Ontwerpwatervergunning

Vergelijkbare documenten
Watervergunning. Ten name van: Provincie Noord-Holland Postbus DA Haarlem

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Ontwerp watervergunning

Watervergunning. Datum 13 juli Zaaknummer 13497

Ontwerp Watervergunning

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

WATERVERGUNNING Datum Zaaknummer

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Uw kenmerk. Registratienummer

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Ontwerp watervergunning

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154

WATERVERGUNNING. Datum 18 juli Zaaknummer 29007

Registratienummer

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280

Watervergunning. Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten

WATERVERGUNNING. Voor het aanpassen van de waterhuishouding op de locatie Ruige Weide in Oudewater. Datum 27 maart 2018.

Registratienummer

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018

WATERVERGUNNING. Datum 6 november Zaaknummer 18585

WATERVERGUNNING. Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede

WATERVERGUNNING. Voor het dempen en graven van een watergang en het verleggen van duikers op de locatie nabij Provincialeweg Oost 39 in Haastrecht

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING (RAAM)

WATERVERGUNNING. Voor het plaatsen van een tijdelijke pontonbrug op de locatie in de Vaartsche Rijn ten zuiden van de Oranjebrug in Nieuwegein

De vergunninghouder. Watervergunning. voor het plaatsen van een aanlegsteiger met meerpalen nabij Dijksgracht 23 in Amsterdam. Datum 25 juli 2018

WATERVERGUNNING. Datum 22 juni Zaaknummer 26981

WATERVERGUNNING. Datum 12 september Zaaknummer 30814

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING. Voor het aanpassen van de waterhuishouding ten behoeve van de aanleg van de toekomstige woonwijk Rijnvliet in Utrecht

Watervergunning. Ten name van: Zweefvliegclub Den Helder Ulkeweg NV SLOOTDORP

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING (RAAM)

1. Aanhef. 2. Aanvraag

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van glasvezelkabel bij een waterkering op de locatie nabij Zandweg 206A in De Meern. Zaaknummer

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een glasvezelnetwerk bij watergangen in het buitengebied van de Kromme Rijnstreek. Datum 22 augustus 2018

WATERVERGUNNING D /

ONTWERPBESLUIT WATERVERGUNNING

voor het plaatsen van beschoeiing buiten de initiële oeverlijn en het daarmee dempen van maximaal 3,5 m2 oppervlaktewater

WIJZIGINGSBESLUIT (watervergunning) D /

Watervergunning. Voor het gemotoriseerd varen op de benedenloop van de Kromme Rijn met vier elektrisch aangedreven boten. Datum 16 januari 2018

WATERVERGUNNING. Voor het vervangen van een brug door een dam met duiker op de locatie nabij Noord- Linschoterzandweg 23 in Snelrewaard

bouwen van een kademuur aan de Polygoongracht ter hoogte van Ad Windighof 4 in Amsterdam IJburg

1. Aanhef. 2. Aanvraag

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een tuin en terras bij een waterkering op de locatie Hof van Voorvliet 37 in Linschoten. Datum 20 juli 2018

Watervergunning Z43841/O82403

Ons kenmerk Contactpersoon R. Hirs Datum 6 november 2013 V&H nr. K

BESLUIT. De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op de bij de aanvraag ingediende tekening met kenmerk: SIO-64552, dd. 24 oktober 2018.

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam

Q waternet. Waternet, Sector KMR. Dammerweg 1 in Weesp. Watervergunning. voor het plaatsen van een boothuis in de Vecht in Weesp

De vergunning betreft het aanleggen van een dam met duiker

Bouwfonds Ontwikkeling. Watervergunning

Watervergunning. Voor 2017 voor het gemotoriseerd varen op de benedenloop van de Kromme Rijn in de gemeenten Utrecht en Bunnik.

vergunninghouder Wijziging Watervergunning Stammerdijk 41 in Diemen realiseren van een uitbouw 31 augustus 2015 W

De Vergunninghouder. Watervergunning. voor het herstellen van een legakker nabij Muyeveldse Wetering 8 in Loosdrecht. Datum 1 augustus 2018

WATERVERGUNNING D /

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5

Het oprichten van een gebouw ter hoogte van Koivistokade

tijdelijke toegangsweg en de aanleg van een duiker ter hoogte van de Leeuwenveldseweg in Weesp

WATERVERGUNNING. Zaaknummer: 2017-Z4754 Datum: 29 mei zaaknr Z4754 doc.nr D / D34848

De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op bijgevoegd document met kenmerk: i-4

1. Aanvraag. 2. Wet- Regelgeving en Beleid

WATERVERGUNNING Het maken en behouden van een steiger in het oppervlaktewater de Roer te Roermond Zaaknummer: 2018-Z13508 Datum besluit: 23 mei 2018

Vergunninghouder. Watervergunning

Watervergunning. Voor het gemotoriseerd varen op de benedenloop van de Kromme Rijn met 13 elektrisch aangedreven sloepen. Datum 20 juli 2017

Provincie Noord-Holland

beschikkende op het desbetreffende verzoek van 26 maart 2017, ingekomen op 26 maart 2017 en geregistreerd onder zaaknummer WBD

WATERVERGUNNING D /

1. Aanvraag. 2. Wet- Regelgeving en Beleid

WATERVERGUNNING D /

Registratienummer

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING. Nummer vergunning: 2017-Z10059 Datum vergunning: 19 december zaaknr Z10059 doc.nr /

Gemeente Amsterdam. Watervergunning. voor het uitvoeren van inspectiewerkzaamheden aan de Jacob Catskade ter hoogte van nummer 16 in Amsterdam.

WATERVERGUNNING D /

Vergunninghouder Van Der Wiel Infra & Milieu BV

Watervergunning. Voor de sloop van een gedeelte van een woonhuis in een zomerdijk aan de Aalswaard 1 in Wijk bij Duurstede. Datum 23 juni 2017

De vergunninghouder. Watervergunning. voor het graven van een sloot en vergroten van een bestaande plas nabij Dwarsdijk 9 in Tienhoven.

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING. Nummer vergunning:

Registratienummer

Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte. Het verlengen van een snelfietspad ter hoogte van de Oostzanerdijk 180 in Amsterdam

Registratienummer

voor het plaatsen van een beschoeiing buiten de initiële oeverlijn

Voor het vervangen van een oeverbeschoeiing en het plaatsen van een hangend terras

WATERVERGUNNING. Het wijzigen en hebben van een duiker in het primaire oppervlaktewaterlichaam Vlaaslossing

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

Transcriptie:

Ontwerpwatervergunning Ten name van: Provincie Noord-Holland Postbus 3007 2001 DA Haarlem Registratienummer 28 maart 2017 Afdeling Vergunningen, Handhaving, Inkoop, Juridische Zaken & Grondzaken

2 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Conclusie 3. Besluit 4. Voorschriften 4.1 Voorschriften van algemene aard 4.2 Bijzondere voorschriften 5. Aanvraag 5.1 Aanleiding 6. Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het beheer van de waterstaatswerken 6.1 Algemeen 6.2 Overwegingen voor het uitvoeren van handelingen in een waterstaatswerk waarvoor vergunning is vereist 7. Procedure 7.1 Algemeen 8. Mededelingen 9. Begripsbepalingen

