WEDSTRIJDREGLEMENT JAZZDANS VOOR GROEPEN

Vergelijkbare documenten
TECHNISCH REGLEMENT JAZZDANS

WEDSTRIJDREGLEMENT JAZZDANS VOOR GROEPEN

TECHNISCH REGLEMENT JAZZDANS

TECHNISCH REGLEMENT JAZZDANS

JURY & TECHNISCH REGLEMENT

JURY & TECHNISCH REGLEMENT

JURY & TECHNISCH REGLEMENT

JURY & TECHNISCH REGLEMENT

Jury & Technisch regelement Urban. December 2018

TECHNISCH REGLEMENT TURNEN

TECHNISCH REGLEMENT TURNEN

Wedstrijdreglement Acrobatische Gymnastiek Aanvulling op A-B-C niveau. Pupillen reglement Versie oktober 2016

Reglement Minitrampoline (groepsspringen)

Minitrampoline Reglement: Groepsspringen

Nederlandse Studenten Turn Bond

Reglement Minitrampoline (groepsspringen)

TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN

5. De indeling geschiedt op basis van de uitslagen van het afgelopen wedstrijdseizoen. Alle ploegen dienen elk jaar opnieuw te worden ingeschreven.

Version b REGLEMENT DANCE STARS

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2018

Wedstrijdinformatie. Turnen Dames District Zuid Zuid West Nederland. Clubteamfinale 2015

TECHNISCH REGLEMENT RITMISCHE GYMNASTIEK

BIJLAGE 4 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN. D/E reglement WEDSTRIJDREGLEMENT

Dutch Dance Sports (DDS) regio HIPHOP REGELS SEIZOEN september 2017

Dutch Dance Sports (DDS) regio HIPHOP REGELS SEIZOEN november 2018

WEDSTRIJDREGLEMENT ZEEBRA COMPETITIE

REGLEMENT NK POLE FITNESS 2016

Reglement vendelwedstrijd

Acrobatische gymnastiek, Vertaling FIG nieuwsbrieven nummer 1, 2, 3 en 4 cyclus 13 EN aanvulling voor in Nederland

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie District Oost Gelderland Midden. TOESTELTURNEN DAMES 3 e divisie

Algemeen: accessories onderdelen heten vanaf 2016 Show Twirl onderdelen.

De volgende artikelen moeten in het wedstrijdreglement Acrobatische Gymnastiek A/B/C niveau worden gewijzigd.

TECHNISCHE REGLEMENT NOORDELIJKE KAMPIOENSCHAPPEN MICROTEAMGYM 2018

ACROBATISCHE GYMNASTIEK

MASTERS DRIEBANDEN KLEIN KAMPIOENSCHAP NOORD-OOST NEDERLAND REGLEMENT 2014

BIJLAGE 3 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN. Micro Teamgym WEDSTRIJDREGLEMENT

BIJLAGE SHOWDANSEN EFDO-TSR

Bijlage. Activiteitenboek. Regionale Technische Commissie Turnen Dames Midden Nederland

Programma Praktijkdag Balk - Vloer TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie District Oost Gelderland Midden. TOESTELTURNEN DAMES 3 e divisie

Het wedstrijdreglement van Beat da Beat Hip Hop Dance Competition

Nationaal Kampioenschap voor BMX Clubs 2017

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2019

Reglement Trampoline en Luchttumbling

Deze wedstrijd is toegankelijk voor zowel sporters met als zonder wedstrijdpaspoort.

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie Gelderland Midden. TOESTELTURNEN DAMES 5e en 6 e divisie

Nieuwsbrief Trampolinespringen

GROEPSSPRINGWEDSTRIJDEN D+E REGIO MIDDEN NEDERLAND

Werkboek Turnen Heren Noord K B O TURNEN HEREN NOORD

Reglement Nederlands Koor Festival

WEDSTRIJDSTRUCTUUR...

BIJLAGE 3 TECHNISCH REGLEMENT. GROEPSSPRINGEN Micro Teamgym WEDSTRIJDREGLEMENT

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie Gelderland Midden. TOESTELTURNEN DAMES 5e divisie

Plaatsingsregeling landelijke wedstrijden Turnen Dames

Nederlands Kampioenschap (NK) Jeugd Beach

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie Gelderland Midden. TOESTELTURNEN DAMES 5 e en 6 e divisie

Reglement vendelwedstrijd

REGIONAAL WEDSTRIJDBOEKJE ACROBATISCHE GYMNASTIEK

15 de AKTIVA CUP. Zaterdag 22 JUNI 2019 DUBBEL MINI TRAMPOLINE TUMBLING

Wedstrijdinformatie. Turnen Heren Seizoen 2018 / Commissie Turnen Heren Brabant & Zeeland District Zuid, KNGU

Technisch Reglement. Rhönradturnen

REGLEMENT GRAND DUTCH BILJART EVENT. Artikel 1 Algemene bepalingen

Reglement voor het inzenden en selecteren van de vastenaovendliedjes van c.v. d n Dreumel.

Nieuwsbrief 6 ( FIG september 2014 ) In AcroNieuwsbrief Nederland december 2014 ) Nieuwsbrief 7 ( FIG december 2014 ) Acronieuwsbrief december 2014

13 de AKTIVA CUP. Zaterdag 24 JUNI 2017 DUBBEL MINI TRAMPOLINE TUMBLING

Hoofdkantoor: Sw. de Landasstraat DC ARNHEM tel.: januari /AG/RvdW/KvE

Nederlandse Bowling Federatie EVENEMENTENPLAN BOWLINGSEIZOEN

Koninklijke Luchtmacht OPEN MILITAIR KAMPIOENSCHAP INDOORKLIMMEN. 09 november 2017 NEOLIET TILBURG. Bureau Wedstrijdsport CLSK.

Wedstrijdreglement. Best 4 Basics

Version Deelname is voor zowel solo's, duo's en teams (3 personen of meer). SOLO DUO TEAM NOVICE NOVICE NOVICE ADVANCED ADVANCED ADVANCED

Huishoudelijk reglement DGV

NTS Helpdesk Voorgeschreven Oefenstof

Werkboek Turnen Heren Noord K B O TURNEN HEREN NOORD

District Oost. Toestelkampioenschappen. 27 en 28 mei Organisatie: Districts Technische Commissie Turnen Dames i.s.m. S.V.

Reglement Clubkampioenschappen Golfclub Bentwoud

Version Deelname is voor zowel solo's, duo's en teams (3 personen of meer)

Programma. Introductiebijeenkomst TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3. Opbouw van de cursus. Programma.

REGLEMENT DANCE STARS NETHERLANDS & BELGIUM

COMPETITIE- EN KLASSERINGSREGLEMENT VAN DE NPSA (V1.1) 13/02/2016

Dynamic Tennis Bond Nederland

Algemeen Reglement. Open Nederlands Kampioenschap. Onderwaterfotografie. Starters Individueel. (voorheen ZK)

Districts Wedstrijdboekje Acrobatische Gymnastiek District Oost Seizoen Versie: november 18

KÜR OP MUZIEK 28 NOVEMBER 2015

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie District Oost Gelderland Midden. TOESTELTURNEN DAMES 5 e en 6 e divisie

Clubteamwedstrijden District Oost

INHOUD: Jurering pagina 1,2 Indelingen divisies, leeftijden en niveaus pagina 2 Doorstroming pagina 3 Organogram KNGU pagina 4

Wedstrijdinformatie. Turnen Dames District Zuid Brabant Oost Div. 4, 5 en 6 + D1,D2 en D3

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie District Oost Gelderland Midden. TOESTELTURNEN DAMES 5 e en 6e divisie

District Oost. Toestelkampioenschappen. 1 en 2 juni Organisatie: Districts Technische Commissie Turnen i.s.m. Turn Centrum Twente

Om deze dag soepel te laten verlopen, vragen wij u goede notie te nemen van de nu volgende gedragscode en aandachtspunten.

BMX FREESTYLE REGLEMENT 2018 ROADMAP CONTESTS BELGIUM

Koninklijk Muziekverbond van Oost-Vlaanderen - NBTA Belgium VZW. TWIRLING

Technisch Reglement. Tumbling - wedstrijdsport GymFed

WEDSTRIJDREGLEMENT. Algemeen:

District Oost. Toestelkampioenschappen. 9 en 10 juni Organisatie: Districts Technische Commissie Turnen i.s.m.

1.2 Elke deelnemer krijgt even veel tijd om in te spelen en in de kleedkamer plaats te nemen.

Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie District Oost Regio Gelderland Oost

INDELING De regels zijn opgedeeld in een aantal hoofdstukken, die elk een aspect van het Metal Battle traject bevatten.

