Bestnr. 75 12 30 PIR- bewegingsmelder Centauri BW2100 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 2005 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl of www.conrad.be
Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Introductie Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u de passieve infrarood- bewegingsmelder in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be. Technische gegevens Voedingspanning: 9-16V DC (nom.12vdc) Witlichtvastheid: 6500 Lux Stroomverbruik: @ 10mA bij werking EGB-vastheid: ± 10kV per IEC 801-2 @ 25mA max. bij alarm Stoorstralingsvastheid: 50V/m,25-1000MHz PM Max. bromspanning: 0,5Vss (+12V) Werktemperatuur: -20 C tot 60 C Detectiebereik: 15m x 15m Opslagtemperatuur: -20 C tot 70 C Impulsteller: 1,2,3 (steekbrug) Warmtecompensatie: thermistor Pyro-element: dubbel element Verpolingsbescherming: diode Alarmuitgang: relais NC Brandbeveiliging: ABS-plastic behuizing max. 30/ 100mA LED-aanduiding: kiesbaar (steekbrug) Alarmduur: min. 1 seconde Afmetingen: 110 x 60 x 45 mm Sabotage-uitgang: relais NC, VDS-klasse B: nr. G 102 507 max30/ 50mA Milieuklasse: II Installatie aanwijzingen 1. Maak de behuizing open door het frontdeksel te verwijderen. Draai hiervoor de dekselschroef open die zich op de voet van de melder bevindt. 2. Verwijderen van de printplaat: draai de witte "Easy Lock" met de wijzers van de klok mee en haal dan voorzichtig de printplaat weg, houd daarbij de printplaat aan de buitenkanten vast. Aanwijzing: vermijdt elk contact met het IR-element. 3. Maak de benodigde montage- en kabelgaten open. 4. Voer de kabel m.b.v. de passende kabelgeleidingen door de kabelopening (vanaf de buitenkant van de eenheid) in de behuizing. 5. Voer de kabel door de trekontlasting en trek de schroeven aan tot de kabel veilig vastzit. 2
6. Vergrendel de opening van de kabeldoorvoer met een optionele schuimstop als bescherming tegen stof en insecten. 7. Bevestig de achterkant van de behuizing op een montagehoogte van 2,20 meter op een muur. 8. Verbind de draden met de aansluitterminal (zoals getoond in afbeelding 1). 9. Monteer de printplaat in de gewenste verticale positie m.b.v. de witte "Easy Lock". 10. Maak de behuizing weer dicht en vergeet niet de schroef voor de behuizing weer in te draaien. 11. Verzegel de eenheid m.b.v. de meegeleverde witte sabotagebeveiliging. Aanwijzing: bij VDS-installaties moeten de sabotagezegels voor- en achterzijde van de behuizing op beide zijden overlappen. Afbeelding 1 Aansluiting 1 + 2: sabotagecontact Aansluiting 3(+) en 4(-): spanningsingang Aansluiting 5 en 6: alarmrelais Aansluiting 7: optionele aansluiting van een leidingweerstand - (zie afbeelding 1) Aansluiting 8: deactiveren van de LED. Om de LED op afstand te deactiveren, moet de aansluiting "DL" van de alarmcentrale met 3,5-12V gevoed worden. De voeding met 0-1,5V activeert de LED. Aanwijzing: deze functie werkt alleen wanneer de LED-brug JP2 geplaatst is. Omdat de Centauri-bewegingsmelder niet over een alarmgeheugen beschikt, mag bij VDSinstallaties alleen een melder per meldgroep aangesloten worden. Plaatsing van de melder Voor de montage van de melder moeten volgende punten in acht worden genomen: Kies een plek, waarvan een detectie van een persoon door de bewegingsmelder in het geval van inbraak het beste kan gebeuren. Bevestig de melder op de aanbevolen montagehoogte van 2,20 m. Dek de melder niet af met b.v. gordijnen of hinderlijke objecten. Vermijdt de onmiddelbare nabijheid van radiatoren, verwarmings- en koelingsbuizen of ventilatie-uitgangen van airconditioninginstallaties. Plaats de melder niet op een plaats in de buurt van een raam, waarbij hij blootgesteld kan worden aan direct zonlicht of tocht. 3
Afbeelding 2: binnenopbouw van de detector Gebruik en instelling Verticaal richten: de printplaat kan op verschillende verticale posities gericht worden. Draai hiervoor de witte "Easy Lock" tegen de wijzer van de klok in en beweeg de printplaat op de gewenste instelling m.b.v. de verticale richtschaal. Het maximale detectiebereik wordt bereikt met de instelling van de printplaat op positie 0. Instelling van de impulsteller: de impulsteller regelt het aantal van impulsen, die herkend moeten worden, voordat de melder het alarmrelais opent. Tabel 1 toont de instellingen voor de impulsteller. Aanwijzing: het maximale aantal impulsen mag niet meer dan 2 pulsen zijn. Voor een afstand van meer dan 12m wordt een keuze van 3 pulsen afgeraden. Instelling van de LED-aanduiding: plaats de LED-brug, om de LED-aanduiding te activeren en haal deze weg om de LED-aanduiding te deactiveren. Aanwijzing: de LED mag pas na een succesvolle looptest van de melder deactiveert worden. Opwarmtijd: na het aansluiten van de gelijkspanning van 9-16V, benodigd de melder een opwarmtijd van 90 seconden. Aanwijzing: de eenheid moet met een VDSnetvoeding of een besturingseenheid verbonden worden, die minimaal voor 4 uur een noodstroomverzorging kan bieden. 4
Looptest voor de melder: om het lens-afdekraster te bepalen, wordt een looptest doorgevoerd. Daarbij loopt u langs het detectiebereik van de melder. Let hiertoe op het diagram van het detectiebereik (afb. 3). Controleer of de LED geactiveerd wordt en na twee bewegingsloze seconden weer uitgaat. Aangeraden wordt deze test elke week door te voeren. Tabel 1 Positie v.d. brug Impulsteller Zonder brug 1 Stift 2 & 3 2 Stift 1 & 2 3 Afbeelding 3 Aanwijzing: De diagrammen tonen het detectiebereik voor een melder met een printplaat die, verticaal gericht is op positie 0. 5