3 1 Aanhef Het dagelijks bestuur heeft op 20 mei 2016 een aanvraag ontvangen van provincie Noord-Holland voor een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten van handelingen in een watersysteem. Over de aanvraag heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden en is meerdere malen om aanvullende informatie verzocht. Op 15 maart 2017 is nog informatie door de aanvrager aangeleverd. De aanvraag betreft het aanpassen van het watersysteem in het gebied Waal en Burg in De Waal op Texel. In het kader van de natuurontwikkeling binnen het gebied worden diverse werkzaamheden uitgevoerd, waaronder het dempen, graven en verbreden van waterlopen, de aanleg van natuurvriendelijke oevers, het maken van vele kunstwerken zoals dammen, duikers, stuwen, bruggen en inlaten en het instellen van peilwijzigingen. 2 Conclusie Met het in de vergunning opnemen van voorschriften wordt gewaarborgd dat de te bereiken doelstellingen, zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Waterwet en de belangen als bedoeld in artikel 6.11 van de Waterwet, worden beschermd. Op grond van de overwegingen in samenhang met de vereisten die voortvloeien uit de waterwetgeving wordt de gevraagde vergunning verleend. 3 Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit het dagelijks bestuur als volgt. De gevraagde vergunning als bedoeld in artikel 3.2, lid 1 en 2 van de Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016 aan provincie Noord-Holland te verlenen voor: het aanpassen van het watersysteem in het gebied Waal en Burg in De Waal op Texel. In het kader van de natuurontwikkeling binnen het gebied worden diverse werkzaamheden uitgevoerd, waaronder het dempen, graven en verbreden van waterlopen, de aanleg van natuurvriendelijke oevers, het maken van vele kunstwerken zoals dammen, duikers, stuwen, bruggen en inlaten en het instellen van peilwijzigingen a. De literatuurlijst van 23 maart 2017 (met ons registratienummer 17.36401), de gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230), Toelichting bij de besluiten over natuurontwikkeling Waalenburg van 23 maart (met ons registratienummer 16.108610), Monitoringsplan van 15 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94226), Leggerkaart van 24 maart 2017 (met ons registratienummer 17.36220), Kaart peilafwijkingen en waterscheiding natuurontwikkeling Waalenburg te Waal en Burg Texel van 23 maart 2017 (met ons registratienummer 17.36674), Peilbesluitkaart (met ons registratienummer 15.10937) en Onderzoek waterkering van 6 februari 2015 (met ons registratienummer 16.94217) deel te laten uitmaken van de vergunning; b. Aan de vergunning de in hoofdstuk 4 opgenomen voorschriften en ontbindende voorwaarden te verbinden;

4 c. Minimaal één hydrologisch jaar wordt gemeten waarin de nulmeting representatief is voor de huidige situatie voorafgaand aan de peilopzet; d. Provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap bepalen gezamenlijk de startdatum van de nulmeting; e. Bepaalde inrichtingswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, mits deze werkzaamheden geen invloed hebben op het (grond)watersysteem en op de nulmeting; f. Tijdens het uitvoeren van de nulmeting mogen peilen en afvoersituaties niet wijzigen. g. Provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap stellen samen het Programma van Eisen vast voor de uitvoering van de inrichtingswerkzaamheden. Dit Programma van Eisen wordt vastgesteld vóór de start van de aanbesteding en voordat de definitieve watervergunning wordt verleend; h. De planning van de aannemer wordt door provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap besproken en vastgesteld; i. Provincie Noord-Holland is verantwoordelijk voor het toezicht tijdens de uitvoering van de inrichtingswerkzaamheden (bewaken van de randvoorwaarden uit het Programma van Eisen); j. Na het uitvoeren van de nulmeting en het vaststellen van de referentiesituatie door provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap kunnen de resterende inrichtingswerkzaamheden worden uitgevoerd en kan de peilopzet worden voorbereid; k. De ontheffing voor het gebruik van een vijzelgemaal in Waal en Burg, van 1 oktober tot 1 april, verleend op 1 maart 1971, kenmerk 02298-532 in te trekken; l. De ontheffing voor het opmalen van water met behulp van een molen bij Jan Koornsland (Molenkil), verleend op 26 februari 1938 in te trekken; Voor een toelichting op de in deze vergunning vermelde begrippen wordt verwezen naar hoofdstuk 9 van deze vergunning. namens het college van dijkgraaf en hoogheemraden, Afschrift aan: - de heer J. Keijzer, hoogheemraadschap Notificatie aan: - De heer H. Vlek, Zaandammerdijk 7A, 1793 EN, De Waal - De heer W.A.Terpstra, Limietweg 1, 1795 JH De Cocksdorp - De heer D. Roeper, Zaandammerdijk 9, 1793 EN De Waal. - De heer Kooiman, Pelikaanweg 1, 1766 NN, De Koog - De heer K. Haarsma, Nieuwlanderweg 12, 1793 ET, De Waal - De heer S. Stiehl, Schilderweg 276 A, 1792 CK, Oudeschild - De heer A. van der Heide, Postweg 42, 1795 JR, De Cocksdorp - De heer J. Hin, Bernardlaan 95, 1791 XC, Den Burg - De heer B. Keijser, Ongeren 5, 1791 ME, Den Burg - R.K. Parochie/Caritas, de heer S. Beers, Ongeren 15, 1971 ME, Den Burg - De heer B.W. Witte, Waal en Burgerdijk 7, 1972 CC, Oudeschild

5 - De heer J. Lap, Amaliaweg 1, 1797 SW, Den Hoorn - De heer A. Kuip, Nieuwlanderweg 36A, 1793 EV, De Waal - De heer N. Kikkert, Oude Dijkje 38B, 1796 ML, De Koog - De heer H. Zoetelief, Burgerdijk 4, 1791 MH, Den Burg - De heer A. Witte, Ottersaat 1, 1792 CC, Oudeschild - De heer C. Zoetelief, Sluyscoog 92, 1791 WT, Den Burg - Mevrouw J.K. Kikkert, Stuifweg 9, 1794 HA, Oosterend - Staatsbosbeheer, de heer J. Rikse, Molenstraat 83, 1791 DK, Den Burg - Natuurmonumenten, de heer E. Menkveld, Noordereinde 54B, 1243 JJ, 's-gravenland - Gemeente Texel, de heren D. Boot en B. Denneman, Postbus 200, 1790 AE, Den Burg - De heer C. Kooiman, Laagwaalderweg 48, 1793 ED, De Waal - Mevrouw T. Letschert, Hoofdweg 2, 1795 JD, De Cocksdorp

6 4 Voorschriften 4.1 Voorschriften van algemene aard 1. De aan de vergunning verbonden voorschriften moeten door de houder worden nageleefd. Het bestuur kan besluiten tot intrekking van de vergunning indien de houder de voorwaarden niet naleeft. 2. De vergunning geldt mede voor het uitvoeren van werkzaamheden tot normaal onderhoud of herstel van de werken. 3. De krachtens deze vergunning gemaakte werken dienen door en op kosten van de houder voortdurend in een goede staat van onderhoud te worden gehouden. 4. Herstelwerkzaamheden die geen uitstel dulden zijn terstond uitvoerbaar, mits onverwijld meegedeeld aan het afdelingshoofd. 5. Geringe afwijking van de tekening(en) is alleen toegestaan na verkregen toestemming door of vanwege het bestuur, gevolgd door het binnen twee maanden in tweevoud ter goedkeuring overleggen van deze tekening(en). De werken moeten voor het overige worden uitgevoerd, met inachtneming van eventuele nader of vanwege het bestuur te geven wijzigingen. 6. Tenzij anders is vermeld in de bijzondere voorschriften, wordt van de aanvang van de werkzaamheden ten minste tien werkdagen tevoren schriftelijk of telefonisch melding gemaakt bij de in de brief genoemde contactpersoon van het hoogheemraadschap. 7. Onmiddellijk na het gereed komen van de werken dienen alle andere, niet-gebruikte en eventueel afkomende materialen, (hulp)werken, gebruikte werktuigen en dergelijke volledig te worden opgeruimd en afgevoerd. 8. In geval van rechtsovergang is houder verplicht hiervan binnen vier weken schriftelijk mededeling te doen aan het bestuur, met vermelding van naam en adres van de nieuwe houder van de vergunning. 9. De houder is verplicht van de beëindiging van het beoogde gebruik van de werken ten minste acht dagen van tevoren schriftelijk kennis te geven aan het bestuur. 10. De houder toont op verzoek van het hoogheemraadschap deze vergunning.

