De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

Vergelijkbare documenten
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Kinderopvangtoeslag vanaf 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gelet op artikel 7, tweede, vijfde en zesde lid, van de Wet kinderopvang; De Raad van State gehoord (advies van 2010, nr. W);

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vragen kinderopvang bij begroting en jaarverslag OCW en begroting SZW

Op de voordracht van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juli 2015, nr , gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

Gelet op artikel 1.7, tweede, derde, vijfde en zesde lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang per

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

Factsheet kinderopvang januari 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid, en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Gelet op de artikelen 1.6, zevende lid, 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1 ;

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid, en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

Gelet op artikel 1.8, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Inkomenseffecten bezuinigingen kinderopvang 2011, 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 1.8, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Gelet op artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

20 juni 2008 PO/KOV/22667

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum: 18 februari 2015 Betreft: Onderzoek alternatieve vormgeving kinderopvangtoeslag

2011D33700 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

Gelet op de artikelen 1.7, derde en vierde lid, 1.8, eerste lid, en 1.9 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kabinetsplannen: informatie voor werkende ouders

Kritisch over kinderopvang: feiten en fictie

De Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

Kinderopvang in Nederland 2011: vraag en aanbod in evenwicht

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van (datum invullen), (nummer invullen);

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag ASEA/LIV/2004/37584

SWW Kinderopvang. Hieronder een voorbeeld van twee werkende ouders die hun kinderen naar de kinderopvang op de Springplank brengen (zorgeloos pakket).

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Betreft: * Tarieven 2013 * Toelichting op de berekening van het uurtarief van de SKPC * Wijzigingen wet- en regelgeving kinderopvangtoeslag 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 1 bij AV/KO/2004/6240. Financiële effecten van de Wbk voor ouders en werkgevers

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.;

Berekening kinderopvangtoeslag 2011

Transcriptie:

a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011 1. Inleiding Kinderopvang voorziet in een behoefte. Voor veel werkende ouders is het de normaalste zaak van de wereld geworden om hun kinderen naar de formele opvang te brengen. Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 zijn het aanbod en het gebruik van formele kinderopvang sterk gegroeid. In 2005 werden nog circa 375.00 kinderen opgevangen. In 2009 is dit aantal meer dan verdubbeld tot circa 800.000 kinderen. In 2008 bleek dat bij ongewijzigd beleid in 2011 een overschrijding van circa 1,2 miljard zou optreden. Daarom heeft het kabinet destijds maatregelen genomen. In de brief van 20 juni 2008 (Tweede kamer 2007-2008, 31 322 VII, nr 25) en de begroting van 2009 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de combinatie van maatregelen en inzet van generale middelen: De kinderopvangtoeslagtabel voor het eerste kind is per 1 januari 2009 aangepast; er is circa 0,5 miljard extra aan het budget voor kinderopvang toegevoegd; daarnaast is de Wet kinderopvang gewijzigd om de gastouderopvang te professionaliseren en misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. 2. Budgettaire situatie kinderopvang Ondanks deze maatregelen overtreft het gebruik van kinderopvang wederom de verwachtingen. Tabel 1 presenteert de opbouw van de overschrijding ten opzichte van begroting 2010. Op grond van recente uitvoeringsinformatie is deze overschrijding 50 miljoen hoger in 2010, met structurele doorwerking, dan het bedrag dat is gemeld bij Voorjaarsnota 2010. Tabel 1: Mutaties ten opzichte van begroting 2010 In miljoenen euro s 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Mutatie uitgaven kinderopvangtoeslag 370 357 405 451 488 525 Mutatie implementatie gastouderopvang 31 7 7 7 7 7 Mutatie ontvangsten kinderopvangtoeslag 95 115 135 135 140 155 Saldo overschrijding 306 249 277 323 355 377 De overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door meer kinderen in de gastouderopvang dan verwacht en door de doorwerking van de hogere uitgaven van de kinderopvangtoeslag in 2009. De overschrijding loopt op in de tijd omdat de geraamde groei van vooral de buitenschoolse opvang is bijgesteld. Daarnaast zijn er hogere uitgaven voor de implementatie van het gewijzigde stelsel

