Naslaggids voor de hardware - dc5750 Small Form Factor

Vergelijkbare documenten
Naslaggids voor de hardware - dc7800 serie Small Form Factor Zakelijke personal computers

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6005 Pro Small Form Factor zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware - dc7700 serie Small Form Factor

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6000 Pro Small Form Factor zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware - dc7800 serie Convertible Minitower Zakelijke personal computers

Naslaggids voor de hardware - dc7900 serie Convertible Minitower Zakelijke personal computers

Naslaggids voor de hardware dx2420 Microtowermodel Zakelijke computers HP Compaq

Naslaggids voor de hardware - dc5700 Microtower

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP Compaq Pro 4300 Small Form Factor zakelijke PC

Naslaggids voor de hardware dx7500 Microtower HP Compaq Zakelijke personal computers

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DC5850 SMALL FORM FACTOR PC

Naslaggids voor de hardware. HP rp5800 Retail System

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 8000 Elite Small Form Factor zakelijke pc

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION A6000

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dc7100 Small Form Factor

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6000 Pro Microtower zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware. HP RP5 Retailsysteem

Geheugenmodules. Handleiding

Naslaggids voor de hardware HP Elite 7000 MT serie pc's

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 8000 Elite Convertible Minitower zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware - dx2250 Microtower

HP Compaq Business PC Handleiding voor de hardware. Pro 6300 Series Microtower Pro 6300 Series Small Form Factor

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dc5100 Small Form Factor

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business PC s dc7600 Convertible Minitower

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware - dc5800 Small Form Factor Zakelijke personal computers

Schijfeenheden. Artikelnummer van document:

Handleiding voor de hardware HP Compaq dx2100 Microtower Zakelijke PC

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 600 G2 SFF Business PC

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dc5100 Microtower

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 490 G1 Microtower

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Handleiding voor de hardware HP Compaq zakelijke desktopcomputer dx2000 minitower

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 600 G1 Tower HP ProDesk 600 G1 Small Form Factor

Naslaggids voor de hardware. HP Pro 2000 en 3000 serie Microtower zakelijke computers

Handleiding voor de hardware HP Compaq zakelijke desktopcomputers d330 Slim Tower-model

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION MEDIA CENTER M8000

Naslaggids voor de hardware. HP EliteDesk 705 G2 SFF zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dx6100 Microtower

HP Compaq Business PC Handleiding voor de hardware

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Business Desktop dx5150 Small Form Factor

Naslaggids voor de hardware. HP EliteDesk 705 G1 Small Form Factor

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 400 G1 Microtower

Naslaggids voor hardware. HP Compaq Pro 6305 Microtower zakelijke pc HP Compaq Pro 6305 Small Form Factor zakelijke PC

Naslaggids voor de hardware - dc7900 serie Small Form Factor Zakelijke personal computers

Naslaggids voor de hardware. HP EliteDesk 800 G1 Tower HP EliteDesk 800 G1 Small Form Factor HP EliteDesk 800 G1 Ultra-slim Desktop

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business PC s dc7600 Ultra-Slim Desktop serie

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktop-pc HP Compaq dx2200 microtower

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 490 G3 MT Business PC

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 490 G2 Microtower

Handleiding voor de hardware Compaq Evo Desktop D310v serie

Naslaggids voor de hardware. HP EliteDesk 800 G2 TWR Business PC

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware HP rp3000

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION T3000

Handleiding voor upgrades en service. Printed in

Naslaggids voor de hardware. HP EliteDesk 800 G3 SFF zakelijke pc

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ PRESARIO SR5000

Naslaggids voor de hardware. HP Compaq 4000 Pro Small Form Factor zakelijke pc

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Handleiding voor upgrades en service

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP Elite 7100 serie Microtower computers

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION ELITE M9000

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP Compaq 8100 Elite Small Form Factor zakelijke pc en HP Z200 Small Form Factor werkstation

Naslaggids voor de hardware. HP Compaq 8100 Elite Convertible Minitower zakelijke pc en HP Z200 Convertible Minitower werkstation

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 400 G2.5 SFF zakelijke pc

Controlelijst bij het uitpakken

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware - dc5800 Microtower Zakelijke personal computers

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

HP 2700 Ultra-Slim dockingstation Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 400 G1 Small Form Factor

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DX2300 MICROTOWER PC

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 8000 Elite Ultra-Slim Desktop zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware. HP EliteDesk 705 G2 MT zakelijke pc

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Handleiding

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Handleiding

Transcriptie:

Naslaggids voor de hardware - dc5750 Small Form Factor Zakelijke personal computers

Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Naslaggids voor de hardware Zakelijke personal computers dc5750 Small Form Factor Eerste editie, oktober 2006 Artikelnummer van document: 433370-331

Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. Opmerking De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie. NLWW iii

iv Over deze handleiding NLWW

Inhoudsopgave 1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie... 1 Onderdelen aan de voorkant... 2 Onderdelen aan de achterkant... 3 Toetsenbord... 4 Windows-logotoets gebruiken... 5 Speciale muisfuncties... 6 Locatie van het serienummer... 6 2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud... 7 Waarschuwingen en instructies... 7 De Small Form Factor-desktopcomputer gebruiken in een minitowerconfiguratie... 8 Toegangspaneel van de computer verwijderen... 10 Toegangspaneel terugplaatsen... 11 Voorpaneel verwijderen... 12 Afdekplaatjes verwijderen... 13 Voorpaneel terugplaatsen... 14 Extra geheugen installeren... 15 DIMM's... 15 DDR2-SDRAM DIMM's... 15 DIMM-voetjes van geheugen voorzien... 16 DIMM's installeren... 17 Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren... 20 Schijfposities... 26 Schijfeenheden installeren en verwijderen... 27 Optische-schijfeenheden verwijderen... 29 Optische-schijfeenheid in de 5,25-inch externe schijfpositie installeren... 30 Diskettedrive verwijderen... 33 Diskettedrive in de 3,5-inch externe schijfpositie installeren... 35 Primaire 3,5-inch interne SATA-vaste-schijf verwijderen en vervangen... 38 Bijlage A Specificaties Bijlage B Batterij vervangen Bijlage C Externe beveiligingsapparaten Beveiligingsslot bevestigen... 49 NLWW v