SPRONG NIVEAU D3 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF. Categorie Toestel Sprong D-score Sprongnummer. Zweefrol 4.00 B. Ophurken gevolgd door rol voorover

Praktijkdag Balk - Vloer TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3

Transcriptie:

WEDSTRIJDREGLEMENT JAZZDANS VOOR GROEPEN november 2016 (jury-exemplaar) Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie

INHOUDSOPGAVE TECHNISCH REGLEMENT GROEPSWEDSTRIJDEN JAZZDANS HOOFDSTUK 1 ORGANISATIE ALGEMEEN blz. 3 HOOFDSTUK 2 ALGEMENE WEDSTRIJDBEPALINGEN blz. 5 HOOFDSTUK 3 JURERING blz. 7 A, B EN C-NIVEAU HOOFDSTUK 4 EISEN CHOREOGRAFIE blz. 9 HOOFDSTUK 5 EISEN UITVOERING blz. 15 HOOFDSTUK 6 EISEN DANSANT blz. 17 HOOFDSTUK 7 JURYBEOORDELING blz. 19 D-NIVEAU HOOFDSTUK 8 WEDSTRIJDREGLEMENT blz. 24 HOOFDSTUK 9 EISEN CHOREOGRAFIE blz. 25 HOOFDSTUK 10 EISEN UITVOERING blz. 30 HOOFDSTUK 11 JURYBEOORDELING blz. 31 LIJST BASISBEWEGINGEN D-NIVEAU blz. 34 KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 2

TECHNISCH REGLEMENT GROEPSWEDSTRIJDEN JAZZDANS HOOFDSTUK 1 ORGANISATIE ALGEMEEN 1.1 INLEIDING Door de werkgroep Jazzdanswedstrijden worden jaarlijks, in samenwerking met een vereniging/dansschool en/of regio, wedstrijden jazzdans voor groepen georganiseerd. De organisatie van de wedstrijden en de financiële afhandeling vindt plaats onder de verantwoording van de LTC Dans. 1.2 ORGANISATIESTRUCTUUR - 1 tot 5 voorrondes voor A-, B-, C- en D-niveau. - Eén landelijke finale, het NK Jazzdans voor het A-, B- en C-niveau. - Het D-niveau kan alleen op één voorronde uitkomen en stroomt niet door naar de finale. - Plaatsing voor de finale wordt aan de hand van de behaalde punten van alle voorrondes bepaald door de werkgroep. 1.3 NIVEAUS - De groepswedstrijden worden georganiseerd op A-, B-, C- en D-niveau, waarbij het A-niveau het hoogste aangeeft. Men kan alleen op het A-niveau de titel Nederlands kampioen behalen. Voor het B- en C-niveau geldt de titel Bondskampioen. 1.4 INSCHRIJVING - Inschrijving voor alle voorrondes dient plaats te vinden vóór 1 januari van het wedstrijdseizoen via het Loket van de K.N.G.U. - Elke inschrijving dient gepaard te gaan met de namen en geboortedatums van de deelnemers. De geboortedatums zijn hierbij leidend! - Op A-, B- en C-niveau moet de deelnemer 9 jaar zijn of worden in het wedstrijdjaar (het wedstrijdjaar loopt van 1 januari t/m 31 december). - Per voorronde worden er op basis van de beschikbare plaatsen per vereniging/ dansschool in beginsel maximaal 5 groepen toegelaten. Indien er meer dan 5 groepen van één vereniging/dansschool worden ingeschreven, dan worden deze verplaatst naar een andere voorronde (2e keuze), tenzij de werkgroep Jazzdanswedstrijden anders bepaalt. Het voorgaande is niet van toepassing op de organiserende vereniging/dansschool van een voorronde. - Bij over-inschrijving houdt de werkgroep zich het recht voor om in overleg groepen in een andere voorronde te plaatsen. - Een groep/persoon mag slechts voor één vereniging en aan één dans deelnemen. - Deelname van verschillende groepen van dezelfde vereniging met dezelfde dans in hetzelfde of een ander niveau is niet toegestaan. - Inschrijving op elk niveau is vrij, mits de promotieregeling in acht wordt genomen. - De werkgroep is bereid op grond van resultaten niveau-advies te geven. 1.5 LEEFTIJDSCATEGORIEËN groepswedstrijden A-, B- en C-niveau 1. Meisjes / jongens 9 t/m 13 jaar 2. Meisjes / jongens 9 t/m 16 jaar 3. Meisjes / jongens 16 t/m 19 jaar 4. Dames / heren 20 jaar en ouder KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 3

groepswedstrijden D-niveau 1. Meisjes / jongens 6 t/m 9 jaar (geen competitie-element) 2. Meisjes / jongens 9 t/m 13 jaar 3. Meisjes / jongens 9 t/m 16 jaar 4. Meisjes / jongens 16 t/m 19 jaar 5. Dames / heren 20 jaar en ouder De gestelde leeftijd moet bereikt zijn in het jaar waarin de wedstrijden plaatsvinden. Overtreding van de leeftijdsgrenzen kan uitsluiting tot gevolg hebben. Er is een automatische dispensatie voor twee deelnemers buiten de leeftijdscategorie, mits de afwijkende leeftijd niet meer dan één kalenderjaar bedraagt. Eis hierbij is dat de deelnemer niet jonger is dan 9 jaar, danwel 9 jaar wordt in het wedstrijdjaar (een deelnemer van 7 jaar mag dus niet meedoen op ABC-niveau!). Er kan alleen in zeer uitzonderlijke situaties extra dispensatie worden verleend door de werkgroep jazzdanswedstrijden, deze aanvraag moet schriftelijk worden voorgelegd aan de werkgroep vóór 1 januari van het wedstrijdjaar. De dispensatieaanvraag dient gepaard te gaan met een opgave van geboortedatums en namen van de deelnemers en de naam en de bevoegdheid van de leiding. 1.6 GROEPSGROOTTE - Het minimale aantal deelnemers per groep bedraagt 8 personen. Mocht door onvoorziene omstandigheden een deelnemersaantal van 7 personen ontstaan, dan is het toegestaan deel te nemen, met aftrek van 0.50 punt van het uitvoeringscijfer. - Er is geen maximaal aantal deelnemers vastgesteld. 1.7 PROMOTIEREGELING - De Bondskampioen op het B-niveau is verplicht om door te stromen naar het A-niveau. Daarnaast dienen de groepen op het B-niveau die in de finale voor choreografie minimaal 8.50 punten, voor uitvoering minimaal 8.00 punten en voor dansant minimaal 7.50 punten hebben behaald, het volgende wedstrijdseizoen op het A-niveau in te schrijven. - De Bondskampioen op het C-niveau is verplicht om door te stromen naar het B-niveau. Daarnaast dienen de groepen op het C-niveau die in de finale voor choreografie minimaal 8.25 punten en voor uitvoering minimaal 7.75 punten hebben behaald, het volgende wedstrijdseizoen op het B-niveau in te schrijven. - Dispensatie voor promotie kan uitsluitend schriftelijk vóór 1 januari van het wedstrijdjaar worden aangevraagd. De dispensatieaanvraag dient gepaard te gaan met een opgave van geboortedatums en namen van de deelnemers en de naam en de bevoegdheid van de leiding. 1.8 HUISHOUDELIJK REGLEMENT Iedere deelnemer, leider en toeschouwer bij een wedstrijd valt onder de regelgeving van de KNGU. Hiervoor verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van het Huishoudelijk Reglement van de KNGU. KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 4