7 4.2 Bijzondere voorschriften uitvoering werkzaamheden Bijzondere voorschriften dempen/versmallen waterloop 1. Vóórdat met de demping wordt begonnen, wordt deze volledig door de vergunninghouder gecompenseerd door het graven/verbreden van de waterlopen overeenkomstig de bij deze vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230) en Bijzondere voorschriften graven/verbreden waterloop. 2. De vergunninghouder zuivert voorafgaand en tijdens de demping de te dempen waterloop van de daarin aanwezige bagger, afval, voorwerpen en andere vaste stoffen. 3. De vergunninghouder dempt de waterloop vanaf één kant zodanig dat de in het water levende organismen kunnen ontsnappen. Bij afdamming van beide zijden van de te dempen waterloop wordt, voordat de demping volledig is uitgevoerd, de in het water levende organismen afgevangen en overgezet naar de dichtst bij zijnde waterloop. 4. De te dempen waterloop wordt, waar deze aansluit op een niet te dempen waterloop, afgesloten met een beschoeiing of een zodenstapeling. 5. De demping wordt zodanig uitgevoerd dat de afwatering van de aangrenzende gronden niet wordt belemmerd. De vergunninghouder verlengt de eventueel aanwezige uitstroomvoorzieningen naar een nabij gelegen waterloop. 6. De vergunninghouder zuivert de waterloop ter weerszijden van de demping, over een afstand van minimaal vijf meter, direct na voltooiing van de demping over de gehele breedte van daarin aanwezige of geraakte vaste stoffen. 7. Binnen het natuurgebied is een persleiding van het hoogheemraadschap gelegen. Bij graafwerkzaamheden dient een afstand van minimaal 5,0 meter te worden aangehouden tot aan de persleiding. Te gebruiken dempingsmateriaal/meldingsplicht besluit bodemkwaliteit Het gebruik van afvalstoffen is ingevolge artikel 10.2 van de wet Milieubeheer verboden. Meer informatie hierover is te vinden op de website: www.wetten.nl. Wanneer grond of steenachtige bouwstoffen in of nabij oppervlaktewater worden toepast, geldt op grond van het Besluit bodemkwaliteit een meldingsplicht. Dit besluit is onder andere bedoeld om ernstige verontreinigingen vanuit grond of steenachtige bouwstoffen naar de bodem en het oppervlaktewater te voorkomen. Het aanleggen van een dam of een beschoeiing met steenachtige bouwstoffen, maar ook het dempen van een waterloop met grond of bagger is dus aan voorwaarden gebonden. De melding moet ten minste 5 dagen vóór aanvang van de werkzaamheden plaatsvinden bij het Meldpunt bodemkwaliteit. Dit kan via de internetlink: meldpuntbodemkwaliteit.agentschapnl.nl. De melding wordt daarna doorgestuurd naar het hoogheemraadschap.

8 Bijzondere voorschriften graven waterloop 1. De te graven waterloop wordt aangelegd overeenkomstig de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). In de bijlage met registratienummer 16.94230 is aangegeven met welke minimale afmetingen de waterloop wordt gegraven en onder welke categorie en onderhoudsplicht deze in de legger wordt opgenomen. 2. De taluds worden afgewerkt onder een helling van 1 : 2 of flauwer en zijn zodanig van vorm en afmetingen dat uitzakking of uitspoeling wordt voorkomen. 3. De onderhoudsplichtige (zie bijlage met registratienummer 16.94230) onderhoudt de waterloop te allen tijde overeenkomstig artikel 3.8 en 3.9 van de Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 4. De aansluiting van de waterloop op een bestaand gedeelte waterloop vindt plaats overeenkomstig de door het hoogheemraadschap ter plaatse aangegeven lijnen. 5. De vergunninghouder verwijdert direct na het graven van de waterloop alle grond, materialen of andere vaste stoffen die in een aangrenzend gedeelte van een waterloop zijn geraakt. 6. Binnen het natuurgebied is een persleiding van het hoogheemraadschap gelegen. Bij graafwerkzaamheden dient een afstand van minimaal 5,0 meter te worden aangehouden tot aan de persleiding. Bijzondere voorschriften verbreden waterloop 1. De te verbreden waterloop wordt aangelegd overeenkomstig de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). In de bijlage met registratienummer 16.94230 is aangegeven met welke minimale afmetingen de waterloop moet worden verbreed en onder welke categorie en onderhoudsplicht deze in de legger is opgenomen. 2. De taluds worden afgewerkt onder een helling van 1 : 2 of flauwer en zijn zodanig van vorm en afmetingen dat uitzakking of uitspoeling wordt voorkomen. 3. De onderhoudsplichtige (zie bijlage met registratienummer 16.94230) onderhoudt de waterloop te allen tijde overeenkomstig artikel 2.5 en 2.6 van de Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016. 4. De aansluiting van de waterloop op een bestaand gedeelte waterloop vindt plaats overeenkomstig de door het hoogheemraadschap ter plaatse aangegeven lijnen. 5. De vergunninghouder verwijdert direct na het verbreden van de waterloop alle grond, materialen of andere vaste stoffen die in een aangrenzend gedeelte van een waterloop zijn geraakt.

9 6. Binnen het natuurgebied is een persleiding van het hoogheemraadschap gelegen. Bij graafwerkzaamheden dient een afstand van minimaal 5,0 meter te worden aangehouden tot aan de persleiding. Bijzondere voorschriften dam met duiker 1. De dam met duiker wordt aangelegd overeenkomstig de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). In de gewaarmerkte kaarten, tabellen en details is de locatie van de dam met duiker aangegeven, de lengte, diameter en vorm van de duiker, de hoogte van de duiker ten opzichte van het waterpeil in de eindfase van de peilopzet en de onderhoudsplichtige. 2. Indien een dam met duiker wordt aangelegd, steekt de duiker 0,5 meter buiten het talud of de keerwand. 3. De vergunninghouder brengt ter weerszijden van de dam een door het hoogheemraadschap goed te keuren keerwand of een talud aan. De eventuele taluds worden afgewerkt onder een helling van 1 : 2 of flauwer en zijn zodanig van vorm en afmetingen dat uitzakking of uitspoeling wordt voorkomen. 4. De dam wordt zodanig gemaakt en onderhouden dat de afwatering van de aangrenzende gronden niet wordt belemmerd. 5. De doorstroming (en eventuele doorvaart) in de waterloop, respectievelijk ter plaatse van de dam, wordt niet gestremd of belemmerd. 6. De vergunninghouder zuivert de waterloop ter weerszijden van de dam met duiker over een afstand van minimaal 3 meter, direct na voltooiing van de dam. 7. De onderhoudsplichtige zuivert de waterloop ter weerszijden van de dam met duiker over een afstand van minimaal 3 meter ieder jaar vóór de schouw, over de gehele breedte van daarin aanwezige of geraakte vaste stoffen. 8. De onderhoudsplichtige houdt de duiker in behoorlijke staat en verder schoon en ruim. 9. De vergunninghouder verwijdert de te vervallen dam met duiker zodanig dat de waterloop ter plaatse dezelfde afmetingen krijgt als het overige aansluitende deel en zonder achterlating van verondiepingen in het water. 10. Door de aanleg van de dam gaat een oppervlakte aan waterberging verloren. Voordat de dam wordt aangelegd, wordt de demping door de vergunninghouder volledig gecompenseerd door het graven/verbreden van een waterloop overeenkomstig de bij deze vergunning behorende tekening(en) en Bijzondere voorschriften graven/verbreden waterloop. 11. De duikers langs de Westerboersweg ten zuiden van De Staart worden op verzoek van de vergunninghouder hoger aangelegd dan normaliter door het hoogheemraadschap wordt voorgeschreven. Indien in de toekomst blijkt dat deze duikers te hoog liggen waardoor de wateraan- en afvoer worden belemmerd, worden deze alsnog op kosten van de vergunninghouder verlaagd.