Kabelslot... 49 Hangslot... 50 Bijlage D Elektrostatische ontlading Schade door elektrostatische ontlading voorkomen... 51 Aardingsmethoden... 51 Bijlage E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud... 53 Voorzorgsmaatregelen voor optische schijfeenheden... 54 Gebruik... 54 Schoonhouden... 54 Veiligheid... 54 Computer voorbereiden op transport... 54 Index... 57 vi NLWW

1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen van de HP Compaq Small Form Factor-desktopcomputers kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen bij bepaalde computermodellen inbegrepen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. Raadpleeg voor gebruiksinstructies voor dit hulpprogramma de handleiding Problemen oplossen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. Opmerking De Small Form Factor-desktopcomputer kan ook in een minitowerconfiguratie worden gebruikt. Zie het gedeelte De Small Form Factor-desktopcomputer gebruiken in een minitowerconfiguratie in deze handleiding voor meer informatie. Afbeelding 1-1 Small Form Factor-configuratie NLWW Voorzieningen van de standaardconfiguratie 1

Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Tabel 1-1 Onderdelen aan de voorkant 1 Optische-schijfeenheid van 5,25 inch 1 7 3,5-inch diskettedrive (optioneel) 2 2 Lampje van de optische-schijfeenheid 8 Lampje van de (optionele) diskettedrive 3 Ejectknop van de optische-schijfeenheid 9 Ejectknop van (optionele) diskettedrive 4 Aan/uit-knop met twee standen 10 USB 2.0-poorten 5 Lampje van de vaste schijf 11 Microfoonconnector 6 Aan/uit-lampje 12 Hoofdtelefoonconnector Een optische-schijfeenheid is een cd-rom-, cd-r/rw-, dvd-rom- of dvd+r/rw-drive of een cd-rw/dvd- Opmerking combodrive. Als de stroom is ingeschakeld, brandt het aan/uit-lampje normaal gesproken groen. Als het aan/uit-lampje rood knippert, is er een probleem met de computer en geeft het lampje een diagnostische code weer. Raadpleeg voor interpretatie van de code de handleiding Problemen oplossen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. 1 Sommige modellen hebben een afdekplaatje dat de 5,25-inch schijfpositie afdekt. 2 Sommige modellen hebben een afdekplaatje dat de 3,5-inch schijfpositie afdekt. Een optionele mediakaartlezer voor deze schijfpositie is verkrijgbaar bij HP. U kunt in deze schijfpositie ook een tweede vaste schijf van het type SATA installeren. 2 Hoofdstuk 1 Voorzieningen NLWW

Onderdelen aan de achterkant Tabel 1-2 Onderdelen aan de achterkant 1 Netsnoerconnector 7 RJ-45-netwerkconnector 2 Spanningsschakelaar 8 Parallelle connector 3 PS/2-muisconnector (groen) 9 Monitorconnector 4 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 10 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 5 Universal Serial Bus (USB) 11 Audio-ingang (blauw) 6 Seriële poort 1 12 DVI-D-monitorconnector (Digital Video Interface) Opmerking Aantal en indeling van de connectoren kunnen per model verschillen. Als een PCI Express-videokaart in de computer is geïnstalleerd, is de monitorconnector op de systeemkaart uitgeschakeld. U kunt de geïntegreerde grafische voorzieningen inschakelen als er een videokaart met een grafische controller van het type ATI is aangesloten op het PCIe x16-slot. Als een PCI-videokaart is geïnstalleerd, kunnen de monitorconnector op de grafische kaart en de monitorconnector op de systeemkaart tegelijkertijd worden gebruikt. Als u beide connectoren wilt gebruiken, kan het noodzakelijk zijn eerst bepaalde instellingen in het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) te wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie over de opstartvolgorde de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. De DVI-D-connector werkt alleen in combinatie met weergaveapparatuur met een DVI-ingang. U kunt de audio-ingang en -uitgang laten functioneren als audio-ingang, audio-uitgang, of microfoonconnectoren door op het pictogram van de Realtek HD Audio Manager (een rode luidspreker) te klikken in de taakbalk. U kunt ook klikken op het pictogram van Realtek in het Configuratiescherm van het besturingssysteem en de optie Retasking Enable (Meerdere functies inschakelen) selecteren. 1 U kunt bij HP een optionele tweede seriële poort bestellen die u kunt installeren in een uitbreidingsslot aan de achterzijde van de computer. NLWW Onderdelen aan de achterkant 3

Toetsenbord Tabel 1-3 Onderdelen van het toetsenbord 1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de gebruikte applicatie. 2 Bewerkingstoetsen Hieronder vallen de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. 3 Statuslampjes Deze lampjes geven informatie over de status van de computer en de toetsenbordinstellingen (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock). 4 Numerieke toetsen Deze toetsen gebruikt u net als de toetsen op een rekenmachine. 5 Pijltoetsen De pijltoetsen worden gebruikt om te navigeren binnen documenten of websites. Met deze toetsen kunt u de aanwijzer op het scherm naar links, rechts, boven of beneden bewegen zonder dat u de muis hoeft te gebruiken. 6 Ctrl-toetsen Deze toetsen worden in combinatie met een andere toets gebruikt. De functie is afhankelijk van de gebruikte applicatie. 7 Applicatietoets 1 Wordt gebruikt om popupmenu's te openen in een Microsoft Office-applicatie (net als de rechtermuisknop). Kan in andere applicaties andere functies hebben. 8 Windows-logotoetsen 1 Met deze toetsen opent u het menu Start in Microsoft Windows. Wordt in combinatie met andere toetsen gebruikt voor andere functies. 9 Alt-toetsen Deze toetsen worden in combinatie met een andere toets gebruikt. De functie is afhankelijk van de gebruikte applicatie. 1 Deze toetsen zijn alleen beschikbaar in bepaalde landen. 4 Hoofdstuk 1 Voorzieningen NLWW