HOOFDSTUK 2 ALGEMENE WEDSTRIJDBEPALINGEN 2.1 WERKVLOER De werkvloer is 18 tot 20 meter breed en 18 tot 20 meter lang. Als de voorronde samen valt met een dance2demo, wordt de afmeting van de werkvloer om organisatorische redenen 18 meter breed en 15 meter lang. 2.2 TIJDSDUUR VAN EEN DANS A. Groepen A-, B- en C-niveau 3 tot 5 minuten B. Groepen D-niveau 2 tot 4 minuten De tijd begint wanneer de eerste danser gaat bewegen en eindigt als de laatste danser is gestopt. 2.3 MUZIEK De muziek kan aangeleverd worden op een usb stick of externe harddisk. Muziek die op telefoons, mp3 spelers, tablets e.d. staat wordt NIET geaccepteerd. Het door de crew gebruikte programma kan diverse bestandsformaten afspelen: MP3, MP4, WAV, AAC. Er kan geen gebruik gemaakt worden van WMA bestanden. De eisen waaraan de muziek moet voldoen zijn als volgt: - Minimaal 192 kbps bitrate - Stereo - Formaat MP3, MP4, WAV, AAC - Aanleveren op USB stick, Externe HDD. - GEEN WMA Mocht je niet goed weten welk bestandformaat of bitrate het bestand heeft vraag dan hulp bij iemand die verstand heeft van audio en computers. Neem voor alle zekerheid altijd een cd of een extra geluidsdrager mee. Op de website van de KNGU: www.kngu.nl, vervolglink Wedstrijdzaken / Dans / Jazzdans / Wedstrijdreglement / Aanlevering muziek voorrondes en NK kan dit nog eens nagelezen worden. 2.4 KLEDING - Groepen treden op als geheel en dienen uniforme kleding en schoeisel te dragen. - De kleding en het schoeisel dienen functionele wedstrijdkleding te zijn (zonder losse toevoegingen!), zodanig dat het bewegen van de romp, armen en benen goed zichtbaar zijn en de werkvloer niet beschadigd wordt. - Showkleding, sieraden en het gebruik van attributen zijn niet toegestaan. - Alleen de gewone gezichtsmake-up is toegestaan. Geen schminkfiguren. - Reclame is niet toegestaan op de wedstrijdkleding en op de werkvloer. Tijdens de op- en afmars is het wel toegestaan een trainingspak met reclame te dragen. 2.5 PRESENTATIE - Alle deelnemers en hun leiding zijn verplicht in sportkleding en bijbehorend schoeisel mee te werken aan de opening en de sluiting van de wedstrijd, tenzij er in blokken wordt gewerkt. Tassen zijn op de werkvloer niet toegestaan. - Bij de opmars en/of afmars dient (voor zover aanwezig) de verenigingsvlag (aan stok) meegedragen te worden. Van de verenigingen die aan de wedstrijd deelnemen wordt verwacht dat deelnemers en leiding op de hoogte zijn van het correct dragen en presenteren van de vlag en de loophouding gedurende de op- en afmars. KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 5

2.6 LEIDING - Aanmelding van de groep en inleveren van de muziek bij de geluidstechnicus voor aanvang van het vloerverkennen. - Het vloerverkennen gebeurt zonder muziek in een door de wedstrijdleiding bepaalde tijd en volgorde. - De leiding mag geen aanwijzingen geven of zich in de buurt van de juryleden/telcommissie bevinden (aangewezen plaats is naast de prijzentafel). - Alle deelnemers en begeleidende personen volgen gedurende de wedstrijd de aanwijzingen van de wedstrijdleiding op. - De leiding is verantwoordelijk voor het gedrag van de deelnemers in de zaal, kleedkamer, kantine enz. - Aanstootgevend en/of onsportief gedrag van de deelnemers kan schorsing voor het volgende wedstrijdseizoen tot gevolg hebben. - Alleen de leiding heeft het recht na de bekendmaking van het eindcijfer uitleg te vragen aan de jury. 2.7 HERKANSING - Herkansing wordt alleen toegestaan als bijzondere omstandigheden het optreden van een verenigingsgroep of deelnemer deden mislukken. - De wens tot herkansing moet direct na het optreden bij de wedstrijdleiding kenbaar gemaakt worden door de leiding. - Het besluit van de wedstrijdleiding is daarna bindend. 2.8 PROTESTEN Achteraf zijn er geen protesten mogelijk. KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 6

HOOFDSTUK 3 JURERING 3.1 JURY Algemeen Voor de aanvang van de wedstrijd wordt een juryvergadering gehouden. - De hoofdjury leidt de juryvergadering en de algehele coördinatie van de totale jury. - De hoofdjury heeft de verantwoording voor het functioneren van de totale jury. Samenstelling van de jury De jury bestaat uit minimaal 6 leden, te weten: - twee juryleden voor choreografie; - twee juryleden voor uitvoering; - twee juryleden voor dansant. Bij afwijkende aantallen juryleden wordt de wijze van tot stand komen van het eindcijfer tijdens de juryvergadering bepaald. 3.2 TAKEN JURY - De hoofdjury is verantwoordelijk voor de organisatie en het werk van de jury. - De hoofdjury controleert de ingeleverde cijfers en roept bij te grote verschillen de jury bijeen voor overleg. - De juryleden dienen iedere dans volgens het reglement te beoordelen en stellen het eindcijfer samen zoals is vastgelegd in artikel 3.3. - De juryleden dienen tot een half uur na de uitslag van de wedstrijd beschikbaar te zijn om vragen van de leiding betreffende het cijfer nader toe te lichten. 3.3 BEREKENING EINDCIJFER A. Algemeen per jurygroep - Op het A- en B-niveau geven de juryleden bij choreografie, uitvoering en dansant maximaal 10.00 punten. Er zijn dus maximaal 30.00 punten te behalen. - De punten van de juryleden bij choreografie, uitvoering en dansant worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal juryleden per betreffende jurygroep. - Het eindcijfer ontstaat door optelling van het gemiddelde cijfer choreografie, het gemiddelde cijfer uitvoering en het gemiddelde cijfer dansant. - Op het C- en D-niveau is er geen aparte jury voor dansant en geven de juryleden bij choreografie en uitvoering 10.00 punten. Het maximaal te behalen punten is hier dus 20.00. - Ook hier worden de punten van de juryleden bij choreografie en uitvoering bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal juryleden per jurygroep. - Het eindcijfer ontstaat door optelling van het gemiddelde cijfer choreografie en het gemiddelde cijfer uitvoering. B. Toegestane marge tussen de cijfers van een jurygroep Voor alle niveaus geldt: 0.20 punten voor de cijfers tussen de 9.00 10.00 punten 0.30 punten voor de cijfers tussen de 8.00 9.00 punten 0.50 punten voor de cijfers onder de 8.00 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 7

C. Tijdwaarnemer - Deze controleert de tijd van de choreografie. - De tijd begint wanneer de eerste danser gaat bewegen en eindigt als de laatste danser is gestopt. - Aftrek 0.10 punten per 5 seconden te lang of te kort tot een maximum van 0.50 punten. - De tijdwaarnemer geeft de tijdsduur van de dans door aan de jury van de choreografie, deze berekent de aftrek en vermeld dit op het jurybriefje. D. Telcommissie - Berekent het eindcijfer. - De aftrek voor tijdsoverschrijding wordt van het gemiddelde choreografiecijfer afgetrokken en apart op het uitslagenformulier vermeldt onder de letter T. Aftrek 0.10 per 5 sec. tot een maximum van 0.50 punten. - De aftrek voor de groepsgrootte wordt van het gemiddelde uitvoeringscijfer afgetrokken en apart op het uitslagenformulier vermeld door middel van de letter G. Aftrek 0.50 punten als de groep uit 7 personen bestaat. 3.4 TOEKENNEN PRIJZEN A. Prijzen A-, B- en C-niveau Op de voorrondes worden per leeftijdscategorie en niveau de volgende prijzen toegekend: - bij 2 of 3 deelnemende groepen alleen een 1 e prijs - bij 4 deelnemende groepen alleen een 1 e en een 2 e prijs - bij 5 of meer deelnemende groepen een 1 e, 2 e en 3 e prijs Voor alle niveaus geldt: als een groep als enige in een categorie deelneemt, ontvangt zij automatisch de 1 e prijs! B. Prijzen D-niveau Dit niveau ontvangt altijd een 1 e, 2 e en 3 e prijs ongeacht het aantal deelnemende groepen in een categorie, met uitzondering van de leeftijd D 6 t/m 9 jaar. In deze categorie vervalt het competitie-element (voorschrift KNGU) en ontvangt de beste een aanmoedigingsprijs en alle anderen een attentie. C. Op elke voorronde ontvangen alle deelnemers tot en met 13 jaar een persoonlijk diploma. D. Op het Nederlands Kampioenschap wordt altijd een 1 e, 2 e en 3 e prijs uitgereikt, ongeacht het aantal deelnemende groepen of het behaalde aantal punten. De titel Nederlands Kampioen wordt alleen verleend aan de winnaars op alle A-niveaus. Voor het B- en C-niveau geldt de titel Bondskampioen. E. Gelijk eindigen De handelwijze bij het gelijk eindigen op een 1 e, 2 e of 3 e plaats is als volgt: Gelijke 1 e plaats betekent geen 2 e prijstoekenning Gelijke 2 e plaats betekent geen 3 e prijstoekenning Gelijke 3 e plaats betekent geen 4 e prijstoekenning 3.5 UITSLAGEN WEDSTRIJD De behaalde cijfers worden aan het eind van de wedstrijd, tijdens de prijsuitreiking, bekend gemaakt. Voor iedere vereniging ligt na de wedstrijd een uitslagenlijst klaar. Tevens kunnen de uitslagen nagelezen worden op de website van de KNGU. KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 8