10 Te gebruiken dempingsmateriaal/meldingsplicht besluit bodemkwaliteit Het gebruik van afvalstoffen is ingevolge artikel 10.2 van de wet Milieubeheer verboden. Meer informatie hierover is te vinden op de website: www.wetten.nl. Wanneer grond of steenachtige bouwstoffen in of nabij oppervlaktewater worden toepast, geldt op grond van het Besluit bodemkwaliteit een meldingsplicht. Dit besluit is onder andere bedoeld om ernstige verontreinigingen vanuit grond of steenachtige bouwstoffen naar de bodem en het oppervlaktewater te voorkomen. Het aanleggen van een dam of een beschoeiing met steenachtige bouwstoffen, maar ook het dempen van een waterloop met grond of bagger is dus aan voorwaarden gebonden. De melding moet ten minste 5 dagen vóór aanvang van de werkzaamheden plaatsvinden bij het Meldpunt bodemkwaliteit. Dit kan via de internetlink: meldpuntbodemkwaliteit.agentschapnl.nl. De melding wordt daarna doorgestuurd naar het hoogheemraadschap.

11 Bijzondere voorschriften peilscheidingsdam 1. De peilscheidingsdam wordt aangelegd overeenkomstig de bij de vergunning behorende tekeningen en tabellen. In de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230) is de locatie van de dam aangegeven, de lengte, bovenbreedte, bijbehorende kwellengte ten opzichte van het waterpeil in de eindfase van de peilopzet en onderhoudsplichtige. 2. De peilscheidingsdam is gemaakt van klei-achtig materiaal en dient voldoende waterkerend te zijn. 3. De peilscheidingsdam wordt aangelegd op een hoogte van minimaal 0,70 meter boven het ter plaatse hoogst gevoerde waterpeil. De breedte van de dam op de waterlijn is afhankelijk van de kwellengte (zie bijlage 16.94230). 4. De peilscheidingsdam wordt zodanig gemaakt en onderhouden dat de afwatering van de aangrenzende gronden niet wordt belemmerd. 5. De dam wordt door de onderhoudsplichtige in goede waterkerende en waterdichte staat onderhouden. 6. De vergunninghouder verwijdert de te vervallen dam zodanig dat de waterloop ter plaatse dezelfde afmetingen krijgt als het overige aansluitende deel en zonder achterlating van verondiepingen in het water. 7. Door de aanleg van de dam gaat een oppervlakte aan waterberging verloren. Voordat de dam wordt aangelegd, wordt de demping door de vergunninghouder volledig gecompenseerd door het graven/verbreden van een waterloop overeenkomstig de bij deze vergunning behorende tekening(en) en Bijzondere voorschriften graven waterloop/verbreden waterloop. Te gebruiken dempingsmateriaal/meldingsplicht besluit bodemkwaliteit Het gebruik van afvalstoffen is ingevolge artikel 10.2 van de wet Milieubeheer verboden. Meer informatie hierover is te vinden op de website: www.wetten.nl. Wanneer grond of steenachtige bouwstoffen in of nabij oppervlaktewater worden toepast, geldt op grond van het Besluit bodemkwaliteit een meldingsplicht. Dit besluit is onder andere bedoeld om ernstige verontreinigingen vanuit grond of steenachtige bouwstoffen naar de bodem en het oppervlaktewater te voorkomen. Het aanleggen van een dam of een beschoeiing met steenachtige bouwstoffen, maar ook het dempen van een waterloop met grond of bagger is dus aan voorwaarden gebonden. De melding moet ten minste 5 dagen vóór aanvang van de werkzaamheden plaatsvinden bij het Meldpunt bodemkwaliteit. Dit kan via de internetlink: meldpuntbodemkwaliteit.agentschapnl.nl. De melding wordt daarna doorgestuurd naar het hoogheemraadschap.

12 Bijzondere voorschriften inlaat Waalenburg 1. De vergunninghouder legt de inlaat aan overeenkomstig de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). 2. De inlaat wordt aangebracht in een peilscheidingsdam. Na het aanbrengen wordt de peilscheidingsdam in waterdichte en waterkerende staat hersteld. 3. De inlaat wordt aan de hoogwaterzijde voorzien van een afsluiter die zodanig is geconstrueerd dat deze niet door onbevoegden kan worden bediend. 4. De vergunninghouder zuivert de waterlopen ter weerszijden van de inlaat over een afstand van minimaal vijf meter, direct na voltooiing van de inlaat. 5. De onderhoudsplichtige zuivert de waterloop ter weerszijden van de inlaat over een afstand van minimaal 3 meter ieder jaar vóór de schouw, over de gehele breedte van daarin aanwezige of geraakte vaste stoffen. 6. De onderhoudsplichtige bedient de inlaat uitsluitend na overleg met het hoogheemraadschap. 7. Het inlaten van water is alleen toegestaan tussen 1 oktober en 16 maart en dit dient te gebeuren in overleg met het hoogheemraadschap. Het is niet toegestaan op een andere wijze dan via deze inlaat water in te laten. 8. Het hoogheemraadschap behoudt altijd het recht om de inlaat te openen of te sluiten. Bijzondere voorschriften inlaat bollenteler Burgerdijk 25 1. De vergunninghouder legt de inlaat aan overeenkomstig de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). 2. De schotbalken in de inlaat die wordt aangelegd bij de bollenteler aan de Burgerdijk 25 hebben een minimale doorstroomhoogte van NAP -0,80 meter. De schotbalken (afsluitmiddel) kunnen worden gebruikt om de aanvoer af te sluiten. 3. De onderhoudsplichtige zuivert de waterloop ter weerszijden van de inlaat over een afstand van minimaal 3 meter ieder jaar vóór de schouw, over de gehele breedte van daarin aanwezige of geraakte vaste stoffen. 4. De onderhoudsplichtige bedient de inlaat uitsluitend na overleg met het hoogheemraadschap. 5. Het hoogheemraadschap behoudt altijd het recht om de inlaat te openen of te sluiten.