Windows-logotoets gebruiken U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows uit te voeren. Zie het gedeelte Toetsenbord voor meer informatie over de Windows-logotoets. Windows-logotoets Windows-logotoets + d Windows-logotoets + m Shift + Windows-logotoets + m Windows-logotoets + e Windows-logotoets + f Windows-logotoets + Ctrl + f Windows-logotoets + F1 Windows-logotoets + l Windows-logotoets + r Windows-logotoets + u Windows-logotoets + Tab Opent of verbergt het menu Start Toont het bureaublad Minimaliseert alle open applicaties. Maakt het minimaliseren van alle vensters ongedaan Start Deze computer Start Document zoeken Start Computer zoeken Start Windows Help Hiermee vergrendelt u de computer als u verbinding heeft met een netwerkdomein. Als er geen verbinding met een netwerkdomein is, kunt u hiermee op een andere gebruiker overschakelen. Opent het dialoogvenster Uitvoeren Start Hulpprogrammabeheer Activeert de volgende knop op de taakbalk NLWW Toetsenbord 5

Speciale muisfuncties De meeste applicaties ondersteunen het gebruik van een muis. De functie van de muisknoppen is afhankelijk van de applicatie waarmee u werkt. Locatie van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer. Deze nummers vindt u aan de linkerzijde van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning. Afbeelding 1-2 Locatie van serienummer en productidentificatienummer 6 Hoofdstuk 1 Voorzieningen NLWW

2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer heeft speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert. WAARSCHUWING U beperkt als volgt het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken, warme oppervlakken of brand: Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt. Sluit geen telecommunicatie- of telefoonconnectoren aan op de aansluitpunten van de netwerkadapter (NIC). Gebruik de geaarde stekker van het netsnoer. De geaarde stekker is een belangrijke veiligheidsvoorziening. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk bereikbaar is. Lees de Handleiding voor veiligheid & comfort voor informatie over het beperken van het risico van ernstig letsel. Deze handleiding bevat informatie over de juiste plaatsing van de computer, een goede zithouding, gezondheidsaspecten en gewoonten met betrekking tot het werken met de computer, alsmede belangrijke instructies met betrekking tot elektrische en mechanische veiligheid. U vindt deze handleiding op http://www.hp.com/ergo en op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. VOORZICHTIG Een ontlading van statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de computer of optionele apparatuur beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie bijlage D, Elektrostatische ontlading. Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent om schade aan interne onderdelen te voorkomen. NLWW Voorzieningen voor onderhoud 7

De Small Form Factor-desktopcomputer gebruiken in een minitowerconfiguratie De Small Form Factor-desktopcomputer kan in towerconfiguratie worden gebruikt wanneer u een optionele towerstandaard aanschaft. Het HP logoplaatje op het voorpaneel kunt u aanpassen aan desktop- of towerconfiguratie. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel. 6. Verwijder het voorpaneel. 7. Knijp de twee zijden van de pen aan de achterzijde van het logoplaatje samen (1) en duw de pen naar binnen, in de richting van de voorzijde van het afdekplaatje (2). 8. Draai het plaatje 90 graden (3) en trek vervolgens de pen weer naar achteren om het logoplaatje op zijn plaats vast te zetten. 9. Plaats het voorpaneel terug. 10. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 8 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

11. Til de computer op, kantel de rechterzijde naar beneden (1) en plaats de computer op de standaard (2). Afbeelding 2-1 Desktopconfiguratie omzetten in towerconfiguratie 12. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. VOORZICHTIG Plaats de computer niet op zijn kant zonder de towerstandaard. De standaard is nodig om ervoor te zorgen dat de computer niet op zijn zijkant valt en de eenheid wordt beschadigd. Opmerking blijft. Zorg dat aan alle zijden van de computer een ruimte van ten minste 10,2 cm vrij NLWW De Small Form Factor-desktopcomputer gebruiken in een minitowerconfiguratie 9

Toegangspaneel van de computer verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Druk de knop in (1) om de vergrendeling los te maken waarmee het toegangspaneel aan het computerchassis is bevestigd. 6. Schuif het toegangspaneel (2) ongeveer 1,3 cm naar achteren en til het vervolgens op. Afbeelding 2-2 Toegangspaneel van de computer verwijderen 10 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Toegangspaneel terugplaatsen Plaats het toegangspaneel in de juiste positie op het chassis, zodat ongeveer 1,3 cm van het toegangspaneel voorbij de achterzijde van de computer steekt en schuif het paneel vast op zijn plaats. Afbeelding 2-3 Toegangspaneel terugplaatsen NLWW Toegangspaneel terugplaatsen 11

Voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel. 6. Druk de groene vergrendeling in achter de rechterbovenzijde van het voorpaneel (1) en trek de rechterzijde van het paneel van het chassis (2). Trek vervolgens de linkerzijde van het chassis. Afbeelding 2-4 Voorpaneel verwijderen 12 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Afdekplaatjes verwijderen Bij sommige modellen worden de 3.5-inch en 5.25-inch externe schijfposities bedekt door afdekplaatjes. Verwijder deze afdekplaatjes voordat u een schijfeenheid installeert. U verwijdert als volgt een afdekplaatje: 1. Verwijder het voorpaneel. 2. Druk de twee lipjes die het afdekplaatje op zijn plek houden in de richting van de linkerbuitenzijde van het paneel (1) en trek het afdekplaatje naar binnen om het te verwijderen (2). Afbeelding 2-5 Afdekplaatje verwijderen 3. Plaats het voorpaneel terug. NLWW Afdekplaatjes verwijderen 13