HOOFDSTUK 4 EISEN CHOREOGRAFIE GROEPSWEDSTRIJDEN A-, B- EN C-NIVEAU In dit hoofdstuk wordt beschreven aan welke eisen een dans moet voldoen op de diverse niveaus. Het onderdeel Muziek is alleen van toepassing op het C-niveau. Dit onderdeel wordt voor het A- en B-niveau apart gejureerd (zie hoofdstuk VI: Eisen Dansant). 4.1 CIJFEROPBOUW A en B C - Technische waarde 3.50 punten 3.00 punten - Algemene choreografische waarde 3.50 punten 2.50 punten - Opstellingen 1.50 punten 1.00 punten - Muziek 2.50 punten - Originaliteit/creativiteit 1.50 punten 1.00 punten Totaal 10.00 punten 10.00 punten 4.2 TECHNISCHE WAARDE VAN DE CHOREOGRAFIE A- en B-niveau: 3.50 punten C-niveau: 3.00 punten De technische waarde van de choreografie wordt bepaald aan de hand van jazzdans-techniekgroepen die in een dans verwerkt zijn. Uit elke techniekgroep dienen minimaal twee (of 3 bij onderdeel sprongen) verschillende technieken gedanst te worden. De techniekgroepen moeten door de hele groep worden uitgevoerd. Elke gevraagde techniek kan vervangen worden door dezelfde techniek van een hoger niveau, maar met een maximum van twee technieken! TECHNIEKGROEPEN A-niveau B-niveau C-niveau 1.a Contraction/Release tijdens het met of zonder zonder verplaatsing bewegen 2x verplaatsing 2x 2x b. Rompbewegingen 2x 2x 2x 2. Balans, 2x in plié en/of relevé vrij vrij (min. 2 sec. aanhouden) 3. Draaien/Pirouettes, 2x (op de bal van de voet) min. 1½ pirouette 1x voorwaarts 1x achterwaarts 1 hele pirouette 1x voorwaarts 1x achterwaarts ½ pirouette 1x voorwaarts 1x achterwaarts 4.Sprongen, A/B: 3x verschillend C: 2x verschillend grote amplitude halve amplitude basis afzet met goede landing 5.a. Hinge, 1x uit stand naar in stand in kniestand grond of andersom b. Slide, 1x vrij vrij vrij 6. Grondtechnieken, 2x vrij vrij vrij Het (technische) onderdeel wat gebruikt wordt om naar de grond te gaan, wordt hierbij niet als grondtechniek meegeteld! De hele groep moet tijdens de dans minimaal tweemaal naar de grond, ofwel in de dans moeten minimaal twee grondstukken verwerkt zijn. KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 9

GEVRAAGDE AANTAL TECHNIEKGROEPEN PER LEEFTIJD EN NIVEAU: A-niveau B-niveau C-niveau 9 t/m 13 jaar 4 4 3 9 t/m 16 jaar 5 5 4 16 t/m 19 jaar 6 6 5 20 jaar en ouder 6 6 5 De techniekgroepen dienen door de hele groep uitgevoerd te worden, gelijktijdig of kort na elkaar. WORDT EEN TECHNIEK DOOR DE MEERDERHEID VAN DE GROEP NIET CORRECT UITGEVOERD, DAN WORDT DEZE TECHNIEK ALS NIET GEDANST BESCHOUWD. Per ontbrekende techniekgroep is er 0.50 punten aftrek. Per techniekgroep: worden er 2 of 3 gevraagd en 1 of 2 gedanst, dan volgt een aftrek van 0.25 punten. Het is toegestaan om maximaal 2 technieken te vervangen door 2 technieken uit een hoger niveau, maar hiervoor worden geen bonuspunten gegeven! Als er meer dan 2 technieken uit een hoger niveau gedanst worden, is het niveau niet aangepast aan de groep (oftewel men heeft te laag ingeschreven) en zal daarvoor aftrek gegeven worden in de algemene choreografische waarde! 4.3 ALGEMENE CHOREOGRAFISCHE WAARDE A- en B-niveau: 3.50 punten C-niveau: 2.50 punten A. Oefenstof aangepast aan de groep B. Oefenstof aangepast aan het niveau C. Gelijkwaardig bewegingsniveau D. Groepseenheid E. Oneigenlijke bewegingen F. Samenwerking en interactie binnen de groep G. Herhalingen H. Grondstuk I. Gebruik vloer J. Rustperiode K. Te lang intro en/of slot L. Leidster geeft aanwijzingen A. Oefenstof aangepast aan de groep De keuze van de oefenstof moet zodanig zijn, dat deze bij de groepsleeftijd en het niveau past. Hierdoor kunnen de deelnemers zich de stof eigen maken. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van 0.10 0.50 punten B. Oefenstof aangepast aan het niveau Als er meer dan 2 technieken uit een hoger niveau gedanst worden, betekent dit dat de groep meer moeilijke technieken aankan dan het gekozen niveau aangeeft en men dus te laag heeft ingeschreven. Er volgt een aftrek van 0.10 0.50 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 10

C. Gelijkwaardig bewegingsniveau De hele groep dient op hetzelfde niveau te dansen. Ook bij het werken met partners of groepen in contrasterende bewegingen. Een solo-rol is toegestaan wanneer de muziek erom vraagt. Bovendien moet de solo een duidelijke bijdrage leveren aan de choreografie. Voorwaarden: een solo mag niet meer dan 2x in een dans voorkomen en mag niet 2x door dezelfde danser worden uitgevoerd. De solo mag niet langer zijn dan 32 tellen (4 x 8) en de rest van de groep moet blijven bewegen. De solo wordt beoordeeld op uitvoering, de gedanste technieken tellen niet mee in het choreografiecijfer. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van D. Groepseenheid De eenheid van de groep dient gewaarborgd te blijven. Het teveel in groepen dansen en/of om en om werken kan als storend worden ervaren. Als dit de dans gaat overheersen en het geen toegevoegde waarde heeft, kan er aftrek worden gegeven. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van. E. Oneigenlijke bewegingen Statische lenigheidoefeningen en onderdelen uit andere disciplines, die storend en niet dansant zijn, leiden tot aftrek. Denk hier aan acrobatiek en turnvormen (b.v. handstand (dus 2 voeten van de vloer), acrobatische gymnastiek, enz.). Er moet altijd sprake zijn van een doorgaande beweging! Daarentegen zijn alle oude en nieuwe dansstijlen toegestaan. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van F. Samenwerking en interactie binnen de groep Een choreografie in de jazzdans dient zo samengesteld te zijn, dat de homogeniteit van het bewegen van de deelnemers leidt tot een zichtbaar samenwerkingsverband. Het samenwerken wordt zichtbaar in: 1. Het op elkaar afgestemd bewegen van de deelnemers. 2. Het werken met één of meer partners in gelijke zowel als contrasterende bewegingen. 3. Het werken in groepen in gelijke zowel als contrasterende bewegingen. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van G. Herhalingen De keuze van de bewegingspatronen en de aaneenschakeling ervan dienen zo gevarieerd mogelijk te zijn, waarbij herhaling tot een minimum dient te worden beperkt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. Op zichzelf staande technieken 2. Gecombineerde technieken 3. Bewegingsthema s (max. 32 tellen) 4. Techniekgroepen Een exact dezelfde techniek of gecombineerde techniek mag maar eenmaal in dezelfde combinatie herhaald worden. Een bewegingsthema (32 tellen) mag maximaal eenmaal herhaald worden, mits in een andere opstelling eventueel met interactie. De choreografie in zijn geheel mag niet overheerst worden door een bepaalde techniekgroep. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 11