13 Bijzondere voorschriften duiker met stuwbak 1. De stuw wordt gemaakt overeenkomstig de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). In de bijlage met registratienummer 16.94230 is de locatie van de stuw aangegeven, de minimale en maximale stuwhoogte ten opzichte van het hoogst gevoerde waterpeil in de eindfase van de peilopzet, overstortende straal, overstortbreedte, bediening, doorstroombreedte van de stuw en de onderhoudsplichtige. 2. Ter voorkoming van uitspoeling van de bodem wordt een bodembescherming aangebracht. 3. De stuw wordt bediend door de onderhoudsplichtige. 4. Het hoogheemraadschap houdt altijd het recht de stuw te bedienen. 5. Direct na voltooiing van de werkzaamheden krijgen de waterlopen ter weerszijden van de stuw dezelfde afmetingen als de overige aansluitende delen en zonder achterlating van verondiepingen in de waterlopen. 6. De vergunninghouder zuivert de waterlopen ter weerszijden van de stuw, over een afstand van minimaal 3 meter, direct na voltooiing van de stuw en vervolgens ieder jaar voor de schouw, over de gehele breedte van daarin aanwezige of geraakte vaste stoffen. 7. Het te gebruiken materiaal heeft geen negatieve invloed op de kwaliteit van het water en de waterbodem. Het gebruik van bijvoorbeeld gecreosoteerd of gewolmaniseerd hout is ingevolge de Waterwet verboden. Bijzondere voorschriften geautomatiseerde stuwen 1. De stuw wordt bediend door het hoogheemraadschap. 2. Al het water vanuit Waalenburg wordt via de geautomatiseerde stuw nabij de Westerkolk afgevoerd naar het omringende oppervlaktewatersysteem in de naastgelegen polder. De stuw is aangegeven op de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). 3. Bij dreigende wateroverlast bepaalt het hoogheemraadschap of er nog voldoende ruimte in het oppervlaktewatersysteem aanwezig is om het water vanuit het natuurgebied af te voeren. Indien er geen ruimte is, wordt de stuw opgezet en moet het water binnen het natuurgebied worden vastgehouden. Bijzondere voorschriften watersysteemscheiding 1. De vergunninghouder is verplicht om een watersysteemscheiding aan te leggen en te onderhouden rondom het plangebied op een hoogte van NAP ± 0,0 meter overeenkomstig

14 de kaart watervergunning peilafwijkingen en waterscheiding natuurontwikkeling Waalenburg (met ons registratienummer 17.36674). 2. Om de watersysteemscheiding bij dreigende wateroverlast in stand te houden, dienen op de duikers direct ten westen van de Mosselsloot afsluiters te worden aangebracht. 3. Bij dreigende wateroverlast, het waterpeil in de Mosselsloot staat hoger dan NAP -1,00 meter, worden de duikers genoemd onder 2 handmatig afgesloten door de onderhoudsplichtige. onderhoudsplichtige. 4. Het hoogheemraadschap behoudt altijd het recht om duikers af te sluiten. Bijzondere voorschriften natuurvriendelijke oever 1. De vergunninghouder legt de natuurvriendelijke oever aan in overeenstemming met de bij deze vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). 2. De natuurvriendelijke oevers langs de Westerboersweg en de Staart worden onderhouden door de vergunninghouder of diens rechtsopvolger. 3. De natuurvriendelijke oevers in de Oosterkolk worden onderhouden door het hoogheemraadschap. 2. Het hoogheemraadschap bepaalt de exacte plaats van de oever van de waterloop, het huidige profiel van de waterloop en de plaats van de perkoenpalen. 4. De natuurvriendelijke oever wordt aangelegd en onderhouden buiten de huidige oeverlijn aan de landzijde. 5. De vergunninghouder zuivert direct na voltooiing van de natuurvriendelijke oever de waterloop ter plaatse van daarin aanwezige of geraakte vaste stoffen. 6. Het huidige profiel van de waterloop wordt onderhouden in overeenstemming met de geldende keurbepalingen. 7. De vergunninghouder brengt tussen de natuurvriendelijke oever en de huidige oeverlijn van de waterloop een begrenzing aan door het plaatsen van perkoenpalen. De perkoenpalen worden aangebracht om de 6,00 meter met de bovenkant 0,10 meter boven het ter plaatse geldende waterpeil. De onderhoudsplichtige zorgt dat de perkoenpalen altijd zichtbaar en aanwezig blijven en vervangt een verdwenen of afgebroken perkoenpaal direct. 8. De natuurvriendelijke oever wordt dusdanig onderhouden dat verlanding altijd wordt voorkomen. 9. Wanneer de natuurvriendelijke oever inzakt/afkalft door de aanwezigheid van niet-stabiele bodemlagen, dient de oever te worden hersteld totdat er een stabiele situatie is ontstaan

15 en het talud niet meer inzakt. Het onderhoud dient te worden uitgevoerd door de vergunninghouder. Bijzondere voorschriften maaiboottewaterlaatplaats 1. De maaiboottewaterlaatplaats wordt aangelegd conform de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230). 2. De exacte plaats van de maaiboottewaterlaatplaats wordt bepaald door het hoogheemraadschap. 3. Door de onderhoudsplichtige wordt de waterloop 1,00 meter om de maaiboottewaterlaatplaats onderhouden overeenkomstig de geldende keurbepalingen. NB: Het gebruik van gecreosoteerd en gewolmaniseerd hout is ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) verboden. Bijzondere voorschriften peilopzet 1 e fase 1. De peilopzet en het peilbeheer binnen het plangebied wordt in de eerste fase uitgevoerd overeenkomstig de bij de vergunning behorende kaart peilafwijkingen en waterscheiding natuurontwikkeling Waalenburg te Waal en Burg Texel van 23 maart 2017 (met ons registratienummer 17.36674). 2. De peilopzet vindt niet eerder plaats nadat gedurende tenminste één hydrologisch jaar de nulmetingen van het grondwater en de zoetwaterlens in het kader van de monitoring zijn uitgevoerd en akkoord zijn bevonden door het hoogheemraadschap. 3. De peilopzet vindt niet eerder plaats nadat alle vergunde werken zijn aangelegd en werkzaamheden zijn uitgevoerd conform deze vergunning en door het hoogheemraadschap akkoord zijn bevonden. 4. Bij het nemen van een nieuw peilbesluit zal de vergunning opnieuw beoordeeld worden op zijn bestaansrecht, zonder dat recht bestaat op vergoeding van mogelijke schade. 5. De vergunning zal worden ingetrokken en de aangebrachte werken dienen door de houder op zijn kosten te worden verwijderd als door of vanwege het hoogheemraadschap een waterbeheersplan of blokbemaling wordt uitgevoerd of een peilbesluit is genomen waarbij de peilafwijking kan worden opgeheven. 6. In overleg met de vergunninghouder wordt op een goed toegankelijke plaats en afleesbare locatie een deugdelijke, door het hoogheemraadschap te leveren, peilschaal geplaatst. Binnen elk gebied met een peilwijziging dient een peilschaal te worden aangebracht. Het onderhoud aan de peilschaal is voor de vergunninghouder.

16 7. Het te gebruiken materiaal mag geen negatieve invloed hebben op de kwaliteit van het water en de waterbodem. Het gebruik van bijvoorbeeld gecreosoteerd of gewolmaniseerd hout is ingevolge de Waterwet verboden. Bijzondere voorschriften werken waterkeringen 1. De inrichtingswerkzaamheden in de nabijheid van de waterkering mogen geen nadelige invloed hebben op de stabiliteit van de waterkering zoals is beschreven in het Onderzoek waterkering van 6 februari 2015 (met ons registratienummer 16.92417). 2. Wateroverlast en hoge waterstanden Gedurende wateroverlast, hogere waterstanden dan normale peilen, verweking van de waterkering of andere waterkeringbedreigende omstandigheden vinden geen werkzaamheden plaats. 3. Ontgravingen en aanvullingen a. Ontgravingen worden tot een minimum beperkt. Het waterkerend vermogen van de waterkering is altijd gegarandeerd. 4. Schouw Na gereedkomen van de werkzaamheden wordt het werk geschouwd door het hoogheemraadschap en de vergunninghouder. Bij verpachting wordt het werk ook naar tevredenheid van de pachters opgeleverd.