Voorpaneel terugplaatsen Steek de twee haakjes aan de linkerkant van het paneel in de rechthoekige openingen in het chassis (1). Draai de rechterkant van het paneel naar het chassis (2) en klik het paneel vast op zijn plaats. Afbeelding 2-6 Voorpaneel terugplaatsen 14 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Extra geheugen installeren DIMM's De computer wordt geleverd met DDR2-SDRAM (Double Data Rate 2 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual-Inline Memory Modules). De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 4 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus. DDR2-SDRAM DIMM's Voor een correcte werking van het systeem moeten de DDR2-SDRAM DIMM's aan de volgende eisen voldoen: industriestandaard 240-pins modules; ongebufferd, compatibel met PC2-5300 667 MHz; 1,8 Volt DDR2-SDRAM DIMM's. De DDR2-SDRAM DIMM's moeten bovendien: ondersteuning bieden voor CAS-latency 4 en 5 voor DDR2/667 MHz; voorzien zijn van de voorgeschreven JEDEC SPD-informatie. Daarnaast ondersteunt de computer: 256 Mbit, 512 Mbit en 1 Gbit niet-ecc-geheugen; enkelzijdige en dubbelzijdige DIMM's; DIMM's met x8 en x16 DDR-elementen. DIMM's met x4 SDRAM worden daarentegen niet ondersteund. Opmerking Het systeem kan niet worden opgestart wanneer er niet-ondersteunde DIMM's zijn geïnstalleerd. NLWW Extra geheugen installeren 15

DIMM-voetjes van geheugen voorzien De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met XMM1, XMM2, XMM3 en XMM4. De voetjes XMM1 en XMM3 werken in geheugenkanaal A. De voetjes XMM2 en XMM4 werken in geheugenkanaal B. Afbeelding 2-7 Locatie van DIMM-voetjes Item Beschrijving Kleur van voetje 1 DIMM-voetje XMM1, kanaal A Wit 2 DIMM-voetje XMM2, kanaal B Wit 3 DIMM-voetje XMM3, kanaal A (als eerste vullen) 4 DIMM-voetje XMM4, kanaal B (als tweede vullen) Zwart Zwart Het systeem selecteert automatisch de enkelkanaalmodus of de tweekanaalmodus, afhankelijk van de manier waarop de DIMM's zijn geplaatst. Het systeem werkt in de beter presterende tweekanaalmodus wanneer DIMM's van gelijke grootte en capaciteit in een of beide voetjesparen zijn geplaatst. Wanneer het buitenste voetje van kanaal A en het buitenste voetje van kanaal B (de twee zwarte voetjes) bijvoorbeeld twee 1024 MB DIMM's bevatten, zal het systeem in tweekanaalmodus werken. Als aan dit systeem twee extra DIMM's worden toegevoegd in de witte voetjes, kan dit een paar zijn van 256 MB, 512 MB, of 1024 MB DIMM's. Het systeem werkt dan nog steeds in tweekanaalmodus. Een enkelzijdige 512 MB DIMM en een dubbelzijdige 512 MB DIMM zijn niet van gelijke grootte, aangezien ze verschillende aantallen geheugenchips bevatten. Het systeem werkt in de enkelkanaalmodus wanneer de DIMM's in een willekeurige andere configuratie worden geplaatst. Ondersteunde configuraties bestaan uit een willekeurige combinatie van een, twee, drie of vier DIMM's, zolang er eerst een DIMM in voetje XMM3 wordt geplaatst voordat er een DIMM wordt geplaatst in voetje XMM1 in kanaal A, en er eerst een DIMM in voetje XMM4 wordt geplaatst voordat er een DIMM in voetje XMM2 in kanaal B wordt geplaatst. 16 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Als u een enkele DIMM wilt installeren, plaatst u deze in het voetje XMM3. In elk van de twee modi wordt de maximale snelheid bepaald door de traagste DIMM in het systeem. DIMM's installeren VOORZICHTIG Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld Het toevoegen of verwijderen van geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart. Als op de systeemkaart nog een lampje brandt, staat er nog steeds spanning op het systeem. De voetjes voor geheugenmodules hebben vergulde contactpunten. Als u het geheugen uitbreidt, is het belangrijk dat u geheugenmodules met vergulde contactpunten gebruikt om corrosie en/ of oxidatie ten gevolge van contact tussen onverenigbare metalen te voorkomen. Een ontlading van statische elektriciteit kan leiden tot beschadiging van uitbreidingskaarten of andere elektronische onderdelen van de computer. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie bijlage D, Elektrostatische ontlading. Voorkom dat u contactpunten aanraakt terwijl u een geheugenmodule hanteert. Als u dat wel doet, kunt u de module beschadigen. Opmerking verwijdert. Verwijder de optische-schijfeenheid voordat u geheugenmodules toevoegt of 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld Het toevoegen of verwijderen van geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart. Als op de systeemkaart nog een lampje brandt, staat er nog steeds spanning op het systeem. 5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Bepaal de plaats van de DIMM-voetjes op de systeemkaart. WAARSCHUWING Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt, omdat u anders het risico van brandwonden loopt. NLWW Extra geheugen installeren 17

8. Ontkoppel de gegevenskabel en de voedingskabel aan de achterkant van de optischeschijfeenheid. 9. Druk de hendel aan de linkerzijde van de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid terug totdat deze niet verder kan. Til de schijfeenheid vervolgens uit de schijfpositie (2). Opmerking Houd de voor- en achterzijde van de schijfeenheid vast terwijl u deze uit de schijfpositie tilt. Afbeelding 2-8 Optische-schijfeenheid verwijderen 10. Kantel de houder van de optische-schijfeenheid recht omhoog, om toegang te krijgen tot de DIMMvoetjes. Afbeelding 2-9 Houder van de optische-schijfeenheid omhoog kantelen 18 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

11. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-10 DIMM installeren Opmerking Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. In het XMM3-voetje moet een DIMM zijn geplaatst. Plaats altijd eerst een DIMM in XMM3 voordat u een DIMM plaatst in XMM1, en plaats altijd eerst een DIMM in XMM4 voordat u een DIMM plaatst in XMM2 (plaats in elk kanaal altijd eerst een DIMM in het zwarte voetje, voordat u een DIMM in het witte voetje plaatst). Als u een geheugenconfiguratie met twee kanalen wilt maken, zorgt u ervoor dat de geheugencapaciteit van XMM4 gelijk is aan de geheugencapaciteit van XMM3 (en dat XMM2 gelijk is aan XMM1, indien gebruikt). Zie DIMM-voetjes van geheugen voorzien voor meer informatie. 12. Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de vergrendelingen gesloten zijn (3). 13. Herhaal de stappen 11 en 12 als u nog meer modules wilt installeren. 14. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 15. Monteer de eventuele standaard. 16. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. Normaal gesproken wordt het extra geheugen automatisch herkend wanneer u de computer weer aanzet. 17. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. NLWW Extra geheugen installeren 19

Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren De computer heeft twee standaard PCI-uitbreidingsslots met laag profiel met ruimte voor uitbreidingskaarten met een lengte van maximaal 17,46 cm. De computer heeft tevens een PCI Express x1-uitbreidingsslot en een PCI Express x16-uitbreidingsslot. Afbeelding 2-11 Locaties van de uitbreidingsslots Item Beschrijving 1 PCI-uitbreidingsslot 2 PCI-uitbreidingsslot 3 PCI Express x1-uitbreidingsslot 4 PCI Express x16-uitbreidingsslot Opmerking In het PCI Express x16-uitbreidingsslot kan een PCI Express x1-, x4-, x8- of x16- uitbreidingskaart worden geplaatst. U plaatst als volgt een uitbreidingskaart: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. 20 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Bepaal welk leeg uitbreidingsvoetje op de systeemkaart het voetje is dat u wilt gebruiken en welk uitbreidingsslot op de achterkant van het computerchassis hierbij hoort. 8. Ontgrendel de borgbeugel waarmee de afdekplaatjes van de slots zijn beveiligd door de beugel op te tillen en van het chassis weg te draaien. Afbeelding 2-12 Borgbeugel voor uitbreidingskaarten verwijderen NLWW Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren 21

9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de geïnstalleerde uitbreidingskaart. a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek het afdekplaatje recht omhoog en vervolgens terug in de richting van de binnenkant van het chassis. Afbeelding 2-13 Afdekplaatje van een uitbreidingsslot verwijderen Opmerking Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van de kaart. 22 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

b. Als u een standaard PCI-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer tot deze loskomt uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje en beweeg de kaart vervolgens terug in de richting van de binnenkant van het chassis om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. Afbeelding 2-14 Standaard PCI-uitbreidingskaart verwijderen NLWW Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren 23

c. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje en beweeg de kaart vervolgens terug in de richting van de binnenkant van het chassis om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. Afbeelding 2-15 PCI Express x16-uitbreidingskaart verwijderen 10. Berg de verwijderde kaart op in een antistatische verpakking. 11. Als u geen nieuwe uitbreidingskaart installeert, plaatst u het afdekplaatje om het open slot af te dekken. VOORZICHTIG Nadat u een uitbreidingskaart heeft verwijderd, moet deze worden vervangen door een nieuwe uitbreidingskaart of door een afdekplaatje, omdat anders de koeling van de interne onderdelen niet goed functioneert. 24 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

12. Als u een nieuwe uitbreidingskaart wilt installeren, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis, zodat de bevestigingsbeugel van de uitbreidingskaart aansluit op het open slot aan de achterkant van het chassis. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart. Afbeelding 2-16 Een uitbreidingskaart installeren Opmerking Druk de uitbreidingskaart stevig aan, zodat de connector over de gehele lengte goed in het uitbreidingsslot vastzit. 13. Plaats de borgbeugel terug. Afbeelding 2-17 Borgbeugel terugplaatsen. Opmerking De borgbeugel wordt op zijn plaats gehouden door het toegangspaneel. NLWW Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren 25

14. Sluit indien nodig externe kabels aan op de geïnstalleerde kaart. Sluit interne kabels aan op de systeemkaart, indien van toepassing. 15. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 16. Monteer de eventuele standaard. 17. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 19. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is. Raadpleeg voor informatie over het werken met Computer Setup (Computerinstellingen) de handleiding Computerinstellingen op de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics. Schijfposities Afbeelding 2-18 Schijfposities 1 Externe schijfpositie van 5,25 inch voor optionele schijfeenheden (optischeschijfeenheid wordt weergegeven) 2 Externe schijfpositie van 3,5 inch voor een optionele schijfeenheid (diskettedrive wordt weergegeven) 1 3 3,5-inch interne vaste-schijfpositie 1 U kunt een diskettedrive, mediakaartlezer of een tweede vaste schijf van het type SATA in de externe 3,5-inch schijfpositie installeren. Start Computer Setup (Computerinstellingen) om het type, de grootte en de capaciteit van de geïnstalleerde schijfeenheden te controleren. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. 26 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Schijfeenheden installeren en verwijderen Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: De primaire vaste schijf van het type SATA (Serial ATA) moet zijn aangesloten op de donkerblauwe SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Sluit een optische-schijfeenheid van het type SATA aan op de witte SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1. Zorg altijd dat de donkerblauwe SATA0- en witte SATA1-connectoren worden gebruikt voordat u de lichtblauwe SATA2- en oranje SATA3-connectoren gebruikt. Sluit extra vaste schijven van het type SATA aan op de volgende beschikbare (niet-gebruikte) SATA-connector op de systeemkaart in de volgende volgorde: SATA0, SATA1, SATA3, SATA2. Sluit een diskettedrive aan op de connector met de aanduiding FLOPPY P10. Het systeem biedt geen ondersteuning voor optische-schijfeenheden of vaste-schijfeenheden van het type Parallel ATA (PATA). In een halfhoge schijfpositie kunt u zowel halfhoge schijfeenheden als eenheden van eenderde hoogte plaatsen. Gebruik geleideschroeven om de schijfeenheid in de juiste stand in de schijfhouder te schuiven en vast te zetten. HP levert bij het systeem acht extra geleideschroeven, die zich op het chassis bevinden, achter het voorpaneel. Vier van de geleideschroeven zijn zilverkleurige 6-32 standaardschroeven die alleen voor vaste schijven worden gebruikt. De andere vier geleideschroeven zijn zwarte M3 metrische schroeven die worden gebruikt voor alle overige schijfeenheden. VOORZICHTIG Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om gegevensverlies en schade aan de computer of de schijfeenheid te voorkomen: Wanneer u een schijfeenheid wilt plaatsen of verwijderen, sluit u het besturingssysteem op de juiste manier af, schakelt u de computer uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder nooit een schijfeenheid terwijl de computer aan staat of de standbystand is geactiveerd. Zorg ervoor dat u vrij bent van statische elektriciteit voordat u een schijfeenheid aanraakt. Raak nooit de connector van de schijfeenheid aan. Raadpleeg voor meer informatie over het voorkomen van beschadiging door elektrostatische ontlading bijlage D, Elektrostatische ontlading. Ga voorzichtig om met schijfeenheden en laat ze niet vallen. Gebruik niet te veel kracht wanneer u een schijfeenheid plaatst. Stel schijfeenheden niet bloot aan vloeistoffen, extreme temperaturen of magnetische velden van apparatuur zoals monitoren of luidsprekers. Als u een schijfeenheid wilt verzenden, plaatst u deze in een stevige envelop met luchtkussentjes of een andere geschikte beschermende verpakking en voorziet u deze van het opschrift 'Voorzichtig: breekbaar'. NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 27

