening voor kinderopvang van baby s en peuters

VR DOC.0309/2BIS

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

Vernieuwing kinderopvang in Vlaanderen en Brussel

Titel 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 1. Definities. Inwerkingtreding

VR DOC.1242/2BIS

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2017;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

Adviesrol lokaal bestuur bij kinderopvang

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

VR DOC.0237/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1 en 3, en artikel 12, 1, tweede lid, en 3; Gelet op het Subsidiebesluit van 22 november 2013; Gelet op het akkoord van de minister bevoegd voor begroting, gegeven op 12 juli 2018; Gelet op advies xxxxx/x van de Raad van State, gegeven op..., met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: Artikel 1. In artikel 1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, 24 april 2015 en 14 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 punt 3 /1 wordt opgeheven; 2 er wordt een punt 14 /2 ingevoegd dat luidt als volgt: 14 /2 subsidie voor dringende kinderopvang: de subsidie voor de realisatie van een specifieke opdracht als vermeld in artikel 10, 3, van het decreet van 20 april 2012, meer bepaald de organisatie van kinderopvang op heel korte termijn en in afwachting van doorstroming van het kind naar de reguliere kinderopvang, als dat nodig is; ; 3 punt 17 /1 wordt vervangen door wat volgt: 17 /1 subsidie voor kinderopvang met flexibele openingstijden: de subsidie voor de realisatie van kinderopvang op flexibele openingstijden, vermeld in artikel 10, 1, van het decreet van 20 april 2012. Binnen die subsidie zijn de volgende vormen te onderscheiden: a) subsidie flexibele gezinsopvang: de subsidie voor kinderopvang op atypische openingsmomenten in een kinderopvanglocatie voor gezinsopvang; Pagina 1 van 5

b) subsidie voor ruimere openingsmomenten: de subsidie voor kinderopvang op atypische openingsmomenten in een kinderopvanglocatie voor groepsopvang; ; 4 punt 22 wordt opgeheven. Art. 2. In artikel 7/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: De subsidies voor kinderopvang met flexibele openingstijden worden op de volgende wijze toegekend: 1 de subsidie flexibele gezinsopvang kan toegekend worden als de organisator de voorwaarden voor die subsidie realiseert in een kinderopvanglocatie gezinsopvang waarvoor hij een subsidie voor inkomenstarief heeft; 2 de subsidie voor ruimere openingsmomenten kan toegekend worden als de organisator de voorwaarden voor die subsidie realiseert in een kinderopvanglocatie groepsopvang waarvoor hij een basissubsidie heeft. ; 2 er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: De subsidie voor dringende kinderopvang kan toegekend worden als de organisator de voorwaarden voor die subsidie realiseert in een kinderopvanglocatie groepsopvang waarvoor hij een subsidie voor inkomenstarief heeft.. Art. 3. In artikel 40/1, eerste lid, 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, worden de woorden flexibele openingstijden vervangen door de woorden atypische openingsmomenten. Art. 4. Artikel 40/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, wordt vervangen door wat volgt: Art. 40/2. De organisator zorgt voor kinderopvang op atypische openingsmomenten. Meer bepaald biedt de organisator kinderopvang aan op een van de volgende openingsmomenten: 1 minstens dertig minuten vóór 7 uur; 2 minstens dertig minuten na 18 uur; 3 op een weekenddag; 4 op een feestdag.. Art. 5. In artikel 40/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, worden de woorden flexibele openingstijden vervangen door de woorden atypische openingsmomenten. Art. 6. In artikel 40/4, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, worden de woorden flexibele openingstijden vervangen door de woorden atypische openingsmomenten. Art. 7. In titel 4/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, worden hoofdstuk 2, dat bestaat uit artikel 40/5 en 40/6, en hoofdstuk 3, dat bestaat uit artikel 40/7 tot en met 40/10, vervangen door wat volgt: Hoofdstuk 2. Subsidie voor ruimere openingsmomenten Afdeling 1. Subsidiebedrag Pagina 2 van 5

Art. 40/5. De subsidie voor ruimere openingsmomenten bedraagt 1500 euro per module per kalenderjaar. Afdeling 2. Voorwaarden voor specifieke dienstverlening Art. 40/6. De organisator biedt kinderopvang aan op een van de volgende openingsmomenten: 1 minstens een volledig uur vóór 7 uur of na 18 uur, bovenop de ononderbroken openingsduur van minstens elf uur, als vermeld in artikel 20; 2 minstens een volledig uur op een weekenddag; 3 minstens een volledig uur op een feestdag. Art. 40/7. Per module zijn er minstens vijfenzeventig kindaanwezigheden per kalenderjaar. In het eerste lid wordt verstaan onder kindaanwezigheid: de geplande aanwezigheid van een kind tijdens een van de openingsmomenten, vermeld in artikel 40/6, gedurende minstens dertig minuten en maximaal zestig minuten. Als het kind langer dan zestig minuten gepland aanwezig is tijdens zo een moment, wordt er een volgende kindaanwezigheid geteld zodra het kind dertig minuten aanvullend gepland aanwezig is. Art. 40/8. De organisator zorgt ervoor dat hij de kinderopvang op ruimere openingsmomenten bij voorrang aanbiedt aan gezinnen die daar behoefte aan hebben door hun professionele activiteiten die plaatsvinden buiten de reguliere openingsuren van de kinderopvanglocatie. De organisator neemt de concrete regeling daarvoor op in het huishoudelijk reglement. Art. 40/9. De organisator voert een beleid rond kinderopvang op ruimere openingsmomenten, rekening houdend met de draagkracht van het kind, en neemt dat op in het huishoudelijk reglement. De organisator met meer dan achttien vergunde kinderopvangplaatsen neemt in het kwaliteitshandboek, meer bepaald in het kwaliteitsmanagementsysteem, op hoe het beleid rond kinderopvang op ruimere openingsmomenten gestalte krijgt.. Art. 8. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017, wordt een titel 4/2, die bestaat uit artikel 40/11 tot en met 40/15, ingevoegd, die luidt als volgt: Titel 4/2. Subsidie voor dringende kinderopvang Hoofdstuk 1. Subsidiebedrag Art. 40/11. De subsidie voor dringende kinderopvang bedraagt: 1 1500 euro per kinderopvangplaats per kalenderjaar; 2 aanvullend 125 euro per kind dat de kinderopvangplaats, vermeld in punt 1, effectief invult. Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor specifieke dienstverlening Art. 40/12. De organisator zorgt ervoor dat hij een kinderopvangplaats waarvoor hij een subsidie voor dringende kinderopvang ontvangt, vrijhoudt voor kinderopvang van een kind uit een gezin dat binnen een maand behoefte heeft aan kinderopvang om een van de volgende redenen: Pagina 3 van 5