17 4.3 Bijzondere voorschriften algemeen Uitvoeren werkzaamheden 1. De peilopzet vindt niet eerder plaats nadat alle werken zijn aangelegd en werkzaamheden zijn uitgevoerd conform deze vergunning en door het hoogheemraadschap akkoord zijn bevonden. 2. De peilopzet vindt niet eerder plaats nadat gedurende tenminste één hydrologisch jaar de nulmetingen van het grondwater en de zoetwaterlens in het kader van de monitoring zijn uitgevoerd en door het hoogheemraadschap akkoord zijn bevonden. 3. Het instellen van het waterpeil in de randsloot op NAP -1,35 meter/-1,60 meter vindt plaats na goedkeuring door het hoogheemraadschap. 4. Voor het gebied van Natuurmonumenten ten oosten van de Westerboersweg dienen de waterpeilen conform de watervergunning 15.19377 te worden ingesteld op een zomer- en winterpeil. 5. Het bestek voor de uit te voeren inrichtingswerkzaamheden en het werkplan waarin de volgorde van de werkzaamheden wordt beschreven, worden direct na vaststelling en uiterlijk 2 maanden voor uitvoering van de werkzaamheden bij het hoogheemraadschap aangeleverd. Bij het te laat aanleveren van het bestek en het werkplan wordt de uitvoering van de werkzaamheden opgeschort. Het bestek en het werkplan behoeven de goedkeuring van het hoogheemraadschap voor wat betreft de werken en werkzaamheden die in deze vergunning zijn opgenomen. 6. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden moet het watersysteem blijven functioneren. Dit betekent onder andere dat bestaande afvoerende wateren niet gedempt, versmald of afgesloten mogen worden voordat nieuwe waterlopen gerealiseerd zijn. 7. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden moet het watersysteem blijven functioneren. Dit betekent dat peilregulerende kunstwerken niet worden verwijderd voordat nieuwe peilregulerende kunstwerken zijn geplaatst. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden blijven de huidige waterpeilen, inclusief de particuliere peilafwijkingen, te allen tijde gehandhaafd. Hier kan alleen van worden afgeweken na toestemming van het hoogheemraadschap. 8. Voor diverse particuliere peilafwijkingen wordt een aparte vergunning verleend via de reguliere vergunningenprocedure (Artikel 4.1 Awb). Dit betreft peilafwijkingen die in de huidige situatie al aanwezig zijn binnen het gebied om voldoende drooglegging te waarborgen. De peilregulerende werken voor de particuliere peilafwijkingen worden bediend door de vergunninghouder. Voor het bedienen van peilregulerende kunstwerken door de vergunninghouder op het eigendom van Natuurmonumenten en Gemeente Texel dient een akkoord te worden afgegeven door Natuurmonumenten en Gemeente Texel.

18 9. Langs de Waal en Burgerdijk en de Burgerdijk wordt een brede waterloop gegraven. De stabiliteit van de Waal en Burgerdijk en de Burgerdijk is niet onderzocht. Gemeente Texel en de eigenaar Staatsbosbeheer dienen akkoord te gaan met de uit te voeren werkzaamheden. De vergunninghouder dient voor aanvang van de werkzaamheden aan te tonen dat door de uitvoering van de werkzaamheden geen schade optreedt en/of mitigerende maatregelen treffen om de stabiliteit van de dijk/weg te waarborgen. Indien de gemeente Texel en Staatsbosbeheer niet akkoord zijn met de uit te voeren werkzaamheden en peilwijziging, mogen deze niet worden uitgevoerd en kan geen definitieve vergunning worden verleend. 10. Langs de Nieuwlanderweg, Westerboersweg en de Staart vindt een peilwijziging plaats en worden waterlopen gegraven en verbreed. Door de peilverhoging lang de Westerboersweg kan de ontwateringsdiepte minder worden dan 80 centimeter. De effecten hiervan op de fundering van de weg zijn niet bekend of onderzocht. Voor de Nieuwlanderweg geldt een droogleggingsnorm van 1,20 meter. De vergunninghouder dient voor aanvang van de werkzaamheden aan te tonen dat door de uitvoering van de werkzaamheden geen schade optreedt en/of mitigerende maatregelen treffen om de stabiliteit van de wegen te waarborgen. Concreet betekent dit dat voor de Westerboersweg een monitoringsverplichting wordt opgelegd om de ontwateringsdiepte te bepalen en/of dat de weg dusdanig wordt opgehoogd dat de ontwateringsdiepte groter is dan 80 centimeter. Voor de Nieuwlanderweg moet de drooglegging in de winter groter zijn dan 1,20 meter. Indien de gemeente Texel niet akkoord is met de uit te voeren werkzaamheden en peilwijzigingen, mogen deze niet worden uitgevoerd en kan geen definitieve vergunning worden verleend. Mitigerende en compenserende maatregelen De compenserende maatregelen op percelen waar effecten als gevolg van de peilopzet optreden bestaan uit het vervangen/intensiveren van drainage of het ophogen van het perceel. 11. De peilopzet in de eerste fase vindt niet eerder plaats nadat alle mitigerende/compenserende maatregelen die zijn aangegeven op de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230) zijn uitgevoerd en door het hoogheemraadschap is beoordeeld of deze zodanig zijn uitgevoerd dat de peilopzet kan plaatsvinden. 12. Voor het uitvoeren van mitigerende/compenserende maatregelen op percelen dient overeenstemming te zijn bereikt met de eigenaar/pachter van het perceel. 13. Wanneer de aanwezige drainage op een perceel niet meer functioneert als gevolg van de werkzaamheden voor het ophogen van het perceel, dan wordt de drainage door de vergunninghouder vervangen of wordt voor de vervanging een vergoeding verstrekt. 14. De vergunninghouder zorgt tijdens de ophoging van een perceel voor een goede aansluiting op het bestaande maaiveld, zodat een egaal en vlak perceel ontstaat. Wanneer na enige tijd kuilen ontstaan, worden deze nogmaals afgevlakt.