Opmerking U hoeft het voorpaneel niet te verwijderen wanneer u schijfeenheden verwijdert of installeert, tenzij u een afdekplaatje wilt verwijderen of de extra geleideschroeven onder het voorpaneel nodig heeft. Op de afbeeldingen in de volgende gedeeltes is het voorpaneel van het chassis verwijderd, zodat u beter kunt zien hoe de schijfeenheden worden verwijderd of geïnstalleerd. 28 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Optische-schijfeenheden verwijderen VOORZICHTIG Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. Opmerking Een optische-schijfeenheid is een cd-rom-, cd-r/rw-, dvd-rom- of dvd+r/rw-drive of een cd-rw/dvd-combodrive. U verwijdert een optische-schijfeenheid als volgt: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de optische schijf. Afbeelding 2-19 Gegevenskabel en voedingskabel van de optische-schijfeenheid ontkoppelen NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 29

8. Druk de hendel aan de linkerzijde van de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid terug totdat deze niet verder kan. Til de schijfeenheid vervolgens uit de schijfpositie (2). Opmerking Houd de voor- en achterzijde van de schijfeenheid vast terwijl u deze uit de schijfpositie tilt. Afbeelding 2-20 Optische-schijfeenheid verwijderen Opmerking Als u de schijfeenheid weer wilt terugplaatsen, voert u dezelfde procedure in omgekeerde volgorde uit. Wanneer u een schijfeenheid vervangt, zet u de vier geleideschroeven van de oude schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. Optische-schijfeenheid in de 5,25-inch externe schijfpositie installeren U installeert als volgt een optionele optische-schijfeenheid van 5,25 inch: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Indien nodig, verwijdert u het afdekplaatje dat de 5,25-inch schijfpositie afdekt. 30 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

8. Plaats twee M3 metrische geleideschroeven in de onderste schroefgaten aan weerszijden van de schijfeenheid. HP heeft vier extra M3 metrische geleideschroeven aangebracht aan de voorkant van het chassis, onder het voorpaneel. De M3 metrische geleideschroeven zijn zwart. VOORZICHTIG Gebruik uitsluitend schroeven met een lengte van 5 mm als geleideschroeven. Met langere schroeven kunt u onderdelen in de schijfeenheid beschadigen. Opmerking Als u de schijfeenheid vervangt, zet u de vier M3 metrische geleideschroeven van de oude schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. Afbeelding 2-21 Geleideschroeven in de optische-schijfeenheid installeren 9. Lijn de geleideschroeven op de schijfeenheid uit met de sleuven op het chassis. Schuif de schijfeenheid helemaal naar beneden (1) en vervolgens naar voren (2) totdat deze vastklikt. Afbeelding 2-22 Optische-schijfeenheid installeren NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 31

10. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de optischeschijfeenheid. Afbeelding 2-23 Gegevenskabel en voedingskabel aansluiten VOORZICHTIG Vouw of buig een SATA-gegevenskabel nooit met een radius van minder dan 30 mm. Als u de kabel in een te nauwe bocht dwingt, kan de interne bedrading breken. 11. Sluit het andere uiteinde van de SATA-gegevenskabel aan op de witte connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1. 12. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 13. Monteer de eventuele standaard. 14. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 15. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. De schijfeenheid wordt automatisch door het besturingssysteem herkend en de configuratie van de computer wordt automatisch aangepast. 32 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Diskettedrive verwijderen VOORZICHTIG Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. De diskettedrive bevindt zich onder de optische-schijfeenheid. Verwijder de optische-schijfeenheid voordat u de diskettedrive kunt verwijderen. 1. Volg de procedure in het gedeelte Optische-schijfeenheden verwijderen hierboven om de optischeschijfeenheid te verwijderen en toegang te krijgen tot de diskettedrive. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 2. Ontkoppel de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan de achterzijde van de schijfeenheid. Afbeelding 2-24 Kabels van de diskettedrive loskoppelen NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 33

3. Druk de hendel aan de linkerzijde van de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid terug totdat deze niet verder kan. Til de schijfeenheid vervolgens recht omhoog en uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-25 Diskettedrive ontgrendelen 4. Kantel de linkerzijde van de schijfeenheid iets naar beneden (1) zodat de bovenste lipjes van de geleideschroeven niet achter het metalen frame blijven haken en haal de schijfeenheid vervolgens uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-26 Diskettedrive verwijderen Opmerking Als u de diskettedrive weer wilt terugplaatsen, voert u dezelfde procedure in omgekeerde volgorde uit. Wanneer u een schijfeenheid vervangt, zet u de vier geleideschroeven van de oude schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. 34 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