H. Grondstuk De hele groep moet tijdens de dans minimaal tweemaal naar de grond, ofwel in de dans moeten minimaal twee grondstukken verwerkt zijn. Er wordt een aftrek van 0.30 punten gegeven als de groep maar éénmaal naar de grond gaat. Een grondstuk moet uit minimaal 1 x 8 tellen en mag uit maximaal 4 x 8 tellen bestaan. Aftrek wordt gegeven wanneer het grondstuk langer is dan deze 32 tellen. Het (technische) onderdeel wat gebruikt wordt om naar de grond te gaan, wordt hierbij qua tijd niet meegeteld! Afhankelijk van de hoeveelheid tellen te lang volgt een aftrek van 0.10 0.30 punten I. Gebruik vloer Het vloeroppervlak dient tijdens de dans zo ruim mogelijk door de dansers gebruikt te worden, niet slechts een gedeelte ervan. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van J. Rustperiode Te lange bewegingspauzes gedurende de dans, meer dan 8 tellen, van de gehele of gedeeltelijke groep, zijn niet toegestaan. Maximaal twee waves/waaiers. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van 0.10 0.20 punten K. Te lang intro en/of slot Het intro van het muziekstuk, waarop de groep stilstaat voor de inzet van de dans, mag niet langer duren dan 16 tellen. Bij het beëindigen van de dans mag de muziek nog 8 tellen doorspelen. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van 0.10 0.20 punten L. Leidster geeft aanwijzingen Aftrek maximaal 0.50 punten 4.4 OPSTELLINGEN A- en B-niveau: 1.50 punten C-niveau: 1.00 punten Onder opstellingen wordt verstaan: de positie van personen of groepen ten opzichte van de ruimte. A. Een choreografie moet een minimum aantal van elkaar verschillende opstellingen bevatten, waarbij de beginopstelling niet meetelt. Aantal vereiste opstellingen voor de verschillende leeftijdscategorieën van alle niveaus zijn: A-niveau B-niveau C-niveau 9 t/m 13 jaar 3 3 2 9 t/m 16 jaar 4 4 3 16 t/m 19 jaar 5 5 4 20 jaar en ouder 5 5 4 Aftrek per gemiste opstelling 0.30 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 12

B. Eisen die aan de opstellingsveranderingen gesteld worden, zijn: - Een opstelling moet minimaal 16 tellen duren. - De opstellingen dienen qua tijd goed verdeeld te zijn over de dans, maar de dans mag niet overheerst worden door te veel opstellingsveranderingen of verplaatsingen. - De opstellingen moeten zo gevarieerd mogelijk zijn. - Plaatswisselingen van personen, die resulteren in een zelfde opstelling, worden niet als opstellingsverandering aangemerkt. - De opstellingsveranderingen dienen gevarieerd, logisch en vloeiend te verlopen. - De technieken die gebruikt worden bij de opstellingsveranderingen dienen gevarieerd te zijn. Wordt hier niet aan voldaan dan volgt aftrek van per aspect 4.5 MUZIEK (alleen voor het C-niveau) 2.50 PUNTEN Er wordt gelet op: A. Variatie in tempo en ritme Zitten er tempo- en/of ritmeveranderingen in de muziek en hoe worden deze vertaald in de dans? Bijvoorbeeld door versnelling en vertraging in de bewegingen en de choreografie. Wordt in de choreografie de makkelijk hoorbare telling gebruikt of ook de tussentelling(en)? Wordt hier niet aan voldaan dan volgt aftrek van 0.10 0.50 punten. B. Samengaan muziek en bewegen De dans dient qua stijl en sfeer één geheel te vormen met de muziek. Is de dans uniek op de muziek? Past de muziek qua leeftijd en niveau bij de groep? Wordt er voldoende gebruik gemaakt van de accenten in de muziek? Wordt hier niet aan voldaan dan volgt aftrek van 0.10 0.50 punten. C. Dansante bewegingen/muziekvertaling De groep zal de muziek visueel gestalte moeten geven door de manier van bewegen. Daarom is het van belang een dansante en expressieve choreografie te maken, waardoor er een harmonieus geheel ontstaat. De dans moet de sfeer van de muziek en het gevoel wat de muziek oproept weergeven. De dansers moeten hun gevoel erin kunnen leggen en dit naar buiten toe kunnen brengen. Is het een totaal gebeuren en geen losse passencombinaties en/of oefentechnieken aan elkaar gezet? Geeft de choreograaf qua bewegingen de dansers de gelegenheid de muziek ten volle te beleven? Aftrek: Dansant en expressie goed 0.00 0.30 punten Dansant en expressie voldoende 0.30 0.60 punten Dansant en expressie matig 0.60 0.90 punten Dansant en expressie onvoldoende 1.00 punt KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 13

4.6 ORIGINALITEIT/CREATIVITEIT A- en B-niveau: 1.50 punten C-niveau: 1.00 punten 1. De muziekvormen (ritme en muzieksoort) (denk aan variatie in tempo-ritme/versnelling-vertraging/gebruik van tussentelling(en) enz.) Voor het C-niveau komt daar ook de muziekvertaling (dansant/expressie) bij (wordt de sfeer van de muziek overgebracht, is er gevoel/beleving, is er een harmonieus geheel, wordt er gedanst en niet alleen maar technieken uitgevoerd, wordt er gebruik gemaakt van de tekst en/of melodie?) 2. Opstellingen en variatie in het tot stand komen van opstellingen. 3. Bewegings- en passencombinaties 4. Samenwerking en interacties 5. Het uitvoeren van de gevraagde technieken in wisselende (danstechnische) combinaties 6. Opstellingsveranderingen met moeilijke technieken. (Voor de punten 5 en 6 geldt: uitsluitend bij een correcte technische uitvoering door de hele groep). Waardering: per aspect KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 14

HOOFDSTUK 5 EISEN UITVOERING GROEPSWEDSTRIJDEN A-, B- EN C-NIVEAU In dit hoofdstuk wordt beschreven aan welke uitvoeringseisen de deelnemer en de groep dient te voldoen. De onderdelen C en D zijn alleen van toepassing op het C-niveau. Deze onderdelen worden voor het A- en B-niveau apart gejureerd (zie hoofdstuk VI: Eisen Dansant). 5.1 CIJFEROPBOUW A en B C A. Placement 3.50 punten 2.50 punten B. Beheersing van de jazzdanstechnieken 3.50 punten 2.50 punten C. Muzikaliteit 1.00 punten D. Dansbeleving 1.00 punten E. Gelijkheid van bewegen 1.50 punten 1.50 punten F. Duidelijkheid van opstellingen 1.00 punten 1.00 punten G. Presentatie 0.50 punten 0.50 punten Totaal 10.00 punten 10.00 punten 5.2 EISEN TE STELLEN AAN DE GROEP A. PLACEMENT A- en B-niveau: 3.50 PUNTEN C-niveau: 2.50 PUNTEN 1. Placement (houding) Hieronder verstaan wij de plaatsing van het lichaam in de ruimte. Hiermee wordt alles bedoeld wat te maken heeft met een correcte houding gedurende het bewegen, de stand van het hoofd, schouders, romp, bekken, benen, voeten, armen en handen. 2. Bewegings- en houdingsspanning Zowel een correcte houding als beweging dient gepaard te gaan met de juiste lichaamsspanning. 3. Bewegingsamplitude Het zo ruim mogelijk uitvoeren van de bewegingen. 4. Strekking en buiging Het contrast tussen buiging en strekking dient zichtbaar maximaal en totaal uitgevoerd te worden. B. BEHEERSING VAN DE JAZZDANSTECHNIEKEN A- en B-niveau: 3.50 PUNTEN C-niveau: 2.50 PUNTEN Het technisch juist uitvoeren van de gevraagde techniekgroepen. C. MUZIKALITEIT (alleen C-niveau) 1.00 PUNT De beleving en het uitvoeren van maat- en ritme-accenten Wordt er niet buiten de maat gedanst en is de choreografie zodanig gemaakt dat de dansers het maat- en ritmegevoel niet kwijtraken door te moeilijke technische onderdelen? - Goed 0.00 0.20 - Matig 0.20 0.40 - Onvoldoende 0.40 0.60 KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 15

D. DANSBELEVING (alleen C-niveau) 1.00 PUNT Men dient te dansen met veel inlevings- en uitdrukkingsvermogen, in overeenstemming met het karakter van de muziek. De groep zal de muziek visueel gestalte moeten geven door de manier van bewegen, zodat er een harmonieus geheel ontstaat. - Goed 0.00 0.20 - Matig 0.20 0.40 - Onvoldoende 0.40 0.60 E. GELIJKHEID VAN BEWEGEN 1.50 PUNTEN De groep dient zich als een homogene groep te bewegen. F. DUIDELIJKHEID VAN OPSTELLINGEN 1.00 PUNT G. PRESENTATIE 0.50 PUNTEN De groep dient zich in correcte wedstrijdkleding en schoeisel als een geheel te presenteren en zich volgens de regels te gedragen. Sieraden, losse toevoegingen, kauwgom, loshangende haren, kledingcorrecties enz. zijn niet toegestaan Voor A t/m G geldt per aspect de volgende aftrek: Persoonlijke fout: 0.10 tot 0.30 punten Groepsfout: 0.30 tot 0.50 punten Hierbij nog opgemerkt dat de punten C en D alleen van toepassing zijn op het C-niveau! Extra aftrek van 0.50 punten als een groep uit 7 personen bestaat. Deze aftrek voor groepsgrootte wordt van het gemiddelde uitvoeringscijfer afgetrokken en apart op het uitslagenformulier vermeld door middel van de letter G. KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 16