19 15. Schade ontstaan aan de percelen of drainage door de uitvoering van mitigerende/compenserende maatregelen wordt door de vergunninghouder vergoed. Monitoring effecten peilopzet 16. De vergunninghouder dient de effecten van de peilopzet op de grondwaterstand en het zoutgehalte van het grondwater te monitoren conform een door het hoogheemraadschap goedgekeurd monitoringsplan. 17. Minimaal één hydrologisch jaar wordt gemeten waarin de nulmeting representatief is voor de huidige situatie voorafgaand aan de peilopzet; 18. Provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap bepalen gezamenlijk de startdatum van de nulmeting; 19. Bepaalde inrichtingswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, mits deze werkzaamheden geen invloed hebben op het (grond)watersysteem en op de nulmeting; 20. Tijdens het uitvoeren van de nulmeting mogen peilen en afvoersituaties niet wijzigen. 21. Provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap stellen samen het Programma van Eisen vast voor de uitvoering van de inrichtingswerkzaamheden. Dit Programma van Eisen wordt vastgesteld vóór de start van de aanbesteding en voordat de definitieve watervergunning wordt verleend; 22. De planning van de aannemer wordt door provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap besproken en vastgesteld; 23. Provincie Noord-Holland is verantwoordelijk voor het toezicht tijdens de uitvoering van de inrichtingswerkzaamheden (bewaken van de randvoorwaarden uit het Programma van Eisen); 24. Na het uitvoeren van de nulmeting en het vaststellen van de referentiesituatie door provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap kunnen de resterende inrichtingswerkzaamheden worden uitgevoerd en kan de peilopzet worden voorbereid; 25. De nulmeting van de grondwaterstand en het zoutgehalte van het grondwater dient plaats te vinden op basis van de vastgestelde oppervlaktewaterpeilen in het peilbesluit, de vastgestelde huidige praktijkpeilen en de waterpeilen vastgesteld in de watervergunning met registratienummer 15.19377 (Natuurmonumenten). Wanneer de waterpeilen niet op de juiste hoogte worden ingesteld, kan er geen correcte nulmeting en monitoring worden uitgevoerd. De peilopzet in de eerste fase vindt niet eerder plaats dan nadat een correcte nulmeting is uitgevoerd die is goedgekeurd door het hoogheemraadschap. 26. Het door vergunninghouder bij de aanvraag aangeleverde monitoringsplan dient op de onderstaande punten nog aangevuld te worden conform de reeds gemaakte afspraken:

20 Het meten en vastleggen van het oppervlaktewaterpeil is onvoldoende duidelijk toegelicht in het monitoringsplan en het toepassen van automatische drukmeters wordt niet vermeld. De bodemopbouw is in het monitoringsplan onvoldoende onderbouwd. Voor het onderzoek naar de zoetwaterlens/bodemvocht dient onderbouwd te worden waarom de bodemkaart van de Cultuurtechnische Dienst hiervoor geschikt is. Om de prikstok/cves-metingen onafhankelijk van meteorologische omstandigheden te kunnen vergelijken dienen deze te worden uitgevoerd bij een vergelijkbaar neerslag tekort. Alleen op die manier kunnen de gemeten zoetwaterlenzen tijdens de nulmeting en na peilopzet vergeleken worden. Over bovenstaande onderwerpen en de invulling ervan dient eerst een akkoord te zijn bereikt met het hoogheemraadschap. Na dit akkoord kan gestart worden met de nulmeting. 27. De meetgegevens van het oppervlaktewater, grondwater en zoutgehalte worden maandelijks door de vergunninghouder bij het hoogheemraadschap aangeleverd. Deze meetgegevens worden door HHNK geanalyseerd. Indien uit de meetgegevens blijkt dat de peilopzet negatieve gevolgen heeft voor belanghebbenden wordt de peilopzet ongedaan gemaakt. Eigendom 28. Voor aanvang van de werkzaamheden is er overeenstemming bereikt met eigenaren, pachters en overige gebruikers van gronden waarop deze werkzaamheden plaatsvinden. Er worden geen werkzaamheden uitgevoerd zolang er geen overeenstemming is bereikt. Peilbesluit en vergunning; inwerkingtreding gekoppeld 29. Voor de uitvoerbaarheid van het inrichtingsplan voor het natuurgebied Waalenburg dient het hoogheemraadschap zowel een peilbesluit (zie Peilbesluitkaart met ons registratienummer 15.10937) vast te stellen als een watervergunning te verlenen. Vanwege de samenhang tussen deze beide besluiten kunnen de werken en werkzaamheden waarvoor deze watervergunning is verleend pas uitgevoerd worden, nadat het benodigde peilbesluit is vastgesteld door het college van hoofdingelanden van het hoogheemraadschap. Deze vergunning treedt daarom pas in werking op het moment dat het peilbesluit in werking treedt na bekenmaking in het Waterschapsblad.

21 5 Aanvraag 5.1 Aanleiding Het verhogen van de oppervlaktewaterpeilen om zo te komen tot een optimale grond- en oppervlaktewatersituatie voor het realiseren van de gewenste natuurdoeltypen binnen het natuurgebied Waalenburg. 6 Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het beheer van de waterstaatswerken 6.1 Algemeen De Waterwet omschrijft in artikel 2.1 en 6.11, tweede lid het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. In dit artikel zijn de algemene doelstellingen aangegeven die richtinggevend zijn bij de uitvoering van het waterbeheer: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste; in samenhang met b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen; d. de doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken. Deze doelstellingen vormen in onderlinge samenhang het toetsingskader bij vergunningverlening. Een vergunning wordt geweigerd indien de doelstellingen van het waterbeheer zich tegen vergunningverlening verzetten en het niet mogelijk is om de belangen van het waterbeheer door het verbinden van voorschriften of beperkingen voldoende te beschermen. De doelstellingen zijn geconcretiseerd via normen en beleid ten aanzien van veiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit en maatschappelijke functievervulling door watersystemen. De uitwerking hiervan vindt plaats in de Waterwet, in aanvullende regelgeving, in water- en beheerplannen op grond van hoofdstuk 4 van de Waterwet en in beleidsregels. De vastgestelde normen en het beleid zijn richtinggevend bij de toetsing of een aangevraagde handeling verenigbaar is met de doelstellingen voor het waterbeheer. Hieronder volgt een beschrijving van het beleid waarmee bij het beoordelen van de vergunningaanvraag rekening is gehouden. 6.2 Overwegingen voor het uitvoeren van handelingen in een waterstaatswerk waarvoor vergunning is vereist Waterhuishoudkundige, waterkeringtechnische en ecologische aspecten Het hoogheemraadschap kijkt bij de belangenafweging primair naar waterhuishoudkundige en waterkeringtechnische belangen en naar de gevolgen van de handeling voor de ecologische toestand van het waterlichaam. De waterkwaliteit en waterbodemkwaliteit mogen geen nadelige invloed ondervinden van het afgeven van een watervergunning.

22 Toetsing waterlopen Aanvragen om vergunning van de Keur voor activiteiten in of nabij waterlopen worden, voor zover voor de betreffende activiteit geen absoluut verbod geldt, getoetst op: - afname bergingscapaciteit waterloop; - afname doorstroomcapaciteit waterloop; - stabiliteit taluds; - negatief effect op (grond)waterkwaliteit; - negatief effect op ecologie; - negatief effect op grondwaterregime; - mogelijkheid van doelmatig onderhoud waterloop. Toetsing waterkeringen Aanvragen om vergunning van de Keur voor activiteiten in of nabij waterkeringen worden, voor zover voor de betreffende activiteit geen absoluut verbod geldt, getoetst op: - nadelige effecten op kerende hoogte; - nadelige effecten op stabiliteit; - nadelige effecten op de erosiebestendigheid; - mogelijke hinder voor efficiënt uitvoeren van onderhoud en inspectie; - profiel van vrije ruimte voor toekomstige dijkverbetering; - periode van uitvoeren van activiteiten; - staat van onderhoud van vergund object; - verwijderbaarheid van vergund object; - buiten gebruik stelling van object. Watertoets Binnen het natuurgebied worden waterlopen gedempt of versmald door het ondieper maken van de waterloop. De oppervlakte waterberging dient één op één te worden gecompenseerd. Uit de bijlage met ons registratienummer 16.94230 blijkt dat ruim 9.000 m 2 extra open water wordt aangelegd. Deze overcompensatie kan in overleg eventueel ten goede komen aan volgende fases van het project. In de volgende fases is bijvoorbeeld nog sprake van het graven van een nieuwe kreek op het perceel van het hoogheemraadschap en het volledig dempen van de 'voormalige' hoofdwaterloop. Tijdens de behandeling en beoordeling van de aanvraag is niet gebleken dat de waterhuishoudkundige en waterkeringtechnische belangen en de ecologische toestand van het waterlichaam door de verlening en/of uitvoering van de gevraagde vergunning (onevenredig) worden geschaad. Beleidsmatige aspecten De aanvraag is getoetst aan de van toepassing zijnde Europese en nationale wet- en regelgeving en de relevante regionale kaders. - Kaderrichtlijn Water - Waterwet - Stroomgebiedsbeheerplan Rijn 2016-2021 - Nationaal Waterplan 2016-2021 - Watervisie 2016-2021 van de provincie Noord-Holland - Waterprogramma 2016-2021 van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier - Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016 - Beleidsnota waterkeringen 2012-2017 van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