gastouderopvang. De ontvangsten betreffen terugvorderingen van kinderopvangtoeslag over voorgaande jaren. Omdat de uitgaven de afgelopen jaren zijn gestegen nemen ook de ontvangsten over voorgaande jaren toe. 3. Maatregel vanaf 2011 3.1 Voorgenomen maatregel De kinderopvangtoeslag is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming voor ouders die formele kinderopvang afnemen. Er is een toeslagtabel voor het eerste kind (dat is volgens de definitie van de Wet kinderopvang het kind dat de meeste uren kinderopvang afneemt) en een toeslagtabel voor eventuele volgende kinderen. De toeslag voor het eerste kind neemt relatief sterker af naarmate het inkomen stijgt dan de toeslag voor volgende kinderen, om de arbeidsparticipatie van gezinnen met meer kinderen niet extra te ontmoedigen. Om de overschrijding in de kinderopvang vanaf 2011 op te lossen, stelt het demissionaire kabinet voor om de toeslagpercentages te verlagen. De toeslagtabel wordt op een zodanige manier neerwaarts aangepast, dat alle ouders (bij een gelijk gebruik aan kinderopvang) bij benadering éénzelfde percentage van hun besteedbaar inkomen extra gaan betalen aan kinderopvang. Door de maatregel krijgen ouders met een verzamelinkomen vanaf circa 100.000 voor het eerste kind slechts een toeslag van 33,3%, op basis van de verplichte werkgeversbijdrage. In de huidige toeslagtabel van 2010 ligt deze grens bij een verzamelinkomen vanaf 115.000. Het aandeel van ouders in de totale kosten van kinderopvang, tot de maximumuurprijs, stijgt tot circa 26% in plaats van de circa 21% die ouders nu bijdragen. De kinderopvangtoeslag wordt na de maatregel gemiddeld circa 74% in plaats van circa 79%. Grafiek 1 presenteert de vormgeving van de huidige toeslagtabel en de voorgenomen toeslagtabel vanaf 1 januari 2011. Door deze maatregel blijft de kinderopvang financieel beheersbaar. De aanpassingen in de kinderopvangtoeslag zullen plaatsvinden door middel van een wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. Dit gewijzigde besluit is met deze brief aan uw Kamer verzonden. Naast aanpassing van de toeslagentabel worden de maximumuurprijzen van de verschillende opvangsoorten en de grenzen van de inkomensklassen van de toeslagtabel met dit besluit aangepast, in verband met de jaarlijkse indexering. Om de overschrijding vanaf 2011 op te lossen, is het noodzakelijk om nu maatregelen te treffen. Om de nieuwe percentagetabellen per 1 januari 2011 in te kunnen voeren dient het gewijzigde Besluit kinderopvangtoeslag namelijk half oktober 2010 in het Staatsblad gepubliceerd te zijn, zodat de Belastingdienst voldoende in de gelegenheid is om de systemen aan te passen aan de nieuwe bedragen en percentages. Pagina 2 van 2

Grafiek 1: toeslagpercentages kinderopvangtoeslag 1 100% Tabellen kinderopvangtoeslag toeslagpercentage 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Negatief 26.988,- t/m 28.243,- 39.555,- t/m 40.811,- 60.463,- t/m 63.091,- 86.742,- t/m 89.368,- 113.016,- t/m 115.642,- bruto verzamelinkomen 139.290,- t/m 141.916,- 1e kind, toeslagtabel 2010 volgend kind, toeslagtabel 2010 1e kind, na wijziging volgend kind, na wijziging 3.2 Opbrengst maatregel Bij het aantreden van het kabinet was op jaarbasis circa 1,6 mld voor kinderopvang beschikbaar. Dat zou zonder de voorgestelde maatregel oplopen tot per saldo circa 3,0 mld in 2011. Door de maatregel wordt in 2011 per saldo circa 2,7 mld besteed aan kinderopvang. Tabel 2 presenteert de opbrengst van de maatregel. De meeropbrengsten over 2011-2015 worden ingezet ter dekking van de extra overschrijding van 50 miljoen in 2010. Tabel 2: opbrengst maatregel In mln euro's 2011 2012 2013 2014 2015 Totaal Saldo overschrijding ten opzichte van stand begroting 2010 (afgerond) 250 275 325 355 375 1580 Opbrengst maatregel (afgerond) -230-310 2-355 -360-375 -1630 Verschil 20-35 -30-5 0-50 1 Inclusief verplichte werkgeversbijdrage van 33,3% 2 Inclusief 25 miljoen opbrengst doordat tijdelijke middelen van het Waarborgfonds terugvloeien naar het Rijk. Pagina 3 van 3