HOOFDSTUK 6 EISEN DANSANT GROEPSWEDSTRIJDEN A- EN B-NIVEAU In dit hoofdstuk wordt beschreven aan welke eisen de choreografie en de groep/dansers dienen te voldoen op het A- en B-niveau. 6.1 CIJFEROPBOUW Er zijn bij dit onderdeel maximaal 10.00 punten te behalen. A. Muziekvorm en vertaling 5.00 punten B. Dansniveau groep 1.50 punten C. Dansbeleving 3.50 punten A. MUZIEKVORM EN VERTALING 5.00 punten 1. Worden de mogelijkheden die de muziek oproept gebruikt? Denk hierbij aan: - accenten; - frasering ( pauze in de muziek of juist dynamisch en explosief); - gebruik van tekst (tekst kan als leidraad worden gebruikt); - verschillende maatsoorten en voldoende afwisseling. Dus meer dan alleen maar het tempo of het ritme volgen of alles op tel dansen! (met name tel 1 en tel 5, probeer eens op een andere tel een beweging in te zetten); - probeer te voorkomen dat de beweging onderbroken wordt, waardoor ook het dansante (of de flow ) breekt. Een stop die plaatsvindt (bijvoorbeeld bij een preparatie (inzet pirouette), vooral te zien bij de jongere deelnemers) is storend, omdat er dan ook niet meer sprake is van een doorgaande beweging. Let op: een stop kan soms juist wel heel functioneel zijn! Door de dansbewegingen komt de muziek tot uiting! 2. De dans moet de sfeer van de muziek en het gevoel wat de muziek oproept weergeven; muziek en choreografie moeten één geheel vormen (dus een relatie/harmonie tussen de muziek en de bewegingen!). Ga eerst als choreograaf na wat de muziek oproept en ga daar vanuit bij het maken van de dans/bewegingen. 3. Geeft de choreograaf qua bewegingen de dansers de gelegenheid de muziek ten volle te beleven en visueel gestalte te geven? Bewegingen zijn niet slechts "pasjes" maar hebben ook een betekenis: ze kunnen een emotie weergeven, maar ook een idee of een sfeer neerzetten. Denk niet te moeilijk: bepaal eerst de sfeer/het idee (zie hierboven) en vergeet vooral niet de doelgroep hierin mee te nemen (zie hieronder). Past de dans bij de groep gezien de leeftijd en het niveau, zodat de groep de beleving (inleving) van de muziek kan weergeven? Is de dans een totaal gebeuren en geen losse passencombinaties en/of oefentechnieken die aan elkaar gezet zijn? KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 17

B. DANSNIVEAU GROEP 1.50 punten 1. Is er beheersing van het gehele lichaam te zien tijdens de hele dans? 2. Wordt er gedanst vanuit het centrum en wordt de controle over het centrum behouden gedurende de hele dans? C. DANSBELEVING 3.50 punten 1. Zijn de dansers in staat de choreografie in de sfeer en de stijl van de muziek te dansen/beleven met hun hele lijf? 2. Zijn de dansers in staat hun gevoel in beweging om te zetten en dit naar buiten toe over te brengen? Ofwel: kunnen zij de muziek visueel gestalte geven en daardoor mensen aanspreken met hun dans? Want dans is een vorm van communicatie door middel van het lichaam, niet alleen met het publiek, maar ook voor de dansers onderling! KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 18

HOOFDSTUK 7 JURYBEOORDELING GROEPSWEDSTRIJDEN A-, B-, EN C-NIVEAU 7.1 CIJFER CHOREOGRAFIE A- EN B-NIVEAU Er kunnen maximaal 10.00 punten behaald worden. Technische waarde van de choreografie - Gevraagde technieken: per niet uitgevoerde techniek Aftrek 0.25 punten 3.50 punten Algemene choreografische waarde - Oefenstof aangepast aan de groep - Oefenstof aangepast aan het niveau - Gelijkwaardig bewegingsniveau - Groepseenheid - Oneigenlijke bewegingen - Samenwerking en interactie binnen de groep - Herhalingen - Grondstuk - Gebruik vloer - Rustperiode - Te lang intro en/of slot Leidster geeft aanwijzingen Opstellingsveranderingen - Aantal opstellingen (min. 16 tellen): aftrek per ontbrekende opstelling - Goede tijdsindeling over de dans, maar ook niet teveel opstellingen/ verplaatsingen - Variatie in de opstellingen - Variatie, logisch en vloeiend verloop - Geen technieken of geen gevarieerde technieken gebruikt bij verplaatsingen Originaliteit/creativiteit - Muziekvormen (ritme en muzieksoort) - Opstellingen en variatie in het tot stand komen van opstellingen - Bewegings- en passencombinaties - Samenwerking en interacties - Het uitvoeren van de gevraagde technieken in wisselende (danstechnische) combinaties - Opstellingsveranderingen met moeilijke technieken 0.10 0.50 punten 0.10 0.50 punten 0.10 0.20 punten 0.10 0.20 punten max. 0.50 punten 0.30 punten Bijtelling 3.50 punten 1.50 punten 1.50 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 19

7.2 CIJFER CHOREOGRAFIE C-NIVEAU Er kunnen maximaal 10.00 punten behaald worden. Technische waarde van de choreografie - Gevraagde technieken: per niet uitgevoerde techniek Aftrek 0.25 punten 3.00 punten Algemene choreografische waarde - Oefenstof aangepast aan de groep - Oefenstof aangepast aan het niveau - Gelijkwaardig bewegingsniveau - Groepseenheid - Oneigenlijke bewegingen - Samenwerking en interactie binnen de groep - Herhalingen - Grondstuk - Gebruik vloer - Rustperiode - Te lang intro en/of slot Leidster geeft aanwijzingen 0.10 0.50 punten 0.10 0.50 punten 0.10 0.20 punten 0.10 0.20 punten max. 0.50 punten 2.50 punten Opstellingsveranderingen - Aantal opstellingen (min. 16 tellen): aftrek per ontbrekende opstelling - Goede tijdsindeling over de dans, maar ook niet teveel opst./verpl. - Variatie in de opstellingen - Variatie, logisch en vloeiend verloop - Geen technieken of geen gevarieerde technieken gebruikt bij verplaatsingen Muziek - Variatie in tempo en ritme - Samengaan muziek en bewegen - Dansante bewegingen/muziekvertaling Goed Voldoende Matig Onvoldoende 0.30 punten 0.10 0.50 punten 0.10 0.50 punten 0.00 0.30 punten 0.30 0.60 punten 0.60 0.90 punten 1.00 punt 1.00 punt 2.50 punten Originaliteit/creativiteit - Muziekvormen (ritme en muzieksoort) en muziekvertaling (dansant/expressie) - Opstellingen en variatie in het tot stand komen van opstellingen - Bewegings- en passencombinaties - Samenwerking en interacties - Het uitvoeren van de gevraagde technieken in wisselende (danstechnische) combinaties - Opstellingsveranderingen met moeilijke technieken Bijtelling 1.00 punt KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 20

7.3 CIJFER UITVOERING A-, B- EN C-NIVEAU Er kunnen maximaal 10.00 punten behaald worden. AFTREK Persoonlijke fout: 0.10 punten bij lichte fouten tot 0.30 punten bij zware fouten. Groepsfout: 0.30 punten bij lichte fouten tot 0.50 punten bij zware fouten. Extra aftrek van 0.50 punten als een groep uit 7 personen bestaat ONDERDEEL KLEINE FOUT GROTE FOUT PLACEMENT (HOUDING) A/B-niveau: 3.50 punten C-niveau: 2.50 punten Houdingsfouten van hoofd, romp, bekken, benen, voeten en armen, handen Lichaamsspanning Bewegingsamplitude Strekking en buiging BEHEERSING VAN DE JAZZDANSTECHNIEKEN A/B-niveau: 3.50 punten C-niveau: 2.50 punten 1. Contraction/Release Rompbewegingen 2. Balans 3. Draaien/Pirouette (op de bal van de voet) 4. Sprongen 5. Hinge Slide 6. Grondtechnieken Lichte houdingsfouten weinig af en toe een afzwakking matig matig kleine balansverstoring niet volledig voltooid te weinig hoogte/ amplitude lichte afwijking in spanning en plaatsing van heup, knieën en voeten lichte afwijking matig uitgevoerd Zware houdingsfouten geen geen geen technisch onjuist algehele balansverstoring slechte rotatie en niet voltooid zwaar en onzeker landen geen spanning en slechte plaatsing van heup, knieën en voeten geen spanning en landen op de knie slecht uitgevoerd KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 21