23 - Beleidsregels keurontheffingen van 24 april 2007 - Beleidsregels peilafwijkingen van 10 september 2009 Een korte samenvatting van de toetsingskaders is te vinden op www.hhnk.nl, op de pagina Vergunning aanvragen/watervergunning. Indien geen gebruik kan worden gemaakt van internet kan de samenvatting op verzoek worden toegestuurd. Hiervoor kan contact worden opgenomen met het hoogheemraadschap. Motivering toetsing en beleid water en waterkeringen De door de aanvrager gevraagde werken en werkzaamheden zijn gedeeltelijk in strijd met dit beleid. Categorie wateren In de Legger Wateren geeft de categorie het belang van een water in de waterhuishouding aan. Een waterloop wordt primair indien deze meer dan 50 ha afvoert. De randsloot en de kreek voeren in de eindfase meer dan 50 ha water af. Deze wateren zijn conform de richtlijnen voor primair geprofileerd, maar zullen als secundaire wateren worden opgenomen in de legger. Dit is mogelijk omdat het hier een geïsoleerd natuurgebied betreft, waarbij eigenaren en pachters akkoord zijn met het onderhoud door de natuurbeheerder. Het onderhoud van de secundaire wateren blijft onder jaarlijks toezicht van het hoogheemraadschap (Leggerkaart van 24 maart 2017 (met ons registratienummer 17.36220) Afwijking richtlijn afmetingen waterlopen en kunstwerken Bij het beoordelen van de minimale afmetingen van waterlopen wordt gewerkt met standaard leggerafmetingen (zie www.hhnk.nl/leggerwateren beschrijvende deel en toelichting legger). De bodemhoogte ten opzichte van NAP wordt bepaald door de standaard waterdiepte te relateren aan het laagst gevoerde waterpeil. Hiervan wordt afgeweken om de inrichtingskosten te beperken. De sloten worden aangelegd gelijk aan hoe deze nu op Texel worden aangetroffen. Alleen het natuurgebied zelf en de pachters zullen eventueel gevolgen ondervinden. De omgeving wordt niet in hun belang getroffen. De sloten zijn niet toekomstgericht volgens het beleid van het hoogheemraadschap. Als voorwaarde wordt hierbij gesteld dat de huidige situatie niet mag verslechteren. De nieuwe perceelsloten in het tertiaire stelsel worden aangelegd op een hoogte gerelateerd aan het waterpeil in de eerste fase. Deze sloten zijn namelijk alleen van belang voor de afvoer van de percelen zelf. De hoogte van de kunstwerken sluit aan bij de hoogte van de waterlopen. Diameter duiker Een diameter van een duiker moet voldoende groot zijn voor de vereiste waterdoorvoer. De minimale inwendige diameter van een duiker in waterlopen is 0,50 meter, onder en langs wegen en fietspaden 0,60 meter en in stedelijke gebieden 0,80 meter. In door het hoogheemraadschap varend te onderhouden wateren worden alleen doorvaarbare duikers toegestaan. Bijna alle duikers, met uitzondering van twee, worden conform het beleid aangelegd. Onder de Staart wordt geen doorvaarbare duiker aangelegd, wat volgens het beleid niet is toegestaan. Op deze locatie wordt geen doorvaarbare duiker toegepast, omdat de weg ter plaatse dusdanig moet worden verhoogd dat er een verkeersonveilige situatie ontstaat. Bovendien is het niet mogelijk om de kruising met de Nieuwlanderweg goed aan te sluiten.

24 Bij Nieuwlanderweg 12 wordt een afvoerduiker aangebracht met een diameter van 0,30 meter. Conform het beleid is de diameter van deze duiker te klein, maar het betreft een afvoerduiker die alleen het water van een particuliere vijver moet afvoeren. Bij wateroverlast zal de duiker het water van de vijver minder snel afvoeren en het waterpeil in de vijver zal stijgen. Door de hoogteligging van het maaiveld zal bij wateroverlast het water richting het natuurgebied afstromen, omdat het maaiveld hier lager is gelegen. Het stijgen van het water in de vijver vormt alleen een probleem voor het perceel aan de Nieuwlanderweg 12 en niet voor het omringende oppervlaktewatersysteem. Waterkering De Zaandammerdijk/Ruigendijk aan de noordzijde van het natuurgebied heeft de status van een regionale waterkering. Het betreft een 'tweede waterkering tegen de zee' en is een droge waterkering wat betekent dat er geen water tegenaan staat. Bij de ontwikkeling van het natuurgebied wordt een gedeelte van de randsloot dicht bij de waterkering gegraven. In het Onderzoek waterkering met ons registratienummer 16.94217 wordt aangetoond dat het graven van de waterloop geen effect heeft op de stabiliteit van de waterkering en de waterkerende veiligheid is gewaarborgd. Mitigerende maatregelen Ophogen en intensiveren drainage De verhoging van het waterpeil in het natuurgebied kan in de eindfase leiden tot wateroverlast buiten het natuurgebied. Op de percelen waar effecten optreden buiten het gebied worden compenserende maatregelen uitgevoerd die bestaan uit het intensiveren van drainage of ophogen van het maaiveld. De provincie heeft gekozen om alleen maatregelen door te rekenen voor locaties waar berekend is dat de uiteindelijke grondwaterstandsverhoging meer dan 5 cm is én de drooglegging minder dan 120 cm is. De maatregelen die uitgevoerd worden, zijn opgenomen op de bij de vergunning behorende gewaarmerkte kaarten, tabellen en details van 27 maart 2017 (met ons registratienummer 16.94230) en zijn een voorwaarde in de vergunning. De maatregelen moeten uitgevoerd en goedgekeurd zijn door het hoogheemraadschap, voordat de peilopzet plaats mag vinden. Doorspoelen waterlopen ten zuiden van natuurgebied Uit de tekeningen bij de vergunning blijkt niet dat voor de bollenpercelen ten zuiden van het natuurgebied drainage wordt aangelegd of het perceel wordt opgehoogd. In plaats van intensieve drainage is door de provincie met de bollenteler afgesproken dat een deel van het overtollige water vanaf Ongeren via de perceelsloten afgevoerd wordt. Het water komt met een nieuwe duiker onder de Burgerdijk door in de dijksloot. De bollenteler kan door twee afsluiters op de overstorten het overtollig water door de perceelsloten laten stromen en dit desgewenst zelfs vasthouden. Als de afvoer door de perceelsloten belemmerd wordt, wordt het water langs de Waal en Burgerdijk afgevoerd over een door het hoogheemraadschap te bedienen stuw. Aan het einde van de perceelsloten worden stuwen geplaatst die bij wateroverschot eerst het zoute water onder uit de sloot afvoeren. De maatregelen moeten uitgevoerd en goedgekeurd zijn door het hoogheemraadschap, voordat de peilopzet plaats mag vinden.