4. Effecten van de maatregel 4.1 Uitgaven voor ouders Tabel 3 presenteert de ouderbijdragen in absolute bedragen en in percentages voor een aantal inkomens. Weergegeven zijn de effecten voor ouders bij opvang van twee kinderen in de leeftijd 0 4 jaar gedurende twee dagen in de week. Tabel 3: Uitgaven voor ouders per maand bij 2 dagen dagopvang voor 2 kinderen onder de 4 jaar Verzamelinkomen in euro's in 2011 ouderbijdrage per maand in 2010 in euro s ouderbijdrage per maand in 2011 in euro s Mutatie van 2011 op 2010 in euro s per maand minimum 20.000 44 65 21 modaal 35.000 86 113 27 2 x modaal 70.000 205 250 45 2,5 x modaal 85.000 269 323 54 4.2 Arbeidsparticipatie Het CPB heeft onlangs een document gepubliceerd ( Child care subsidies revisited uit februari 2010) waarin het effect van kinderopvangsubsidies op de arbeidsparticipatie wordt geanalyseerd. Naast de beslissing om al dan niet te gaan werken speelt ook de keuze tussen formele opvang en informele opvang een rol bij het bepalen van het effect van kinderopvangsubsidies op de arbeidsparticipatie. Het CPB concludeert dat kinderopvangsubsidies een positief effect hebben op de arbeidsparticipatie. Bij de huidige subsidievoet van gemiddeld circa 80% is het effect van een verdere verhoging van het subsidiepercentage op de werkgelegenheid echter klein. Een verdere verhoging leidt vooral tot het vervangen van informele door formele opvang. Ook bij bezuinigingen is de substitutie tussen formele en informele opvang relevant. Bij een relatief kleine bezuiniging is het verlies aan werkgelegenheid daarom klein, maar naarmate de bezuiniging oploopt neemt het verlies aan werkgelegenheid toe. In het CPB-model wordt een proportionele verhoging van de ouderbijdrage met 25% gesimuleerd. Dat geeft een indicatie van de effecten van de door het demissionaire kabinet voorgenomen maatregel. Uit deze simulatie blijkt dat een verhoging van de ouderbijdrage met 25% tot minder dan 0,1% verlies aan werkgelegenheid leidt. Gegeven dit beperkte effect acht het kabinet het verantwoord om de hierboven beschreven maatregel te nemen om de overschrijding op de kinderopvangtoeslag op te lossen. 4.3 Inkomenseffecten Tabel 4 presenteert de inkomenseffecten van de maatregel voor verschillende huishoudens die gebruik maken van kinderopvang, zoals berekend door het ministerie van SZW. Uit de tabel blijkt dat een grote meerderheid van de huishoudens er relatief ten opzichte van hun besteedbaar inkomen minder dan 2% op achteruit gaat. De spreiding in het inkomenseffect wordt mede veroorzaakt door een verschillend gebruik van kinderopvang per inkomensgroep. Pagina 4 van 4

Tabel 4 Inkomenseffecten voor huishoudens die kinderopvang gebruiken Inkomenseffect Minimum Minimummodaal 1x - 1,5x modaal 1,5x - 2x modaal 2x - 3x modaal >3x modaal Totaal geen effect 18% 3% -1 tot 0% 67% 60% 59% 54% 43% 55% 53% -2 tot -1% 17% 27% 38% 44% 54% 23% 40% -3 tot -2% 17% 13% 3% 2% 4% 4% 4% <-3% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% % aantal huishoudens 2% 7% 15% 26% 31% 19% 100% 5. Concluderend Om de kinderopvanguitgaven binnen het budgettaire kader te houden stelt het kabinet voor om de kinderopvangtoeslag neerwaarts aan te passen. Gezien de demissionaire status van het kabinet is gekozen voor een beleidsarme maatregel, door de toeslagentabel zo aan te passen dat ouders er relatief, ten opzichte van hun besteedbaar inkomen, ongeveer evenveel op achteruit gaan. Ook met deze maatregel is de afgelopen kabinetsperiode fors geïnvesteerd in kinderopvang. Daarnaast geeft CPB-onderzoek aan dat deze maatregel de arbeidsparticipatie slechts beperkt beïnvloedt. Ten slotte worden de maximumuurprijzen en de grenzen van de inkomensklassen van de toeslagtabel geïndexeerd, zodat ouders worden gecompenseerd voor de stijging van het gemiddelde prijsniveau. Dit alles maakt dat het kabinet het verantwoord acht om deze maatregel nu te nemen, om het stelsel van kinderopvang financieel beheersbaar te houden. de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. A. Rouvoet Pagina 5 van 5