ONDERDEEL MUZIKALITEIT (alleen C-niveau: 1.00 punt) De beleving en het uitvoeren van maat- en ritme-accenten - Goed 0.00 0.20 - Matig 0.20 0.40 - Onvoldoende 0.40 0.60 DANSBELEVING (alleen C-niveau: 1.00 punt) Dansen met veel inlevingsen uitdrukkingsvermogen, in overeenstemming met het karakter van de muziek. - Goed 0.00 0.20 - Matig 0.20 0.40 - Onvoldoende 0.40 0.60 GELIJKHEID VAN BEWEGEN A/B/C-niveau: 1.50 punten DUIDELIJKHEID VAN OPSTELLINGEN A/B/C-niveau: 1.00 punt PRESENTATIE A/B/C-niveau: 0.50 punten Er wordt ook gelet op uniformiteit! KLEINE FOUT kleine maat- en ritmestoringen; beleving kan beter af en toe verzwakking van expressie en/of dansant bewegen kleine individuele afwijkingen t.o.v. de groep kleine plaatsingscorrecties kleine kledingcorrecties GROTE FOUT onvoldoende beheersing van het maat-en ritmegevoel; weinig of geen beleving het ontbreken van expressie en/of dansant bewegen grote groepsfouten slechte realisatie het dragen van sieraden, (piercings afplakken of verwijderen), losse toevoegingen, kauwgom, loshangende haren en sterke kleding-correcties Voor een uitleg van de verschillende jazzdanstechnieken verwijzen wij u naar de terminologielijst jazzdanstechnieken die u kunt vinden op de site van de KNGU: www. kngu.nl, vervolglink Wedstrijdzaken/Dans/Jazzdans/Wedstrijdreglement/gebruikte terminologieën KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 22

7.4 CIJFER DANSANT Dit cijfer heeft alleen betrekking op het A- en B niveau. Er kunnen maximaal 10.00 punten behaald worden. MUZIEKVORM EN VERTALING - Worden de mogelijkheden die de muziek oproept gebruikt? - accenten - frasering - gebruik tekst - verschillende maatsoorten en voldoende afwisseling - onderbreking van de bewegingen Door de dansbewegingen komt muziek tot uiting! - Geeft de dans de sfeer en het gevoel die de muziek oproept weer? - Kunnen de dansers qua bewegingen de muziek ten volle beleven en visueel gestalte geven? - Past de dans bij de groep gezien leeftijd en niveau? - Is de dans een totaalplaatje en geen losse passencombinaties en/of oefentechnieken die aan elkaar gezet zijn? DANSNIVEAU GROEP - Is er beheersing van het gehele lichaam gedurende de hele dans? - Wordt er gedanst vanuit het centrum en wordt de controle daarover ook de hele dans behouden? DANSBELEVING - Zijn de dansers in staat de choreografie in de sfeer en de stijl van de muziek te dansen/beleven met hun hele lijf? - Zijn de dansers in staat hun gevoel in beweging om te zetten en dit naar buiten toe over te brengen? Dans is communicatie door middel van het lichaam! 5.00 punten 1.50 punten 3.50 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 23

HOOFDSTUK 8 WEDSTRIJDREGLEMENT GROEPSWEDSTRIJDEN D-NIVEAU 8.1 INLEIDING Het D-niveau is bedoeld als stimulering tot het deelnemen aan activiteiten op het gebied van jazzdans, zoals die door de KNGU voor haar leden georganiseerd worden. Het D-niveau kan dienen ter kennismaking met jazzdans als wedstrijdsport voor de vele recreatiegroepen, zoals die bij alle jazzdansverenigingen overvloedig aanwezig zijn. Het D-niveau geeft daarmee ook de jongere en de puur recreatieve jazzdansers de gelegenheid met hun sport een diploma te behalen. 8.2 ALGEMENE BEPALINGEN Zie voor algemene bepalingen de hoofdstukken I t/m III. 8.3 AFWIJKENDE REGELS 1. Deelname jaarlijks op één voorronde 2. De groepen stromen niet door naar de finale, het Nederlands kampioenschap. 3. Een 1 e, 2 e en 3 e prijs voor elke leeftijdscategorie, ongeacht het aantal deelnemende groepen. 4. Categorie D 6 t/m 9 jaar valt buiten het competitie-element (voorschrift K.N.G.U.). Zij worden wel beoordeeld en de beste ontvangt een aanmoedigingsprijs. Alle anderen ontvangen een attentie. KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 24

HOOFDSTUK 9 EISEN CHOREOGRAFIE GROEPSWEDSTRIJDEN D-NIVEAU 9.1 CIJFEROPBOUW - Technische waarde 3.00 punten - Algemene choreografische waarde 2.50 punten - Opstellingsveranderingen 1.00 punt - Muziek 2.50 punten - Originaliteit/creativiteit 1.00 punt Totaal 10.00 punten 9.2 TECHNISCHE WAARDE VAN DE CHOREOGRAFIE 3.00 PUNTEN De technische waarde van de choreografie wordt bepaald door de verschillende basisbewegingen van de jazzdans: gaan lopen jazzwalk / huppen veren / springen (lage amplitude) / draaien / isolaties / zwaaien / passencombinaties. In de choreografie dienen deze basisbewegingen zo gevarieerd mogelijk aan bod te komen. In de categorie 6 t/m 9 jaar dienen minimaal 5 basisbewegingen gedanst te worden. In de overige categorieën dienen minimaal 7 basisbewegingen gedanst te worden, plus een aantal C-techniekgroepen. Gevraagd aantal basisbewegingen/techniekgroepen per leeftijd 6 t/m 9 jaar 5 basisbewegingen 9 t/m 13 jaar 7 basisbewegingen plus 1 C-techniekgroep (zie voorbeelden techniekenlijst) 9 t/m 16 jaar 7 basisbewegingen plus 2 C-techniekgroepen (zie voorbeelden techniekenlijst) 16 t/m 19 jaar 7 basisbewegingen plus 3 C-techniekgroepen (zie voorbeelden techniekenlijst) 20 jaar en ouder 7 basisbewegingen plus 3 C-techniekgroepen (zie voorbeelden techniekenlijst) Het is toegestaan om maximaal 2 technieken meer uit te voeren uit het C-niveau, maar hiervoor worden geen bonuspunten gegeven! Als er meer dan 2 technieken uit het C-niveau extra gedanst worden, is het niveau niet aangepast aan de groep (oftewel men heeft te laag ingeschreven) en zal daarvoor aftrek gegeven worden in de algemene choreografische waarde! Het is niet toegestaan technieken uit te voeren op A- en B-niveau! WORDT EEN BASISBEWEGING/TECHNIEK(GROEP) DOOR DE MEERDERHEID VAN DE GROEP NIET CORRECT UITGEVOERD, DAN WORDT DEZE ALS NIET GEDANST BESCHOUWD. Per ontbrekende techniekgroep is er 0.50 punten aftrek Per techniekgroep: worden er 2 gevraagd en 1 gedanst, dan volgt een aftrek van 0.25 punten. Per gemiste basisbeweging is er een aftrek van 0.25 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 25