Diskettedrive in de 3,5-inch externe schijfpositie installeren Als in de configuratie van de computer geen 3,5-inch schijfeenheid is opgenomen, kunt u in de schijfpositie een mediakaartlezer, diskettedrive of secundaire vaste schijf installeren. De diskettedrive bevindt zich onder de optische-schijfeenheid. U installeert als volgt een diskettedrive (of een andere 3,5-inch schijfeenheid) in de 3,5-inch externe schijfpositie: 1. Volg de procedure in het gedeelte Optische-schijfeenheden verwijderen om de optischeschijfeenheid te verwijderen en toegang te krijgen tot de 3,5-inch schijfpositie. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 2. Indien nodig, verwijdert u het afdekplaatje dat de 3,5-inch schijfpositie afdekt. 3. Plaats twee M3 metrische geleideschroeven in de onderste schroefgaten aan weerszijden van de schijfeenheid. HP heeft vier extra M3 metrische geleideschroeven aangebracht aan de voorkant van het chassis, onder het voorpaneel. De M3 metrische geleideschroeven zijn zwart. VOORZICHTIG Gebruik uitsluitend schroeven met een lengte van 5 mm als geleideschroeven. Met langere schroeven kunt u onderdelen in de schijfeenheid beschadigen. Opmerking Als u de schijfeenheid vervangt, zet u de vier M3 metrische geleideschroeven van de oude schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. Afbeelding 2-27 Geleideschroeven in de diskettedrive installeren NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 35

4. Lijn de geleideschroeven uit met de sleuven op het chassis. kantel de schijfeenheid met de linkerkant naar beneden (1) en schuif de linkergeleideschroeven en vervolgens de rechtergeleideschroeven in de sleuven (2). Afbeelding 2-28 Diskettedrive installeren 5. Schuif de schijfeenheid helemaal naar beneden en vervolgens naar voren, totdat deze vastklikt. Afbeelding 2-29 Diskettedrive installeren 36 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

6. Sluit de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan op de achterzijde van de schijfeenheid. Sluit het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de connector op de systeemkaart met de aanduiding FLOPPY P10. Afbeelding 2-30 Kabels van de diskettedrive aansluiten Opmerking Als u een tweede vaste schijf installeert in de 3,5-inch externe schijfpositie, sluit u de voedingskabel en het ene uiteinde van de gegevenskabel aan op de achterzijde van de schijfeenheid en sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de volgende beschikbare (niet-gebruikte) SATA-connector op de systeemkaart. Houd hierbij de volgende volgorde aan: SATA0, SATA1, SATA3, SATA2. Zorg ervoor dat in het voorpaneel een afdekplaatje is geïnstalleerd dat de opening voor de externe 3,5-inch schijfpositie afdekt. 7. Plaats de optische-schijfeenheid terug. 8. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 9. Monteer de eventuele standaard. 10. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 11. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 37

Primaire 3,5-inch interne SATA-vaste-schijf verwijderen en vervangen Opmerking ATA (PATA). Het systeem biedt geen ondersteuning voor vaste schijven van het type Parallel Zorg ervoor dat u van tevoren een backup maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. Zorg er bij het vervangen van de primaire vaste schijf tevens voor dat u de cd-set Restore Plus! bij de hand heeft. Deze cd-set is bij de eerste installatie van de computer gemaakt om het besturingssysteem, de stuurprogramma's en de andere applicaties te herstellen die in de fabriek op de computer zijn geïnstalleerd. Maak deze cd-set nu als u dat nog niet eerder heeft gedaan. Raadpleeg voor meer informatie de HP Backup and Recovery Manager User Guide (Gebruikershandleiding HP Backup and Recovery) in het Windows-menu Start. U kunt deze handleiding ook afdrukken, zodat u alle informatie bij de hand heeft. De vooraf geïnstalleerde 3,5-inch vaste schijf bevindt zich onder de externe schijfeenheden. Ga als volgt te werk om de vaste schijf te verwijderen en te vervangen: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Ontkoppel de gegevenskabel en de voedingskabel aan de achterkant van de optischeschijfeenheid. 38 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

8. Druk de hendel aan de linkerzijde van de optische-schijfeenheid in (1) en schuif de optischeschijfeenheid terug totdat deze niet verder kan. Til de schijfeenheid vervolgens uit de schijfpositie (2). Opmerking Houd de voor- en achterzijde van de schijfeenheid vast terwijl u deze uit de schijfpositie tilt. Afbeelding 2-31 Optische-schijfeenheid verwijderen 9. Ontkoppel de gegevenskabel en de voedingskabel aan de achterkant van de diskettedrive. 10. Druk de hendel aan de linkerzijde van de diskettedrive in (1) en schuif de diskettedrive terug totdat deze niet verder kan. Til de diskettedrive vervolgens uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-32 Diskettedrive ontgrendelen NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 39

11. Kantel de linkerzijde van de diskettedrive iets naar beneden (1) zodat de bovenste lipjes van de geleideschroeven niet achter het metalen frame blijven haken en haal de schijfeenheid vervolgens uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-33 Diskettedrive verwijderen 12. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf. Afbeelding 2-34 Voedingskabel en gegevenskabel van vaste schijf ontkoppelen VOORZICHTIG Vouw of buig een SATA-gegevenskabel nooit met een radius van minder dan 30 mm. Als u de kabel in een te nauwe bocht dwingt, kan de interne bedrading breken. 40 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

13. Druk de hendel aan de linkerzijde van de vaste schijf in (1) en schuif de schijfeenheid terug totdat deze niet verder kan. Til de schijfeenheid vervolgens recht omhoog en uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-35 Vaste schijf ontgrendelen 14. Kantel de linkerzijde van de vaste schijf iets naar beneden (1) zodat de bovenste lipjes van de geleideschroeven niet achter het metalen frame blijven haken en haal de schijfeenheid vervolgens uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-36 Vaste schijf verwijderen 15. Wanneer u een vaste schijf wilt installeren, voert u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde uit. NLWW Schijfeenheden installeren en verwijderen 41