1 een lid van het gezin werkt niet en vindt plots werk, en heeft binnen het gezin of informele netwerk geen opvangmogelijkheden; 2 een lid van het gezin werkt niet en start plots met een opleiding, en heeft binnen het gezin of informele netwerk geen opvangmogelijkheden; 3 er is een acute crisis in het gezin waardoor het noodzakelijk is dat het kind naar de kinderopvang gaat; 4 het gezin kan, buiten zijn wil, niet meer gebruik maken van eerdere opvangmogelijkheden. Art. 40/13. Op een kinderopvangplaats waarvoor de organisator een subsidie voor dringende kinderopvang ontvangt, worden minimaal drie verschillende kinderen per kalenderjaar opgevangen en is er een bezetting van 60% per kalenderjaar. De bezetting wordt berekend conform artikel 21. Art. 40/14. In afwijking van artikel 28 kan de organisator ervoor kiezen om de kinderopvangdagen voor dringende kinderopvang niet op te nemen in het opvangplan, vermeld in de schriftelijke overeenkomst. De organisator neemt de concrete regeling daarvoor op in het huishoudelijk reglement. Art. 40/15. De organisator voert een beleid rond dringende kinderopvang, rekening houdend met de draagkracht van het kind, en neemt dat op in het huishoudelijk reglement. De organisator met meer dan achttien vergunde kinderopvangplaatsen neemt in het kwaliteitshandboek, meer bepaald in het kwaliteitsmanagementsysteem, op hoe het beleid rond dringende kinderopvang gestalte krijgt.. Art. 9. 1. Voor de organisator die op 31 december 2018 één van de subsidies, vermeld in het tweede lid, krijgt geldt de volgende overgangsregeling: 1 de subsidies, vermeld in het tweede lid, worden omgezet op 1 januari 2019 op de wijze, vermeld in het tweede lid; 2 de organisator heeft de tijd tot 31 december 2020 om te voldoen aan de voorwaarden specifieke dienstverlening die van toepassing zijn op de omgezette subsidie. Het gaat om: 1 de subsidie flexibele groepsopvang, vermeld in artikel 40/5 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, waarvoor geldt: per begonnen schijf van dertien plaatsen krijgt de organisator één module ruimere openingsmomenten; 2 de subsidie flexibele urenpakketten, vermeld in artikel 40/7 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, waarvoor geldt: de organisator kiest voor de omzetting van een urenpakket naar hetzij maximaal twee modules ruimere openingsmomenten, hetzij dringende opvangplaatsen voor een aantal dat niet hoger is dan de overeenstemmende subsidiehoogte voor de flexibele urenpakketten op 31 december 2018, hetzij een combinatie van de twee vorige mogelijkheden; 3 de subsidie project FCUD, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut, meer bepaald de subsidie aan organisatoren kinderopvang, waarvoor geldt: de organisator kiest voor de omzetting van deze subsidie naar hetzij modules ruimere openingsmomenten, hetzij dringende opvangplaatsen, voor een aantal dat niet hoger is dan de overeenstemmende subsidiehoogte op 31 december 2014, aangepast aan de huidige index, hetzij een combinatie van de twee vorige mogelijkheden; Pagina 4 van 5

2. Voor de organisator die op 31 maart 2019 een subsidie, vermeld in het tweede lid, krijgt geldt de volgende overgangsregeling: 1 de subsidie, vermeld in het tweede lid, wordt omgezet op 1 april 2019 op de wijze, vermeld in het tweede lid; 2 de organisator heeft de tijd tot 31 december 2020 om te voldoen aan de voorwaarden specifieke dienstverlening die van toepassing zijn op de omgezette subsidie. Het gaat om de subsidie aan de flexibele opvangpool, vermeld in artikel 35 en 36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 houdende de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van gemandateerde voorzieningen, coördinatiepunten en flexibele opvangpools van doelgroepwerknemers, de voorwaarden voor de toestemming en de subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte buitenschoolse opvang, en de voorwaarden voor een aanvullende subsidie voor organisatoren met een vergunning groepsopvang en een plussubsidie, waarvoor geldt: de organisator kiest voor de omzetting van deze subsidie naar hetzij modules ruimere openingsmomenten, hetzij dringende opvangplaatsen, voor een aantal dat niet hoger is dan de overeenstemmende subsidiehoogte op 31 december 2017, hetzij een combinatie van de twee vorige mogelijkheden. Art. 10. In artikel 1, 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut, wordt het zinsdeel kinderopvang, geschrapt. Art. 11. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019. Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo VANDEURZEN Pagina 5 van 5