TECHNIEKGROEP C-niveau 1.a. Contraction/Release 2x zonder verplaatsing b. Rompbewegingen 2x 2. Balans (min. 2 sec. aanhouden) 3. Draaien/Pirouettes (op de bal van de voet) 2x 2x vrij ½ pirouette 1x voorwaarts 1x achterwaarts 4. Sprongen 2x verschillend basis afzet met goede landing 5.a. Hinge 1x in kniestand b. Slide 1x vrij 6. Grondtechnieken 2x vrij Het (technische) onderdeel wat gebruikt wordt om naar de grond te gaan, wordt hierbij niet als grondtechniek meegeteld! De hele groep moet tijdens de dans minimaal tweemaal naar de grond, ofwel in de dans moeten minimaal twee grondstukken verwerkt zijn. Uitzondering op deze regel zijn de groepen in de leeftijdscategorie 6 t/m 9 jaar. Zij zijn niet verplicht om naar de grond te gaan. 9.3 ALGEMENE CHOREOGRAFISCHE WAARDE 2.50 PUNTEN A. Oefenstof aangepast aan de groep B. Oefenstof aangepast aan het niveau C. Gelijkwaardig bewegingsniveau D. Groepseenheid E. Oneigenlijke bewegingen F. Samenwerking en interactie binnen de groep G. Herhalingen H. Grondstuk I. Gebruik vloer J. Rustperiode K. Te lang intro en/of slot L. Leidster geeft aanwijzingen A. Oefenstof aangepast aan de groep De keuze van de oefenstof moet zodanig zijn, dat deze bij de groepsleeftijd en het niveau past. Hierdoor kunnen de deelnemers zich de stof eigen maken. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van 0.10 0.50 punten B. Oefenstof aangepast aan het niveau Als er meer dan 2 technieken uit een hoger niveau gedanst worden, betekent dit dat de groep meer moeilijke technieken aankan dan het gekozen niveau aangeeft en men dus te laag heeft ingeschreven. Er volgt dan een aftrek van 0.10 0.50 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 26

C. Gelijkwaardig bewegingsniveau De hele groep dient op hetzelfde niveau te dansen. Ook bij het werken met partners of groepen in contrasterende bewegingen. Een solo-rol is toegestaan wanneer de muziek erom vraagt. Bovendien moet de solo een duidelijke bijdrage leveren aan de choreografie. Voorwaarden: een solo mag niet meer dan 2x in een dans voorkomen en mag niet 2x door dezelfde danser worden uitgevoerd. De solo mag niet langer zijn dan 32 tellen (4 x 8) en de rest van de groep moet blijven bewegen. De solo wordt beoordeeld op uitvoering, de gedanste technieken tellen niet mee in het choreografiecijfer. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van D. Groepseenheid De eenheid van de groep dient gewaarborgd te blijven. Het teveel in groepen dansen en/of om en om werken kan als storend worden ervaren. Als dit de dans gaat overheersen en het geen toegevoegde waarde heeft, kan er aftrek worden gegeven. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van. E. Oneigenlijke bewegingen Statische lenigheidoefeningen en onderdelen uit andere disciplines, die storend en niet dansant zijn, leiden tot aftrek. Denk hier aan acrobatiek en turnvormen (b.v. handstand (dus 2 voeten van de vloer), acrobatische gymnastiek, enz.). Er moet altijd sprake zijn van een doorgaande beweging! Daarentegen zijn alle oude en nieuwe dansstijlen toegestaan. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van F. Samenwerking en interactie binnen de groep Een choreografie in de jazzdans dient zo samengesteld te zijn, dat de homogeniteit van het bewegen van de deelnemers leidt tot een zichtbaar samenwerkingsverband. Het samenwerken wordt zichtbaar in: 1. Het op elkaar afgestemd bewegen van de deelnemers. 2. Het werken met één of meer partners in gelijke zowel als contrasterende bewegingen. 3. Het werken in groepen in gelijke zowel als contrasterende bewegingen. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van G. Herhalingen De keuze van de bewegingspatronen en de aaneenschakeling ervan dienen zo gevarieerd mogelijk te zijn, waarbij herhaling tot een minimum dient te worden beperkt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. Op zichzelf staande technieken 2. Gecombineerde basisbewegingen/technieken 3. Bewegingsthema s (max. 32 tellen) 4. Techniekgroepen Een exact dezelfde basisbeweging/techniek of gecombineerde basisbeweging/techniek mag maar eenmaal in dezelfde combinatie herhaald worden. Een bewegingsthema (32 tellen) mag maximaal eenmaal herhaald worden, mits in een andere opstelling, eventueel met interactie. De choreografie in zijn geheel mag niet overheerst worden door een bepaalde basisbeweging/techniekgroep. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 27

H. Grondstuk De hele groep moet tijdens de dans minimaal tweemaal naar de grond, ofwel in de dans moeten minimaal twee grondstukken verwerkt zijn. Er wordt een aftrek van 0.30 punten gegeven als de groep maar éénmaal naar de grond gaat. Uitzondering op deze regel zijn de groepen in de leeftijdscategorie 6 t/m 9 jaar. Zij zijn niet verplicht om naar de grond te gaan. Een grondstuk moet uit minimaal 1 x 8 tellen en mag uit maximaal 4 x 8 tellen bestaan. Aftrek wordt gegeven wanneer het grondstuk langer is dan deze 32 tellen. Het (technische) onderdeel wat gebruikt wordt om naar de grond te gaan, wordt hierbij qua tijd niet meegeteld! Afhankelijk van de hoeveelheid tellen te lang volgt een aftrek van 0.10 0.30 punten I. Gebruik vloer Het vloeroppervlak dient tijdens de dans zo ruim mogelijk door de dansers gebruikt te worden, niet slechts een gedeelte ervan. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van J. Rustperiode Te lange bewegingspauzes gedurende de dans, meer dan 8 tellen, van de gehele of gedeeltelijke groep, zijn niet toegestaan. Maximaal twee waves/waaiers. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van 0.10 0.20 punten K. Te lang intro en/of slot Het intro van het muziekstuk, waarop de groep stilstaat voor de inzet van de dans, mag niet langer duren dan 16 tellen. Bij het beëindigen van de dans mag de muziek nog 8 tellen doorspelen. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van 0.10 0.20 punten L. Leidster geeft aanwijzingen Aftrek maximaal 0.50 punten 9.4 OPSTELLINGSVERANDERINGEN EN EISEN DIE DAARAAN GESTELD WORDEN Onder opstellingsveranderingen wordt verstaan: de positie van personen of groepen ten opzichte van de ruimte. 1.00 PUNT 1. Opstellingsveranderingen: Een choreografie moet een minimum aantal van elkaar verschillende opstellingen bevatten, waarvan de beginopstelling niet meetelt. Minimum aantal opstellingsveranderingen voor de verschillende leeftijdscategorieën zijn: 6 t/m 9 jaar vrij met een maximum van 4 9 t/m 13 jaar 2 met een maximum van 5 9 t/m 16 jaar 3 met een maximum van 6 16 t/m 19 jaar 4 met een maximum van 6 20 jaar en ouder 4 met een maximum van 6 Aftrek per gemiste opstelling 0.30 punten KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 28

2. Eisen die aan de opstellingsveranderingen gesteld worden zijn: - Een opstelling moet minimaal 16 tellen duren. - De opstellingen dienen qua tijd goed verdeeld te zijn over de dans, maar de dans mag niet overheerst worden door te veel opstellingsveranderingen of verplaatsingen. - De opstellingen moeten zo gevarieerd mogelijk te zijn. - Plaatswisselingen van personen, die resulteren in eenzelfde opstelling, worden niet als opstellingsverandering aangemerkt. - De opstellingsveranderingen dienen gevarieerd, logisch en vloeiend te verlopen. Wordt hier niet aan voldaan, dan volgt aftrek van. Worden er geen opstellingen gevraagd, dan wordt er geen aftrek gegeven en kan er alleen opwaardering voor gegeven worden. 9.5 MUZIEK 2.50 PUNTEN Er wordt gelet op: A. Variatie in tempo en ritme Zitten er tempo- en ritmeveranderingen in de muziek en hoe worden deze vertaald in de dans? Bijvoorbeeld door versnelling en vertraging in de bewegingen en de choreografie. Wordt hier niet aan voldaan dan volgt aftrek van 0.10 1.00 punten B. Samengaan muziek en bewegen De dans dient qua stijl en sfeer een geheel te vormen met de muziek. Past de muziek qua leeftijd en niveau bij de groep? Wordt hier niet aan voldaan dan volgt aftrek van 0.10 1.00 punten 9.6 ORIGINALITEIT/CREATIVITEIT 1.00 PUNT 1. De muziekvormen (ritme en muzieksoort -> wordt er bijv. ook gebruik gemaakt van de tussentelling?) De muziekvertaling (dansant en expressie -> wordt er bijv. gebruik gemaakt van accenten, tekst en/of melodie?) 2. Opstellingen en variatie in het tot stand komen van opstellingen. 3. Bewegings- en passencombinaties 4. Samenwerking en interacties 5. Het uitvoeren van meer dan de gevraagde basisbewegingen. 6. Variatie in basisbewegingen en/of technieken. 7. Het uitvoeren van basisbewegingen en/of technieken in wisselende combinaties. (Voor de punten 5, 6 en 7 geldt: uitsluitend bij een correcte technische uitvoering door de hele groep). Waardering: per aspect KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE 29