Opmerking Als er in het systeem slechts één vaste-schijf van het type SATA aanwezig is, sluit u de gegevenskabel van deze vaste schijf aan op de donkerblauwe systeemkaartconnector (aangeduid met SATA0). Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties. Als u een tweede vaste schijf toevoegt, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de volgende beschikbare (niet-gebruikte) SATA-connector op de systeemkaart in de volgende volgorde: SATA0, SATA1, SATA3, SATA2. Wanneer u de vaste schijf vervangt, zet u de vier schroeven van de oude vaste schijf over op de nieuwe vaste schijf. U heeft een Torx T-15 schroevendraaier nodig om de geleideschroeven te verwijderen en te monteren. Er zijn vier extra 6-32 geleideschroeven aangebracht aan de voorkant van het chassis, onder het voorpaneel. De 6-32 geleideschroeven zijn zilverkleurig. Als u de primaire vaste schijf heeft vervangen, gebruikt u de cd-set Restore Plus! die bij de eerste installatie van de computer is gemaakt om het besturingssysteem, de stuurprogramma's en de andere applicaties te herstellen die in de fabriek op de computer zijn geïnstalleerd. Wanneer het herstelproces is voltooid, zet u alle persoonlijke bestanden terug waarvan u een backup heeft gemaakt voordat u de vaste schijf verving. 42 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades NLWW

A Specificaties Afmetingen van de desktopcomputer Hoogte Breedte Diepte 4,5 inch 15,5 inch 13,5 inch 11,43 cm 39,37 cm 34,29 cm Geschat gewicht 19 lb 8,62 kg Temperatuurbereik In bedrijf Niet in bedrijf Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf Buiten bedrijf (maximale natteboltemperatuur: 38,7 C) Maximale hoogte (niet in drukcabine) In bedrijf Niet in bedrijf 50 tot 95 F -22 tot 140 F 10-90% 5-95% 10.000 voet 30.000 voet 10 tot 35 C -30 tot 60 C 10-90% 5-95% 3.048 m 9.144 m Opmerking Tot 3.000 m boven zeeniveau geldt dat de maximale bedrijfstemperatuur afneemt met 1,0 C per 300 m (zonder blootstelling aan direct zonlicht). De maximaal toegestane temperatuurverandering is 10 C/uur. Deze limiet is mogelijk lager, afhankelijk van type en aantal van de geïnstalleerde opties. Warmteafgifte Maximaal Normaal (niet actief) Netvoeding Bedrijfsspanning 1 Nominale netspanning Nominale lijnfrequentie 1.260 BTU/uur 315 BTU/uur 115 V 90-132 V wisselspanning 100-127 V wisselspanning 50 tot 60 Hz 317 kg-cal/uur 80 kg-cal/uur 230 V 180-264 V wisselspanning 200-240 V wisselspanning 50 tot 60 Hz Uitgangsvermogen 240 W 240 W NLWW 43

Nominale ingangsstroom (maximum) 1 6 A bij 100 V wisselspanning 3 A bij 200 V wisselspanning 1 Dit systeem is voorzien van een voedingseenheid met passieve nominale correctie om schommelingen in de harmonische ingangsstroom te beperken. De nominale correctie is alleen beschikbaar als de spanningsschakelaar op 230 V staat. Hiermee voldoet het systeem aan de vereisten voor het CE-keurmerk voor de landen in de Europese Unie. Voor deze toevoer is een spanningsschakelaar nodig. 44 Bijlage A Specificaties NLWW

B Batterij vervangen De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3- volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen. U beperkt als volgt het risico van lichamelijk letsel: Probeer nooit de batterij op te laden. Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven 60 C. Probeer niet de batterij uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren. Zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de batterij niet in aanraking komen met water of vuur. Vervang de batterij uitsluitend door een HP batterij die voor dit product wordt aanbevolen. VOORZICHTIG Het is belangrijk dat u vóór het vervangen van de batterij een backup maakt van de CMOS-instellingen van de computer. Wanneer u de batterij verwijdert of vervangt, worden de CMOS-instellingen gewist. Raadpleeg voor meer informatie over de manier waarop u een backup maakt van de CMOS-instellingen de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Opmerking U verlengt de levensduur van de lithiumbatterij door de computer aan te sluiten op een stopcontact. De lithiumbatterij wordt alleen gebruikt wanneer de computer NIET is aangesloten op een stopcontact. HP adviseert klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare batterijen te recyclen. Ga voor meer informatie over recyclingprogramma's naar http://www.hp.com/recycle. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. NLWW 45

VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart. Opmerking Bij bepaalde modellen kan het noodzakelijk zijn een intern onderdeel te verwijderen om toegang tot de batterij te krijgen. 8. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van toepassing is voor het vervangen van de batterij. Type 1 a. Neem de batterij uit de houder. Afbeelding B-1 Knoopcelbatterij verwijderen (type 1) b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt automatisch in de juiste positie vergrendeld. Type 2 a. Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij te ontgrendelen. Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1). 46 Bijlage B Batterij vervangen NLWW

b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Afbeelding B-2 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2) Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. Afbeelding B-3 Knoopcelbatterij verwijderen (type 3) Opmerking te voltooien. Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure 9. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 10. Monteer de eventuele standaard. 11. Steek de stekker in het stopcontact en zet de computer aan. 12. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg voor meer NLWW 47

informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 48 Bijlage B Batterij vervangen NLWW

C Externe beveiligingsapparaten Opmerking Raadpleeg voor meer informatie over beveiligingsvoorzieningen de handleiding Computerinstellingen en de handleiding Desktop Management op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics en de HP ProtectTools Security Manager Guide (voor bepaalde modellen) op http://www.hp.com. Beveiligingsslot bevestigen Kabelslot De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen. Afbeelding C-1 Kabelslot aanbrengen NLWW Beveiligingsslot bevestigen 49

Hangslot Afbeelding C-2 Een hangslot aanbrengen 50 Bijlage C Externe beveiligingsapparaten NLWW